Publicatie Beleidsregel wonen en vliegen 20 Ke—contour Schiphol

Logo Haarlemmermeer

Het college van burgemeester en wethouders en de raad van de gemeente Haarlemmermeer maken bekend dat zij de navolgende Beleidsregel wonen en vliegen 20 Ke—contour Schiphol op respectievelijk 22 mei 2018 en 19 juli 2018 hebben vastgesteld. De beleidsregel ziet op het motiveren van nieuwbouw van woningen binnen 20 Ke contour (LIB5) en LIB 4 in ruimtelijke onderbouwingen en bestemmingsplannen. De beleidsregel legt vast hoe hieraan concreet invulling moet worden gegeven en hoe belangen worden gewogen. Daarbij spelen lokale leefbaarheid en vitaliteit een belangrijke rol.

Beleidsregel wonen en vliegen 20 Ke—contour Schiphol

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    20 Ke-contour: de 20 Ke-contour zoals aangegeven op kaart 11 en de digitale verbeelding ervan behorende bij de Provinciale Ruimtelijke Verordening van de Provincie Noord-Holland;  

  • 2.

    beperkingengebied: bestaand stedelijk gebied als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onderdeel h, van het Besluit ruimtelijke ordening en locaties als bedoeld in artikel 5e, tweede lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;  

  • 3.

    Luchthavenindelingbesluit: het Luchthavenindelingbestuit Schiphol na inwerkingtreding van het besluit houdende wijziging van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol in verband met wijziging van de regels met het oog op de externe veiligheid en de geluidbelasting;  

  • 4.

    LIB 4-contour: de gronden als bedoeld in artikel 2.2.lc van het Luchthavenindelingbesluit.  

    Artikel 2 Toelichting bestemmingsplan en goede ruimtelijke onderbouwing: algemeen

     

  • 1.

    De raad en het college van burgemeester en wethouders hanteren bij toepassing van hun respectievelijke bevoegdheid tot het vaststellen van een bestemmingsplan en het verlenen van een omgevingsvergunning in afwijking van een bestemmingsplan als uitgangspunt dat de toelichting van een bestemmingsplan of de goede ruimtelijke onderbouwing dat woningbouw binnen de 20Ke-contour mogelijk maakt, de volgende onderdelen bevat:

  • 1.

    een weergave en beschrijving van de exacte ligging van de woningbouwlocatie in het beperkingengebied;

  • 2.

    een beschrijving van de huidige geluidsituatie op die woningbouwlocatie;

  • 3.

    een beschrijving van verwachte toekomstige ontwikkelingen die kunnen zorgen voor een verandering van de huidige geluidsituatie op de woningbouwlocatie;

  • 4.

    een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de belangen die met de beoogde woningbouw zijn gemoeid, waaronder de actuele behoefte waarin de woningbouw voorziet;

  • 5.

    een slotconclusie over de bevindingen naar aanleiding van de onderwerpen bedoeld in a., b., c. en d.  

  • 1.

     

  • 1.

    In aanvulling op het eerste lid, kan bij de te maken afweging de gecumuleerde geluidsbelasting van vliegtuiglawaai worden betrokken.  

  • 2.

    In aanvulling op de in het eerste en het tweede lid genoemde beschrijvingen, wordt als uitgangspunt gehanteerd dat in het geval maatregelen worden getroffen om geluidsbelasting dan wel geluidhinder te verminderen, de toelichting een beschrijving bevat van die maatregelen en de afweging die daaraan te grondslag ligt.  

    Artikel 3 Toelichting bestemmingsplan en goede ruimtelijke onderbouwing: huidige geluidsituatie

     

    Uitgangspunt is dat een beschrijving van de huidige geluidsituatie op de woningbouwlocatie, als

    bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, voldoet aan de volgende voorwaarden:

  • 1.

    het geldende planologische regime voor woningbouw ingevolge het Luchthavenindelingbesluit en de Provinciale Ruimtelijke verordening wordt beschreven;

  • 2.

    de huidige geluidbelasting wordt beschreven aan de hand van de theoretische geluidbelasting (contouren geluidskaart) en de feitelijke geluidbelasting (www. bezoekbas.nl).  

    Artikel 4 Toelichting bestemmingsplan en goede ruimtelijke onderbouwing: belangen

     

  • 1.

    Uitgangspunt is dat bij de afweging van de belangen die met de beoogde woningbouw gemoeid zijn, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, onderscheid wordt gemaakt tussen een ontwikkeling binnen de 20 Ke-contour, maar buiten de LIB4-contour en een ontwikkeling binnen de LIB 4-contour.  

  • 2.

    Uitgangspunt is dat in de toelichting bij een bestemmingsplan of in een goede ruimtelijke onderbouwing waarin woningbouw in de LIB 4-contour mogelijk wordt maakt, wordt beschreven dat de voorgenomen woningbouw wordt gerealiseerd met het oog op de lokale leefbaarheid, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de volgende criteria voor leefbaarheid en lokale vitaliteit:

  • 1.

    de kwaliteit van het leefmilieu vanwege de gezondheid, veiligheid en vermindering van hinder, mede in relatie met andere verstorende bronnen dan de luchtvaart;

  • 2.

    de kwaliteit van de sociale leefomgeving, voor zover het buurt- of wijkgebonden voorzieningen betreft;

  • 3.

    de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, bijvoorbeeld om verpaupering en verrommeling met een negatieve uitwerking op de directe omgeving tegen te gaan;

  • 4.

    een groot en urgent maatschappelijk belang.  

  • 1.

    Uitgangspunt is dat in de toelichting bij een bestemmingsplan dat woningbouw in de 20Ke-contour maar buiten de LIB 4-contour mogelijk maakt, de relevantie van de betreffende woningbouw in de 20 Ke-contour wordt beschreven, waarbij afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval de volgende aspecten worden afgewogen:

  • 1.

    de regionale woningbouwmarkt en regionale woningbouwopgave;

  • 2.

    de kwaliteit van de locatie;

  • 3.

    elementen van lokale leefbaarheid en vitaliteit.   

    Artikel 5 Toelichting bestemmingsplan en goede ruimtelijke onderbouwing: maatregelen

     

  • 1.

    Uitgangspunt is dat in de afweging als bedoeld in artikel 2, derde lid, het geluidsniveau, de omvang van het project en de doelmatigheid van geluidmaatregelen een rol kunnen spelen.  

  • 2.

    Uitgangspunt is dat de beschrijving van de maatregelen als bedoeld in artikel 2, derde lid, afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval, de volgende maatregelen kan bevatten:

  • 1.

    de stedenbouwkundige keuzes in relatie tot geluid;

  • 2.

    de maatregelen op objectniveau in relatie tot geluid;

  • 3.

    de maatregelen in de openbare buitenruimte in relatie tot geluid;

  • 4.

    de wijze waarop de gemeente potentiële toekomstige bewoners vroegtijdig en volledig informeert over de te treffen geluidmaatregelen.  

  • 1.

    Uitgangspunt is dat de beschrijving van de maatregelen als bedoeld in artikel 2, derde lid, aandacht is besteed aan de wijze waarop de te treffen maatregelen zijn geborgd.  

    Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na publicatie.

 

Naar boven