Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 24 juli 2018 nr. BOACAT2018/044, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, directie Mensen en Middelen

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelezen het verzoek van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 juli 2018 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Den Haag en de hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

  • 1. De personen, werkzaam bij de vakgroep Arbeidsmarktfraude, directie Mensen en Middelen van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De personen, werkzaam bij de vakgroep Arbeidsomstandigheden en bij de vakgroep Major Hazard Control, directie Mensen en Middelen van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De in artikel 2, eerste lid, bedoelde personen zijn bevoegd tot het opsporen van strafbare feiten genoemd in domein V, Werk, Inkomen en Zorg, als genoemd in onderdeel 10.3 van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

  • 2. De in artikel 2, tweede lid, bedoelde personen zijn bevoegd tot het opsporen van strafbare feiten genoemd in domein II, Milieu, welzijn en infrastructuur, als genoemd in onderdeel 7.4 van de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

  • 3. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 4. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste of tweede lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 900 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd, waarvan 500 voor het domein V Werk, Inkomen en Zorg en 400 voor het domein II, Milieu, welzijn en infrastructuur.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon Opsporingsambtenaar van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Arrondissementsparket Den Haag.

  • 2. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon Opsporingsambtenaar van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket.

  • 3. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet.

  • 4. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de Inspecteur-Generaal SZW.

Artikel 6

  • 1. De Inspecteur-Generaal van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister voor Rechtsbescherming goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 8 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Dit artikel brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Artikel 8

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar besluit Inspectie SZW 2013, van 26 augustus 2018, nr. BOACAT2013/57 zal vervallen op 1 september 2018.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2018 en vervalt met ingang van 1 september 2023.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectie SZW 2018.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 24 juli 2018.

De Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, C. Huizinga Operationeel manager V&T

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Minister voor Rechtsbescherming. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Naar boven