BIJLAGE BIJ ARTIKEL 1 VAN DE REGELING SCREENINGS- EN TESTINSTRUMENTEN LWOO EN PRO
SCHOOLJAAR 2019–2020
Lijst toegestane instrumenten Criterium Intelligentie: de scores op de IQ-testen mogen niet ouder zijn dan twee jaar gerekend vanaf de datum
van aanmelding bij het samenwerkingsverband. Tenzij in de testhandleiding anders aangegeven,
hoeft men geen Flynn-correctie toe te passen. Wanneer leerlingen eind groep 7 naar
het lwoo of pro gaan mogen de intelligentietesten van groep 8 worden afgenomen wanneer
de leerling in groep 3 of hoger gedoubleerd is.
In het verleden werd achter testen en toetsen een categoriebeoordeling aangegeven.
Dit was gebaseerd op de database van de RVC landelijk. Nieuwe instrumenten kregen
een categoriebeoordeling 0 tot aangetoond kon worden in welke mate het instrument
naar tevredenheid kon worden ingezet. De beoordeling varieerde dan van I (tevredenheid)
tot IV (problematisch). Met het opheffen van de RVC is de database niet meer up to
date beschikbaar. Daarom wordt, indien van toepassing, bij opmerkingen geattendeerd
op aandachtspunten bij gebruik van het instrument.
Naam Test
|
Bereik
|
Opmerkingen
|
ADIT: Adaptieve Digitale Intelligentie Test, A-VISION, 2013
|
Groep 8
|
Alleen genormeerd voor leerlingen uit groep 8.
Nog niet voor 1e leerjaar VO.
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
Cito: Intelligentietest VO, Cito 2013
|
Klas 1 t/m 3 regulier VO
|
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
Drempeltest, Boom test uitgevers, 2007
|
Groep 7 + 8
|
Deze test moet in maart tot en met juni van groep 7 worden afgenomen of in groep 8.
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
NIO: Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau, Boom test uitgevers, 2018
|
Groep 7, 8 en klas 1, 2 en 3 VO
|
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
NSCCT: Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test, De Rijnlandse School, 2014
|
Groep 4 t/m 8
|
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
RAKIT-2: REVISIE AMSTERDAMSE KINDER INTELLIGENTIE TEST, Pearson Assessment and Information,
2011
|
4 t/m 12;6 jaar
|
Deze test moet vóór de 12e verjaardag zijn afgenomen: zie toelichting.
|
SON-R 6-40, Snijders-Oomen Niet-verbale intelligentietest, Hogrefe Uitgevers, 2011
|
6 t/m 40 jaar
|
Met name te gebruiken bij taalproblemen (achterstanden technisch lezen, begrijpend
lezen en spelling > 50%) en leerlingen die onvoldoende Nederlands beheersen.
|
TPVO-IVO: Testserie voor plaatsing in het VO-Instaptoets Voortgezet Onderwijs, INTERNETVERSIE,
A-VISION, 2008
|
Groep 8
|
Deze test moet in januari tot en met mei van groep 8 worden afgenomen.
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
WISC-IIINL: Nederlandse bewerking van de Wechsler Intelligence Scale for Children, Pearson Assessment
and Information, 2002/2005
|
6 t/m 17 jaar
|
Af te nemen bij leerlingen die ten minste zes jaar in Nederland of Vlaanderen wonen.
(Verkorte versie zonder subtests 11 en 13 toegestaan).
Dit jaar voor het laatst toegestaan.
|
WNV-NL: Nederlandse bewerking van de Wechsler Nonverbal Scale of Ability, Pearson
Assessment and Information, 2008
|
4 t/m 21 jaar
|
Met name te gebruiken bij taalproblemen (achterstanden technisch lezen, begrijpend
lezen en spelling > 50%) en leerlingen die onvoldoende Nederlands beheersen.
|
Opmerkingen bij Criterium Intelligentie:
Een IQ-test die volgens de handleiding door een leerkracht mag worden afgenomen moet
altijd onder de verantwoordelijkheid van een bevoegd deskundige worden geïnterpreteerd.
Pas op met het gebruik van schriftelijk af te nemen klassikale tests ingeval er sprake
is van een leerling met grote leerachterstanden (met name op begrijpend lezen) of
bij onvoldoende beheersing van het Nederlands. Mede daarom is er in het verleden een
onderscheid aangebracht tussen een beoordeling per test ten behoeve van de bepaling
lwoo of pro. Schriftelijke tests voor potentiële pro-leerlingen werden dan voorzien
van een III of een IV.
De WISC-IIINL (Nederlandse bewerking van de Wechsler Intelligence Scale for Children)
met normen uit 2004, staan dit jaar voor het laatst op de lijst. In 2019 zijn de normtabellen
van de WISC-IIINL 15 jaar oud en verouderd.
De RAKIT-2 moet vóór de 12e verjaardag zijn afgenomen wegens het oordeel van de COTAN
over de representativiteit van de normering boven de 12 jaar.
Lijst toegestane instrumenten Sociaal Emotionele problematiek schooljaar 2019–2020
De scores op de SE-testen mogen niet ouder zijn dan één jaar gerekend vanaf de datum
van aanmelding bij het samenwerkingsverband. Volgens de Regeling worden alleen leerlingen
met een IQ tussen de 90 en 120 geacht dergelijke vragenlijsten in te vullen. Schriftelijke
zelfbeoordelingsvragenlijsten zijn meestal te moeilijk voor leerlingen met grote leerachterstanden
op het gebied van begrijpend lezen. Er worden daarom beperkingen gesteld aan het gebruik
van zelfbeoordelingsvragenlijsten door deze leerlingen. Leerlingen zijn met zelfbeoordelings-vragenlijsten
toetsbaar wanneer ze op Begrijpend Lezen het niveau halen van de gemiddelde leerling
aan het eind van groep 6 of hoger (dle 40 of hoger). Wanneer deze leerling een begrijpend
leesniveau heeft van een gemiddelde leerling in groep 6 (dle 30 – 40) moet de onderzoeker
nagaan of een zelfbeoordelingslijst wel een juiste keuze is. Bij een begrijpend leesniveau
behorend bij de gemiddelde leerling van groep 3, 4 of 5 (dle < 30) wordt sterk afgeraden
een zelfbeoordelingsvragenlijst te gebruiken voor de vaststelling van SE problematiek.
Voor het persoonlijkheidsonderzoek kan de onderzoeker in dat geval gebruik maken van
gegevens uit het onderwijskundig rapport, van beoordelingslijsten door ouders en/of
leerkracht én van gegevens op basis van eigen waarneming. Voor zover de vragenlijsten
van score-aanduidingen zijn voorzien van het type ‘klinisch bereik’, ‘risicogebied’,
‘zorgscore’ en dergelijke, mogen alleen de scores die in een dergelijk bereik vallen
gebruikt worden als argumentatie voor ondersteuningsbehoefte.
Naam Test
|
Bereik
|
Opmerkingen
|
DVL: Docenten Vragenlijst, A-VISION, 20061
|
Groep 8 en 1e klas VO
|
|
Kanjervragenlijst, Instituut voor Kanjertrainingen B.V., 2012
|
Groep 5 t/m 8
|
|
LMT: Leermotivatietest, Boom test uitgevers, 2009
|
Groep 6 t/m 8
|
|
LOVS VISEON 2.0, Cito, 2016
|
Groep 3 t/m 8
|
|
LVT: Leervoorwaardentest, Bohn Stafleu van Loghum, 2011
|
4–18 jaar
|
|
NPV-J-2: Junior Nederlandse Persoonlijkheidsvragenlijst 2, Boom test uitgevers, 2011
|
9–16 jaar
|
|
PMT-K-2: Prestatie Motivatietest voor Kinderen 2, Pearson Assessment and Information,
2011
|
Groep 7/8 en 1e klas VO
|
|
SAQI, School Attitude Questionnaire Internet, Uitgeverij Libbe Mulder, 2007
|
Groep 6, 7,8
en 1e klas VO
|
Internetversie van de SVL
|
SEV: Sociaal Emotionele Vragenlijst, Bohn Stafleu van Loghum, 2005
|
4–18 jaar
|
Dit jaar voor het laatst toegestaan.
|
SVL, Schoolvragenlijst, Pearson Assessment and Information, 2008
|
9–16 jaar
|
|
TPVO-Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs - Leerlingvragenlijst, A-VISION,
2008
|
Groep 8
|
|
TPVO- Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs - Docentenvragenlijst,
A-VISION, 2008
|
Groep 8 en 1e klas VO
|
|
ZIEN!, Driestar Onderwijsadvies, 2012
|
4 t/m 12 jaar
|
Betreft de leerkrachtversie van Zien!
|
X Noot
1In combinatie met Leerling Vragenlijst (LVL) te gebruiken wanneer het begrijpend leesniveau
van de leerling voldoende is.
Opmerkingen bij Criterium Sociaal Emotionele problematiek:
Een test die het beeld geeft van sociaal-emotionele problematiek van de leerling in
relatie tot de leerprestaties en die volgens de handleiding door een leerkracht mag
worden afgenomen moet altijd onder de verantwoordelijkheid van een bevoegd deskundige
worden geïnterpreteerd.
Zien!: ‘het betreft hier de leerkracht versie van Zien!’. Reden: er is inmiddels ook
een leerling versie, maar deze is nog niet door de COTAN beoordeeld; ook is er een
versie voor het VO; hiervoor geldt hetzelfde.
De SEV: Sociaal Emotionele Vragenlijst, Bohn Stafleu van Loghum met normen uit 2004,
staan dit jaar voor het laatst op de lijst. In 2019 zijn de normtabellen van de SEV
15 jaar oud en verouderd.
Toegestane instrumenten onderzoek leerachterstanden schooljaar 2019–2020
Afname van leervorderingenonderzoek
Voor het weergeven van de leervorderingen wordt in principe altijd gevraagd om de
meest recent afgenomen toetsen. Wanneer de leerling van 1-2-2020 tot en met 30-9-2020
wordt aangemeld, moeten de didactische toetsen in het schooljaar 2019–2020 of daarna
zijn afgenomen. Bij aanmelding vóór 1-2-2020 mogen de gegevens van de didactische
toetsen die in het onderwijskundig rapport worden gebruikt niet ouder zijn dan zes
toetsmaanden (juli en augustus worden niet meegerekend). Alle genoemde leervorderingentoetsen
die geschikt zijn voor groep 8 mogen ook gebruikt worden voor het didactisch toetsen
van leerlingen in 1-VO. De didactische leeftijd (DL) is in dat geval 60 en dezelfde
regels die voor groep 8 gelden ten aanzien van adaptief toetsen, gelden ook hier.
Cito Volgsysteem primair onderwijs (LOVS)
Het Didactische Leeftijds Equivalent (DLE) hebt u nodig bij de doorverwijzing van
leerlingen naar het lwoo en het pro. Door Cito wordt niet bij alle toetsen een koppeling
gemaakt met DLE’s in de rapportages. Cito gebruikt voor de rapportage vaardigheidsscores
en functioneringsniveaus. Wanneer u gebruik maakt van het Computerprogramma LOVS,
kunt u via het onderwijskundig rapport wel de benodigde DLE´s opvragen voor de doorverwijzing
naar lwoo en pro. Ook kunt u de betreffende tabellen gebruiken in de publicatie DLE-Schalen1 voor de omzetting van ruwe scores (papieren versie) of vaardigheidsscores (digitale
versie) naar DLE’s.
Het is niet mogelijk om een directe verbinding te leggen tussen de scores op de papieren
toets en de digitale versie, omdat in beide gevallen langs een andere route de resultaten
worden verkregen. Het is daarom noodzakelijk te vermelden welke toetsversie is gebruikt.
In september 2013 heeft het Cito een nieuwe normering uitgebracht voor de LOVS 2.0
toetsen. Deze normen zijn geldend voor de beoordeling voor lwoo en pro. Van de nieuw
ontwikkelde LOVS 3.0 toetsen staan nu alleen de normen voor groep 3 tot en met groep
6 op de lijst. Het Cito werkt aan de uitbreiding van de reeks tot en met groep 8,
maar deze zijn op dit moment nog niet beschikbaar en kunnen daarom niet worden opgenomen
in deze lijst.
Hulp voor dyslectische leerlingen wanneer doortoetsen en terug toetsen mogelijk is
Voor dyslectische leerlingen kan het nuttig zijn om te weten wat een leerling kan
met en zonder ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van voorleessoftware. Voor deze
leerlingen is de volgende procedure aan te bevelen. Laat de toets op het huidige of
iets hogere niveau maken met de hulpmiddelen die de leerling ook in de klas gebruikt.
Noteer de behaalde score en ook de ervaring en de werkwijze met betrekking tot de
motivatie. Neem vervolgens de toets van een jaar onder het huidige niveau af strikt
conform de instructie van de handleiding. Neem deze score op in de aanvraag en verwerk
de uitkomsten van de eerste afname in de toelichting op de scores. In de aanvraag
wordt op deze wijze duidelijk wat het niveau van de leerling is met en zonder hulp.
Leg goed vast welke hulp geboden is en om welke redenen. In de beoordeling van de
aanvraag wordt dus de score gebruikt die verkregen is zonder dat van hulp of hulpmiddelen
gebruik gemaakt is.
Door- en terugtoetsen
Bij jaargroep gebonden toetsen zoals de Cito-volgsystemen dienen de Commissies die
over de aanvragen beslissen uit te gaan van toetsen die aansluiten bij het werkelijke
didactische niveau van de leerling. Dit betekent dat schoolverlaters op de basisschool
soms toetsen moeten maken die in jaargroepen daarvoor gebruikt worden. De handleiding
van de CITO 3.0 toetsen geeft aan hoe op maat getoetst moet worden. Bij die toetsen
wordt terug of door getoetst volgens die instructies.
Adaptief toetsen
Kandidaten voor lwoo en pro hebben leerachterstanden. Bij adaptieve toetsing door
de basisschool worden toetsen afgenomen die de leerling op basis van zijn eigen leerniveau
redelijk zou moeten kunnen maken. Een leerling die qua leerlijn in groep 6 zit, laat
men niet een te moeilijke toets van groep 8 maken. Het gebruik van de toets van groep
6 is kindvriendelijker en de score niet alleen betrouwbaarder, maar geeft ook meer
inzicht in wat een leerling kan.
Door- of terug toetsen
De algemene regel is dat voor een goede niveaubepaling een toetsversie gebruikt moet
worden die het beste past bij het feitelijke leerniveau van de leerling. Mocht uit
de uitslag blijken dat bij nader inzien toch niet de juiste toetsversie is gekozen,
dan moet er in principe worden door- of terug getoetst. Maar waaraan zie je dat? Wanneer
moet er dan worden door- of terug getoetst? Dat verschilt per toets-soort.
De eerste groep van toetsen waar door- of terug toetsen aan de orde zou kunnen zijn,
betreft:
-
– Technisch lezen onderdeel Leestempo
-
– LOVS Begrijpend lezen, Cito 2.0 en 3.0
-
– LOVS Spelling, Cito 2.0 en 3.0
-
– LOVS Rekenen-wiskunde, Cito 2.0 en 3.0
Bij deze leerjaargebonden toetsen moet in principe worden door- of terug getoetst
als de feitelijke uitslag meer dan één leerjaar (in DLE’s uitgedrukt: meer dan 10
punten) van de verwachte score af ligt. Stel: u vermoedt dat de leerling op het niveau
van halfweg leerjaar 5 zal scoren. U zet dus toets M5 in met een DL van 25. U verwacht
dus een score die ligt tussen DLE 15 en 35. Als de toets score inderdaad binnen die
range valt, hoeft er niet doorgetoetst te worden. Valt de score daarbuiten, dan moet
er in principe wel doorgetoetst worden met een andere toetsversie. Zie daarvoor een
tweetal voorbeelden hieronder.
Voorbeeld één: de leerling haalt op de M5-toets een score die correspondeert met een
DLE van 36. Dit is geen pro-score maar een score die past bij lwoo. De afwijking van
de gevonden score is groter dan 10 DLE-punten. Daarom legt u ter nadere verifiëring
van de juistheid van dit niveau nu de M6- of E6-toets voor om te zien waar het niveau
dan op uitkomt. U voegt beide toetsscores toe aan het onderwijskundig rapport.
Voorbeeld twee: opnieuw wordt een M5-toets afgenomen, maar nu blijkt de DLE die hoort
bij de score van de leerling maar 14 te bedragen. Ook hier is de afstand groter dan
10 DLE-punten, maar omdat de uitkomst nog steeds op pro-niveau ligt, is terug toetsen
niet noodzakelijk.
De toepassing van deze regel mag minder strikt gehanteerd worden als alle relevante
gegevens in een eenduidige richting wijzen en door- of terug toetsen naar alle waarschijnlijkheid
niet tot een andere indicatie zal leiden. Echter: als de toets uitslag van de leerling
meer dan 10 DLE-punten van de gekozen toetsversie af ligt, moet in ieder geval worden
door- of terug getoetst als:
-
– dit toets-resultaat duidelijk afwijkt van de gegevens uit het onderwijskundig rapport
of het leerlingvolgsysteem, of;
-
– er sprake is van strijdige gegevens (sommige scores verwijzen naar lwoo en andere
naar pro), of;
-
– er sprake is van een IQ tussen 75 en 80 (omdat dit het overlapgebied is tussen lwoo
en pro).
Aan het eind van deze bijlage is een tabel opgenomen over hoe door- of terug- te toetsen
bij dit soort toetsen.
Als u op deze wijze te werk gaat, hoeft nooit meer dan twee keer getoetst te worden.
Uitgangspunt is dat de leerling de eerste keer een toets voorgelegd krijgt, die naar
de verwachting van de afnemer van de toets past bij het niveau van de leerling. De
eventuele tweede toets die u kiest sluit aan bij het op de eerste toets behaalde niveau.
Die twee gegevens zullen voor elke commissie die over de aanvragen beslist voldoende
zijn. Wel is het van groot belang dat u precies de toets instructies van de betreffende
toets handleiding volgt.
De toets serie Begrijpend Lezen 345678 is de tweede groep van toetsen waar mogelijk
door- of terug getoetst moet worden. Begrijpend lezen 345678 bestaat uit 5 toetsen
met het afnamebereik 34, 345, 56, 678 en 78. De toetsen zijn apart genormeerd en de
toets wordt geleverd inclusief normeringstabellen. Voor deze serie gelden de doortoets-regels.
De DLE-range van de toetsen 345 en 678 is op zich tamelijk breed. In voorgaande toelichtingen
hebben we bij deze toetsen daarom niet verwezen naar de door- of terug toets noodzaak,
omdat die zich bij een globale schatting van het leerniveau van de leerling maar sporadisch
zal voordoen. Nu er evenwel ‘tussenvormen’ beschikbaar zijn moet hier wel op gelet
worden.
In de handleiding van de betreffende toetsen wordt dit ook aangegeven. De algemene
regel hier is dat de toets uitslag alleen gebruikt kan worden als de score een DLE-waarde
uit de tabel oplevert.
Voor toets 56 moeten minstens 15 items goed zijn. Scores daaronder leveren geen DLE-waarde
op: er moet dus terug getoetst worden. Een score van 31 tot 35 levert aan de bovenkant
van de lijst geen DLE-waarde op: hier moet dus doorgetoetst worden met versie 78 of
678. Voor toets 78 geldt: de minimale score moet 21 zijn (van de 40 items). Een lagere
score betekent dat er terug getoetst moet worden.
Adviestabel door- en terug toetsen E-toetsen CITO-LOVS
Niveau van de toets
|
Behaald dle
|
Advies
|
Groep E4
|
< 10
|
Doortoetsen niet nodig: pro-score
|
Groep E4
|
> 30
|
Kies een Toets van groep 5
|
Groep E5
|
< 20
|
Doortoetsen niet nodig: pro-score
|
Groep E5
|
> 40
|
Kies een Toets van groep 6
|
Groep E6
|
< 30
|
Kies een Toets van groep 41
|
Groep E6
|
> 50
|
Kies een Toets van groep 7
|
Groep E7
|
< 40
|
Kies een Toets van groep 6 (zie noot 3)
|
Groep E7
|
> 60
|
Doortoetsen niet nodig: score valt buiten lwoo-criteria.
|
X Noot
1Is de score lager dan het voorafgaande leerjaar dat u adaptief had gekozen, dan is
het advies: neem de toets van het leerjaar waar de behaalde DLE-score naar verwijst.
Dit kan twee of meer leerjaren lager worden als uw startniveau veel te hoog is geweest.
Adviestabel door- en terug toetsen M-toetsen CITO-LOVS 2.0
Niveau van de toets
|
Behaald dle
|
Advies
|
Groep M4
|
< 5
|
Doortoetsen niet nodig: pro-score
|
Groep M4
|
> 25
|
Kies een Toets van groep 5
|
Groep M5
|
< 15
|
Doortoetsen niet nodig: pro-score
|
Groep M5
|
> 35
|
Kies een Toets van groep 6
|
Groep M6
|
< 25
|
Kies een Toets van groep 5 (zie noot 3)
|
Groep M6
|
> 45
|
Kies een Toets van groep 7
|
Groep M7
|
< 35
|
Kies een Toets van groep 6 (zie noot 3)
|
Groep M7
|
> 55
|
Kies een Toets van groep 8
|
Groep M8
|
< 45
|
Kies een Toets van groep 7 (zie noot 3)
|
Adviestabel door- terug toetsen Begrijpend Lezen 345678
Begrijpend lezen 56
|
< 15 items goed
|
Kies nu versie 34
|
Begrijpend lezen 56
|
> 30 items goed
|
Kies nu versie 78
|
Begrijpend lezen 78
|
< 21 items goed
|
Kies nu versie 56
|
Lijst toegestane instrumenten Leer Achterstand Technisch lezen schooljaar 2019–2020
(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terug toetsen)
Naam Test
|
Bereik
|
Opmerkingen
|
Drempelonderzoek 678 5e versie,
678 Onderwijs Advisering, 2010
|
Groep 4 t/m 8
|
|
Drempelonderzoek 678 7e versie,
678 Onderwijs Advisering, 2017
|
Groep 4 t/m 8
|
|
LOVS AVI, Cito, 2009
|
Groep 3 t/m 8
|
|
LOVS DMT, Cito, 2009
|
Groep 3 t/m 8
|
Afname van kaart 1, 2 en 3 verplicht, met samengestelde ruwe score als uitgangspunt
voor bepalen achterstand.
|
LOVS Technisch lezen, Cito, 2012
|
Groep 3 t/m 8
|
Onderdeel Leestempo
|
Technisch lezen 345678, 90 A/B,
678 Onderwijs Advisering, 2005
|
90A: Bereik
groep 3 t/m 8
90B: Bereik
groep 4 t/m 8
|
|
TPVO-TL: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs -Technisch Lezen,
A-VISION, 2008
|
Groep 5 t/m 8
|
Normering 2009.
|
Opmerkingen bij Technisch lezen:
Geen
Lijst toegestane instrumenten Leer Achterstand Begrijpend lezen schooljaar 2019–2020
(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terug toetsen)
Wanneer een leerling bij de afname van de toets Technisch Lezen lager scoort dan DLE
20 is afname van een toets Begrijpend Lezen voor leerlingen die naar het pro worden
verwezen niet noodzakelijk.
Naam Test
|
Bereik
|
Opmerkingen
|
Begrijpend lezen 345678 toets 345,
678 Onderwijs Advisering, 2006
|
Groep 3 t/m 5
|
|
Begrijpend lezen 345678 toets 678,
678 Onderwijs Advisering, 2006
|
Groep 6 t/m 8
|
Toets 6 t/m 8 Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
Begrijpend lezen 345678 toets 34,
678 Onderwijs Advisering, 2006
|
Groep 3 & 4
|
|
Begrijpend lezen 345678 toets 56,
678 Onderwijs Advisering, 2006
|
Groep 5 & 6
|
Toets 6 Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
Begrijpend lezen 345678 toets 78,
678 Onderwijs Advisering, 2006
|
Groep 7 & 8
|
Toets 7/8 Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
Begrijpend lezen 345678 toets 345678,
678 Onderwijs Advisering, 2006
|
Groep 3 t/m 8
|
|
Begrijpend lezen Speciale leerlingen, Cito, 2011
|
Voor functioneringsniveaus groep 3 tot en met 5
|
Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en
leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs.
|
Begrijpend lezen Speciale leerlingen, Cito, 2012
|
Voor functioneringsniveaus groep 6 tot en met 8
|
Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en
leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs.
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
Drempelonderzoek 678, 5e versie,
678 Onderwijs Advisering, 2010
|
Groep 5 t/m 8
|
|
Drempelonderzoek 678 7e versie,
678 Onderwijs Advisering, 2017
|
Groep 5 t/m 8
|
|
LOVS 2.0 Begrijpend lezen, Cito, 2010
|
Groep 3 t/m 8
|
Papieren (groep 3 t/m 8) en digitale versie (groep 7 en 8). Normering sept 2013. Voor
de interpretatie van de LOVS 2.0 van het Cito is de normering van september 2013 voorgeschreven
(zie de publicatie DLE schalen indicatiestelling LWOO en pro voor instroom in schooljaar
2019–2020, uitgave 2017.).
|
LOVS 3.0 Begrijpend lezen, Cito
|
Groep 3 t/m 7
|
Papieren versie.
|
SVT-BL: Schoolvaardigheidstoets Begrijpend Lezen, Boom test uitgevers, 2011
|
Groep 4 t/m 8
|
|
TPVO-BL: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs - Begrijpend lezen,
A-VISION, 2003
|
Groep 7 & 8
|
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen. Ondergrens: DLE = 31.
|
TPVO-BL-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs-Begrijpend lezen INTERNETVERSIE,
A-VISION, 2007
|
Groep 4 t/m 8
|
Ondergrens: DLE = 10
|
Opmerkingen bij Begrijpend lezen:
LOVS 3.0 toetsen van het Cito: op dit moment zijn de versies op papier voor groep
3 t/m 7 beschikbaar.
Lijst toegestane instrumenten Leerachterstand Spelling schooljaar 2019–2020
(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terug toetsen)
Naam Test
|
Bereik
|
Opmerkingen
|
Drempelonderzoek 678, 5e versie,
678 Onderwijs Advisering, 2010
|
Groep 5 t/m 8
|
|
Drempelonderzoek 678 7e versie,
678 Onderwijs Advisering, 2017
|
Groep 5 t/m 8
|
|
Spelling Speciale leerlingen (niet-werkwoorden), Cito, 2011
|
Voor functioneringsniveaus groep 3 t/m 5
|
Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en
leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs.
|
Spelling Speciale leerlingen (niet-werkwoorden), Cito, 2012
|
Voor functioneringsniveaus groep 6 tot en met 8
|
Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en
leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs. Attentie
bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
LOVS 2.0 Spelling (niet-werkwoorden), Cito.
|
Groep 3 t/m 8
|
Papieren en digitale versie. Voor de interpretatie van de LOVS 2.0 van het Cito is
de normering van september 2013 voorgeschreven (zie de publicatie DLE schalen indicatiestelling
LWOO en pro voor instroom in schooljaar 2019–2020, uitgave 2017)
|
LOVS 3.0 Spelling (niet-werkwoorden), Cito.
|
Groep 3 t/m 6
|
Papieren versie groep 3 tot met 6, digitale versie groep 3 tot en met 5.
|
SVT SP Boom test uitgevers, 2015
|
Groep 3 t/m 8
|
Deel ‘Spelling woorden’
|
TPVO-SP: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs - Spellingvaardigheid,
A-VISION, 2003
|
Groep 7 & 8
|
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
Ondergrens: DLE = 31.
|
TPVO-SP-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs -Spellingvaardigheid
INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007
|
Groep 4 t/m 8
|
Ondergrens: DLE = 9.
|
Opmerkingen bij Spelling:
LOVS 3.0 toetsen van het Cito: op dit moment zijn de versies op papier voor groep
3 t/m 6 beschikbaar en de digitale versies voor groep 3 t/m 5.
Lijst toegestane instrumenten Leer Achterstand Inzichtelijk Rekenen schooljaar 2019–2020
(zie: afname leervorderingenonderzoek en door- en terug toetsen)
Naam Test
|
Bereik
|
Opmerkingen
|
Drempelonderzoek 678, 5e versie, 678 Onderwijs Advisering, 2010
|
Groep 5 t/m 8
|
|
Drempelonderzoek 678 7e versie,
678 Onderwijs Advisering, 2017
|
Groep 5 t/m 8
|
|
LOVS 2.0 Rekenen-Wiskunde, Cito
|
Groep 3 t/m 8
|
Papieren- en digitale versie; normering sept 2013. Voor de interpretatie van de LOVS
2.0 van het Cito is de normering van september 2013 voorgeschreven (zie de publicatie
DLE schalen indicatiestelling LWOO en pro voor instroom in schooljaar 2019–2020, uitgave
2017).
|
LOVS 3.0 Rekenen-Wiskunde, Cito
|
Groep 3 t/m 7
|
Papieren- en digitale versie.
|
Rekenen-Wiskunde Speciale leerlingen, Cito, 2011/2012
|
Voor functioneringsniveaus groep 3 tot en met 5
|
Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en
leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs.
|
Rekenen-Wiskunde Speciale leerlingen, Cito, 2011/2012
|
Voor functioneringsniveaus groep 6 tot en met 8
|
Papieren en digitale versie. Voor leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en
leerlingen die extra ondersteuning behoeven in het reguliere basisonderwijs. Attentie
bij afname potentiële pro-leerlingen.
|
SVT-RW: Schoolvaardigheidstoets Rekenen-Wiskunde, Boom test uitgevers, 2012
|
Groep 3 t/m 8
|
|
TPVO-IR: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs - Inzichtelijk rekenen,
A-VISION, 2003
|
Groep 7 & 8
|
Attentie bij afname potentiële pro-leerlingen.
Ondergrens: dle = 31.
|
TPVO-IR-i: Testserie voor Plaatsing in het Voortgezet Onderwijs - Inzichtelijk Rekenen
INTERNETVERSIE, A-VISION, 2007
|
Groep 4 t/m 8
|
Ondergrens: dle = 11.
|
Opmerkingen bij Inzichtelijk rekenen:
LOVS 3.0 toetsen van het Cito: op dit moment zijn de versies op papier en de digitale
versies voor groep 3 t/m 7 beschikbaar.
TOELICHTING
1. Algemeen
Zolang de landelijke criteria voor lwoo en pro2 ook binnen passend onderwijs van kracht blijven, wordt daarmee samenhangend ook een
lijst van toegestane screenings- en testinstrumenten vastgesteld.
Volgens artikel 15d, tweede lid, van het Inrichtingsbesluit WVO dient er (met ingang
van 1 januari 2016) jaarlijks vóór 1 oktober bij ministeriële regeling een lijst van
screenings-, en testinstrumenten te worden vastgesteld die gebruikt kunnen worden
voor de indicatiestelling lwoo en pro. De voorliggende lijst is bedoeld voor gebruik
in regio’s waar voor lwoo niet voor opting-out voor wat betreft de criteria is gekozen
en voor het gebruik bij aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring pro. Ze bevat
een limitatieve opsomming van de te gebruiken instrumenten bij aanvragen tot een aanwijzing
lwoo of toelaatbaarheid pro die ingediend worden bij de samenwerkingsverbanden die
over de aanvragen beslissen in de periode 1 oktober 2018 t/m 30 september 2019 voor
leerlingen:
-
– die rechtstreeks afkomstig zijn van een school als bedoeld in de Wet op het primair
onderwijs of de Wet op de expertisecentra en instromen in het eerste leerjaar vmbo
of het praktijkonderwijs;
-
– uit het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs, waarvoor een beschikking lwoo
of pro wordt aangevraagd;
-
– zoals bedoeld in artikel 10g, lid 4 WVO, betreffende vreemdelingen. Voor deze leerlingen
kan een aanvraag tot plaatsing in het lwoo of pro eerst ingediend worden na het schooljaar
waarin zij voor het eerst zijn meegeteld als ingeschreven leerling op die school;
-
– voor wie een overstap naar pro geïndiceerd geacht wordt, zoals bedoeld in artikel
10g, lid 5 WVO, opgenomen in artikel 15e van het Inrichtingsbesluit WVO (aanvragen
en beschikkingen voor bijzondere groepen van leerlingen).
2. Vaststelling lijst van te gebruiken instrumenten bij de indicatiestelling voor
lwoo in regio’s die niet voor opting-out kozen en voor pro ten behoeve van instroom
in schooljaar 2019–2020
Deze lijst is tot stand gekomen op basis van een voorstel van een daartoe door het
Steunpunt Passend Onderwijs van de VO-Raad op verzoek van het ministerie ingestelde
Certificeringscommissie.
3. Uitgangspunt opname testen en toetsen op de lijst
Uitgangspunt voor opname in onderhavige lijst is de psychometrische deugdelijkheid
die op onafhankelijke wijze moet zijn vastgesteld. De COTAN beoordeelt als onafhankelijke
commissie test- en screeningsinstrumenten en rapporteert hierover via de COTAN Documentatie
(www.cotandocu-mentatie.nl). Sinds 2015 geeft de Expertgroep Toetsen PO op grond van het Toetsbesluit PO een
kwaliteitsoordeel over een tussentijdse toets of een reeks van tussentijdse toetsen
(LOVS-toetsen). De COTAN heeft met de Expertgroep Toetsen PO de afspraak gemaakt dat
de COTAN de Certificerings-commissie informeert over beoordelingen door de Expertgroep
van voor de lijst relevante toetsen. Een belangrijk criterium voor opname van testinstrumenten
in de lijst is een positieve beoordeling door de COTAN op de relevante aspecten: betrouwbaarheid,
normering, begripsvaliditeit en veelal de criteriumvaliditeit. Wanneer hier niet op
alle punten een ‘voldoende of hoger’ beoordeling gegeven is, is het instrument niet
in de lijst opgenomen (m.u.v. de didactische toetsen en de SE-vragenlijsten waar de
criteriumvaliditeit voor dit doel een minder belangrijke rol speelt). Voorts betrekt
de Certificerings-commissie in haar advisering ten aanzien van de te gebruiken instrumenten
ook de praktische bruikbaarheid en de geschiktheid voor de doelgroep.
4. Gebruik klassikale en/of schriftelijke tests
In een flink aantal gevallen acht de Certificeringscommissie klassikale en/of schriftelijke
tests niet geschikt voor delen van de desbetreffende leerling-populatie. Dit hangt
meestal samen met ernstige taal- en (begrijpend) leesproblemen van de leerling, onder
andere als gevolg van dyslexie, ernstige spraak- en taalstoornissen of Nederlands
als tweede taal. Het zal duidelijk zijn dat het bevoegd gezag (en binnen de scholen
de deskundigen) en de hierbij betrokken deskundigen van het samenwerkingsverband die
de aanvragen beoordelen hier hun eigen verantwoordelijkheden hebben en moeten nemen.
Uiteindelijk zal in de communicatie tussen alle betrokken instanties besloten moeten
worden hoe met deze problematiek in het algemeen en in individuele gevallen omgegaan
wordt. Uit de discussies die hierover in het verleden binnen de Certificeringscommissie
zijn gevoerd bleek dat men zich kan voorstellen, dat men in bepaalde gevallen en omstandigheden
de klassikaal en schriftelijk verzamelde gegevens toch accepteert in het beslisproces.
Ten eerste dient vermeld, dat voor sommige leerlingen een zoveelste toetsdag niet
goed op te brengen valt. Ook is duidelijk dat in de korte tijdsspanne die tussen de
verzameling van de gegevens en de beslissing ligt, onnodig werk voorkomen dient te
worden. Wanneer de klassikaal en schriftelijk afgenomen tests in overeenstemming zijn
met vroegere op een andere manier verzamelde gegevens (bijvoorbeeld: een recente NIO
met een vroegere WISC-III NL), en/of wanneer gegevens harmonisch overeenkomen met
andersoortige gegevens in de aanvraag (bijvoorbeeld van een leerling is een NPV-J
afgenomen hoewel hij voor lezen slechts een DLE van 25 heeft, maar de gegevens komen
overeen met eerder jeugdpsychiatrisch onderzoek en/of met gegevens uit het onderwijskundig
rapport) kan ervan worden uitgegaan dat de aangeleverde gegevens kloppen en niet door
een andere test vervangen hoeven te worden. In het andere geval (bijvoorbeeld de NIO
komt veel lager uit dan op grond van vorig intelligentie onderzoek of op grond van
resultaten op de inzichtvakken mocht worden verwacht, of de leerling geeft in de NPV-J
aan sociaal adequaat te handelen, waar de leerkracht in de DVL aangeeft, dat dat geenszins
het geval is) zal men toch tot andere evidentie (bijvoorbeeld via hertesten met een
ander instrument of het invullen van in deze regeling genoemde vragenlijsten door
leerkracht of ouders) moeten beschikken: niet alleen zou in het andere geval de beslissingsprocedure
op mogelijk onjuiste gegevens berusten, maar ook zouden foutieve persoonlijke gegevens
over de leerling in omloop komen.
5. Afname door diagnostisch geschoolde psycholoog of diagnostisch geschoolde orthopedagoog
In twee specifieke gevallen is aangegeven dat de testresultaten onder de verantwoordelijkheid
van een bevoegd deskundige moeten worden geïnterpreteerd. Het gaat om de testinstrumenten
voor het intelligentiequotiënt van de leerling en om persoonlijkheidsonderzoeken met
betrekking tot prestatiemotivatie, faalangst en emotionele instabiliteit die het beeld
geven van de sociaal-emotionele problematiek van de leerling in relatie tot de leerprestaties
(artikel 15d, eerste lid, onder c en d, van het Inrichtingsbesluit WVO). Onder een
‘diagnostisch geschoolde psycholoog of diagnostisch geschoolde orthopedagoog’ wordt
een door een beroepsverenigingen van orthopedagogen of psychologen als zodanig erkende
en geregistreerde academisch gevormde psycholoog of orthopedagoog dan wel een in het
kader van de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) geregistreerde gezondheidszorg
psycholoog verstaan.
Administratieve lasten
Bij deze regeling zijn de test- en screeningsinstrumenten geactualiseerd aan de hand
waarvan de samenwerkingsverbanden passend onderwijs vo op voordracht van de scholen
in het voortgezet onderwijs kunnen bepalen dat leerlingen zijn aangewezen op leerwegondersteuning
in het vmbo dan wel leerlingen toelaatbaar kunnen verklaren tot het praktijkonderwijs.
De voormalige taken van de regionale verwijzingscommissies zijn met ingang van 1 januari
2016 overgenomen door de samenwerkingsverbanden. Deze regeling leidt dan ook niet
tot extra administratieve lasten. Voor scholen verandert er voor het gebruik van de
lijst van screenings- en testinstrumenten niets. Zij zijn bekend met de lijst en weten
dat deze jaarlijks geactualiseerd wordt. Ook hier ontstaan dus geen extra administratieve
lasten.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob