De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
Artikel 1
Aan de directeur Internationale Zaken van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport wordt mandaat en machtiging verleend voor:
-
a. het verstrekken van een formulier als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Tijdelijk
Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES;
-
b. het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van het Tijdelijk
Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES;
-
c. het verlenen van toestemming als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van het Tijdelijk
Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES.
Artikel 2
De directeur Internationale Zaken van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport kan ondermandaat verlenen aan onder hem ressorterende functionarissen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2018.
Den Haag, 28 september 2018
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark
TOELICHTING
Bij de integrale aanpak is sprake van een intrinsieke verknoping van beleidsterreinen
zoals arbeidsmarkt, educatie en onderwijs, sport, maatschappelijke zorg ((geestelijke)
gezondheidszorg, waaronder (preventie van) verslavingsproblematiek, jeugdzorg en maatschappelijke
hulpverlening), leefbaarheidsvraagstukken, sociale woningbouw en wijken. Hierdoor
zijn meerdere ministeries inhoudelijk betrokken.
De bevoegdheden met betrekking tot de beoordelingen van de aanvragen van de bijzondere
uitkering berusten momenteel bij de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW). In februari 2018 heeft de directie Internationale Zaken van het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de coördinatie op de uitvoering van de
integrale aanpak overgenomen van het Ministerie van SZW. Met het oog hierop worden
de bevoegdheden met betrekking tot de beoordelingen van de aanvragen van de bijzondere
uitkering door de Staatssecretaris van SZW gemandateerd aan de directeur Internationale
Zaken van het Ministerie van VWS. De beslissing op een aanvraag wordt genomen in overeenstemming
met de Ministers die financiële middelen beschikbaar hebben gesteld (BZK, SZW, VWS
en W&R). Dat laat onverlet dat de overige bij het besluit betrokken Ministers verantwoordelijk
zijn voor dat deel van de uitvoering dat hun beleidsterrein raakt.
Aangezien aan de directeur Internationale Zaken van het Ministerie van VWS machtiging
wordt verleend voor het verstrekken van een formulier voor de aanvraag van één of
meerdere bijzondere uitkeringen, dient ook de aanvraag door een bestuurscollege van
een openbaar lichaam gedaan te worden bij het Ministerie van VWS in plaats van bij
het Ministerie van SZW.
Gelet op de coördinerende rol van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
voor Caribisch Nederland, blijven de bevoegdheden ten aanzien van de verstrekking,
vaststelling en terugvordering van de bijzondere uitkering (artikel 5, eerste en tweede
lid en artikel 6, derde lid) en het verzamelen van de beleidverantwoordingsinformatie
(artikel 7), belegd bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Conform artikel 10:4, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht stemmen zowel de Minister
van VWS als de directeur Internationale Zaken van het Ministerie van VWS in met het
aan de directeur Internationale Zaken van het Ministerie van VWS verleende mandaat
en machtiging door middel van een brief aan de mandaat- en machtigingsverlener, in
dit geval de Staatssecretaris van SZW.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark