Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 12 september 2018, kenmerk 1416644-180650, houdende wijziging van de Regeling publieke gezondheid vanwege het opheffen van de vrijstelling van de meldingsplicht voor hepatitis C

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 22, vierde lid, van de Wet publieke gezondheid;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Met onderhavige regeling tot wijziging van de Regeling publieke gezondheid wordt de beperking van de meldingsplicht voor hepatitis C (HCV)-infecties naar alleen acute infecties, zoals opgenomen in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, ongedaan gemaakt. Na ingang van de wijziging zal de meldingsplicht voor hepatitis C onverkort gelden.

HCV-infecties zijn sinds 1 april 1999 meldingsplichtig. Sinds 2003 geldt de meldingsplicht alleen voor recent opgelopen HCV-infecties (acute HCV). De reden voor deze beperking was het feit dat chronische infecties destijds moeilijk te behandelen waren en vanwege de vaak late detectie geen rol hadden in de bestrijding en het terugdringen van transmissie. Vanwege verbeteringen in de beschikbare behandelingen en epidemiologische verschuivingen wordt de meldingsplicht van chronische HCV-infectie belangrijk geacht in het voorkomen van verspreiding van de ziekte.

Sinds 2015 is een effectieve behandeling voor chronische HCV beschikbaar binnen het basispakket. Het tijdig behandelen van ook de later herkende infecties is daarmee een relevante manier geworden om verdere verspreiding van de ziekte tegen te gaan. De GGD kan in geval van een brede meldingsplicht de contact-, en in mindere mate de bronopsporing coördineren, alsook de begeleiding van patiënten naar de tweede lijn. De afgelopen jaren heeft daarnaast een epidemiologische verschuiving plaatsgevonden, waarbij (seksuele) transmissie een grotere rol speelt in bepaalde risicogroepen, zoals hiv-positieve mannen die seks hebben met mannen (MSM). Het is daarmee belangrijk geworden om alle geïnfecteerde personen tijdig in beeld te krijgen en te behandelen om zo verdere transmissie (naar andere netwerken) te voorkomen. De huidige meldingsplicht voor alleen acute HCV-infecties voorziet hierin onvoldoende.

De verbreding van de meldplicht zal naar verwachting leiden tot een beperkte stijging in de administratieve lasten voor huisartsen en GGD’en. Tegelijkertijd wordt het werk van de laboratoria vereenvoudigd, omdat zij niet meer het onderscheid hoeven te maken tussen chronische en acute hepatitis C. Naar verwachting zal het aantal meldingen jaarlijks met ongeveer 650 toenemen. Een melding zal ca 5 minuten vergen. De extra regeldruk komt daarmee jaarlijks op ongeveer € 4.000,– uit.

Een groot aantal betrokken beroepsverenigingen en partijen is geconsulteerd:

  • Nederlandse Vereniging van Maag- Darm- en Leverartsen (NVMDL)

  • Nederlandse Internisten Vereniging (NIV)

  • Nederlandse Vereniging voor Hepatologie (NVH)

  • GGD GHOR Nederland

  • Nederlandse Vereniging voor Hivbehandelaren (NVHB)

  • Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie-Nederlandse Werkgroep Klinische Virologie (NVMM- NWKV)

  • Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM)

Deze partijen zijn van mening dat de toegenomen werklast voor publieke gezondheidsdiensten proportioneel zijn aan de uitkomsten voor de publieke gezondheid.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

Naar boven