Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 22 juli 2018, nr. 2307387, tot wijziging van de Regeling levensloop politie in verband met de afspraak over de invoering van een stelsel van verlofsparen uit het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie 2015–2017

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 47a van het Besluit algemene rechtspositie politie;

Besluit

ARTIKEL I

De Regeling levensloop politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel j komt te luiden:

j. eindeloopbaanverlof: verlof dat de ambtenaar wordt verleend op grond van deze regeling direct voorafgaand aan zijn ontslag op grond van de artikelen 87a, 88, 88a, 88d of 94, eerste lid, onderdeel h, van het Barp;

2. In onderdeel j wordt ‘de artikelen 87a, 88, 88a, 88d of 94, eerste lid, onderdeel h, van het Barp’ vervangen door ‘de artikelen 88a, 88d of 94, eerste lid, onderdeel h, van het Barp’.

3. Onder verlettering van de onderdelen k tot en met p tot l tot en met q, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • k. levensfase-uren: levensfase-uren als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel rr, van het Barp;

B

In artikel 3 wordt onder vernummering van het derde tot en met het zesde lid tot vierde tot en met zevende lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Als tijdbron kunnen geen levenfase-uren worden ingezet.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2019

  • 2. Artikel I, onderdeel A, onder 1 werkt terug tot en met 1 januari 2006.

  • 3. Artikel I, onderdeel A, onder 2, werkt terug tot en met 1 februari 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

In het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie 2015–2017 (verder: het Akkoord) zijn afspraken gemaakt over het zogenaamde ‘Verlofsparen’ (par. 4, onder c) die onder andere zien op het waarborgen van de de duurzame inzetbaarheid van de politieambtenaar gedurende de gehele loopbaan op de lange termijn. Deze afspraken dienen ter vervanging van de vroegpensioenafspraken uit het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2005–2007 en hebben bij Besluit van 15 juni 2018 (Stb. 2018, nr. 208) geresulteerd in wijzigingen van het Besluit algemene rechtspositie politie (verder: Barp). Met deze wijzigingen krijgt de politieambtenaar de mogelijkheid zogenaamde levensfase-uren op te bouwen, waarmee hij extra verlof kan opnemen. Het opnemen van dit verlof kan beter aansluiten bij de wensen van de politieambtenaar en de levensfase waarin deze betrokkene zich bevindt. De politieambtenaar kan ervoor kiezen het verlof op te nemen tijdens de loopbaan, in de vorm van bijvoorbeeld een sabbatical of aanvullend studieverlof, of aan het einde van de loopbaan om eerder te stoppen met werken.

In principe kunnen gespaarde levensfase-uren slechts als verlof worden opgenomen. Alleen in geval van ontslag anders dan op grond van artikel 88d, eerste lid, of artikel 94, eerste lid, onderdeel h, Barp, en bij overlijden van de ambtenaar kunnen de levensfase-uren worden omgezet in geld. Andere mogelijkheden om levensfase-uren om te zetten in geld zijn om die reden geblokkeerd. Daartoe dient ook de wijziging van artikel 3 van de Regeling levensloop politie. Geregeld is dat levensfase-uren niet als tijdbron kunnen worden ingezet voor de inleg in een levensloopregeling.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om onderdeel j van artikel 1 te vervangen door een nieuw onderdeel j, omdat artikel 88d per 26 juli 2013 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2006 aan het Barp is toegevoegd, en de artikelen 87a en 88 van het Barp per 1 februari 2016 zijn vervallen.

Over de inhoud van deze ministeriële regeling is overeenstemming bereikt met de politievakorganisaties.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven