Besluit tot het vaststellen van afspraken ten aanzien van de medische keuring executieve functies met specifieke inzetbaarheid

Gelet op:

  • Artikel 7 lid 2 onder d, lid 5 en lid 6 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • De overeenstemming in het GOP van 5 april 2018 om een beleidskader op te stellen ten aanzien van medische keuring voor executieve functies met specifieke inzetbaarheid.

Overwegende dat:

  • Indien aan de vervulling van de functie, dan wel voor bepaalde inzetten binnen de functie bijzondere functie-eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld, betrokkene wordt onderworpen aan een medische keuring;

  • De korps medisch adviseur adviseert over de bijzondere functie-eisen en de belastbaarheidseisen en over de inhoud van de medische (aanstellings-)keuring voor de inzet in functies waar sprake is van deze bijzondere functie-eisen;

  • Dit advies voor het bevoegd gezag leidend is voor de vraag of een medische keuring is vereist.

Besluit tot vaststelling van het volgende:

Ten aanzien bijzondere functie-eisen en belastbaarheidseisen:

  • Op de door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen vakgebieden die passend zijn voor specifieke inzetbaarheid gelden alleen bijzondere functie-eisen voor de functies binnen het vakgebied Forensische Opsporing en voor de Operationeel Specialist met inzet Forensische Opsporing;

  • De bijzondere functie-eisen alsmede de daarbij behorende belastbaarheidseisen zijn opgenomen in het overzicht bijzondere functie-eisen, inzetten en belastbaarheidseisen, die als bijlage is opgenomen bij dit besluit.

Ten aanzien van de procedure medische keuring:

  • De teamchef vergelijkt de inzet van de medewerker met de inzet zoals deze is omschreven in het overzicht en bepaalt op basis daarvan voorafgaand aan de openstelling van de vacature of de medische keuring noodzakelijk is;

  • De inzet van de medewerker wordt bepaald door vanuit de functie te kijken naar het karakter van de te verrichten werkzaamheden zoals opgenomen in het bedrijfsvoeringsplan en de organisatie van het werk in de afdelingen en teams. Dit houdt in dat voor vergelijkbare teams met gelijke taakstelling dezelfde eisen zullen gelden;

  • Het bevoegd gezag bewaakt dat voor gelijksoortige werkzaamheden dezelfde eisen worden gesteld door dit voor de verschillende werkzaamheden, afdelingen en teams vast te leggen;

  • De medische keuring vindt plaats nadat alle overige beoordelingen van de geschiktheid van betrokkene hebben plaatsgevonden en het bevoegd gezag op grond daarvan voornemens is betrokkene op de functie aan te stellen;

  • De medische keuring geschiedt door een door het bevoegd gezag aangewezen geneeskundige, niet zijnde de behandelend arts van betrokkene, met inachtneming van de vereisten die in bijgaand overzicht zijn opgenomen;

  • De medische keuring wordt verricht voorafgaande aan een met betrekking tot de betrokkene in te stellen onderzoek als bedoeld in artikel 8a van het Barp of veiligheidsonderzoek als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a van de Wet op de veiligheidsonderzoeken;

  • De uitslag van de medische keuring wordt de betrokkene zo spoedig mogelijk meegedeeld;

  • De kosten van de medische keuring komen ten laste van het bevoegd gezag;

  • Indien aan de medische keuring voor de betrokkene een negatieve gevolgtrekking dan wel een positieve gevolgtrekking onder bepaalde bedenkingen wordt verbonden, heeft hij of zij recht op een herkeuring aan de hand van de vereisten die in bijgaand overzicht zijn opgenomen;

  • De betrokkene maakt zijn wens daartoe met reden omkleed aan het bevoegd gezag kenbaar binnen twee weken nadat de genoemde gevolgtrekking aan hem is meegedeeld;

  • In geval van herkeuring wordt de door het bevoegd gezag te nemen beslissing omtrent de aanstelling uitgesteld totdat de uitslag van de herkeuring aan het bevoegd gezag is meegedeeld;

  • De herkeuring geschiedt door een commissie van drie geneeskundigen;

  • Het bevoegd gezag en de betrokkene wijzen elk een geneeskundige aan voor de commissie. Deze geneeskundigen wijzen een derde geneeskundige voor de commissie aan;

  • De geneeskundige die de eerste medische keuring heeft verricht en de behandelend arts van betrokkene maken geen deel uit van de commissie;

  • De kosten van de herkeuring komen ten laste van het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag kan van de betrokkene een redelijke bijdrage verlangen.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na datum uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2018.

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel medische keuring executieve functies met specifieke inzetbaarheid’.

Aldus vastgesteld te Den Haag, 25 juli 2018

De korpschef van politie, namens deze H.P. van Essen plaatsvervangend korpschef

BIJLAGE BIJ BELEIDSREGEL MEDISCHE KEURING EXECUTIEVE FUNCTIES MET SPECIFIEKE INZETBAARHEID

Overzicht bijzondere functie-eisen, inzetten en belastbaarheidseisen Forensische Opsporing

Bijzondere functie-eisen en inzetten

Belastbaarheidseisen

Nadere uitwerking belastbaarheidseisen, onderzoeksmethoden en normeringen

Klauteren en klimmen

Inzet:

– Bij het werken op een PD waar dit kan voorkomen

Geen beperking om te klauteren en/of klimmen door

– Beperkingen aan het bewegingsapparaat

– Klachten of aandoeningen die het bewustzijn beïnvloeden

– Klachten/aandoeningen die invloed hebben op het evenwicht dan wel evenwichtsorgaan

– Gebruik van medicatie die het bewustzijn negatief kan beïnvloeden

– Vragenlijst gericht op klachten en beperkingen van armen, benen en rug, gezichtsvermogen, hoogtevrees, wegrakingen, flauwvallen, duizeligheid, evenwichtsstoornissen en gebruik medicatie

Overige eisen:

– Geen duidelijke cardiale beperkingen zoals:

– decompensatio cordis vanaf NYHA-klasse 2 (= probleemloos in rust maar normale fysieke activiteit resulteert in vermoeidheid, hartkloppingen, dyspnoe of angineuze pijn)

– angina pectoris vanaf NYHA-klasse 3 (= klachten bij normale dagelijkse activiteiten) – ritmestoornissen

– Geen bewustzijnsdalingen of evenwichtsstoornissen.

– De volgende specifieke eisen zijn in dit opzicht van belang:

– bij type I diabetes: een goede instelling blijkend uit de HbA1c-waarde, zelfcontrole, ziekte-inzicht, hypo-herkenning, de vaardigheid om de insulinedosering aan te passen

– bij epilepsie: minimaal twee jaar aanvalsvrij

– geen gebruik van psychofarmaca die het bewustzijn kunnen beïnvloeden

– geen syndroom of ziekte van Menière

– visus met eventuele correctie, van beide ogen tezamen ≥ 0,8 D2

Besturen van een voertuig

Inzet:

– Bij inzet als 1e lijns VOA (VOA PD onderzoekers)

Geen beperkingen om (met spoed) een voertuig te besturen door:

– Beperkingen aan het bewegingsapparaat

– Klachten van het bewustzijn of aandoeningen die het bewustzijn beïnvloeden.

– Vragenlijst gericht op goed kunnen gebruiken van armen en benen, gezichtsvermogen, wegrakingen, flauwvallen, duizeligheid en gebruik van medicatie.

Overige eisen:

– Geen bewustzijnsdalingen of evenwichtsstoornissen.

– De volgende specifieke eisen zijn in dit opzicht van belang:

– bij type I diabetes: een goede instelling blijkend uit de HbA1c-waarde, zelfcontrole, ziekte-inzicht, hypo-herkenning, de vaardigheid om de insulinedosering aan te passen

– bij epilepsie: minimaal twee jaar aanvalsvrij

– geen gebruik van psychofarmaca die het bewustzijn kunnen beïnvloeden

– geen syndroom of ziekte van Menière

– visus met eventuele correctie, van beide ogen tezamen ≥ 0,8 D2

Gevaarlijke stoffen

Inzet:

– Bij inzet op PDs met een kans op blootstelling aan prikkelende stoffen

Het hebben van een normale longfunctie, rekening houdend met leeftijd en geslacht

Vragenlijst gericht op aanwezigheid verhoogde prikkelbaarheid luchtwegen.

Onderzoek: Spirometrie, uitslag moet passen bij leeftijd en geslacht.

Waakzaamheid en oordeelsvermogen

Inzet:

– Bij het werken op een PD waar dit van toepassing kan zijn (de belastbaarheidseisen kunnen variëren per inzet)

– Geen beperking van het gezichtsvermogen om details waar te nemen en te lezen op een afstand van minder dan 60 cm

– Geen beperking van het gezichtsvermogen op een afstand groter of gelijk aan 60 cm

– Geen beperking in het perifere gezichtsveld

– Geen beperking door onvoldoende gezichtsvermogen in schemering of donkere omstandigheden

– Geen beperking in het kunnen onderscheiden van kleuren die voor de functie van belang zijn

– Geen beperking om menselijke spraak waar te nemen en interpreteren

– Geen beperkingen om zich verstaanbaar te maken

– Geen beperking om geluid te kunnen lokaliseren

– Geen beperking bij het kunnen onderscheiden en herkennen van geuren

– Geen beperking om tijdens een hele dienst, ongeacht het tijdstip van het etmaal prompt en adequaat informatie te beoordelen en (non)verbaal te reageren, een adequate staat van waakzaamheid, alertheid, oplettendheid en vigilantie kunnen opbrengen en handhaven en beslissingen kunnen nemen en beschikken over beslisvaardigheden gerelateerd aan zintuigelijke waarneming en cognitie.

– Vragenlijsten gericht op klachten van zien, horen, ruiken, aanwezigheid van slaapstoornissen, epilepsie, diabetes, psychiatrische aandoeningen en medicatiegebruik.

Zien:

Dichtbij: minimaal 0,2 LogMar

Ongestoorde visuele waarneming van objecten op een afstand van meer dan 60 centimeter:

– Visus met correctie: binoculair ≥ 1,0, slechtste oog ≥ 0,5*

– visus zonder correctie: beste oog ≥ 0,25

– geen diplopie

– gezichtsvelden: binoculair, horizontaal tot 90° temporaal beiderzijds

– schemerzien

– het kunnen onderscheiden van die kleuren die voor de functie van belang zijn: goede score op HRR-test of Ishihara-test; bij twijfel de Farnsworth D15-test

Horen:

Het kunnen waarnemen van geluid (menselijke spraak en andere vormen van geluid) dat informatie bevat die essentieel is voor een goede en veilige taakuitoefening: – voor het verstaan van spraak:

– voor het slechtste oor een gehoorverlies voor spraak in ruis van minder dan 3 dB (in S/N ratio)

– voor het horen van waarschuwingssignalen: voor het slechtste oor een verlies voor tonen van maximaal 40 dB voor de frequenties van 500 t/m 4.000 Hz, en het kunnen lokaliseren van een geluid binnen 45 graden

Ruiken:

Het kunnen onderscheiden van geuren. Positieve score op specifieke geurtest.

Waakzaamheid en vigilantie:

– geen klachten over concentratievermogen: bijvoorbeeld geen chronische toxische encephalopathie (CTE, ook wel OPS genoemd) vanaf type 2

– geen bewustzijnsdalingen of klachten hiervan:

– geen pathologische hypersomnolentie door slaapapnoesyndroom – geen narcolepsie

– bij type I diabetes: een goede instelling blijkend uit de HbA1c-waarde, zelfcontrole, ziekte-inzicht, hypo-herkenning, en vaardigheid om de insulinedosering aan te passen

– bij epilepsie: de eisen te stellen conform de groep 2 eisen in de Regeling Eisen Geschiktheid CBR (wordt ook gebruikt bij andere veiligheidsfuncties):

• Na een eerste epileptische aanval: permanent ongeschikt met als uitzondering: indien na één insult die niet behandeld wordt met medicatie, en er geen duidbare oorzaak is gevonden en geen epileptische EEG afwijkingen worden gevonden op het standaard-EEG, het slaaponthoudings-EEG en het slaap-EEG, is er sprake van ongeschiktheid tot twee jaar na de aanval.

• Na meer dan een aanval: permanent ongeschikt met als uitzondering: indien de medicatie is gestaakt en er na het staken van de medicatie geen epileptische EEG afwijkingen worden gevonden op het standaard-EEG, het slaaponthoudings-EEG en het slaap-EEG, is er sprake van ongeschiktheid tot vijf jaar na het staken van de medicatie minimaal twee jaar aanvalsvrij

– geen gebruik van psychofarmaca die de waakzaamheid of het oordeelsvermogen beïnvloeden

– geen levensbedreigende ritmestoornissen of andere risico’s op plotseling hartfalen

– psychische belastbaarheid:

• geen psychiatrische contra-indicaties (DSM4 criteria, depressie, gestoorde waarneming, verminderde zelfkritiek, hyperventilatie)

• geen alcohol- of drugsverslaving

Bij overlappende belastbaarheidseisen moet de zwaarste eis als beoordelingscriterium genomen worden.

Naar boven