Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 augustus 2018, nr. MBO/1335781, houdende regels tot aanwijzing van een getuigschrift waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de vastgestelde bekwaamheidseisen voor onderwijsondersteunend personeel (Regeling aanwijzing getuigschrift voor onderwijsondersteunende werkzaamheden van instructeurs beroepsonderwijs)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

besluit:

Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel;

WEB:

Wet educatie en beroepsonderwijs;

WHW:

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 2. Aanwijzing getuigschrift

Als getuigschrift, bedoeld in artikel 4.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de WEB wordt aangewezen:

  • a. een getuigschrift als bedoeld in artikel 7.11, tweede lid, van de WHW van een met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van een aan een instelling voor hoger onderwijs verbonden opleiding gericht op het verwerven van de bekwaamheidseisen, die in artikel 3.3 van het besluit zijn vastgesteld;

  • b. een getuigschrift als bedoeld in artikel 4.2.1, tweede lid, onderdeel b, van de WEB;

  • c. een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de WHW; en

  • d. een getuigschrift als bedoeld in artikel 7.11, tweede lid, van de WHW van een met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van een van de volgende opleidingen, die aan een hogeschool is verbonden, en behaald voor het eerstvolgende besluit tot het verlenen van accreditatie, bedoeld in artikel 5a.9 van de WHW, van die opleiding dat de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie heeft genomen na 1 augustus 2018:

    • i. 80045 onderwijsondersteuner Gezondheidszorg en Welzijn

    • ii. 80046 onderwijsondersteuner Mechanische Techniek I en II

    • iii. 80047 onderwijsondersteuner Motorvoertuigentechniek I en II

    • iv. 80048 onderwijsondersteuner Electrotechniek I en II

    • v. 80049 onderwijsondersteuner Bouwtechniek I en II

    • vi. 80050 onderwijsondersteuner Installatietechniek I en II

    • vii. 80051 onderwijsondersteuner Techniek

    • viii. 80052 onderwijsondersteuner Consumptieve techniek I en II

    • ix. 80060 onderwijsondersteuner Omgangskunde

    • x. 80061 onderwijsondersteuner Werktuigbouwkunde I en II

    • xi. 80062 onderwijsondersteuner Bouwkunde I en II

    • xii. 80063 onderwijsondersteuner Informatie en Communicatietechnologie I en II

    • xiii. 80064 onderwijsondersteuner educatie en kennismanagement groene sector

    • xiv. 80098 onderwijsondersteuner Technisch beroepsonderwijs

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 augustus 2018.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing getuigschrift voor onderwijsondersteunende werkzaamheden van instructeurs beroepsonderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

Op 1 augustus 2018 is artikel I van het Besluit van 9 april 2018 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband met de vaststelling van bekwaamheidseisen voor onderwijsondersteunende werkzaamheden van instructeurs beroepsonderwijs (Besluit bekwaamheidseisen instructeurswerkzaamheden beroepsonderwijs)(Stb. 2018, 123) in werking getreden.1 Met dit besluit wordt het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel gewijzigd en worden de wettelijke bekwaamheidseisen toegevoegd voor onderwijsondersteunend personeel dat werkzaamheden verricht in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) die rechtstreeks verband houden met het onderwijsleerproces. Deze werkzaamheden zijn in artikel 3.2 van genoemd besluit aangewezen als:

  • 1. het geven van instructie aan deelnemers met het oog op het verwerven van beroepsvaardigheden en

  • 2. het begeleiden van deelnemers binnen onderdelen van de beroepsopleiding die betrekking hebben op de beroepspraktijk tijdens de begeleide onderwijsuren, bedoeld in artikel 7.2.7, zesde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs

In deze regeling worden deze werkzaamheden verder aangeduid als instructeurswerkzaamheden. De wettelijke eisen worden gesteld voor vakinhoudelijke, pedagogisch- en didactische bekwaamheden. Dit betekent dat de instructeurswerkzaamheden vanaf 1 augustus 2018 gereglementeerde beroepswerkzaamheden zijn. Anders dan voor de leraren en docenten zijn met genoemd besluit bekwaamheidseisen vastgesteld voor werkzaamheden en niet voor een bepaalde functie. In voornoemd besluit wordt deze onderwijsondersteuners aangeduid als instructeur, maar instellingen mogen een andere functiebenaming hanteren. Dit laat onverlet dat het bevoegd gezag van een instelling ervoor moet zorgdragen dat deze werkzaamheden uitsluitend verricht worden door personeel dat over de vereiste bekwaamheden beschikt.

Aanwijzing getuigschriften op grond van artikel 4.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Web

In deze regeling worden de getuigschriften aangewezen waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen voor instructeurswerkzaamheden.

In onderdeel a van artikel 2 zijn de opleidingen in het hoger onderwijs opgenomen die leiden tot een getuigschrift waarmee kan worden aangetoond dat (ook) wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen voor instructeurswerkzaamheden. Met het van kracht worden van het besluit bekwaamheidseisen instructeurswerkzaamheden beroepsonderwijs wordt artikel 7.6, eerste lid, in samenhang met artikel 7.11, tweede lid, onderdeel c, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) van belang voor die opleidingen. Daarin is bepaald dat indien een instelling een opleiding aanbiedt, gericht op een bepaald beroep, waarvoor wettelijke vereisten zijn gesteld ten aanzien van de kennis, het inzicht en de vaardigheden die betrokkenen zich op grond van de opleiding tot dat beroep moeten hebben verworven, het instellingsbestuur ervoor zorgdraagt dat een student de gelegenheid krijgt aan die eisen te voldoen.

In onderdeel b zijn de getuigschriften opgenomen voor docenten; met deze getuigschriften kan tevens aangetoond worden dat aan de bekwaamheidseisen voor de instructeurswerkzaamheden wordt voldaan.

In onderdeel c zijn de getuigschriften, bedoeld in artikel 4.2.5 van de WEB opgenomen. Hieruit blijkt dat betrokkene voldoet aan de pedagogisch-didactische kennis, inzicht en vaardigheden, zoals vastgesteld voor het uitoefenen van het docentschap in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en afgegeven door een instelling voor hoger onderwijs.

In onderdeel d zijn de getuigschriften opgenomen van de associate degree opleidingen in het hoger onderwijs die gericht zijn op het beroep van onderwijsondersteuner/instructeur. Voor 1 augustus 2018 waren geen bekwaamheidseisen vastgesteld voor instructeurswerkzaamheden. Om die reden is op getuigschriften van bepaalde opleidingen niet vermeld dat aan het getuigschrift de bevoegdheid is verbonden instructeurswerkzaamheden uit te voeren omdat die opleidingen op grond van artikel 7.11, tweede lid, onderdeel c, van de WHW daar nog niet op zijn beoordeeld. Omdat deze getuigschriften wel gericht zijn op instructeurswerkzaamheden, geven de getuigschriften van deze specifieke opleidingen, die behaald zijn voordat de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) heeft besloten op een hernieuwde aanvraag tot accreditatie (verlenging accreditatie), toegang tot het verrichten van de onderwijsondersteunende werkzaamheden waarvoor thans bekwaamheidseisen zijn vastgesteld. Bij de eerstvolgende beoordeling van de hernieuwde accreditatieaanvraag (een accreditatiebesluit vervalt 6 jaar na inwerkingtreding van dat besluit) zal de NVAO bezien of de opleiding voldoende is gericht op het voldoen aan de bekwaamheidseisen, respectievelijk beoordelen of in het examen dat voldoende wordt getoetst. Indien dat niet het geval is zal dat gevolgen hebben voor die opleiding (verbetertermijn voor aanpassing van het curriculum aan de bekwaamheidseisen voor een instructeur beroepsonderwijs of verlies van accreditatie). Vanaf dat moment geldt het regime zoals beschreven in onderdeel a.

Overige getuigschriften

Naast de met deze regeling aangewezen getuigschriften kan ook op een andere wijze worden aangetoond dat aan de bekwaamheidseisen wordt voldaan:

  • 1. Door migrerende personen met een buitenlands diploma kan op grond van de Regeling erkenning EU-beroepskwalificaties onderwijspersoneel een erkenning aangevraagd worden van een beroepskwalificatie behaald in een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland voor de uitoefening van de in het besluit aangewezen instructeurswerkzaamheden. Deze erkenning kan aangevraagd worden bij DUO:

    https://duo.nl/particulier/buitenlands-diploma-in-nederland/werken-in-het-onderwijs.jsp

  • 2. Artikel 3.10, onder b, van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel betreft een getuigschrift waaruit blijkt dat een opleiding tot pedagogisch- en didactische bekwaamheden als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onderdelen b en c, met goed gevolg is afgerond. Voor het mbo is een kwalificatie instructeur mbo ontwikkeld en vastgesteld waarin de pedagogische- en didactische bekwaamheden zijn opgenomen. Deze kwalificatie maakt deel uit van de kwalificatiestructuur van het mbo. Bij deze (specialisten)opleiding is aangeven dat de opleiding aan de wettelijke beroepsvereisten van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voldoet.

Administratieve lasten

Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten omdat deze regeling uitsluitend getuigschriften aanwijst.

Uitvoering en handhaafbaarheid

De Dienst Uitvoering Onderwijs(DUO) acht deze regeling uitvoerbaar. De Inspectie van het Onderwijs acht de regeling handhaafbaar.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Naar boven