Verkeersbesluit in verband met het openstellen voor vrachtauto’s van de B-buis van de Beneluxtunnel (in zuidelijke richting).

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Zuid-Holland

 

 

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

 

Juridisch kader

De Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW).

 

Vereiste van besluit

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het BABW genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden, voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

 

Aangezien het hier een weggedeelte betreft die onder beheer zijn van het Rijk, ben ik ingevolge artikel 18, eerste lid onder a, van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd dit besluit te nemen.

 

Belangenafweging en motivering

De Beneluxtunnel in de A4 omvat in zuidelijke richting twee buizen (A en B). Dit zijn de twee oorspronkelijke buizen die tot 2002 voor beide richtingen gebruikt werden. Bij realisatie van de tweede Beneluxtunnel in 2002 werd de (linker) B-buis geschikt gemaakt voor gebruik in zuidelijke richting. Sindsdien gold er een vrachtwagenverbod, omdat de verkanting nog gebaseerd was op de oorspronkelijke noordelijke richting en een te hoog risico vormde voor te hoge voertuigen.

 

Vanuit de omgeving is de vraag gesteld of de B-buis kan worden opengesteld voor vrachtverkeer. De verkeersstromen zijn na openstelling van A4 tussen Delft en Schiedam, eind 2015, immers gewijzigd. Vrachtverkeer komende uit Ketheltunnel dient verplicht twee rijstroken op te schuiven naar de (rechter) A-buis.

 

Uit de meest recente doorrijprofielen is gebleken dat de hoogte van de B-buis geen belemmering vormt voor openstellen vrachtverkeer.

 

Vanaf 2 oktober 2017 is de B-buis van de Beneluxtunnel, bij wijze van proef, opengesteld voor vrachtverkeer. Deze proef heeft geen nadelig effect gehad op de doorstroming en de veiligheid.

 

 

 

Procedure

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met bevoegd gezag (gemeente Rotterdam) en de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. De bekendmaking van dit besluit zal worden gepubliceerd in de gemeente Rotterdam.

 

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

BESLUIT

Op grond van bovenstaande overwegingen besluit ik om bord model C7 uit bijlage 1 van het RVV 1990 te verwijderen bij de B-buis van de Beneluxtunnel.

 

 

MEDEDELINGEN:

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid

N.C.Knaap

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat en gezonden aan Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE te Utrecht.

 

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. naam en adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt;

d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

 

Voorlopige voorziening

Indien een bezwaarschrift is ingediend is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de rechtbank (sector Bestuursrecht) binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

a. de naam en het adres van de verzoeker;

b. de dagtekening;

c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum en nummer of kenmerk van het besluit;

d. de gronden van het verzoek (motivering).

 

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overlegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijld spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na de indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

 

Als burger kunt u ook digitaal een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de hiervoor vermelde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de hiervoor vermelde internetsite voor de precieze voorwaarden.

Expeditie

Afschrift van dit besluit is gezonden aan:

- Politie Rotterdam-Rijnmond, de Verkeerspolitie, t.a.v. de heer J. van Rossen, Postbus 70023, 3000 LD Rotterdam.

- College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam.

- Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Wilhelminakade 947, 3072 AP Rotterdam.

- Provincie Zuid-Holland, District landelijk gebied, Postbus 90602,

2509 LP Den Haag.

Naar boven