Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juli 2018, kenmerk 1352644-176905-DMO, houdende wijziging van de Bekostigingsregeling Wuvo in verband met het actualiseren van de schadeloosstelling van de leden van de Pensioen- en Uitkeringsraad

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 9, tweede lid, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Bekostigingsregeling Wuvo wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervallen de onderdelen f en g en worden de onderdelen h tot en met m verletterd tot f tot en met k.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ’€ 393,68’ vervangen door: € 356,75.

b. De onderdelen b tot en met d vervallen.

c. De onderdelen e en f worden geletterd tot b en c.

d. In onderdeel b (nieuw) wordt ‘€ 131,27’ vervangen door: € 139,92.

e. Onderdeel c (nieuw) komt te luiden:

  • c. andere dan de onder a en b genoemde werkzaamheden € 41,97 per uur.

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Indien een van de in het derde lid bedoelde leden de voorzitter vervangt bij een plenaire vergadering, wordt het in dat lid onder a genoemde bedrag verhoogd met een toeslag van 20 procent

C

In de bijlage bij artikel 1 wordt in de aanhef ‘onderdeel g’ vervangen door: onderdeel f.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

TOELICHTING

Sinds januari 2018 is de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: PUR) op een andere wijze gaan vergaderen. Naar aanleiding van deze verandering zijn de in artikel 5 van de Bekostigingsregeling Wuvo (hierna: regeling) vermelde vergaderingen en de daarbij behorende schadeloosstellingen die aan de leden van de PUR, niet zijnde de voorzitter, voor de door hen verrichtte werkzaamheden worden uitgekeerd per 1 januari 2018 niet langer passend.

In de oude situatie kende de PUR naast de plenaire vergadering ook vergaderingen van de casuïstieksectie en de bestuurssectie. Voor deze vergaderingen werden aparte schadeloosstellingen uitgekeerd. In de nieuwe situatie worden tijdens een plenaire vergadering ook beleidsonderwerpen en casuïstiek besproken. De werklast van deze nieuwe plenaire vergadering is door de PUR ingeschat aan de hand van de verwachte werklast voor beleidsmatige onderwerpen en casuïstiek per vergadering in 2018. De werklast van een plenaire vergadering per januari 2018 wordt ingeschat op ongeveer 8,5 uur per vergadering.

Omdat de vergaderingen van de casuïstieksectie en de bestuurssectie zijn samengevoegd in de plenaire vergadering, hoeft in artikel 5 van de regeling nog slechts de plenaire vergadering te worden opgenomen per januari 2018. Derhalve komen de onderdelen in artikel 5 waarin sprake is van vergaderingen van de casuïstieksectie en de bestuurssectie te vervallen. Op basis van de per 1 januari 2018 geldende ambtenarensalarissen en de ingeschatte werklast van 8,5 uur komt de schadeloosstelling voor de werkzaamheden verbonden aan een plenaire vergadering neer op een bedrag van € 356,75 per vergadering. De schadeloosstelling voor de werkzaamheden wordt volgens het vijfde lid van artikel 5 van de regeling aangepast.

Door de wijzigingen in de samenstelling van de vergaderingen wordt ook de opslag voor het lid dat de taak van de voorzitter tijdens de plenaire vergadering vervult aangepast. Uitgaande van een middeling van de huidige percentages van tien procent voor een casuïstiekvergadering en dertig procent voor een beleidsvergadering wordt de opslag bepaald op 20 procent.

De onderhavige regeling is afgestemd met de PUR.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis

Naar boven