Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 30 augustus 2018, kenmerk 180322-MEVA, houdende wijziging van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met de opname van de physician assistant in de lijst van registerberoepen van de Wet BIG en het toekennen van zelfstandige bevoegdheid tot het verrichten van voorbehouden handelingen aan de bachelor medisch hulpverlener

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 33, eerste en tweede lid, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel f, wordt ‘Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’ vervangen door ‘Minister voor Medische Zorg’.

B

In artikel 2 wordt ‘alsmede tot erkenning van de beroepskwalificatie van de physician assistant’ vervangen door ‘alsmede tot erkenning van de beroepskwalificatie van de bachelor medisch hulpverlener’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

I. Algemeen

Voor de physician assistant is een register ingesteld in de zin van artikel 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG).1 Dit register treedt in werking met ingang van 1 september 2018.2 Daarnaast is de bachelor medisch hulpverlener sinds 1 mei 2017 zelfstandig bevoegd tot het verrichten van bepaalde voorbehouden handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg.3 Zowel de physician assistant als de bachelor medisch hulpverlener zijn gereglementeerde beroepen in de zin van artikel 1 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties (hierna: Algemene wet).

Op grond van de Algemene wet zijn regels gesteld die de toegang tot en uitoefening van een gereglementeerd beroep in Nederland waarborgen, indien in een lidstaat van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland verworven beroepskwalificaties het recht verlenen aldaar hetzelfde beroep uit te oefenen. Indien een in één van voornoemde staten gediplomeerde physician assistant of bachelor medisch hulpverlener als zodanig in Nederland wil werken, moet onder meer worden vastgesteld of zijn beroepskwalificaties in orde zijn. De Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg geeft nadere regels over het gebruik van een aanvraagformulier bij de aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties.

Nu voor de physician assistant een register is ingesteld en aan de bachelor medisch hulpverlener de bevoegdheid is toegekend om zelfstandig voorbehouden handelingen te verrichten, is voornoemde regeling – ten aanzien van het gebruik van een aanvraagformulier – aangepast.

Overigens wordt de bachelor medisch hulpverlener, bij regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, kenmerk WJZ/1402760, opgenomen in de Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen. Dit betekent dat de Minister voor MZ de beroepskwalificaties van een buitenslands gediplomeerde bachelor medisch hulpverlener die in Nederland tijdelijk en incidenteel diensten wil verrichten, kan controleren.

Tot slot: sinds de aantreding van het huidige kabinet, valt de Wet BIG niet langer in de portefeuille van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maar in die van de Minister voor Medische Zorg (MZ).4 De Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg is daarop aangepast.

Gevolgen voor de regeldruk

Buitenslands gediplomeerde bachelor medisch hulpverleners moeten kennisnemen van de gewijzigde normen. Deze kennisname kost ongeveer vijf minuten per buitenslands gediplomeerde bachelor medisch hulpverlener. De omvang van de groep van buitenslands gediplomeerde bachelor medisch hulpverlener is echter onbekend. De omvang van de gevolgen voor de regeldruk is daarom niet vast te stellen.

Het Adviescollege toetsing regeldruk kan zich vinden in deze analyse van de gevolgen voor de regeldruk.

II. Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

Op grond van artikel 33, eerste en tweede lid, van de Algemene wet stelt de Minister voor MZ per gereglementeerd beroep nadere regels ten aanzien van de aanvraag tot het verkrijgen van erkenning, de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid. Deze nadere regels zijn uitgewerkt in de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties beroepen in de individuele gezondheidszorg. In artikel 2, eerste lid, van deze regeling wordt bepaald dat voor de aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties gebruik wordt gemaakt van een door de Minister voor MZ ter beschikking gesteld aanvraagformulier. Het gaat dan – op grond van artikel 41, eerste lid, onderdeel c, van de Wet BIG – om erkenning van beroepskwalificaties van registerberoepen in de zin van artikel 3 van de Wet BIG of – op grond van artikel 45, eerste lid, onderdeel c, van de Wet BIG – om erkenning van beroepskwalificaties van beroepen met een beschermde opleidingstitel. De bachelor medisch hulpverlener valt niet in één van beide categorieën. Om die reden is voor de bachelor medisch hulpverlener apart geregeld dat deze voor de aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties gebruik maakt van het aanvraagformulier.

Zoals in het algemene deel van deze toelichting is opgemerkt, wordt de physician assistant met ingang van 1 september 2018 een registerberoep in de zin van artikel 3 van de Wet BIG. Een aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties van de physician assistant valt vanaf dat moment daarom onder de werking van artikel 41, eerste lid, onderdeel c, van de Wet BIG. Het is dus niet meer nodig om voor de physician assistant apart te regelen dat voor de aanvraag tot erkenning van beroepskwalificaties gebruik wordt gemaakt het aanvraagformulier. Materieel gezien wijzigt er echter niets.

Artikel II

Het beleid inzake de vaste verandermomenten schrijft voor dat een ministeriële regeling in beginsel in werking treedt met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. In dit geval wordt van dit uitgangspunt afgeweken. Het register voor de physician assistant treedt in werking met ingang van 1 september 2018. Het is wenselijk dat de inwerkingtreding van deze regeling daarbij aansluit.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Stb. 2017, 374.

X Noot
2

Artikel 9, derde lid, van het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied physician assistant.

X Noot
3

Stb. 2017, 162.

X Noot
4

Kamerstukken II 2017/18, 34 775 XVI, nr. 16.

Naar boven