Wijziging opsporingsvergunning koolwaterstoffen L3; wijziging werkprogramma L3

DGETM-EO / 18221550

Overwegingen:

  • de aanvraag wordt als volgt begrepen dat de vergunninghouder vraagt om wijziging van het werkprogramma als omschreven in artikel 5 van de opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen van 12 mei 2016 met kenmerk DGETM-EO/16064981;

  • op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, Mijnbouwwet (hierna Mbw) kan de minster van EZK, onverminderd artikel 32c Mbw, een vergunning slechts op aanvraag van de houder wijzigen. Hieraan is voldaan;

  • op grond van artikel 18, tweede lid, Mbw kan een vergunning niet zodanig worden gewijzigd dat zij komt te gelden voor:

    • a. andere activiteiten of delfstoffen;

    • b. een groter gebied.

    Van dergelijke wijzigingen is in onderhavige aanvraag geen sprake. Hiermee is voldaan aan artikel 18, tweede lid, Mbw;

de reden voor wijziging van het werkprogramma is volgens de vergunninghouder, samengevat, van technische aard. De vergunninghouder stelt dat het een complex en langdurig project was om de geologie van het blok L3 zo goed mogelijk in beeld te brengen. De resultaten van dit werk zijn niet eerder dan in april 2018 beschikbaar gekomen. De verwerking van de resultaten zal nog enige tijd in beslag nemen en zal naar verwachting niet voor het voorjaar van 2019 zijn afgerond.

  • Verder stelt de vergunninghouder dat uit ervaringen met boringen in vergelijkbare geologische omstandigheden als blok L3 is gebleken dat er rekening gehouden moet worden met aanzienlijke levertijden van benodigde speciale materialen van mogelijk meer dan een jaar.

    Tevens stelt de vergunninghouder dat blok L3 in een gebied ligt dat vergunningtechnisch complex is door scheepvaartroutes, milieuzones en een militair oefengebied.

Gelet op artikel 18 van de Mijnbouwwet.

Besluit:

ARTIKEL 1

Artikel 5 van het besluit van 12 mei 2016 met kenmerk DGETM-EO/16064981, komt als volgt te luiden:

De vergunninghouder overlegt uiterlijk voor afloop van het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning een geactualiseerd werkprogramma dat voorziet in een onvoorwaardelijke boring uiterlijk in het vijfde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning.

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, namens deze: R. Cino MT-lid directie Energie en Omgeving

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven