Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 1 oktober 2018, nr. IENW/BSK-2018/181633, tot verlening van mandaat voor de afgifte van het attest cabinebemanningslid (Besluit mandaat afgifte attest cabinebemanningslid)

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen ARA.CC.100 en ARA.CC.200, onderdeel b, van bijlage VI van verordening (EU) nr. 1178/2011, de artikelen 10:3, eerste lid, 10:9, eerste lid en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht jo. artikel 3, vierde lid, van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001;

BESLUIT:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

attest:

attest voor cabinebemanningsleden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001;

gemandateerde:

persoon aan wie krachtens dit besluit mandaat is verleend tot het afgeven van attesten.

Artikel 2

Aan de hoofden van de opleidingsinstellingen die krachtens artikel 3, derde lid, van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 zijn goedgekeurd wordt mandaat verleend voor het afgeven van attesten aan kandidaten die met goed gevolg het examen hebben afgelegd na voltooiing van de basisopleiding voor cabinebemanningslid.

Artikel 3

Aan de gemandateerde wordt machtiging verleend om handelingen te verrichten die verband houden met de afgifte van attesten.

Artikel 4

De gemandateerde hanteert voor de afgifte, de registratie van en het toezicht op attesten de procedures overeenkomstig de artikelen ARA.GEN.300, ARA.GEN.220 en ARA.GEN.315 van bijlage VI van verordening (EU) nr. 1178/2011.

Artikel 5

  • 1. De gemandateerde kan ten aanzien van de aan hem op grond van dit besluit verleende bevoegdheden ondermandaat verlenen aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

  • 2. De gemandateerden stellen de Minister van Infrastructuur en Waterstaat onverwijld in kennis van een door hem verleend ondermandaat.

Artikel 6

  • 1. Aan de gemandateerde wordt mandaat verleend tot het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in artikel 2 voor zover het besluit waartegen het bezwaar zich richt niet door hem in mandaat is genomen.

  • 2. Aan de gemandateerde wordt machtiging verleend tot het verrichten van alle handelingen ter voorbereiding en ter uitvoering van de in het eerste lid bedoelde besluiten en het voeren van procedures bij de rechter over die besluiten.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat afgifte attest cabinebemanningslid.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Met dit mandaatbesluit wordt invulling gegeven aan de mogelijkheid die artikel ARA.CC.200, onderdeel b, van bijlage VI van verordening (EU) nr. 1178/2011 (hierna FCL-verordening) schept om erkende of goedgekeurde organisaties, i.c. opleidingsinstellingen voor cabinepersoneel, te machtigen om attesten voor cabinepersoneel af te geven. De betreffende organisatie dient dan wel te voldoen aan de voorwaarden die in artikel 3, vierde lid, van de Regeling opleidingsinstellingen voor luchtvarenden 2001 zijn gesteld. De machtiging geschiedt overeenkomstig de systematiek van de Algemene wet bestuursrecht in de vorm van een mandaat dat is verleend aan de hoofden van de goedgekeurde opleidingsinstellingen (artikel 2). De gemandateerden zijn tevens gemachtigd om alle privaatrechtelijke en feitelijke handelingen te verrichten die voor de afgifte nodig zijn (artikel 3). De gemandateerden kunnen op hun beurt de bevoegdheid om attesten af te geven doormandateren aan hun medewerkers (artikel 5). De wijze waarop de afgifte en de registratie van afgegeven attesten dient te geschieden is geregeld in de artikelen ARA.GEN.300, ARA.GEN.220 en ARA.GEN.315 van bijlage VI van de FCL-verordening (artikel 4). Indien geweigerd wordt om een attest af te geven en daartegen bezwaar wordt aangetekend kan dit niet worden behandeld door degene die zelf weigerde het attest af te geven. Het bezwaar kan wel door een andere gemandateerde binnen de organisatie worden behandeld (artikel 6).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven