Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 15 september 2018, nr. WJZ/18209591, houdende wijziging van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2017

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2017 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de hoofden van dienst:

    • 1°. de directeur-generaal van Agro;

    • 2°. de directeur-generaal van Natuur, Visserij en Landelijk Gebied;

    • 3°. de directeur Bureau Bestuursraad;

    • 4°. de directeur Communicatie;

    • 5°. de directeur Financieel-Economische Zaken;

    • 6°. de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;.

B

Artikel 4, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g komt te luiden:

  • g. aangelegenheden op het gebied van de Wet openbaarheid van bestuur, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, voor zover niet behorend tot het werkterrein van een hoofd van dienst;.

2. Onderdeel m vervalt, onder verlettering van de onderdelen n tot en met r tot m tot en met q.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel q (nieuw) door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • r. het afnemen van de eed of de belofte bij de indiensttreding van een medewerker bij het kernministerie, bedoeld in artikel 51, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

C

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 4a, onderdeel o, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • p. het afnemen van de eed of de belofte bij de indiensttreding van een medewerker bij het kernministerie, bedoeld in artikel 51, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

D

Aan artikel 5 wordt, onder vernummering van het zesde lid tot zevende lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Aan de hoofden van dienst als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, subonderdelen 1º en 2º, wordt, ieder voor zich, mandaat en machtiging verleend voor het afnemen van de eed of de belofte bij de indiensttreding van een medewerker bij het kernministerie, bedoeld in artikel 51, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

E

Artikel 12, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De uit dit besluit voor de secretaris-generaal voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van zijn afwezigheid over op de directeur Transitie en aansturing bedrijfsvoering. Bij afwezigheid van zowel de secretaris-generaal als de directeur Transitie en aansturing bedrijfsvoering gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een door secretaris-generaal aangewezen directeur-generaal.

F

Na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd luidende:

Artikel 14a

Aan de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeur-generaal van Bedrijfsleven en Innovatie en de directeur-generaal van Energie, Telecom en Mededinging van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat wordt, ieder voor zich, mandaat en machtiging verleend voor het afnemen van de eed of de belofte bij de indiensttreding van een medewerker bij het kernministerie, bedoeld in artikel 51, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

G

In artikel 15, onderdeel b, wordt “het directoraat-generaal voor Agro en Natuur” vervangen door “het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit”.

H

In artikel 19, onderdeel d, wordt ‘de directeur-generaal van Agro en Natuur’ vervangen door ‘de directeuren-generaal’.

I

Artikel 20, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van beroep of hoger beroep inzake aangelegenheden met betrekking tot de Wet openbaarheid van bestuur, Wet hergebruik van overheidsinformatie en de Algemene verordening gegevensbescherming, met uitzondering van:

    • 1°. besluiten behorende tot het werkterrein van het hoofd van dienst, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, subonderdeel 5° en de algemeen directeur van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

    • 2°. besluiten inzake personeelsaangelegenheden.

J

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Paragraaf I, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de beleidsonderdelen: het directoraat-generaal voor Agro en het directoraat-generaal voor Natuur, Visserij en Landelijk Gebied.

2. Paragraaf III komt te luiden:

III. Het directoraat-generaal voor Agro

  • 1. Het directoraat-generaal voor Agro staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2. Het directoraat-generaal heeft tot taak:

    • a. het bevorderen van een transparante afweging tussen people, planet en profit, die voortdurend aan de orde is binnen het LNV-domein;

    • b. het stimuleren en faciliteren van verduurzaming en duurzame ontwikkeling van agroketens;

    • c. het bijdragen aan en zeker stellen van een adequate en duurzame voedselvoorziening en voedselzekerheid op nationaal, Europees en mondiaal niveau;

    • d. het met partners werken aan agroketens die voldoende veerkrachtig zijn om zich aan te passen aan klimaatverandering en waar mogelijk de gevolgen ervan opvangen en bijdragen aan het verminderen van broeikasgasemissies;

    • e. het versterken van de specifieke maatschappelijke betekenis en waarde van agro als bron van voedsel, en voor grondstoffen, biodiversiteit en beleving;

    • f. vergroten van de maatschappelijke acceptatie van Nederlandse agroketens die bijdragen aan de welvaart in brede zin;

    • g. het versterken van de agroketens als kapitale dragers van de economie;

    • h. het onderhouden en versterken van een breed Europees en internationaal netwerk en het actief beïnvloeden van internationale besluitvormingsprocessen op het gebied van agro;

    • i. het vormen van beleid rondom het Gemeenschappelijk EU-Landbouwbeleid, de bijbehorende implementatiekeuzes in Nederland en het borgen van een EU-conforme uitvoering van het Gemeenschappelijk EU-Landbouwbeleid;

    • j. het daartoe onderhouden van een goed maatschappelijk netwerk.

3. Onder vernummering van de paragrafen IV tot en met VII tot V tot en met VIII wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

IV. Het directoraat-generaal voor Natuur, Visserij en Landelijk Gebied

  • 1. Het directoraat-generaal voor Natuur, Visserij en Landelijk Gebied staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2. Het directoraat-generaal heeft tot taak:

    • a. het beschermen en ontwikkelen van een veelzijdige natuur en wederzijdse versterking van ecologie en economie en de samenhang daartussen;

    • b. het bevorderen dat natuur wordt meegenomen in andere beleidsdomeinen en besluitvormingsprocessen;

    • c. het versterken van de maatschappelijke betekenis van natuur als bron van voedsel, en voor grondstoffen, biodiversiteit en beleving;

    • d. het onderhouden en versterken van een breed Europees en internationaal netwerk en het actief inzetten op het beïnvloeden van internationale besluitvormingsprocessen op het gebied van natuur, visserij en landelijk gebied;

    • e. het vormen van beleid rondom het Gemeenschappelijk EU-Visserijbeleid, de bijbehorende implementatiekeuzes in Nederland en het borgen van een EU-conforme uitvoering van het Gemeenschappelijk EU-Visserijbeleid;

    • f. het zorg dragen voor de vormgeving van een duurzame visserij op de kust- en binnenwateren, waarbij inbegrepen een duurzame aquacultuur;

    • g. het (doen) ontwikkelen van Regio Deals samen met vakdepartementen en regionale partners – al dan niet gefinancierd uit de Regio-enveloppe – die bijdragen aan de versterking van de brede welvaart door het gezamenlijk aanpakken van specifieke regionale opgaven;

    • h. het versterken van de samenwerking met de regio;

    • i. het zorg dragen voor aansluiting van landelijk beleid op de gebiedsgerichte aanpak vanuit samenhangende thema’s en regionale uitdagingen;

    • j. het onderhouden en versterken van een breed, landsdekkend netwerk van regionale partners, daarmee gebruik makend van de regioambassadeurs.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt het terug tot en met 1 september 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 september 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

TOELICHTING

Bij koninklijk besluit van 26 oktober 2017 (Stcrt. 2017, 65924) is het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ingesteld.

De reorganisatie binnen het nieuwe Ministerie van LNV is in volle gang. Vooruitlopend daarop is besloten om alvast met een nieuwe topstructuur te gaan werken en als zodanig naar buiten te treden. Dat vereist enkele wijzigingen van het mandaat- en organisatiebesluit van het Ministerie van LNV. Het onderhavige besluit voorziet hierin.

In de bijlage van het LNV-mandaatbesluit wordt de hoofdstructuur van het kernministerie en van de buitendienst van het Ministerie van LNV beschreven. Naast de organisatiestructuur wordt in de bijlage tevens opgenomen welke hoofden van dienst leiding hebben over de in de bijlage genoemde dienstonderdelen en met welke taken deze dienstonderdelen zijn belast. Door de omschrijving van de taken in de bijlage, is op hoofdlijnen aangegeven wat tot het werkterrein van de hoofden van dienst hoort.

Het onderhavige besluit is een tijdelijk besluit. Op het moment dat de reorganisatie binnen het Ministerie van LNV afgerond wordt, zal er een nieuw mandaat- en organisatiebesluit voor het Ministerie van LNV worden vastgesteld. Op dat moment zullen tevens alle ondermandaatbesluiten van de hoofden van dienst (opnieuw) vastgesteld worden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven