Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 27 september 2018 nr. BOACAT2018/055, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Erfgoedinspectie

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelezen het verzoek van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, afdeling Erfgoedinspectie van 7 september 2018 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van inspecteur van de Erfgoedinspectie in dienst bij de afdeling Erfgoedinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein VI, Generieke Opsporing, als genoemd in onderdeel 11.4 van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied (inclusief de territoriale zee) van Nederland en de aansluitende zone, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 10 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

  • 1. De directeur bij de afdeling Erfgoedinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister voor Rechtsbescherming goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 8 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Dit artikel brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Artikel 8

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Erfgoedinspectie van 11 december 2013 nr. BOACAT2013/075 zal vervallen op 20 december 2018.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 20 december 2018 en vervalt met ingang van 20 december 2023.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Erfgoedinspectie 2018.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 september 2018

De Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, C. Huizinga Operationeel manager V&T

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Minister voor Rechtsbescherming. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Dit besluit betreft de verlenging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Erfgoedinspectie 2013. Dit besluit komt voort uit samenwerkingsafspraken tussen de Erfgoedinspectie en het Openbaar Ministerie inzake de aanpak van kunst gerelateerde criminaliteit. Dit omvat onder meer het opsporen van strafbare feiten met betrekking tot:

  • Illegale in- en uitvoer en handel in cultuurgoederen;

  • archeologie (overtreding opgravingsverbod, niet melden toevalsvondst);

  • rijksmonumenten (beschadigen, vernielen of verwaarlozen rijksmonument).

De behandeling van zaken op het gebied van kunstgerelateerde criminaliteit ligt primair in de regio, dat wil zeggen bij de regionale eenheden en de regionale parketten. Het is voor een succesvolle aanpak van de kunstgerelateerde criminaliteit van wezenlijk belang dat de kennis en kunde die aanwezig is bij de inspecteurs van de Erfgoedinspectie wordt ingebracht in het opsporingsonderzoek. Om dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat de Erfgoedinspectie beschikt over een aantal buitengewoon opsporingsambtenaren die in voorkomende gevallen aan het opsporingsonderzoek van de regionale eenheid kan worden gekoppeld.

De toezichthouder en de direct toezichthouder hebben positief geadviseerd op het verzoek van de Erfgoedinspectie.

Naar boven