Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 september 2018, kenmerk 2320482, tot wijziging van de Regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet

De Minister voor Rechtsbescherming en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 7.3.11, vijfde lid, van de Jeugdwet en 5.33, vierde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘Minister van Veiligheid en Justitie’ vervangen door: Minister van Justitie en Veiligheid.

B

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

• 2. De Minister is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4 van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119), met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens in CORV.

C

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

• 2. De justitiële ketenpartners dragen er zorg voor dat zij in staat zijn om via CORV berichten te ontvangen op grond van:

  • a. artikel 4:2, eerste lid, onderdelen i en j, van het Besluit politiegegevens;

  • b. artikel 11c, eerste lid, en artikel 17, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens;

  voor zover voornoemde artikelen betrekking hebben op de taken en werkzaamheden van de justitiële ketenpartners.

D

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘zes maanden’ vervangen door: twaalf maanden.

ARTIKEL II

• 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2018.

• 2. Artikel I, onderdeel B, werkt terug tot en met 25 mei 2018.

• 3. Artikel I, onderdeel C, werkt terug tot en met 1 maart 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Deze wijzigingsregeling is bedoeld om de Regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet op een aantal punten te actualiseren. Hierbij wordt volledigheidshalve erop gewezen dat de Regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet de betrokken overheidspartijen niet voorziet van een (aanvullende) wettelijke grondslag om persoonsgegevens met elkaar uit te wisselen. De regeling schrijft slechts het instrument voor, namelijk de Collectieve Opdrachten Routeer Voorziening (CORV), dat betrokken partijen dienen te gebruiken bij het verzenden en ontvangen van berichten die relevant zijn voor de uitvoering van de Jeugdwet. Daarom wordt in voornoemde regeling telkens gerefereerd aan de (wettelijke) taken en werkzaamheden van de justitiële ketenpartners teneinde daarmee de aandacht erop te vestigen dat voorafgaand aan de verstrekking van persoonsgegevens een deugdelijke analyse plaatsvindt of er een wettelijke grondslag is voor deze verstrekking.

Artikel I

Onderdeel A

Met dit onderdeel wordt de per 26 oktober 2017 doorgevoerde naamswijziging van het ministerie in de Regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet verwerkt.

Onderdeel B

Artikel 2, tweede lid, van de Regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet wordt in lijn gebracht met de Algemene Verordening Gegevensbescherming, oftewel Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PbEU 2016, L 119). Deze verordening is vanaf 25 mei 2018 ook van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in CORV.

Onderdeel C

Artikel 3, tweede lid, van de Regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet wordt op twee punten gewijzigd. Het ene punt betreft een aanvulling met betrekking tot de grondslag voor de raad voor de kinderbescherming om gegevens te ontvangen van de politie op grond van artikel 4:2, onderdeel j, van het Besluit politiegegevens. Het andere punt heeft betrekking op de vernummering van artikel 11aa van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in artikel 11c. Deze vernummering is op 1 maart 2017 doorgevoerd met de inwerkingtreding van het Besluit van 24 oktober 2016 tot wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de regeling kostenverhaal van rechtsbijstand op draagkrachtige veroordeelden (Stb. 2017, nr. 407).

Onderdeel D

De wijziging van artikel 4, tweede lid, waarbij de bewaartermijn van verkeersgegevens van berichten in CORV op twaalf maanden wordt gesteld, wordt ingegeven door twee redenen.

In de eerste plaats wordt hiermee beoogd te verzekeren dat de Justitiële Informatiedienst (Justid), de dienst die CORV feitelijk beheert, in het geval van incidenten langer kan beschikken over verkeersgegevens teneinde te kunnen reproduceren wat de omvang is van een incident en welke oorzaken daaraan ten grondslag liggen. Met incident wordt in deze context bedoeld het vermoeden dat het berichtverkeer de beoogde ontvanger niet heeft bereikt. Aangezien het berichtverkeer betrekking kan hebben op jeugdigen in kwetsbare omstandigheden, is de impact in het geval van incidenten groot en is het daarom van groot belang dat het betreffende berichtenverkeer en de opgetreden fouten of verstoringen kunnen worden geanalyseerd, opgelost en dat daarover kan worden gerapporteerd. Daar komt bij dat incidenten niet altijd binnen de oorspronkelijke termijn van zes maanden kunnen worden geconstateerd. Dit maakt het noodzakelijk dat verkeersgegevens over een langere termijn van twaalf maanden worden bewaard.

In de tweede plaats wordt met de wijziging van de bewaartermijn van CORV-verkeersgegevens aansluiting gezocht bij de bewaartermijn die wordt gehanteerd ten aanzien van de verkeersgegevens via een andere infrastructuur binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid, namelijk de Justitie Berichten Service (JuBES). Van JuBES wordt gebruik gemaakt bij de verzending van CORV-berichten. De verkeersgegevens over JuBES worden voor een termijn van twaalf maanden bewaard. Bij de doorlichting van beveiligingsmaatregelen betreffende CORV bleek deze discrepantie in de bewaartermijnen van verkeersgegevens tussen CORV en JuBES. De onderhavige wijziging voorziet erin dat deze bewaartermijnen gelijk worden getrokken.

Voor de volledigheid wordt op deze plaats nog opgemerkt dat de bedoelde verkeersgegevens weliswaar gekwalificeerd kunnen worden als persoonsgegevens, maar dat het geen gegevens betreft waarmee een dossier of persoon geïdentificeerd zouden kunnen worden. Het zijn (meta)gegevens over berichten over bijvoorbeeld de verzendende en ontvangende instantie, het type bericht, de datum verzending en ontvangst. Zij bevatten uitdrukkelijk geen informatie die de inhoud weergeeft van de berichten. Justid heeft met de toegang tot de verkeersgegevens geen toegang tot de inhoud van de berichten.

Artikel II

Eerste lid

Met de inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingsregeling wordt niet afgeweken van de vaste verandermomenten voor lagere regelgeving, behalve ten aanzien van de hierop volgende leden.

Tweede lid

Dit artikellid treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van de datum waarop de Algemene Verordening Gegevensbescherming van toepassing is verklaard, namelijk met ingang van 25 mei 2018.

Derde lid

Met artikel I, onderdeel C, wordt de vernummering beoogd van artikel 11aa van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in artikel 11c per 1 maart 2017 en is er qua inhoud niets gewijzigd. Dit onderdeel treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf laatstgenoemde datum om eventuele misverstanden te voorkomen met betrekking tot de verplichting voor justitiële ketenpartners om ter zake doende informatie reeds vanaf 1 maart 2017 op basis van de – gewijzigde – wettelijke grondslag te ontvangen.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge