Verkeersbesluit verkeersmaatregelen voorrangsplein Oosterlandenweg IJsselmuiden

Kampen

Burgemeester en wethouders van de gemeente Kampen,

overwegende:

dat de gemeente Kampen werkzaamheden uitvoert ten behoeve van de uitbreiding van bedrijventerrein Spoorlanden in IJsselmuiden;

dat de uitbreiding plaatsvindt ten oosten van de Oosterlandenweg;

dat de ontsluiting van de uitbreiding van het bedrijventerrein plaatsvindt op de Oosterlandenweg, ter hoogte van het huidige kruispunt met de Spoorstraat;

dat een aanpassing van het kruispunt Oosterlandenweg met de Spoorstraat noodzakelijk is om alle verkeersbewegingen vlot en veilig te kunnen verwerken;

dat de gemeente Kampen onderzoek heeft gedaan naar de benodigde inrichting van het kruispunt Oosterlandenweg met de Spoorstraat, waarop ook de uitbreiding van het bedrijventerrein ontsluit;

dat uit dit onderzoek is gebleken dat de realisatie van een enkelstrooksrotonde onvoldoende capaciteit oplevert om in de toekomst het verkeersaanbod goed te kunnen verwerken;

dat uit dit onderzoek is gebleken dat een realisatie van een kruispunt met verkeerslichten of een rotonde met meerdere rijstroken vanwege het ruimtelijk beslag niet gewenst of niet mogelijk is;

dat uit dit onderzoek is gebleken dat een realisatie van een zogenaamd voorrangsplein een geschikte kruispuntvorm is voor deze locatie en dit kruispunttype aan de eisen en wensen van de gemeente Kampen voldoet;

dat op basis van het bovenstaande de gemeente Kampen besloten heeft het huidige voorrangskruispunt om te bouwen naar zogenaamd voorrangsplein;

dat de vormgeving van het voorrangsplein de functie van de Oosterlandenweg als gebiedsontsluitingsweg benadrukt;

dat gezien de uitbreiding van het bedrijventerrein ten oosten van de Oosterlandenweg de Oosterlandenweg vanaf het kruispunt met de Zwolseweg vrijwel geheel omsloten wordt door bebouwing;

dat de gemeente Kampen wenst dat de uitbreiding van het bedrijventerrein binnen de bebouwde kom van IJsselmuiden komt te liggen;

dat de gemeente Kampen van mening is dat de huidige weginrichting van de Oosterlandenweg niet voldoet aan de inrichtingskenmerken van een weg binnen de bebouwde kom;

dat uiterlijk bij het eerst volgende groot onderhoud aan de Oosterlandenweg de inrichting van de Oosterlandenweg wordt uitgevoerd conform de ontwerprichtlijnen die van toepassing zijn op een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom;

dat na deze herinrichting dan ook een kombesluit wordt opgesteld om de huidige bebouwde komgrens te verplaatsten;

dat door de toekomstige verplaatsing van de komgrens de maximumsnelheid op de Oosterlandenweg in de toekomst wordt verlaagd naar 50 km/uur;

dat het in verband met de verkeersveiligheid en het ontwerp van het voorrangsplein wenselijk is om ter hoogte van het voorrangsplein direct de maximumsnelheid te verlagen tot 50 km/uur;

dat dan ook op 100 meter ten noorden en ten zuiden van het voorrangsplein de maximumsnelheid wordt verlaagd tot 50 km/uur;

dat de voorrangssituatie zoals deze in de huidige situatie van kracht is, in de nieuwe situatie gelijk blijft, namelijk dat bestuurders op de Spoorstraat voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de Oosterlandenweg, bestuurders op de parallelweg van de Oosterlandenweg moeten daarnaast voorrang verlenen aan bestuurders op de Spoorstraat;

dat bestuurders vanaf de Spoorstraat ten oosten van de Oosterlandenweg, de weg op het nieuwe gedeelte van het bedrijventerrein, voorrang moeten verlenen aan bestuurders op de Oosterlandenweg;

dat bestuurders vanaf de nieuwe weg op de uitbreiding van het bedrijventerrein, gelegen parallel aan de Oosterlandenweg, voorrang moeten verlenen op bestuurders die rijden op de Spoorstraat ten oosten van de Oosterlandenweg, de weg op het nieuwe gedeelte van het bedrijventerrein;

dat de voorrangsregeling wordt aangegeven met verkeersborden en met haaientanden op het wegdek;

dat in de nieuwe situatie een breed middeneiland wordt aangebracht in de Oosterlandenweg;

dat dit middeneiland wordt voorzien van verkeersborden waaruit blijkt dat bestuurders het eiland moeten passeren aan de rechterzijde van de weg;

dat in het middeneiland voorsorteerstroken voor links afslaand verkeer worden aangebracht;

dat verkeer vanaf de Spoorstraat van beide zijden van de Oosterlandenweg dat linksaf wil slaan, eerst rechtsaf moet slaan en vervolgens via het voorsorteervak voor links afslaand verkeer een kerende beweging dient te maken;

dat de verplichte rijrichtingen met borden worden aangegeven;

dat de parallelweg van de Oosterlandenweg, het gedeelte tussen het kruispunt met de Trekvaart en het kruispunt met de Spoorstraat wordt ingericht als verplicht fiets-/bromfietspad in twee richtingen;

dat het pad ten zuiden van het kruispunt Oosterlandenweg - Spoorstraat, gelegen tussen de parallelweg Oosterlandenweg en de nieuwe weg op de uitbreiding van het bedrijventerrein wordt aangewezen als verplicht fiets-/bromfietspad in oostelijke richting;

dat het pad ten noorden van het kruispunt Oosterlandenweg - Spoorstraat, gelegen tussen de Spoorstraat op de uitbreiding van het bedrijventerrein en de parallelweg van de Oosterlandenweg wordt aangewezen als verplicht fiets-/bromfietspad in westelijke richting;

dat op de parallelweg van de Oosterlandenweg, het gedeelte tussen de Spoorstraat en het kruispunt met de Zwolseweg, in de huidige situatie een geslotenverklaring voor motorvoertuigen die niet sneller kunnen of mogen rijden dan 25 km/uur van kracht is en dat deze geslotenverklaring in de nieuwe situatie van kracht blijft;

dat in een separaat verkeersbesluit de tijdelijke verkeersmaatregelen zijn vastgesteld die voor de realisatie van het voorrangsplein benodigd zijn;

dat de betreffende straten in beheer en onderhoud zijn bij de gemeente Kampen;

dat bovengenoemde verkeersmaatregelen conform het gestelde in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 strekken tot: het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg;

dat gelet op het gestelde in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding is door het instellen van de hiervoor beschreven voorrangsregelingen, maar dat het belang hiervan als minder zwaarwegend wordt beoordeeld dan de hierboven beschreven zaken waartoe de verkeersmaatregelen in dit verkeersbesluit strekken;

dat dit verkeersbesluit in het kader van artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) is voorgelegd aan de politie wat heeft geleid tot een positief advies op het verkeersbesluit;

gelet op het bepaalde in artikel 15 en 18 Wegenverkeerswet en op het bepaalde terzake in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de Wegen­verkeerswet 1994.

besluiten:

• 1. Door middel van het plaatsen van verkeersborden B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief haaientanden een voorrangskruispunt in te stellen op het kruispunt Oosterlandenweg-Spoorstraat-Spoorstraat (nieuwe aansluiting), waarbij bestuurders die zich bevinden op de Spoorstraat en op de Spoorstraat nieuwe aansluiting voorrang moeten verlenen aan bestuurders die zich bevinden op de Oosterlandenweg;

• 2. Door middel van het plaatsen van verkeersborden B4, B5 en B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief haaientanden een voorrangskruispunt in te stellen op het kruispunt Spoorstraat (nieuwe aansluiting) – oostelijke parallelweg Oosterlandenweg, waarbij bestuurders die zich bevinden op de oostelijke parallelweg Oosterlandenweg voorrang moeten verlenen aan bestuurders die zich bevinden op de Spoorstraat (nieuwe aansluiting);

• 3. Door middel van het plaatsen van verkeersborden D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 op de Oosterlandenweg, het in beide rijrichtingen instellen van het gebod voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft (rechts), ter hoogte van het kruispunt met de Spoorstraat;

• 4. Door middel van het plaatsen van verkeersborden C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 ter hoogte van het middeneiland op de Oosterlandenweg, het in instellen van het gebod voor alle bestuurders om de rijrichting te volgen die op het bord staat aangeven (rechts) voor verkeer dat vanaf de Spoorstraat en de Spoorstraat nieuwe aansluiting de Oosterlandenweg nadert;

• 5. Door middel van het plaatsen van de verkeersborden G12a van bijlage 1 van het RVV 1990 met onderbord de parallelweg van de Oosterlandenweg, het gedeelte tussen het kruispunt met de Trekvaart en het kruispunt met de Spoorstraat, aan te wijzen als verplicht tweerichtingen fiets-/bromfietspad;

• 6. Door middel van het plaatsen van de verkeersborden G12a van bijlage 1 van het RVV 1990 het pad ten zuiden van het kruispunt Oosterlandenweg - Spoorstraat, gelegen tussen de parallelweg Oosterlandenweg en de nieuwe weg op de uitbreiding van het bedrijventerrein, aan te wijzen als verplicht fiets-/bromfietspad in oostelijke richting;

• 7. Door middel van het plaatsen van de verkeersborden G12a van bijlage 1 van het RVV 1990 het pad ten noorden van het kruispunt Oosterlandenweg - Spoorstraat, gelegen tussen de Spoorstraat (nieuwe aansluiting) en de parallelweg van de Oosterlandenweg, aan te wijzen als verplicht fiets-/bromfietspad in westelijke richting;

• 8. Door middel van het plaatsen van de verkeersbord G12a van bijlage 1 van het RVV 1990 het pad gelegen ten zuiden van Spoorstraat (nieuwe aansluiting) aan te wijzen als verplicht fiets-/bromfietspad in oostelijke richting;

• 9. Door middel van het plaatsen van de verkeersborden A1 (50) en A2 (50) van bijlage 1 van het RVV 1990 het snelheidsregime op de Oosterlandenweg te verlagen tot 50 km/uur circa 100 meter en noorden en 100 meter ten zuiden van de aansluiting met de Spoorstraat.

Burgemeester en wethouders van Kampen,

de secretaris, de burgemeester,

J.F. Goedegebure drs. mr. B. Koelewijn

Mededelingen

Bezwaarmogelijkheden

Binnen zes weken na bekendmaking van dit verkeersbesluit in de Staatscourant kan door belanghebbenden een bezwaarschrift tegen dit besluit worden ingediend. Dit bezwaar kan worden gericht aan: burgemeester en wethouders van Kampen, postbus 5009, 8260 GA te Kampen