Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 28 augustus 2018, nr. IENW/BSK-2018/177310, tot wijziging van de Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren in verband met het elektronisch melden voor de tankvaart en enkele technische wijzigingen

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4, eerste lid, van het Vaststellingsbesluit Binnenvaartpolitiereglement en artikel 9.07 van het Binnenvaartpolitiereglement;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel d door een puntkomma twee onderdelen toegevoegd, luidende:

e. ADN:

Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren;

f. vaste tank:

een met het schip verbonden tank, waarbij de tankwanden kunnen worden gevormd ofwel door de scheepsromp zelf ofwel door wanden die onafhankelijk zijn van de scheepsromp.

B

Artikel 2 komt als volgt te luiden:

Artikel 2

  • 1. De schipper of kapitein van de volgende schepen en samenstellen, meldt zich alvorens een vaarweggedeelte dat deel uitmaakt van bijlage 1 binnen te varen bij de dichtstbijzijnde IVS-post, op het in bijlage 1 aangegeven, bij de betreffende IVS-post behorende, marifoonkanaal:

    • a. een schip dat gevaarlijke stoffen vervoert waarop de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen van toepassing is;

    • b. een tankschip, met uitzondering van bunkerschepen en bilgeboten zoals gedefinieerd onder 1.2.1 van het reglement dat als bijlage bij het ADN is gevoegd;

    • c. een schip dat containers vervoert;

    • d. een schip met een lengte van meer dan 110 m;

    • e. een hotelschip, bedoeld in artikel 5.2 van de Binnenvaartregeling;

    • f. een zeeschip, behoudens de kapitein van een zeeschip dat direct van zee komt en zich reeds overeenkomstig artikel 2 van het Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart en de daarop berustende bepalingen heeft gemeld;

    • g. een schip dat een LNG-systeem aan boord heeft;

    • h. bijzonder transport als bedoeld in artikel 1.21, eerste lid, van het Binnenvaartpolitiereglement;

    • i. een drijvend voorwerp of drijvende inrichting, waarbij het verplaatsen daarvan klaarblijkelijk geen hinder of gevaar voor de scheepvaart en geen schade aan de kunstwerken kan veroorzaken.

  • 2. Bij de melding bedoeld in het eerste lid worden vermeld:

    • a. naam van het schip; en bij samenstellen van alle schepen van het samenstel;

    • b. uniek Europees scheepsidentificatienummer of IMO-identificatienummer voor zeeschepen; van het schip en bij samenstellen van alle schepen van het samenstel;

    • c. soort vaartuig of samenstel en bij samenstellen soort vaartuig voor alle schepen, overeenkomstig bijlage 4;

    • d. laadvermogen; van het schip en bij samenstellen van alle schepen van het samenstel;

    • e. lengte en breedte van het schip; en bij samenstellen lengte en breedte van het samenstel en van alle schepen van het samenstel;

    • f. aanwezigheid van een LNG-systeem aan boord;

    • g. voor een schip dat gevaarlijke stoffen vervoert waarop de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen van toepassing is:

      • de VN-nummers of stofnummers;

      • de officiële benaming voor het vervoer van de gevaarlijke stoffen, voor zover van toepassing, aangevuld met de technische benaming;

      • de klasse, classificatiecode en eventueel de verpakkingsgroep;

      • de totale hoeveelheid van de gevaarlijke stoffen, waarop deze gegevens betrekking hebben;

      • het aantal blauwe lichten/kegels;

    • h. voor een schip dat stoffen vervoert waarop de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen niet van toepassing is, en die niet in containers worden vervoerd: soort en hoeveelheid lading;

    • i. aantal containers aan boord naar grootte en beladingstoestand (beladen of onbeladen) en de respectievelijke plaats van containers overeenkomstig het stuwplan en het containertype;

    • j. containernummer van de container met gevaarlijke stoffen;

    • k. aantal personen aan boord;

    • l. positie, vaarrichting;

    • m. diepgang, indien de bevoegde autoriteit hierom vraagt;

    • n. route met opgave van de vertrek- en bestemmingshaven;

    • o. haven waar is geladen;

    • p. haven waar wordt gelost.

  • 3. In afwijking van het eerste lid, melden de volgende schepen de in het tweede lid genoemde gegevens, behoudens die genoemd onder l en m, op elektronische wijze, wanneer zij zich op een scheepvaartweg genoemd in bijlage 9 van het Binnenvaartpolitiereglement bevinden:

    • a. schepen en samenstellen met containers aan boord, en

    • b. schepen en samenstellen waarvan ten minste één schip is bestemd voor het vervoer van goederen in vaste tanks, met uitzondering van bunkerschepen en bilgeboten zoals gedefinieerd onder 1.2.1 van het reglement dat als bijlage bij het ADN is gevoegd.’

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘artikel 2’ vervangen door ‘artikel 2, tweede lid’ en wordt ‘onder c en h, mogen’ vervangen door ‘onder l en m, kunnen’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In ieder geval meldt de schipper of kapitein het tijdstip van in- en uitvaren met zijn schip of samenstel van een vaarweggedeelte dat deel uitmaakt van bijlage 1.

D

Na artikel 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

Voor zover de schipper, een andere plaats of een andere persoon zich via elektronische weg meldt, geschiedt dit overeenkomstig de meest recente Standaard voor het elektronisch melden in de binnenvaart, zoals gepubliceerd door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart.

E

In artikel 4 wordt ‘artikel 2’ vervangen door ‘artikel 2, eerste lid’ en wordt ‘dichtsbijzijnde’ vervangen door ‘dichtstbijzijnde’.

F

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. Indien de in artikel 2, tweede lid, genoemde gegevens tijdens de vaart wijzigen, wordt dit door de schipper of de kapitein van een schip als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onmiddellijk aan de dichtstbijzijnde IVS-post medegedeeld, of indien sprake is van een schip als bedoeld in artikel 2, derde lid, via elektronische weg.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 2’ vervangen door ‘artikel 2, eerste lid’.

G

In artikel 6 wordt ‘artikel 2, onder a, b, c en d’ vervangen door ‘artikel 2, tweede lid, onder a, b en c’ en wordt de eerste aanhaling van ‘artikel 2’ vervangen door ‘artikel 2, eerste lid’.

H

Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a

De bevoegde autoriteit kan een meldplicht vaststellen en wat deze inhoudt voor bunkerschepen en bilgeboten zoals gedefinieerd onder 1.2.1 van het reglement dat als bijlage bij het ADN is gevoegd, evenals schepen voor dagtochten.

I

In artikel 8 wordt ‘artikel 2’ vervangen door ‘artikel 2, eerste lid’.

J

In bijlage 1 komt de tabel onder ‘Overzicht IVS90 Objecten’ als volgt te luiden:

Objectnaam

VHF

WADDENGEBIED

 

Den Helder, Verkeerscentrale

62

Schiermonnikoog, Zeeverkeerspost

05

Terschelling, Verkeerscentrale Brandaris:

 

VTS-Terschelling

02

Sector Terschelling (buiten VTS-gebied)

05

Sector Texel

05

Sector Ameland

27

Centrale Meldpost Waddenzee

04

NOORD OOST

 

Aadorpsluis

22

Bedieningscentrum Holterbroek Zwolle

20

Beukersluis Wanneperveen

20

Blokzijlsluis

Centrale Meldpost IJsselmeergebied Lelystad

01

Delden sluis

18

Delfzijl Groningen Sea Ports

66

Doesburg sluis

20

Post Lauwersoog

85

Eefde sluis

22

Eilandbrug Kampen

84

Farmsum (zee)sluis

26

Gaarkeuken sluis

18

Hengelo sluis

22

Houtribsluizen Lelystad

20

Ketelbrug Swifterband

18

Post Hoogezand / Rengersbrug

22

Post Hoogkerk / Kinderverlatenbrug

22

Naviduct / Krabbersgatsluis Enkhuizen

22

Lorentzsluizen Kornwerderzand

18

Meppelerdiepbrug Zwartsluis

22

Centrale post Kaapbruggen Meppel

22

Havens Meppel

22

Nijkerkersluis

18

Noordersluis Lelystad

84

Oostersluis Groningen

20

Pr. Bernhardsluis Deventer

18

Pr. Margrietsluis Lemmer

20

Ramspolbrug Ens

20

Robbengatsluis Lauwersoog

84

Roggebotsluis Dronten

22

Spooldersluis Zwolle

22

Stevinsluis Den Oever

20

Tsjerk Hiddessluizen Harlingen

22

ROTTERDAM-DUITSLAND

 

Algerabrug Krimpen a d IJssel

22

CBS Lobith

19

Dordrecht Reg. Verkeers Centrale

71

Grote Merwedesluis Gorinchem

18

Verkeerspost Nijmegen

64

Pr. Bernhardsluis Tiel

18

Rotterdam: Centrale Meldkamer Havenmeester

14

Rotterdam: Erasmusbrug

14

Rotterdam: Meld- en Volgsysteem Botlek

14

Sint Andries sluis (vanuit Lith)

68

Verkeerspost Tiel

64

Weurt sluis

18

Wilhelminasluis Andel

22

MIDDEN NEDERLAND

 

’s Molenaarsbrug Alphen a d Rijn

18

Abtswoudsebrug

18

Amerongen sluis/stuw

20

Driel sluis/stuw

20

Hagestein sluis/stuw

18

Hefbrug Gouwsluis Alphen a d Rijn

18

Hooghkamerbrug Leiden

22

Hoornbrug Rijswijk

18

Julianasluis Gouda

18

Koninginnensluis Vreeswijk

84

Koopvaardersschutsluis Den Helder

22

Noordersluis Utrecht

84

Oranjesluizen Schellingwoude

18

Post De Waard/Spanjaardsbrug Leiden

22

Pr. Beatrixsluis Nieuwegein

20

Pr. Irenesluis Wijk bij Duurstede

22

Ravenswaaij/Marijkesluis

20

Rijnlandsluizen Spaarndam

18

Schellingwoude post

66

Vianen sluis

22

Waaiersluis Gouda

Wijk bij Duurstede, post

66

Willem 1 sluis Amsterdam

20

Zuidersluis Nieuwegein

84

ZUID OOST

 

Borgharen Post + sluis Bosscherveld + St. Servaesbrug (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

20

Born sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

22

Maasbracht sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

20

Heel sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

18

Linne sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

22

Roermond sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

22

Belfeld sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

18

Sambeek sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

22

Grave sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

20

Lith sluis (vanuit Bediencentrale Maasbracht)

22

Marksluis Oosterhout (vanuit CB Tilburg)

18

Sluis 1 Oosterhout (vanuit CB Tilburg)

18

Sluis Empel (vanuit CB Tilburg)

85

Sluis Hintham (vanuit CB Tilburg)

85

Sluis Schijndel (vanuit CB Tilburg)

18

Sluis 13 Someren (vanuit CB Tilburg)

18

Sluis 16 Weert (vanuit CB Tilburg)

18

Sluis 15 Nederweert (vanuit CB Tilburg)

20

Panheel sluis (vanuit CB Tilburg)

84

ZUID WEST

 

Bergse Diepsluis Tholen

18

Bruggen Kanaal door Walcheren

22

Grevelingensluis Bruinisse

20

Hansweert Sluizen

22

Krammersluizen Bruinisse

22

Kreekraksluizen Rilland

20

Roompotsluis Veere

18

Terneuzen sluizen + bruggen Sluiskil en Sas van Gent

69

Veere sluis

18

Vlissingen sluis

18

Volkeraksluizen Willemstad

64

Wemeldinge Centrale Meldpost

68

Zandkreeksluis Kats

18

Zeelandbrug

18

K

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij onder Regionale Verkeerscentrale Dordrecht, Operationele voormelding beginnende met Wie schepen met een diepgang van 5,5 meter of meer bestemd voor de Dordtsche Kil en 7 meter of meer bestemd voor de Oude Maas, komt te luiden als volgt:

Wie

Wat

Bij wie

Hoe

Wanneer

Opmerkingen

Schepen met een diepgang van 5,5 meter of meer bestemd voor de Dordtsche Kil en 7 meter of meer bestemd voor de Oude Maas

* naam

* lengte

* breedte

* diepgang

* lading

* IMO-klasse

* hoeveelheid

* ETD

* agent

Regionale Verkeerscentrale Dordrecht

Telefonisch

Fax

E-mail

HAMIS

VHF 71

– bij vertrek havengebied Moerdijk

– bij vertrek havengebied Dordrecht

– bij vertrek ATD

Tenminste 4 uur voor vertrek

Indien de te verstrekken gegevens reeds bekend zijn bij het HCC worden deze via IVS/VBS doorgegeven aan RVC Dordrecht

2. De rij onder Regionale Verkeerscentrale Dordrecht, Vertrekkende en verhalende schepen, beginnende met Wie Zeeschepen met een lengte van 60 m of meer, komt te luiden als volgt:

Wie

Wat

Bij wie

Hoe

Wanneer

Opmerkingen

Zeeschepen met een lengte van 60 m of meer

* naam

* lengte

* breedte

* diepgang

* lading

* IMO-klasse

* hoeveelheid

* ETD

* agent

Regionale Verkeerscentrale Dordrecht

Telefonisch

Fax

E-mail

HAMIS

VHF 71

– bij vertrek havengebied Moerdijk

– bij vertrek havengebied Dordrecht

– bij vertrek ATD

Tenminste 4 uur voor vertrek/ of aanvang

Indien de te verstrekken gegevens reeds bekend zijn bij het HCC worden deze via IVS/VBS doorgegeven aan RVC Dordrecht

3. De rij onder Administratieve voormelding Waddenzee buiten de VTS-gebieden, beginnende met Wie – schepen met gevaarlijke ladingen – bijzondere transporten – bovenmaatse schepen, komt te luiden als volgt:

Wie

Wat

Bij wie

Hoe

Wanneer

Opmerkingen

– schepen met gevaarlijke ladingen

– bijzondere transporten

– bovenmaatse schepen

* scheepsnaam en call-sign

* nationaliteit

* scheepstype en tonnage

* lengte, breedte en diepgang

* Lloydsnummer

* haven van bestemming

* ETA

* geplande vaarroute

* soort lading

(naam en hoeveelheid van stoffen; klasse, cijfers en voorzover bekend stofnummer en VN-nummer

* bevestiging dat ladingplan aan boord is

* aantal personen aan boord

Centrale Meldpost Waddenzee

Telefonisch

Fax

• 24 uur voor het binnenvaren van de Waddenzee.

• Bij onvoorziene omstandigheden binnen VHF-bereik kanaal 4.

 

L

Bijlage 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij onder Zuid-Holland, beginnende met – van km. 7.0 tot km 19.7 wordt vervangen door:

– van km 7.0 tot km 16.9

110

11,50

1,5011

– van km 13.2 tot km 16.9

135

11,50

1,5011a

– van km 16,9 tot km 19,7

180

11,50

4,7011

2. De rij onder Noord-Brabant, beginnende met – Amer – Sluis I komt als volgt te luiden:

– Amer – sluis I

135

11,50

3,3013

3. De rij onder Noord-Brabant, beginnende met Donge komt als volgt te luiden:

Donge

110

11,50

3,3013

4. De rij onder Zeeland, beginnende met ‘– gehele kanaal’, komt als volgt te luiden:

– gehele kanaal

200

23,50

4,7514

5. De rij onder Limburg, Sluis Belfeld, beginnende met – oostsluis <=137,50 m : > 137,50 m, komt als volgt te luiden:

– oostsluis

     

<= 137,50 m:

> 137,50 m

137,50

193

15,50

13,50

3,00

3,00

6. Na de rij onder Limburg, beginnende met Bosscheveld – Smeermaas, worden drie rijen ingevoegd, luidende:

Belgische grens nabij Loozen tot en met sluis 15

68

7,25

2,10

Sluis 15 – Randwegbrug

95

9,60

2,10

Randwegbrug – sluis 13

     

<= 68

>68

68

80

7,25

5,20

1,90

1,90

7. De rijen onder Limburg, beginnende met ‘Noordervaart’ en ‘Sluis Hulzen’ komen te vervallen.

8. Voetnoot 13 komt als volgt te luiden:

13 Bij een waterstand van NAP + 0,70 m of zoveel minder als de waterstand minder is dan NAP + 0,70 m.

9. Na voetnoot 11 wordt een voetnoot ingevoegd, luidende:

11a Uitsluitend ledige schepen.

M

Na bijlage 3 wordt de bijlage I bij deze regeling als bijlage 4 toegevoegd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2018, met uitzondering van artikel I, onderdelen J, K en L, die in werking treden met ingang van 1 oktober 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

BIJLAGE I

Bijlage 4. Lijst van de soorten vaartuigen en samenstellen

Naam:

  • Motortankschip

  • Motorvrachtschip

  • Kanaalspits

  • Sleepboot

  • Duwboot

  • Sleeptankschip

  • Sleepvrachtschip

  • Tankduwbak

  • Vrachtduwbak

  • Zeeschipbak

  • Schip voor dagtochten

  • Hotelschip

  • Snel schip

  • Drijvend werktuig

  • Schip bestemd voor bouwwerkzaamheden

  • Bijboot

  • Duwstel

  • Gekoppeld samenstel

  • Sleep

  • Vaartuig, type onbekend.

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inleiding

Bij Besluit 2017-I-11 heeft de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) de verplichting om reis- en ladinggegevens elektronisch te melden uitgebreid naar de tankvaart. In de Nederlandse regelgeving wordt deze verplichting op de Aktewateren geïmplementeerd door middel van een wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995. In verband met het streven de voorschriften van de CCR in het Rijnvaartpolitiereglement zoveel mogelijk uniform in de Nederlandse regelgeving op te nemen, worden, zoals gebruikelijk, deze voorschriften ook overgenomen in de regelgeving voor de overige wateren. Dat gebeurt met de onderhavige wijziging van de Regeling communicatie en afmetingen rijksbinnenwateren (hierna: Rcar).

Voorts worden met deze wijziging enkele andere technische wijzigingen aangebracht in de Rcar. Zo worden foutieve verwijzingen gecorrigeerd en correcties aangebracht in bijlage 3 over de toegestane afmetingen van een schip op bepaalde vaarwegen.

2. Hoofdlijnen

De elektronische meldplicht wordt uitgebreid tot alle schepen en samenstellen waarvan ten minste één schip is bestemd voor het vervoer van goederen in vaste tanks. De bij de melding te verstrekken gegevens komen overeen met de gegevens die al sinds de jaren negentig door schippers moeten worden gemeld. Voor een aantal tankschepen geldt een uitzondering op de elektronische meldplicht. Een elektronische meldplicht voor bepaalde bunkerschepen en bilgeboten zou de exploitatie van deze schepen, die doorgaans slechts op korte vaarweggedeelten worden ingezet, onevenredig zwaar belasten. De voor dit scheepstype in het kader van de meldplicht over te dragen gegevens moeten namelijk regelmatig gewijzigd worden. De vrijstelling van de meldplicht mag echter uitsluitend betrekking hebben op de bunkerschepen en bilgeboten die in de binnenvaart gangbaar zijn. Deze schepen worden gekenmerkt door een beperkt laadvermogen. De bunkerschepen en bilgeboten met een groot laadvermogen, die met name in zeehavens en daar op geografisch grotere zones worden ingezet, vallen wel onder de meldplicht.

Daarnaast moeten alle containerschepen voldoen aan de meldplicht opgenomen in artikel 2 van de Rcar. De tot op heden gehanteerde minimumeis van 20 containers is losgelaten. Nieuw is ten slotte dat de schepen die vloeibaar aardgas (LNG) als brandstof gebruiken de aanwezigheid van een LNG-installatie aan boord moet melden.

De schepen moeten de vereiste software installeren om elektronisch te kunnen melden. Deze kan evenwel gratis worden gedownload via de website van BICS (www.bics.nl). Deze verplichting om elektronisch te melden wordt van kracht met ingang van 1 december 2018. Indien via elektronische weg gemeld wordt, wordt dit gedaan overeenkomstig de meest recente Standaard voor het elektronisch melden in de binnenvaart, zoals gepubliceerd door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart. Artikel 3a biedt de mogelijkheid dat in plaats van een melding door de schipper, de melding ook kan plaatsvinden namens de schipper of kapitein vanaf een andere plaats (bijvoorbeeld het kantoor van de rederij) en door een andere persoon. De verantwoordelijkheid van een tijdige en correcte melding blijft daarbij bij de schipper.

Ten slotte worden met de onderhavige regeling enkele technische wijzigingen doorgevoerd, waarop nader wordt ingegaan in de artikelsgewijze toelichting.

3. Gevolgen voor burgers en bedrijfsleven

De verplichting om bepaalde gegevens te melden, is een bestaande verplichting. Nieuw is dat de melding nu elektronisch gedaan moet worden. Derhalve is geen sprake van een toename van administratieve lasten. Ook is geen sprake van een toename van de nalevingskosten ten gevolge van de elektronische meldplicht aangezien de hiervoor benodigde programmatuur kosteloos door Rijkswaterstaat wordt verstrekt en de benodigde apparatuur al op de vaartuigen aanwezig is.

4. Advisering en consultatie

De verplichting voor de tankvaart om elektronisch te melden vloeit voort uit Besluit 2017-I-11 van de CCR. Het daarvoor aangepaste Rijnvaartpolitiereglement 1995 geldt echter slechts op de Aktewateren, kort gezegd de Rijn, Waal en Lek. Om een geharmoniseerd stelsel op de Nederlandse wateren te waarborgen, wordt deze verplichting met de onderhavige regeling ook toegepast op de overige wateren. Van internetconsultatie is daarom afgezien, omdat de wijzigingsregeling voortvloeit uit de implementatie van het CCR-besluit en elektronisch melden voor de tankvaart op grond daarvan reeds verplicht wordt gesteld op een belangrijk deel van de Nederlandse vaarwegen. De overige wijzigingen zijn actualisaties van telefoonnummers en correcties van verkeerde afmetingen, die geen ingrijpende verandering teweeg brengen in de rechten en plichten van burgers.

5. Uitvoering en handhaving

De voorschriften van het Binnenvaartpolitiereglement en de daarop gebaseerde regelgeving worden strafrechtelijk gehandhaafd. De uitvoering en handhaving van deze wijziging passen binnen de capaciteit van de handhavingsdiensten.

6. Inwerkingtreding

Het besluit 2017-I-11 van de CCR treedt in werking met ingang van 1 december 2018. Vanwege de wens tot uniformering wordt aangesloten bij deze inwerkingtreding. Aansluiten bij de vaste verandermomenten (een inwerkingtreding op 1 januari 2019 zo snel mogelijk volgend op de implementatie op de Aktewateren) zou tot gevolg hebben dat gedurende de maand december een verschillend regime op de Rijn, Waal en Lek enerzijds, en op de overige wateren anderzijds zou gelden. Dat is onwenselijk.

De technische wijzigingen, opgenomen in de artikel I, onderdelen J, K en L treden in overeenstemming met de vaste verandermomenten van regelgeving in werking met ingang van 1 oktober 2018.

Artikelsgewijs deel

Artikel I, onderdelen A t/m I en M

Deze wijzigingen houden verband met de invoering van de elektronische meldplicht, waarop wordt ingegaan in het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel I, onderdelen J en K (wijziging van Bijlagen 1 en 2)

Tot op heden waren in bijlage 1 en 2 telefoonnummers van verkeersposten en verkeerscentrales opgenomen. Omdat deze telefoonnummers vaak wijzigen, is besloten deze uit de regelgeving te schrappen. De actuele telefoonnummers zijn op internet te vinden, onder andere op de site vaarweginformatie bij het desbetreffende object of in het overzicht met de bedientijden van alle objecten. Verder is in bijlage 1, de indeling van de sluizen en bruggen in Noord-Brabant en Midden-Limburg aangepast aan de ingebruikname van de bediencentrale Tilburg en Maasbracht.

Artikel I, onderdeel L (wijziging van Bijlage 3)

In bijlage 3 worden enkele wijzigingen aangebracht. Allereerst worden de toegestane afmetingen op de Hollandsche IJssel gewijzigd. Uit onderzoek is gebleken dat een verantwoorde verruiming mogelijk is.

Ten tweede wordt een verkeerde verwijzing naar een voetnoot hersteld. Voor het Kanaal door Zuid-Beveland werd onterecht verwezen naar voetnoot 15, terwijl dit voetnoot 14 moet zijn. Met deze regeling wordt deze fout hersteld.

Ten derde komen twee rijen in bijlage 3 te vervallen, namelijk de rijen beginnende met ‘Noordervaart’ en ‘Sluis Hulzen’. De Noordervaart is onttrokken aan het openbaar scheepvaartverkeer. Daardoor wordt sluis Hulsen niet meer bediend. Door de Noordervaart te onttrekken aan het scheepvaartverkeer vervalt de bediening en het onderhoud aan de scheepvaartgerelateerde elementen. Voor het onttrekkingsbesluit is contact geweest met de omgeving en de belangen zijn in kaart gebracht en afgewogen. Door de Noordervaart te sluiten, ontstaan mogelijkheden om het kanaal anders in te richten, waar de omgeving belang bij heeft.

Ten vierde worden drie rijen toegevoegd die betrekking hebben op het traject Belgische grens tot en met sluis 13. Deze rijen zijn bij de vorige wijziging abusievelijk weggevallen.

Ten slotte worden enkele verkeerde afmetingen en verwijzingen gecorrigeerd.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven