Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 20 augustus 2018, nr. MinBuZa.2018.1527-31 houdende beperkende maatregelen in verband met de situatie in de Republiek der Maldiven (Sanctieregeling Maldiven 2018)

De Minister van Buitenlandse Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Financiën;

Gelet op Verordening (EU) nr. 2018/1001 van de Raad van de Europese Unie van 16 juli 2018 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven (PbEU 2018, L 180);

Gelet op Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78);

Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, eerste en tweede lid, artikel 7, eerste lid, en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 2018/1001 van de Raad van de Europese Unie van 16 juli 2018 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven (PbEU 2018, L 180).

  • 2. Het verbod te handelen in strijd met artikel 2, eerste lid en tweede lid, van Verordening (EU) nr. 2018/180, geldt niet in gevallen waarin artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, of artikel 6 van Verordening (EU) nr. 2018/1001 van toepassing is.

Artikel 2

  • 1. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, en artikel 7, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2018/1001 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard.

  • 2. De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, en artikel 7, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2018/1001 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen of informatie anders dan van financiële aard.

Artikel 3

In de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 wordt na artikel 1b een nieuw artikel ingevoegd, luidend:

Artikel 1c

Het verbod tot overtreding van artikel 4, eerste lid, onder a en b, tweede lid en de leden 2bis, 2bisbis en 2ter, van Verordening (EU) nr. 833/2014, op grond van artikel 1a strekt zich tevens uit tot het verlenen van tussenhandeldiensten met betrekking tot goederen en technologie vermeld in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Maldiven 2018.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

TOELICHTING

Op 16 juli 2018 heeft de Raad van de Europese Unie Besluit (GBVB) 2018/10061 betreffende beperkende maatregelen in verband met de situatie in de Republiek der Maldiven vastgesteld. De Raad nam op 26 februari 2018 conclusies aan waarin hij met bezorgdheid nota nam van de situatie in de Republiek der Maldiven (‘de Maldiven’) ten aanzien van de politiek gemotiveerde arrestaties, de bemoeienissen met het werk van het hooggerechtshof van de Maldiven en de tegen magistraten en rechters getroffen maatregelen.

De blijvende bezorgdheid van de Raad over de aanhoudende verslechtering van de rechtsstaat en de mensenrechten in de Maldiven, met name in de aanloop naar de presidentsverkiezingen, zijn de reden voor de voorgestelde gerichte beperkende maatregelen. Het betreffen sancties ten aanzien van personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het ondermijnen van de rechtsstaat of een belemmering vormen voor een inclusieve politieke oplossing in de Maldiven, alsmede ten aanzien van personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van de mensenrechten.

De beperkende maatregelen voorzien in reisbeperkingen van vorenbedoelde personen en in de bevriezing van tegoeden en economische middelen van deze personen en entiteiten. De namen zullen worden opgenomen in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2018/1006 en in een van de bijlagen bij Verordening (EU) nr. 2018/10012.

Aangezien voor het toepassen van reisbeperkingen geen aanvullende regelgeving nodig is, volstaat de onderhavige regeling met de implementatie van de bevriezingsmaatregelen vastgesteld in Verordening (EU) nr. 2018/1001.

Van de bevriezingsmaatregel kan bij de Minister van Financiën of, voor zover het betreft economische middelen de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ontheffing worden gevraagd teneinde te voorzien in de primaire levensbehoeften of voor het doen van buitengewone uitgaven. Voorts voorziet artikel 5 van Verordening (EU) nr. 2018/1001 in de mogelijkheid om bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven voor uitgaven die verband houden met verplichtingen die betrokkene is aangegaan voordat de bevriezingsmaatregel op diens tegoeden en middelen van toepassing werd.

Voor meer informatie over de beperkende maatregelen jegens de Republiek der Maldiven zij verwezen naar de website www.rijksoverheid.nl/sancties.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om een omissie in de Sanctieregeling terriroriale integriteit Oekraïne 2014 te herstellen. Per abuis is het verbod om tussenhandeldiensten te leveren met betrekking tot militaire goederen, neergelegd in Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen (Pb 2014, L78) niet verwerkt in Verordening (EU) nr. 833/2014 van de Raad van de Europese Unie van 31 juli 2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (Pb L 229). In afwachting van aanpassing van de verordening voorziet artikel 3 van de onderhavige regeling in een aanvulling van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014, waardoor het verrichten van de bedoelde tussenhandeldiensten binnen het bereik van de strafbepalingen van de Sanctieregeling territoriale integriteit Oekraïne 2014 valt.

Ten slotte kan worden gemeld dat de onderhavige regeling strekt tot naleving van internationale verplichtingen en dat uit dien hoofde inwerkingtreding niet plaatsvindt conform de Vaste Verander Momenten-systematiek.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
1

Besluit (GBVB) 2018/1006 van de Raad van de Europese Unie van 16 juli 2018 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven (PbEU 2018, L 180)

X Noot
2

Verordening (EU) nr. 2018/1001 van de Raad van de Europese Unie van 16 juli 2018 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in de Republiek der Maldiven (PbEU 2018, L 180)

Naar boven