Provincie Zeeland - Verkeersbesluit provinciale weg Goes - Zierikzee (N256) (1e Deltaweg) Opheffen bushaltes nabij Zandkreekdam

Middelburg, 17 september 2018

Corsanummer : 18921615

Afdeling : Infrastructuur en Vastgoed

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Overwegingen ten aanzien van het besluit

Bevoegdheidsgrondslag

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens.

De betreffende weg N256 is in beheer bij de provincie Zeeland.

Op grond van artikel 18, eerste lid onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 zijn wij bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

Motivering en belangenafweging

De provinciale weg Goes – Zierikzee (N256) is een stroom- en gebied ontsluitende weg waar het stromen tussen de kruispunten een zeer belangrijke functie is. Het weggedeelte van Goes naar Noord-Beveland (N255) staat functioneel als stroomweg in het Mobiliteitsplan opgenomen en het weggedeelte Noord-Beveland (N255) tot Zierikzee als gebiedsontsluitingsweg. Het eerste deel zou functioneel als 100 km-weg uitgevoerd moeten worden en het tweede deel als 80 km-weg. Vanwege de huidige vormgeving van de weg staat het eerste deel, uit verkeersveiligheidsoogpunt, nog steeds als 80 km-weg te boek. Op het stroomweggedeelte zijn aan beide zijden van de weg - aan de noordzijde van de Zandkreekdam, ter hoogte van de landbouwtunnel (Katseveerweg) onder de N256 - 2 bushaltes gelegen. Volgens de CROW-richtlijnen stroomwegen dienen bushaltes gecombineerd te worden met kruispunten met rotondes of verkeerslichten. Dat is hier niet het geval.

Voor heel Zeeland wordt het openbaar busvervoer verzorgd door Connexxion. Voornoemde haltes worden gebruikt voor het op- en uitstappen en overstappen van de ene lijn op de andere. Op werkdagen zijn er 2 à 3 in- en overstappers per dag. Bij deze bushaltes functioneert het in- en uitvoegen niet goed.

Op verzoek van Connexxion is de verkeersveiligheid van de 2 haltes beoordeeld en is gekeken of de haltes veiliger kunnen worden gemaakt, waarbij de kosten daarvoor zijn afgezet tegen het aantal reizigers (2 à 3 in- en/of overstappers per dag).

Problematiek bij voornoemde bushaltes:

1. In- en uitvoegen van de bus.

- Het oprijden en vertrekken van de halte wordt door buschauffeurs als gevaarlijk en lastig  ervaren. Vooral tijdens de spitsuren(dan worden de haltes met name gebruikt) en in de wintermaanden (als het donker en mistig is). Er zijn geen in- en uitvoegstroken. Er is slechts een haltekom. En dat betekent dat men vroegtijdig moet afremmen en lang moet wachten totdat er een voldoende groot hiaat in de verkeersstroom is, voordat men de weg weer op kan.

- Bepalend voor het invoegen is de verkeersintensiteit en de acceleratie van de bus. Voor de volgafstanden tussen de voertuigen is van belang of er een voldoende hiaat ontstaat voor de bus om op te kunnen trekken vanuit stilstand en met voldoende snelheid in te kunnen voegen.

- De intensiteit op de N256 is hoog. Naar mate de intensiteit hoger is, is het voor bussen moeilijker om van een halte de weg op te komen. Buiten de kom hebben bussen geen voorrang bij het invoegen. Zoals hiervoor aangegeven dienen chauffeurs een veilig hiaat te vinden om in te voegen na het halteren.

- Gasbussen trekken heel langzaam op. De snelheid van een optrekkende gasbus (accelaratie) is na 3 à 4 seconden nog heel laag. Zij hebben 63 seconden nodig om van 0 naar 80 km/h op te trekken. I.c. zijn de beschikbare hiaten veelal te klein, gelet op de remafstand die auto’s na de invoegende bus nodig hebben en het minimum aantal meters dat de bus nodig heeft om op de hoofdrijbaan te komen. Hierdoor kan de invoegende bus door automobilisten als gevaarlijk en verkeersonveilig worden ervaren. Omdat automobilisten die achter de bus rijden zullen moeten ingrijpen om te voorkomen bovenop de bus te rijden.

2. Gelijkvloers overstekende voetgangers i.p.v. door de tunnel

Voetgangers steken gelijkvloers over ondanks dat er een tunnel onder de weg door ligt. De middengeleider die tussen de rijstroken inligt nodigt wellicht uit om gelijkvloers in twee keer over te steken Een hek op de middengeleider kan (deels) helpen. Echter de verwachting is, dat men dan op de kop van de middengeleider toch nog vóór het hek langs loopt. Dure maatregelen zijn nodig om de middengeleider in noordelijke richting en eventueel zuidelijke richting verder door te trekken met een hek erop. Kortom deze oversteekbewegingen, die vanwege de verkeersintensiteiten en het huidige snelheidsregime (80 km/h) tot zeer verkeersonveilige situaties leiden, zijn redelijkerwijs niet te voorkomen.

3. Bushalte westzijde werkt als obstakel op parallelweg

I.v.m. de aanleg van de bushalte destijds is de parallelweg ter plaatse substantieel versmald met de breedte van het perron. Gevolg is dat er gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan, tussen met name auto- en landbouwverkeer en (brom)fietsers op die versmalling. In combinatie met de aansluiting van de Krukweg (Katseveerweg) op de parallelweg, in de directe nabijheid van de versmalling, leidt dat tot een nog hoger risico, waarbij zich al (ernstige) ongevallen hebben voorgedaan.

Mogelijke oplossingen:

- Bushaltes voorzien van lange in- en uitvoegstroken en de bushaltes vrijliggend van de weg aanleggen.

- Bushaltes amoveren.

In feite is i.c. een haltevoorziening, conform de CROW-richtlijn stroomwegen, noodzakelijk, waarbij de bus een aparte invoegstrook heeft. De kosten daarvoor worden ingeschat op circa € 1 miljoen. Op de huidige locatie is er geen ruimte om dergelijke voorzieningen te maken vanwege de zeewering en de aanliggende parallelweg. Er zou een andere locatie, noordelijk van de huidige, gezocht moeten worden. Nadeel daarvan is dat de afstand tot de tunnel groter wordt en daarmee het risico op verkeersonveilige situaties vanwege overstekende voetgangers aanwezig blijft.

Afgezien van het ontbreken van een geschikte locatie om vrijliggende bushaltes te maken, is afgewogen of het verantwoord is om een dergelijke investering te doen voor 2 à 3 in- en overstappende passagiers per dag. Aangezien de investeringskosten om de haltes veiliger te maken niet in verhouding staan met het gering aantal reizigers en gelet op de veiligheid van de buschauffeurs, de reizigers en de medeweggebruikers is het gewenst de twee bushaltes op te heffen. Hiertoe zullen de haltes, busstroken, abri’s c.s. worden geamoveerd.

Overig

De in dit verkeersbesluit genoemde verkeersmaatregelen strekken tot de volgende in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 genoemde belangen:

Lid 1, sub. a: het verzekeren van de veiligheid op de weg;

Lid 1, sub. b: het beschermen van weggebruikers en passagiers;

Lid 1, sub. c: het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.

Gelet op artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is overleg gepleegd met de politie.

Op 23 mei 2018 heeft een gesprek plaatsgehad met bewoners van de Zandkreekdam, de gemeente Noord-Beveland en de dorpsraad Kats waarbij de (voorgenomen) maatregel is toegelicht.

Er is overleg gepleegd met Connexxion. Na het volgen van haar dienstregelingenprocedure, waaronder overleg met betrokkenen, heeft Connexxion, gelet op de te hoge kosten voor aanpassing van de haltes, de dienstregeling per 1 juli 2018 aangepast en de stopplaatsen opgeheven.

Gelet op artikel 26 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) wordt dit besluit bekendgemaakt door publicatie in de Staatscourant en is voor een ieder in te zien op de website van de Staatscourant via https://www.officielebekendmakingen.nl/staatscourant.

BESLUIT

Op grond van vorenstaande overwegingen

besluiten wij:

• 1. Door het verwijderen van de verkeersborden L3 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) en het verwijderen van de busstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, de bushaltes aan de provinciale weg Goes - Zierikzee (N256), (noordzijde Zandkreekdam, nabij Katseveerweg), aan beide zijden, ter hoogte van respectievelijk km 8,525 en km 8,615, op te heffen;

• 2. in te trekken, voor zover nodig, eerder genomen besluiten;

• 3. dit verkeersbesluit te publiceren in de Staatscourant. 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND,

Namens deze,

ir. C.A.J. Verhoeve MPM,

hoofd afdeling Infrastructuur en Vastgoed.

Mededelingen

Inlichtingen

Voor nader gewenste inlichtingen kunt u contact opnemen met:

verkeersmaatregelen:

• de heer W.J. Blommaert, telefoonnummer: 0118-631612 of 06-28904262;

• de heer A. Welleman, telefoonnummer: 06-28904004;

juridische procedure

• mevrouw A. Caljouw, telefoonnummer: 06-25726507.

Rechtsmiddelen

Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: Gedeputeerde Staten van Zeeland, t.a.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg.

Wie is belanghebbende?

Volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht bent u belanghebbende als uw belang rechtstreeks bij een besluit betrokken is. Uw belang moet zich dan wel onderscheiden van de belangen van grote aantallen anderen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als u eigenaar, huurder of gebruiker bent van een perceel in de directe omgeving van de weg waarop het besluit betrekking heeft. Volgens vaste jurisprudentie is dat onderscheid bij een willekeurige verkeersdeelnemer onvoldoende aanwezig.

In het bezwaarschrift neemt u ten minste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend.

U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. I.c. is dat de dag na de datum van bekendmaking in de Staatscourant.. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden.

Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefolder aanvragen op telefoonnummer 0118-631000. U kunt de informatie ook downloaden via www.zeeland.nl/beleid-en-regelgeving/bezwaar-maken.

Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd.