Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 12 september 2018, nr. WJZ/18237821, tot wijziging van de Regeling gaskwaliteit in verband met aanpassingen van enkele invoedspecificaties en afleverspecificaties

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 11 van de Gaswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gaskwaliteit wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage 2 wordt aan voetnoot 1 de volgende zin toegevoegd: De waarden voor de Wobbe-index dienen altijd boven de absolute ondergrens van 42,96 MJ/m3 (n) en onder de absolute bovengrens van 44, 91 MJ/m3 (n) te zijn onafhankelijk van de meetfrequentie. Deze absolute grenzen gelden voor gassen die voor ten minste 99 mol% bestaan uit methaan, CO2, stikstof (N2) en zuurstof (O2).

B

In bijlagen 2 en 4 wordt in de rij over waterstofgehalte ‘in RTL en HTL’ vervangen door ‘in HTL’ en wordt ‘in RNB-net’ vervangen door ‘in RTL en RNB-net’.

C

In bijlage 5 worden de drie rijen over de Wobbe-index vervangen door:

Wobbe-index

België via grenspunt Hilvarenbeek

44,9 – 46,9

MJ/m3(n)

België overig

42,7 – 46,9

MJ/m3(n)

Duitsland via grenspunt Zevenaar en Winterswijk

43,6 – 46,8

MJ/m3(n)

Duitsland overig

42,7 – 46,8

MJ/m3(n)

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 september 2018

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

TOELICHTING

1. Algemeen

Met deze wijziging van de Regeling gaskwaliteit worden enkele actualiseringen en correcties doorgevoerd. Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

2. Wijziging ten behoeve van de veiligheid van groen gas

Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft DNV GL Nederland B.V. het onderzoek ‘Inventarisatie additionele risico's (t.o.v. aardgas) van groen gas’ naar het verbrandingsgedrag van groen gas laten uitvoeren. SodM heeft op basis hiervan een advies gegeven voor aanpassing van de Regeling gaskwaliteit.

SodM stelt voor absolute onder- en bovengrenzen aan de Wobbe-index te stellen. Deze grenzen zijn opgenomen in het beheerprotocol en zijn onomstreden. SodM hecht er echter aan dat zo nodig deze grenzen handhaafbaar zijn. Om die reden worden deze grenzen in de Regeling gaskwaliteit als volgt opgenomen. Bij de invoeding van groen gas (een type G-gas) dienen de waarden voor de Wobbe-index altijd boven de absolute ondergrens van 42,96 MJ/m3 (n) en onder de absolute bovengrens van 44, 91 MJ/m3 (n) te zijn, onafhankelijk van de meetfrequentie.

SodM heeft nog twee aanpassingen voorgesteld die niet in deze wijzigingsregeling zijn overgenomen. Ten eerste een aanpassing van de ondergrens van de Wobbe-index bij groen gas met een gehalte koolstofdioxide tussen de 0 en 6%. Het al langer bekende additionele risico van groen gas ten opzichte van aardgas wordt in de Regeling gaskwaliteit voldoende geadresseerd. Ten tweede stelde SodM voor over te stappen op momentane vereisten aan de Wobbe-index, waar de Regeling gaskwaliteit nu uitgaat van uurgemiddelden. Na invoering van de absolute onder- en bovengrenzen aan de Wobbe-index is het effect van deze maatregel verwaarloosbaar, terwijl de naleving tot technische en administratieve lasten bij de producenten van groen gas zouden leiden.

3. Wijziging van de ondergrens van de Wobbe-index van laag-calorisch gas op de interconnectie met Duitsland via Winterswijk/Zevenaar

Per 1 mei 2016 heeft de netbeheerder van het landelijke gastransportnet (Gasunie Transport Services, GTS) via de Europese netwerkcode Interoperability & Data Exchange de verplichting om een Grid Connection Agreement (GCA) af te sluiten op elk interconnectiepunt. In het GCA betreffende de export van laag-calorisch gas (G-gas) bij het grenspunt Winterswijk/Zevenaar is een ruimere ondergrens voor de Wobbe-index vastgelegd (43,6 MJ/m3) dan nu in de Regeling gaskwaliteit is opgenomen (45 MJ/m3). Nu de GCA vastligt kan de Regeling gaskwaliteit ook hieraan aangepast worden. Deze verlaging maakt het mogelijk in de toekomst duurzaam gas met een lage Wobbe-index te exporteren.

4. Wijziging van de ondergrens van de Wobbe-index van laag-calorisch gas op de interconnectie met België

Voor de export van gas naar Frankrijk via België geldt een hogere ondergrens voor de Wobbe-index dan voor de export bestemd voor België. Voor export naar Frankrijk wordt in de praktijk slechts het exportpunt Hilvarenbeek gebruikt. Hierdoor is het mogelijk om voor de overige exportpunten naar België een lagere ondergrens van de Wobbe-index van laag-calorisch gas te hanteren. Deze verlaging maakt het mogelijk in de toekomst duurzaam gas met een lage Wobbe-index te exporteren.

5. Waterstof op het Regionale transportleidingen (RTL)

In de toekomst wordt er mogelijk meer waterstof ingezet in de energievoorziening vanwege verduurzaming en om het aardgasverbruik te verminderen. Hierom is het wenselijk hiervoor alvast enige ruimte te bieden. De beperking op het systeem van regionale transportleidingen van de netbeheerder van het landelijke gastransportnet tot 0,02% waterstof is hiervoor belemmerend. Daarnaast stroomt door de bouw van een zogenoemde groen-gas-booster gas van het RNB naar het RTL, dat een iets hoger percentage waterstof kan hebben. Wanneer het RNB en RTL onderling verschillende regels voor percentages waterstof hebben is dit een beperking van de groengasinvoeding. Hierom dient het percentage voor het RTL aangepast te worden.

Om deze belemmering op te lossen worden de bijlagen 2 en 4 van de Regeling gaskwaliteit aangepast in onderdeel B van deze wijzigingsregeling. De aanpassing is beperkt tot het RTL, met name omdat het HTL ook grensoverschrijdend gas levert waar andere afspraken over zijn. Voorts zijn de effecten op opslagen en de peakshaver vooralsnog niet voldoende duidelijk.

6. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De concept-wijzigingsregeling is voorgelegd ter toetsing op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid aan SodM en aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Van beide toetsen was het resultaat dat de wijzigingsregeling uitvoerbaar en handhaafbaar is.

7. Consultatie

De concept-wijzigingsregeling is geconsulteerd via internetconsultatie.nl. Dit heeft twee openbare reacties opgeleverd.

Er is gesuggereerd de vereisten aan groen gas en aardgas gelijk te maken. Er zijn verschillen tussen groen gas en aardgas in de Regeling gaskwaliteit. Deze verschillen zijn onderbouwd op basis van het verbrandingsgedrag van groen gas dat niet geheel gelijk is aan dat van aardgas. Het advies van SodM geeft een onderbouwing bij aparte eisen aan groen gas.

Er is ter overweging gegeven de Regeling gaskwaliteit op een aspect aan te passen dat niet in het geconsulteerde concept was opgenomen, namelijk om het waterdauwpunt op het RNB-net te verlagen. Deze suggestie wordt niet overgenomen. Hoewel de problematiek in de reactie onderbouwd wordt, is het niet evident dat op landelijke schaal strengere eisen aan de invoeding van gas gesteld moeten worden. In de eerste plaats is het een verantwoordelijkheid van de netbeheerders gas te transporteren zonder dat grondwater in het gas komt. Hiernaast vergt deze aanpassing een goede afweging en gedachtewisseling met belanghebbenden over deze aanpassing wat verder dan het bereik van de concept-wijzigingsregeling gaat.

Er is geadviseerd de Europese norm voor hoogcalorisch gas en de Regeling gaskwaliteit beter in overeenstemming te brengen. Deze overeenstemming wordt bereikt door de regeling aan te passen wanneer er bindende Europese normen vaststaan waar de regeling niet mee overeenstemt. Op dit moment is hier geen sprake van.

Een reactie betrof het definiëren van gassen die bij het testen van gastoestellen moeten worden gebruikt. De grondslag voor de Regeling gaskwaliteit in de Gaswet biedt hier geen mogelijkheid toe.

In een andere reactie is uiteengezet dat de wijze waarop het advies van SodM tot de concept-wijzigingsregeling heeft geleid, juist is.

8. Technische voorschriften

Deze wijzigingsregeling is gemeld als gevolg van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG 1998, L 204). Deze procedure heeft niet tot opmerkingen of wijzigingen geleid (2018/0187/NL).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven