Wijziging bezoldiging politieke ambtsdragers gemeenten

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Circulaire van de wijzigingen per 1 juli 2018, 1 juli 2019 en 1 januari 2020 van de bezoldigingsbedragen voor burgemeesters en wethouders, alsmede wijziging van het bedrag van de tegemoetkoming ziektekosten raadsleden.

Onderwerp: Wijziging per 1 juli 2018, 1 juli 2019 en 1 januari 2020 van de bezoldigingsbedragen voor burgemeesters en wethouders, alsmede wijziging van het bedrag van de tegemoetkoming ziektekosten raadsleden.

Doelstelling: Informatie.

Juridische grondslag: Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, Rechtspositiebesluit burgemeesters en Rechtspositiebesluit wethouders.

Relaties met andere circulaires: 1 november 2017, nr. 2017-0000158206.

Ingangsdatum: 1 juli 2018.

Geldig tot: 30 juni 2020.

Van verzending circulaires naar publicatie op internet

Met ingang van 1 januari 2019 zullen circulaires met betrekking tot de rechtspositie van politieke ambtsdragers uitsluitend nog bekend worden gemaakt op de site van de officiële bekendmakingen (Staatscourant) en op de website www.politiekeambtsdragers.nl. U kunt zich met een RSS-feed abonneren op deze site. Als er een circulaire op deze site wordt gepubliceerd, ontvangt u een attendering. Gedurende het jaar 2018 worden bij wijze van overgangsmaatregel de circulaires ook nog per post verzonden.

Inleiding

Door middel van deze circulaire wordt u geïnformeerd over de wijzigingen van de bezoldigingsbedragen per 1 juli 2018, 1 juli 2019 en 1 januari 2020, de toekenning van een eenmalige uitkering per 1 januari 2019 voor de burgemeesters en de wethouders en over de wijziging van de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor de raadsleden. Deze wijzigingen volgen de afspraken die in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2018–2020 voor het personeel in de sector Rijk zijn gemaakt. Deze afspraken, en daarvan afgeleid de wijzigingen voor de burgemeesters, de wethouders en de raadsleden, moeten alle nog formeel in de regelgeving worden opgenomen. Omdat deze regelgevingsprocedure tijd vergt, wordt u, vooruitlopend op het formeel van kracht worden van die wijzigingen, door middel van deze circulaire geïnformeerd over de aanstaande wijzigingen voor burgemeesters, wethouders en raadsleden. U kunt deze wijzigingen nu al doorvoeren.

1. Bezoldiging burgemeesters

Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018–2020) voor het personeel in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 juli 2018 de salarisbedragen structureel worden verhoogd met 3,0%. Deze verhoging komt in september 2018 met terugwerkende kracht tot uitbetaling, ook voor de medewerkers die sinds 1 juli 2018 uit dienst zijn getreden. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarisbedragen met 2,0% verhoogd. Met ingang van 1 januari 2020 worden de salarisbedragen opnieuw met 2,0% verhoogd.

Verhoging bezoldiging burgemeesters

Op grond van artikel 8, derde lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters wijzigt de bezoldiging van burgemeesters overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Concreet betekent bovenstaande afspraak voor de burgemeesters dat de salarisverhoging bestaat uit 3,0% structureel met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018. Deze salarisverhoging komt in september 2018 met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018 tot uitbetaling. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarisbedragen structureel met 2,0% verhoogd. Met ingang van 1 januari 2020 worden de salarisbedragen structureel met 2,0% verhoogd.

In onderstaande tabel zijn de aangepaste bezoldigingsbedragen voor burgemeesters per 1 juli 2018, 1 juli 2019 en 1 januari 2020 opgenomen.

Klasse

Aantal inwoners

Bezoldiging burgemeester per maand was per 1 januari 2017

Bezoldiging burgemeester per maand wordt per 1 juli 2018

Bezoldiging burgemeester per maand wordt per 1 juli 2019

Bezoldiging burgemeester per maand wordt per 1 januari 2020

1

Tot en met 8.000

€ 6.126,69

€ 6.310,49

€ 6.436,70

€ 6.565,43

2

8.001–14.000

€ 6.740,00

€ 6.942,20

€ 7.081,04

€ 7.222,66

3

14.001–24.000

€ 7.348,73

€ 7.569,19

€ 7.720,57

€ 7.874,98

4

24.001–40.000

€ 7.988,49

€ 8.228,14

€ 8.392,70

€ 8.560,55

5

40.001–60.000

€ 8.660,52

€ 8.920,34

€ 9.098,75

€ 9.280,73

6

60.001–100.000

€ 9.390,16

€ 9.671,86

€ 9.865,30

€ 10.062,61

7

100.001–150.000

€ 9.955,80

€ 10.254,47

€ 10.459,56

€ 10.668,75

8

150.001–375.000

€ 10.667,77

€ 10.987,80

€ 11.207,56

€ 11.431,71

9

375.001 en meer

€ 11.427,98

€ 11.770,82

€ 12.006,24

€ 12.246,36

Burgemeesters die sinds 1 juli 2018 het ambt hebben verlaten

De salarisverhoging per 1 juli 2018 moet ook met terugwerkende kracht worden betaald aan burgemeesters die sinds 1 juli 2018 het ambt hebben verlaten.

Waarnemend burgemeesters

Wellicht ten overvloede merk ik op dat het bovenstaande ook geldt voor waarnemend burgemeesters, die op grond van artikel 78 van de Gemeentewet door de commissaris van de Koning zijn aangesteld als waarnemend burgemeester. In artikel 17, derde lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is artikel 8 van het Rechtspositiebesluit burgemeesters (dat de bezoldiging van de burgemeesters regelt) van toepassing verklaard voor door de commissaris aangestelde waarnemend burgemeesters.

Doorwerking salarisverhoging naar uitkeringen en pensioenen

Uitkeringen

De structurele verhoging van het salaris heeft een algemeen karakter en werkt daarom op basis van artikel 133, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) door naar al ingegane Appa-uitkeringen.

Pensioenen

Vanwege de peildatumsystematiek die het ABP hanteert, is de verhoging van het salaris per 1 juli 2018 pensioengevend met ingang van 1 januari 2019. De salarisverhoging per 1 juli 2019 is pensioengevend per 1 januari 2020.

Reeds ingegane ABP-pensioenen worden aangepast overeenkomstig de stijging (indexatie) van het ABP-pensioen. Dat betekent dat deze salarisaanpassing geen effect heeft op al lopende pensioenuitkeringen.

2. Eenmalige uitkering burgemeesters

In het arbeidsvoorwaardenakkoord sector Rijk is afgesproken dat alle medewerkers die op 1 januari 2019 een aanstelling binnen de sector Rijk hebben, in januari 2019 een eenmalige uitkering van € 450,– ontvangen bij een formele gemiddelde arbeidsduur van 36 uur. Medewerkers met een andere formele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur ontvangen een uitkering naar rato.

Medewerkers die op 1 januari 2019 geen bezoldiging ontvangen, hebben geen aanspraak op de éénmalige uitkering, tenzij er sprake is van buitengewoon verlof van maximaal zes weken.

In artikel 8, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is bepaald dat indien aan het personeel in de sector Rijk een éénmalige uitkering wordt toegekend, de burgemeester een uitkering op gelijke voet ontvangt.

Gelet op deze bepaling en als gevolg van bovengenoemd overleg hebben de burgemeesters die op peildatum 1 januari 2019 burgemeester zijn aanspraak op een éénmalige bruto uitkering van € 450,–.

Wellicht ten overvloede merk ik op dat het bovenstaande ook geldt voor waarnemend burgemeesters, die op grond van artikel 78 van de Gemeentewet door de commissaris van de Koning zijn aangesteld als waarnemend burgemeester. In artikel 17, derde lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is artikel 8 van het Rechtspositiebesluit burgemeesters (dat de bezoldiging van de burgemeesters regelt) van toepassing verklaard voor waarnemend burgemeesters.

Doorwerking éénmalige uitkering naar uitkeringen en pensioenen

Uitkeringen

Alleen de structurele verhogingen van het salaris (dus niet de éénmalige uitkering van € 450,–) werken op basis van artikel 133, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) door naar al ingegane Appa-uitkeringen.

Pensioenen

De éénmalige uitkering is pensioengevend. Het pensioengevend inkomen wordt in de ABP-regeling volgens de zogenoemde ‘peildatumsystematiek’ berekend op basis van het vaste inkomen, zoals dat op 1 januari van elk kalenderjaar bekend is, verhoogd met de variabele pensioengevende inkomensbestanddelen van het voorgaande jaar.

3. Gevolgen individueel keuzebudget (IKB) voor burgemeesters

In de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018–2020) is afgesproken om met ingang van 1 januari 2020 een individueel keuzebudget (IKB) in te voeren. Het budget bestaat uit geld en tijd. Deze elementen zijn naar wens uitwisselbaar. Het IKB zal onder meer worden opgebouwd uit de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering. Bepaald zal worden dat maandelijks een proportioneel deel van deze uitkeringen aan het IKB van de medewerker wordt toegevoegd.

Dat betekent dat de vakantie-uitkering niet meer in mei wordt uitbetaald en dat de eindejaarsuitkering niet meer in november wordt uitbetaald.

Politieke en bestuurlijke functies zijn taakfuncties en niet zoals bij (overheids)werknemers urenfuncties met een vastgesteld aantal te werken uren per week of per jaar. Politieke ambtsdragers hebben dan ook geen vastgelegde werktijdenregeling noch de daarop gebaseerde verlofaanspraken zoals vakantieverlof.

Een individueel keuzebudget is voor burgemeesters dus niet mogelijk.

Wel moet nog worden bezien welke gevolgen deze afspraken voor de sector Rijk hebben voor de uitbetaling van de vakantie- en eindejaarsuitkering voor de burgemeester. Op een later moment wordt hierop teruggekomen.

4. Bezoldiging wethouders

Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018–2020) voor het personeel in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 juli 2018 de salarisbedragen structureel worden verhoogd met 3,0%. Deze verhoging komt in september 2018 met terugwerkende kracht tot uitbetaling, ook voor de medewerkers die sinds 1 juli 2018 uit dienst zijn getreden. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarisbedragen met 2,0% verhoogd. Met ingang van 1 januari 2020 worden de salarisbedragen met 2,0% verhoogd.

Op grond van artikel 3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders wijzigt de bezoldiging van wethouders overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Concreet betekent bovenstaande afspraak voor de wethouders dat de salarisverhoging bestaat uit 3,0% structureel met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018.

Deze salarisverhoging komt in september 2018 met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018 tot uitbetaling. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarisbedragen structureel met 2,0% verhoogd. Met ingang van 1 januari 2020 worden de salarisbedragen structureel met 2,0% verhoogd.

In het kader van de herziening van het loongebouw van de sector Rijk worden met ingang van 1 juli 2019 de salarisregels 44 tot en met 47 met een half procent (0,5%) extra verhoogd. De bezoldigingen voor wethouders van de inwonersklassen 3 en 4 komen feitelijk overeen met de regelnummers 44 en 46 uit bijlage B bij het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Vandaar dat de bezoldiging van wethouders in de inwonersklassen 3 en 4 met de corresponderende salarisregels 44 en 46 ook met ingang van 1 juli 2019 met 0,5% extra worden verhoogd (dus 2,5% in plaats van 2%).

De bezoldigingsbedragen voor wethouders per 1 juli 2018, 1 juli 2019 en 1 januari 2020:

Klasse

Inwonertal

Bezoldiging wethouders per maand was per

1 januari 2017

Bezoldiging wethouders per maand wordt per

1 juli 2018

Bezoldiging wethouders per maand wordt per

1 juli 2019

Bezoldiging wethouders per maand wordt per

1 januari 2020

1

Tot en met 8.000

€ 4.669,57

€ 4.809,66

€ 4.905,85

€ 5.003,97

2

8.001–14.000

€ 5.292,12

€ 5.450,88

€ 5.559,90

€ 5.671,10

3

14.001–24.000

€ 5.919,51

€ 6.097,10

€ 6.249,53

€ 6.374,52

4

24.001–40.000

€ 6.334,90

€ 6.524,95

€ 6.688,07

€ 6.821,83

5

40.001–60.000

€ 6.960,16

€ 7.168,96

€ 7.312,34

€ 7.458,59

6

60.001–100.000

€ 7.584,32

€ 7.811,85

€ 7.968,09

€ 8.127,45

7

100.001–150.000

€ 8.283,52

€ 8.532,03

€ 8.702,67

€ 8.876,72

8

150.001–375.000

€ 8.774,65

€ 9.037,89

€ 9.218,65

€ 9.403,02

9

375.001 en meer

€ 9.955,80

€ 10.254,47

€ 10.459,56

€ 10.668,75

Wethouders die sinds 1 juli 2018 het wethouderschap hebben verlaten

De salarisverhoging per 1 juli 2018 moet ook met terugwerkende kracht worden betaald aan wethouders die sinds 1 juli 2018 het wethouderschap hebben verlaten.

Doorwerking salarisverhoging naar uitkeringen en pensioenen

Uitkeringen

De salarisverhogingen hebben een algemeen karakter en werken daarom op basis van artikel 133, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) door naar al ingegane Appa-uitkeringen.

Pensioenen

De structurele verhoging van het salaris is pensioengevend met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018. In tegenstelling tot de ABP-regeling wordt het pensioengevend salaris in de Appa-regeling met terugwerkende kracht naar 1 juli 2018 aangepast.

Reeds ingegane Appa pensioenen worden echter aangepast overeenkomstig de stijgingen (indexatie) van de ABP-pensioenen. Dat betekent dat deze salarisaanpassing geen effect heeft op al lopende pensioenuitkeringen.

5. Eénmalige uitkering wethouders

In het arbeidsvoorwaardenakkoord sector Rijk is afgesproken dat alle medewerkers die op 1 januari 2019 een aanstelling binnen de sector Rijk hebben, in januari 2019 een eenmalige uitkering van € 450,– ontvangen bij een formele gemiddelde arbeidsduur van 36 uur. Medewerkers met een andere formele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur ontvangen een uitkering naar rato.

Medewerkers die op 1 januari 2019 geen bezoldiging ontvangen, hebben geen aanspraak op de éénmalige uitkering, tenzij er sprake is van buitengewoon verlof van maximaal zes weken.

In artikel 3, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat indien aan het personeel in de sector Rijk een éénmalige uitkering wordt toegekend, de wethouder een uitkering op gelijke voet ontvangt.

Gelet op deze bepaling en als gevolg van bovengenoemd overleg hebben de wethouders die op peildatum 1 januari 2019 wethouder zijn aanspraak op een éénmalige bruto uitkering van € 450,–. De uitkering is naar rato van de door de gemeenteraad voor de wethouder vastgestelde tijdsbestedingsnorm.

Doorwerking éénmalige uitkering naar uitkeringen en pensioenen

Uitkeringen

Alleen de structurele verhogingen van het salaris (dus niet de éénmalige uitkering van € 450,–) werken op basis van artikel 133, derde lid, van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) door naar al ingegane Appa-uitkeringen.

Pensioenen

De éénmalige uitkering is pensioengevend. Reeds ingegane Appa pensioenen worden aangepast overeenkomstig de stijgingen (indexatie) van de ABP-pensioenen. Dat betekent dat de éénmalige uitkering geen effect heeft op al lopende pensioenuitkeringen.

6. Gevolgen individueel keuzebudget (IKB) voor wethouders

In de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018–2020) is afgesproken om met ingang van 1 januari 2020 een individueel keuzebudget (IKB) in te voeren. Het budget bestaat uit geld en tijd. Deze elementen zijn naar wens uitwisselbaar. Het IKB zal onder meer worden opgebouwd uit de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering. Bepaald zal worden dat maandelijks een proportioneel deel van deze uitkeringen aan het IKB van de medewerker wordt toegevoegd.

Dat betekent dat vakantie-uitkering niet meer in mei wordt uitbetaald en dat ook de eindejaarsuitkering niet meer in november wordt uitbetaald.

Politieke en bestuurlijke functies zijn taakfuncties en niet zoals bij (overheids)werknemers urenfuncties met een vastgesteld aantal te werken uren per week of per jaar. Politieke ambtsdragers hebben dan ook geen vastgelegde werktijdenregeling noch de daarop gebaseerde verlofaanspraken zoals vakantieverlof.

Een individueel keuzebudget is voor wethouders dus niet mogelijk.

Wel moet nog worden bezien welke gevolgen deze afspraken voor de sector Rijk hebben voor de uitbetaling van de vakantie- en eindejaarsuitkering voor de wethouders. Op een later moment wordt hierop teruggekomen.

7. Tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor de raadsleden

Onlangs is in de arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk (2018–2020) voor het personeel in de sector Rijk afgesproken dat met ingang van 1 juli 2018 de salarisbedragen structureel worden verhoogd met 3,0%. Deze verhoging komt in september 2018 met terugwerkende kracht tot uitbetaling, ook voor de medewerkers die sinds 1 juli 2018 uit dienst zijn getreden. Met ingang van 1 juli 2019 worden de salarisbedragen met 2,0% verhoogd. Met ingang van 1 januari 2020 worden de salarisbedragen met 2,0% verhoogd.

In artikel 11, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat een raadslid ten laste van de gemeente een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering ontvangt.

In het tweede lid van artikel 11 van het rechtspositiebesluit is bepaald dat het bedrag van deze tegemoetkoming wijzigt overeenkomstig de wijzigingen die de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk ondergaat.

Concreet betekent dit voor de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor raadsleden, dat dit bedrag met terugwerkende kracht tot 1 juli 2018 wordt gewijzigd in € 107,10 per jaar (was € 103,98 per jaar). Met ingang van 1 juli 2019 wordt de tegemoetkoming gewijzigd in € 109,24 per jaar. Met ingang van 1 januari 2020 wordt de tegemoetkoming gewijzigd in € 111,42 per jaar.

De verhoging per 1 juli 2018 van de tegemoetkoming moet ook met terugwerkende kracht worden betaald aan raadsleden die sinds 1 juli 2018 het raadslidmaatschap hebben verlaten.

8. Vragen en informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers kunt u vinden op de volgende internetsite: www.politiekeambtsdragers.nl. Op deze site vindt u alle actuele wet- en regelgeving, circulaires en brochures over politieke ambtsdragers voor het Rijk, de provincie, de gemeente, de waterschappen en ook voor het Koninkrijk en de BES-eilanden voor zover deze afkomstig is van het Ministerie van BZK. U vindt hier dus niet de modelverordeningen van de VNG of de gemeentelijke of provinciale verordeningen.

Voor eventuele nadere vragen kunt u ook contact opnemen met het Ministerie van BZK via postbus.helpdeskpa@minbzk.nl.

Naar boven