Verkeersbesluit voor het nemen van verkeersmaatregelen voor de scheepvaart in verband met het realiseren van een kitesurfzone in het Markermeer ten zuidwesten van Schellinkhout, Rijkswaterstaat

8 augustus 2018

RWS-2018/31554

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

“Het hoofd afdeling vergunningverlening”:

het hoofd afdeling vergunningverlening, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht;

“De waterbeheerder”;

de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, per adres Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht, per e-mail adres handhaving-middennederland@rws.nl;

“Verkeer- en Watermanagement afdeling Noord-Oost ”:

het hoofd van de afdeling Noord-Oost van Verkeer- en Watermanagement van Rijkswaterstaat, tel. 088-7973300;

“District Noord, Midden Nederland”:

het hoofd van het district Midden-Nederland Noord, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht;

“scheepvaartverkeer”:

verkeer van schepen en andere vaartuigen, overeenkomstig de bepalingen in de Scheepvaartverkeerswet;

“CMIJ”:

de Centrale Meldpost IJsselmeergebied van de Rijkswaterstaat te Lelystad telefoonnummer 088-7973300, email cmij@rws.nl, bereikbaar per VHF op kanaal 1;

“BABS”:

Besluit administratieve bepalingen inzake het Scheepvaartverkeer;

“Svw”:

Scheepvaartverkeerswet;

“Bpr”:

Binnenvaartpolitiereglement;

“Awb”:

Algemene wet bestuursrecht.

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

Recreatieschap Westfriesland te Bovenkarspel wil het kitesurfen mogelijk maken op het Markermeer ten zuidwesten van Schellinkhout. Om die reden is Recreatieschap Westfriesland voornemens een nieuwe kitesurfzone op het Markermeer in te richten. Het gebied sluit aan op het nieuwe het Natura 2000 beheerplan van het Markermeer. Recreatieschap Westfriesland heeft daarom een verzoek ingediend tot het nemen van een Verkeersbesluit voor het aanwijzen van een kitesurfgebied in het Markermeer ten zuidwesten van Schellinkhout.

Onderhavig verzoek is geregistreerd onder zaaknummer RWSZ2017-00005161.

Juridisch kader

Op grond van artikel 9.05, lid 2 van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) is het verboden om te varen met een door een vlieger voortbewogen plank of klein schip. In het derde lid van dat artikel staat aangegeven dat de bevoegde autoriteit vaarwegen of gedeelten daarvan aan kan wijzen waarop het verbod, bedoeld in het tweede lid, overdag niet van toepassing is.

Op grond van artikel 2 Svw ben ik bevoegd een Verkeersbesluit te nemen. Daarbij dien ik de in artikel 3 Svw opgenomen belangen in acht te nemen van onder meer een vlotte en veilige doorvaart en het voorkomen of beperken van schade en veiligheidsrisico’s in verband met schepen.

Op grond van artikel 5 Svw kan ik beslissen een verkeersteken aan te brengen en op grond van artikel 7 Svw kan ik besluiten, al dan niet onder voorwaarden, een ontheffing te verlenen van een Verkeersbesluit.

In bijlage 7 van het Binnenvaartpolitiereglement zijn de verkeerstekens opgenomen. Onder A van deze bijlage de verbodstekens. In bijlage 8 van het Bpr zijn regels opgenomen ten aanzien van de markering van vaarwater.

Op grond van artikel 2 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer (BABS) mag het bevoegd gezag bij het nemen van een Verkeersbesluit uitsluitend gebruik maken van verkeerstekens, die een gebod of verbod bevat zoals is opgenomen in bijlage 7 en 8 van het Bpr.

Belangenafweging en motivering

Omdat steeds meer mensen de kitesurfsport willen beoefenen, is de behoefte aan kitesurfgebieden toegenomen. Recreatieschap Westfriesland te Bovenkarspel wil daarom het kitesurfen mogelijk maken op het Markermeer nabij Schellinkhout.

Door het aanwijzen van een kitesurfzone is het scheepvaartverkeer in het aangewezen gedeelte van het vaarwater gewaarschuwd voor snel bewegende kitesurfers. Bij het aanwijzen van de kitesurfzone is rekening gehouden met de afstand tot de scheepvaartroute, de scheiding van diverse recreatievormen zoals zwemmen en windsurfen en het houden van voldoende afstand tot de aangewezen gebieden vallende onder de Wet natuurbescherming

De kitesurfzone wordt gemarkeerd met betonning in het Markermeer. Op de betonning worden borden met aanwijzingen geplaatst. De nabij gelegen zwemzone is gemarkeerd met een ballenlijn en op het strand zijn aanwijzingsborden geplaatst om zwemmers en watersporters te scheiden. Het recreatieschap is verantwoordelijk voor het in stand houden van de voorzieningen op de wal en ten behoeve van de zwemmers.

Door de genomen maatregelen zijn de belangen van de Scheepvaartverkeerswet in acht genomen.

Wet natuurbescherming

De kitesurflocatie wordt aangelegd nabij het Natura 2000-gebied Markermeer & IJmeer (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijn gebied). In het Natura 2000 Beheerplan IJsselmeergebied 2017 – 2023 Markermeer & IJmeer is aangegeven dat voor bepaalde activiteiten het beheerplan als vrijstelling van de vergunningplicht geldt zonder dat specifieke voorwaarden nodig zijn. Voor deze activiteiten geldt de generieke voorwaarde dat de activiteiten niet in betekenende mate mogen wijzigen. Kitesurfen in het gebied bij Schellinkhout is één van deze opgenomen activiteiten.

De kitesurfzone mag jaarrond worden gebruikt.

Overleg

Bij de voorbereiding van het besluit heb ik reactie gevraagd aan de gemeente Drechterland, Provincie Noord-Holland, Beroepschartervaart, Hiswa, Nederlandse Kitesurf Vereniging, Watersportverbond, Vissersbond en Visserij Nederland.

Zowel het Watersportverbond als de Nederlandse Kitesurf Vereniging hebben een reactie gegeven. Beide partijen geven aan in te kunnen stemmen met de in het Verkeersbesluit getoonde situatietekening. Tevens geven beide partijen aan dat ze graag een veiligere toegang tot het water door verbreding van het strand zien. Van de overige aangeschreven instanties zijn geen reacties ontvangen, ik ga er daarmee vanuit dat zij geen bezwaar hebben tegen het voornemen het Verkeersbesluit vast te stellen.

Een veilige toegang tot het water door verbreding van het strand maakt geen onderdeel uit van dit Verkeersbesluit, deze opmerking is wel met de aanvrager gedeeld. Het Recreatieschap Westfriesland is verantwoordelijk voor het in stand houden van de voorziening op de wal en ten behoeve van de zwemmers. Er wordt dan ook aangeraden om in overleg te treden met het Recreatieschap.

De reacties van Watersportverbond als de Nederlandse Kitesurf Vereniging geven geen reden om het Verkeersbesluit te wijzigen.

Procedure

Door mij is geen voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht, afdeling 3.4, gevolgd. Reden hiervan is, dat ik ervan uitga dat andere belanghebbenden door het nemen van dit besluit niet in hun rechten worden aangetast.

BESLUIT:

Op grond van vorenstaande overwegingen besluit ik op grond de artikelen 2, 3, 5 en 7 van de Scheepvaartverkeerswet, juncto bijlage 7 en 8 Binnenvaartpolitiereglement en juncto de artikelen 2, 10a en 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het Scheepvaartverkeer:

  • 1. dat het een gemarkeerde kitesurfzone betreft binnen de locatie zoals aangegeven in Bijlage 1 van dit Verkeersbesluit, met uitzondering van de zwemzone gemarkeerd met een ballenlijn;

  • 2. dat de kitesurfzone kenbaar wordt gemaakt door de aan te brengen betonning met het aanwijzingsteken E.20 ‘zeilplanken toegestaan’ met onderbord ‘Kitesurfen’, van bijlage 7 van het Bpr;

  • 3. dat deze verkeersmaatregel jaarrond van kracht is.

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat Midden-Nederland R.M. Kok

BIJLAGE MEDEDELINGEN

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekend gemaakt, een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en worden gezonden aan de hoofdingenieur-directeur van RWS Midden – Nederland, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit, waartegen het bezwaar is gericht en

  • d. de gronden van het bezwaar.

Indien een bezwaarschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied, waarin de indiener van het bezwaarschrift zijn woonplaats heeft. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. de naam en het adres van de verzoeker;

  • b. de dagtekening;

  • c. de gronden van het verzoek (motivering).

Bij het verzoek dient voorts een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van het besluit, waarop het geschil betrekking heeft, overgelegd. Naar aanleiding van het verzoek kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Voor de behandeling van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de betrokken rechtbank wijst de verzoeker na indiening van diens verzoek op de verschuldigdheid van het griffierecht en bericht de verzoeker binnen welke termijn en op welke wijze het verschuldigde griffierecht moet worden voldaan.

Indien het bezwaar- en/of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

BIJLAGE 1. SITUATIETEKENING

Behorende bij dit besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van heden.

Naar boven