Instelling tijdelijke gebieden met beperkingen ten behoeve van oefening Falcon Autumn (I), Ministerie van Defensie

14 augustus 2018

Nr. MLA/108/2018

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van 11 Luchtmobiele Brigade van de Koninklijke Landmacht van 11 juli 2018;

Gelet op artikel 9 juncto artikel 12 van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de oefening Falcon Autumn worden de volgende oefengebieden aangewezen als tijdelijk gebied met beperkingen (TGB’s), te noemen: TGB Veluwe, TGB Vlasakkers, TGB Coevorden, TGB Terwolde, TGB Twente en TGB Havelte.

  • 2. De tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s), genoemd in het eerste lid, worden begrensd door de volgende coördinaten en hoogten:

    TGB Veluwe

    van 52°13'59.79"N 005°38'00.54"E naar 52°22'27.10"N 005°40'18.17"E, naar 52°27'00.00"N 006°00'00.00"E, naar 52°23'00.00"N 005°50'00.00"E, naar 52°21'30.00"N 005°52'30.00"E, naar 52°22'55.10"N 005°56'30.75"E, naar 52°11'35.09"N 005°54'11.38"E, naar 52°12'05.96"N 005°51'26.74"E, naar 52°10'17.10"N 005°50'32.79"E, naar 52°11'30.00"N 005°47'00.00"E, naar 52°09'20.00"N 005°44'00.00"E en terug naar 52°13'59.79"N 005°38'00.54"E, van grondniveau tot 1500 ft AMSL (zie figuur 1);

    TGB Vlasakkers

    van 52°03'29.89"N 005°24'13.37"E naar 52°04'08.56"N 005°17'31.29"E, naar 52°08'27.45"N 005°15'03.25"E, naar 52°13'08.88"N 005°18'20.10"E, naar 52°12'30.40"N 005°21'53.09"E, naar 52°05'37.29"N 005°24'58.40"E en terug naar 52°03'29.89"N 005°24'13.37"E, van grondniveau tot 1500 ft AMSL (zie figuur 2).

    Coevorden

    een cirkelvormig gebied met een straal van zeven (7) nautische mijlen met als middelpunt coördinaat 52°38'36.22"N 006°43'38.96"E, het Duits verantwoordelijkheidsgebied uitgesloten, van grondniveau tot 1500 ft AMSL (zie figuur 3);

    TGB Terwolde

    van 52°15'29.19"N 005°54'58.00"E naar 52°21'14.33"N 005°56'12.10"E, naar 52°25'15.77"N 006°13'57.20"E, naar 52°20'46.78"N 006°13'38.60"E, naar 52°17'41.60"N 006°09'39.62"E, naar 52°17'24.33"N 005°58'28.90"E, naar 52°15'37.18"N 005°57'50.50"E en terug naar 52°15'29.19"N 005°54'58.00"E, van grondniveau tot 1500 ft AMSL (zie figuur 4);

    TGB Twente

    van 52°17'07"N 006°44'36"E naar 52°21'38"N 006°59'18"E, naar 52°18'49"N 007°02'37"E, langs de Nederlands-Duitse grens naar 52°16'18"N 007°01'55"E, naar 52°15'54"N 007°02'08"E, naar 52°10'37"N 006°47'19"E, naar 52°13'39"N 006°43'12"E en terug naar 52°17'07"N 006°44'36"E, van grondniveau tot 1500 ft AMSL (zie figuur 5);

    TGB Havelte

    een cirkelvormig gebied met een straal van vijf (5) nautische mijlen met als middelpunt coördinaat 52°47'08.94"N 006°10'35.71"E, van grondniveau tot 1200 ft AMSL (zie figuur 6).

    Figuur 1: TGB Veluwe

    Figuur 1: TGB Veluwe

    Figuur 2: TGB Vlasakkers

    Figuur 2: TGB Vlasakkers

    Figuur 3: TGB Coevorden

    Figuur 3: TGB Coevorden

    Figuur 4: TGB Terwolde

    Figuur 4: TGB Terwolde

    Figuur 5: TGB Twente

    Figuur 5: TGB Twente

    Figuur 6: TGB Havelte

    Figuur 6: TGB Havelte

  • 3. De tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s), genoemd in het eerste lid, worden ingesteld op de hieronder genoemde dagen en tijdstippen:

    TGB Veluwe

    woensdag 26 september 2018 van 09:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd;

    donderdag 27 september 2018 van 09:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd;

    vrijdag 28 september 2018 van 09:00 uur tot 17:00 uur lokale tijd;

    maandag 1 oktober 2018 van 10:00 uur tot 12:00 uur, van 15:00 uur tot 17:00 uur en van 19:00 uur tot 21:00 uur lokale tijd;

    dinsdag 2 oktober 2018 van 09:00 tot 23:00 uur lokale tijd;

    woensdag 3 oktober 2018 van 09:00 tot 23:00 uur lokale tijd;

    TGB Vlasakkers

    woensdag 3 oktober 2018 van 20:30 uur tot 23:59 uur lokale tijd;

    donderdag 4 oktober 2018 van 13:00 uur tot 16:00 uur en van 19:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd;

    vrijdag 5 oktober 2018 van 10:30 uur tot 15:00 uur lokale tijd;

    TGB Coevorden

    dinsdag 2 oktober 2018 van 14:00 uur tot 18:00 uur lokale tijd;

    woensdag 3 oktober 2018 van 13:00 uur tot 17:00 uur lokale tijd;

    TGB Terwolde

    dinsdag 2 oktober 2018 van 09:00 uur tot 13:00 uur lokale tijd;

    woensdag 3 oktober 2018 van 08:00 uur tot 12:00 uur lokale tijd;

    TGB Twente

    maandag 1 oktober 2018 van 10:00 uur tot 16:00 uur lokale tijd;

    dinsdag 2 oktober 2018 van 10:00 uur tot 16:00 uur lokale tijd;

    woensdag 3 oktober 2018 van 18:30 tot 21:00 uur lokale tijd;

    donderdag 4 oktober 2018 van 11:00 uur tot 13:30 uur en van 18:30 tot 23:59 uur lokale tijd;

    vrijdag 5 oktober 2018 van 09:00 uur tot 16:00 uur lokale tijd;

    TGB Havelte

    maandag 8 oktober 2018 van 14:00 uur tot 23:59 uur lokale tijd;

    dinsdag 9 oktober 2018 van 09:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd;

    woensdag 10 oktober 2018 van 09:00 uur tot 14:00 uur lokale tijd.

  • 4. De tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s), genoemd in het eerste lid, worden voor zover noodzakelijk en binnen de in het derde lid genoemde tijden dagelijks per NOTAM geactiveerd; opgave van de benodigde oefengebieden geschiedt door de uitvoerende eenheid aan de LVNL OPS Helpdesk, de Supervisor van MilATCC Schiphol, FDNO en AFMU op de dag voorafgaand aan de activatie van het oefengebied of de oefengebieden, opdat niet later dan 13:00 uur lokale tijd op de dag voorafgaand aan activatie de NOTAM wordt afgegeven.

Artikel 2

  • 1. Voor het gebruik van de in artikel 1, eerste lid, genoemde TGB’s gelden de volgende regels:

    • a. het uitvoeren van andere vluchten dan de bij de oefening betrokken vluchten in de TGB’s is niet toegestaan, met uitzondering van gecoördineerde vluchten door luchtvaartuigen die vooraf toestemming hebben verkregen van MilATCC Schiphol;

    • b. de aan de oefening deelnemende gezagvoerder en gezagvoerders van vluchten als genoemd in onderdeel a, dienen radiocontact te hebben met MilATCC Schiphol voor het binnenvliegen van de in artikel 1, eerste lid, genoemde TGB’s en dienen te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de genoemde LVL-instantie;

    • c. tijdens het vliegen binnen de TGB’s dienen de deelnemende gezagvoerders gebruik te maken van een SSR-transponder met mode S of modes A en C.

  • 2. Voor het gebruik van de in artikel 1, eerste lid, genoemde TGB’s gelden voor een Remotely Piloted Aircraft System (RPAS) de volgende aanvullende regels:

    • a. deconflictie van het RPAS met overig aan de oefening deelnemend verkeer wordt uitgevoerd door de oefenleiding;

    • b. tijdens de uitvoering van de vluchten met het RPAS worden de in het “Operations Manual” opgenomen beperkingen in acht genomen;

    • c. gedurende de uitvoering van de vluchten moeten aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden.

Artikel 3

  • 1. Binnen de in artikel 1, eerste lid, genoemde TGB’s bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte binnen de daglichtperiode voor helikopters 100 voet AGL of incidenteel zoveel lager als in verband met het doel van de vlucht noodzakelijk is. Voor transportvliegtuigen bedraagt de toegestane vlieghoogte binnen de daglichtperiode 600 voet AGL.

  • 2. Binnen de in artikel 1, eerste lid, genoemde TGB’s bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte buiten de daglichtperiode voor helikopters 300 voet AGL of incidenteel zoveel lager als in verband met het doel van de vlucht noodzakelijk is.

  • 3. Binnen de in artikel 1, eerste lid, genoemde TGB’s gelden, in aanvulling op de artikelen 7 en 10 juncto 12 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters, voorts de volgende regels:

    • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor de luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • b. het overvliegen van gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, en mensenverzamelingen wordt vermeden;

    • c. het overvliegen van bebouwing, met name ziekenhuizen en sanatoria, wordt zoveel mogelijk vermeden;

    • d. aanvliegroutes en -hoogten, alsmede oefenlocaties worden zodanig gekozen dat hinder voor de omgeving zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    • e. de vrijstelling van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn.

Artikel 4

Handelen in strijd met artikel 2, onderdeel a, van deze beschikking levert een strafbaar feit op ingevolge Besluit luchtverkeer 2014.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 26 september 2018 en vervalt met ingang van 11 oktober 2018.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon, Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Van woensdag 26 september 2018 tot en met woensdag 10 oktober 2018 vindt in de provincies Drenthe, Overijssel Gelderland en Utrecht een grote oefening plaats.

In het kader van de oefening Falcon Autumn wordt door helikopters van het Defensie Helikopter Commando (DHC) samengewerkt met eenheden van het Commando Landstrijdkrachten. De oefening zal zowel bij daglicht als buiten de daglichtperiode worden uitgevoerd.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen dan wel boven mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig dienen aan te houden en elders ten minste 50 meter (150 voet) boven grond of water.

Teneinde de oefening mogelijk te maken wordt voor de aan de oefening deelnemende gezagvoerders van het DHC binnen het nader aangewezen oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied binnen de corridors) ontheffing verleend van de vigerende minimum VFR-vlieghoogte. Gelijk de vrijstelling, vervat in artikel 7 van de Regeling minimum VFR-vlieghoogten en VFR-vluchten buiten de daglichtperiode voor militaire vliegtuigen en helikopters (hierna: de regeling), mag, indien door militaire helikopters, behorende tot of in gebruik bij de Nederlandse en bondgenootschappelijke strijdkrachten, wordt geoefend in het kader van operaties met niet-vliegende eenheden, op 100 voet of zoveel lager als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is, worden gevlogen. Dit betekent dat niet continu laag wordt gevlogen.

Voor VFR-vluchten buiten de daglichtperiode geldt overeenkomstig artikel 10, bezien in samenhang met artikel 12 van de regeling, dat militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen, dan wel mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van de helikopter dienen aan te houden en elders, buiten de gebieden, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de regeling, ten minste 100 meter (300 voet) boven grond of water of zoveel lager als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is. Aanvliegroutes en -hoogten, alsmede oefenlocaties worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Tot slot zij opgemerkt dat voor zover van toepassing binnen het oefengebied, genoemd in artikel 1, overeenkomstig de artikelen 10a, eerste lid, aanhef en onderdeel b, juncto 15aa, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen voor op afstand bestuurde luchtvaartuigen geldt, dat de vlucht wordt uitgevoerd tot een hoogte van maximaal 40 meter (131 voet) boven de grond of het water. Voor vluchten met modelvliegtuigen binnen het voornoemde gebied geldt overeenkomstig artikel 2, aanhef en onderdeel h, onder 2, van de Regeling modelvliegen dat vluchten zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 120 meter boven de grond of het water in luchtruim met klasse G, mits iemand met de bestuurder van het modelluchtvaartuig meekijkt om deze te kunnen waarschuwen voor luchtvaartuigen.

Verder wordt er gebruik gemaakt van transportvliegtuigen en worden de Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS) ingezet tijdens de oefenperiode. Ter bescherming van het aan de oefening deelnemende luchtverkeer is het noodzakelijk om de in de beschikking genoemde gebieden aan te wijzen als tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB) ex artikel 9 Besluit luchtverkeer 2014.

Deze gebieden zullen op de oefendagen niet permanent worden gebruikt en het is ook mogelijk dat zij afhankelijk van het oefenscenario helemaal niet worden gebruikt. Per dag wordt gekeken welke gebieden de daarop volgende dag moeten worden gesloten.

Naar boven