TOELICHTING
1. Algemeen
Met deze wijziging van de Regeling gaskwaliteit worden enkele actualiseringen en correcties
doorgevoerd. Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
2. Wijziging ten behoeve van de veiligheid van groen gas
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft DNV GL Nederland B.V. het onderzoek ‘Inventarisatie
additionele risico's (t.o.v. aardgas) van groen gas’ naar het verbrandingsgedrag van
groen gas laten uitvoeren. SodM heeft op basis hiervan een advies gegeven voor aanpassing
van de Regeling gaskwaliteit.
SodM stelt voor absolute onder- en bovengrenzen aan de Wobbe-index te stellen. Deze
grenzen zijn opgenomen in het beheerprotocol en zijn onomstreden. SodM hecht er echter
aan dat zo nodig deze grenzen handhaafbaar zijn. Om die reden worden deze grenzen
in de Regeling gaskwaliteit als volgt opgenomen. Bij de invoeding van groen gas (een
type G-gas) dienen de waarden voor de Wobbe-index altijd boven de absolute ondergrens
van 42,96 MJ/m3 (n) en onder de absolute bovengrens van 44, 91 MJ/m3 (n) te zijn, onafhankelijk van de meetfrequentie.
SodM heeft nog twee aanpassingen voorgesteld die niet in deze wijzigingsregeling zijn
overgenomen. Ten eerste een aanpassing van de ondergrens van de Wobbe-index bij groen
gas met een gehalte koolstofdioxide tussen de 0 en 6%. Het al langer bekende additionele
risico van groen gas ten opzichte van aardgas wordt in de Regeling gaskwaliteit voldoende
geadresseerd. Ten tweede stelde SodM voor over te stappen op momentane vereisten aan
de Wobbe-index, waar de Regeling gaskwaliteit nu uitgaat van uurgemiddelden. Na invoering
van de absolute onder- en bovengrenzen aan de Wobbe-index is het effect van deze maatregel
verwaarloosbaar, terwijl de naleving tot technische en administratieve lasten bij
de producenten van groen gas zouden leiden.
3. Wijziging van de ondergrens van de Wobbe-index van laag-calorisch gas op de interconnectie
met Duitsland via Winterswijk/Zevenaar
Per 1 mei 2016 heeft de netbeheerder van het landelijke gastransportnet (Gasunie Transport
Services, GTS) via de Europese netwerkcode Interoperability & Data Exchange de verplichting
om een Grid Connection Agreement (GCA) af te sluiten op elk interconnectiepunt. In
het GCA betreffende de export van laag-calorisch gas (G-gas) bij het grenspunt Winterswijk/Zevenaar
is een ruimere ondergrens voor de Wobbe-index vastgelegd (43,6 MJ/m3) dan nu in de Regeling gaskwaliteit is opgenomen (45 MJ/m3). Nu de GCA vastligt kan de Regeling gaskwaliteit ook hieraan aangepast worden. Deze
verlaging maakt het mogelijk in de toekomst duurzaam gas met een lage Wobbe-index
te exporteren.
4. Wijziging van de ondergrens van de Wobbe-index van laag-calorisch gas op de interconnectie
met België
Voor de export van gas naar Frankrijk via België geldt een hogere ondergrens voor
de Wobbe-index dan voor de export bestemd voor België. Voor export naar Frankrijk
wordt in de praktijk slechts het exportpunt Hilvarenbeek gebruikt. Hierdoor is het
mogelijk om voor de overige exportpunten naar België een lagere ondergrens van de
Wobbe-index van laag-calorisch gas te hanteren. Deze verlaging maakt het mogelijk
in de toekomst duurzaam gas met een lage Wobbe-index te exporteren.
5. Waterstof op het Regionale transportleidingen (RTL)
In de toekomst wordt er mogelijk meer waterstof ingezet in de energievoorziening vanwege
verduurzaming en om het aardgasverbruik te verminderen. Hierom is het wenselijk hiervoor
alvast enige ruimte te bieden. De beperking op het systeem van regionale transportleidingen
van de netbeheerder van het landelijke gastransportnet tot 0,02% waterstof is hiervoor
belemmerend. Daarnaast stroomt door de bouw van een zogenoemde groen-gas-booster gas
van het RNB naar het RTL, dat een iets hoger percentage waterstof kan hebben. Wanneer
het RNB en RTL onderling verschillende regels voor percentages waterstof hebben is
dit een beperking van de groengasinvoeding. Hierom dient het percentage voor het RTL
aangepast te worden.
Om deze belemmering op te lossen worden de bijlagen 2 en 4 van de Regeling gaskwaliteit
aangepast in onderdeel B van deze wijzigingsregeling. De aanpassing is beperkt tot
het RTL, met name omdat het HTL ook grensoverschrijdend gas levert waar andere afspraken
over zijn. Voorts zijn de effecten op opslagen en de peakshaver vooralsnog niet voldoende
duidelijk.
6. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
De concept-wijzigingsregeling is voorgelegd ter toetsing op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid
aan SodM en aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Van beide toetsen was het
resultaat dat de wijzigingsregeling uitvoerbaar en handhaafbaar is.
7. Consultatie
De concept-wijzigingsregeling is geconsulteerd via internetconsultatie.nl. Dit heeft
twee openbare reacties opgeleverd.
Er is gesuggereerd de vereisten aan groen gas en aardgas gelijk te maken. Er zijn
verschillen tussen groen gas en aardgas in de Regeling gaskwaliteit. Deze verschillen
zijn onderbouwd op basis van het verbrandingsgedrag van groen gas dat niet geheel
gelijk is aan dat van aardgas. Het advies van SodM geeft een onderbouwing bij aparte
eisen aan groen gas.
Er is ter overweging gegeven de Regeling gaskwaliteit op een aspect aan te passen
dat niet in het geconsulteerde concept was opgenomen, namelijk om het waterdauwpunt
op het RNB-net te verlagen. Deze suggestie wordt niet overgenomen. Hoewel de problematiek
in de reactie onderbouwd wordt, is het niet evident dat op landelijke schaal strengere
eisen aan de invoeding van gas gesteld moeten worden. In de eerste plaats is het een
verantwoordelijkheid van de netbeheerders gas te transporteren zonder dat grondwater
in het gas komt. Hiernaast vergt deze aanpassing een goede afweging en gedachtewisseling
met belanghebbenden over deze aanpassing wat verder dan het bereik van de concept-wijzigingsregeling
gaat.
Er is geadviseerd de Europese norm voor hoogcalorisch gas en de Regeling gaskwaliteit
beter in overeenstemming te brengen. Deze overeenstemming wordt bereikt door de regeling
aan te passen wanneer er bindende Europese normen vaststaan waar de regeling niet
mee overeenstemt. Op dit moment is hier geen sprake van.
Een reactie betrof het definiëren van gassen die bij het testen van gastoestellen
moeten worden gebruikt. De grondslag voor de Regeling gaskwaliteit in de Gaswet biedt
hier geen mogelijkheid toe.
In een andere reactie is uiteengezet dat de wijze waarop het advies van SodM tot de
concept-wijzigingsregeling heeft geleid, juist is.
8. Technische voorschriften
Deze wijzigingsregeling is gemeld als gevolg van Richtlijn 98/34/EG van het Europees
Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied
van normen en technische voorschriften (PbEG 1998, L 204). Deze procedure heeft niet
tot opmerkingen of wijzigingen geleid (2018/0187/NL).
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes