Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 13 juli 2018, nr. WJZ/18159454, tot wijziging van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek in verband met de vaststelling van de subsidieplafonds voor instituutssubsidie, programmasubsidie en infrastructuursubsidie voor het boekjaar 2019

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies en artikel 3, derde lid, van de Wet van 31 mei 1937, houdende de omzetting van de Rijksstudiedienst voor de luchtvaart in een stichting (Stb. 1937, 523);

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlagen 2, 3 en 4 van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek komen als volgt te luiden:

BIJLAGE 2, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 9, TWEEDE LID (SUBSIDIEPLAFONDS INSTITUUTS-SUBSIDIE)

Subsidieplafonds voor instituutssubsidie voor het boekjaar 2019

In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de instituutssubsidie voor het boekjaar 2019.

Instituut

Subsidieplafond

MARIN

€ 6.518.000

Deltares

€ 16.305.000

NLR

€ 22.382.000

Wageningen Research

€ 27.434.000

BIJLAGE 3, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 12, EERSTE LID (SUBSIDIEPLAFONDS PROGRAMMASUBSIDIE)

1. Onderzoeksthema’s voor het boekjaar 2019

In het boekjaar 2019 richten de instituten zich op de onderzoeksthema’s die omschreven staan in de tabellen 1.1 en 1.2 van deze bijlage.

1.1 Onderzoeksthema voor NLR in het boekjaar 2019

Nr.

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Omschrijving van het onderzoek

1

Veilige samenleving

Defensie onderzoek

Onderzoek ter ondersteuning van de taken van defensie

1.2 Onderzoeksthema’s voor Wageningen Research in het boekjaar 2019

Nr.

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Omschrijving van het onderzoek

1

Landbouw, Voedsel

Klimaatslim, circulair, gezond voedsel en non-food produceren

Onderzoek naar de mogelijkheden om (I) het klimaat te beïnvloeden (Klimaatslim); (II) grondstoffen en producten optimaal in te zetten voor het (her)gebruiken en recyclen hiervan (Circulair); en (III) de productie van gezondere producten en consumptie van voedsel te bevorderen (Gezonde voedselproductie).

2

Landbouw, Voedsel

Integraal zorgvuldige en duurzame dierlijke productieketens

Onderzoek naar de ontwikkeling van een maatschappelijk gedragen veehouderij: (I) waarin het vee, conform het drie sterren Beter Leven Keurmerk, klimaatneutraal wordt gehouden zonder negatieve gevolgen voor de volksgezondheid en milieu; en (II) dat past binnen de landelijke omgeving.

3.

Landbouw, Water, Visserij, Natuur, Landelijk gebied

Natuurinclusieve samenleving

Onderzoek naar: (I) de verbetering van de ecologische kwaliteit in de grote wateren; (II) de terugdringing van schadelijke emissies in het Natuurnetwerk Nederland; en (III) natuurcombinaties buiten het Natuurnetwerk Nederland.

4.

Uitvoering Wettelijke taken (WOT)

WOT Besmettelijke dierziekten, WOT Voedselveiligheid, WOT Economische informatievoorziening, WOT Natuur en milieu, WOT Visserijonderzoek en WOT Genetische bronnen als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

De activiteiten, genoemd in bijlage 1 van deze regeling.

2. Subsidieplafonds programmasubsidie voor het boekjaar 2019

Het subsidieplafond voor de programmasubsidie voor het boekjaar 2019 wordt als volgt verdeeld.

Instituut

Onderzoeksthema

Soort onderzoek

Subsidieplafond

NLR

Veilige samenleving als bedoeld in tabel 1.1 van deze bijlage

Defensie onderzoek

€ 1.867.000

Wageningen Research

Uitvoering wettelijke onderzoekstaak (WOT)

WOT Besmettelijke dierziekten als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

€ 13.934.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, met uitzondering van ondersteuning van de NVWA

€ 14.818.000

WOT Voedselveiligheid als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling, gericht op de ondersteuning van de NVWA

€ 16.100.000

WOT Economische informatievoorziening als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

€ 7.362.000

WOT Natuur en milieu als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

€ 8.392.000

WOT Visserijonderzoek als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

€ 6.000.000

WOT Genetische bronnen als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling

€ 1.892.000

Onderzoeksthema’s als bedoeld in tabel 1.2 van deze bijlage, met uitzondering van de wettelijke onderzoekstaak, genoemd in bijlage 1 van deze regeling

Diverse onderzoeksprojecten, met uitzondering van onderzoeksprojecten ter ondersteuning van de Topsector Agri en Food en de Topsector tuinbouw en Uitgangsmaterialen, en missiegedreven Kennis- en Innovatieprogramma's

€ 31.344.000

Onderzoeksprojecten ter ondersteuning van de Topsector Agri en Food

€ 34.934.000

Onderzoeksprojecten ter ondersteuning van de Topsector tuinbouw en Uitgangsmaterialen

€ 15.133.000

   

Missiegedreven Kennis- en Innovatieprogramma's

€ 4.600.000

BIJLAGE 4, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 17, TWEEDE LID (SUBSIDIEPLAFONDS INFRASTRUCTUURSUBSIDIE)

In onderstaande tabel bevinden zich de subsidieplafonds voor de infrastructuursubsidie voor het boekjaar 2019.

Instituut

Subsidieplafond infrastructuursubsidie 2019

MARIN

€ 0

Deltares

€ 0

NLR

€ 0

Wageningen Research

€ 0

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 juli 2018

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze wijzigingsregeling voorziet in de vaststelling van de subsidieplafonds voor de zogenaamde jaarlijkse instituutssubsidie, programmasubsidie en infrastructuursubsidie die verstrekt wordt op grond van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek (hierna: Subsidieregeling TO2).

Op grond van de artikelen 9, 12 en 17, tweede lid, van de Subsidieregeling TO2 wordt jaarlijks in bijlage 2, 3 en 4 van de Subsidieregeling TO2 bekendgemaakt welk bedrag aan instituutssubsidie voor een instituut beschikbaar wordt gesteld, welke subsidieplafonds voor de programmasubsidies voor onderzoeksthema’s in het aankomende boekjaar van toepassing zijn en welk subsidieplafond per instituut voor infrastructuursubsidie in het aankomende boekjaar van toepassing is.

Via deze wijzigingsregeling worden deze bijlagen uiterlijk op 1 augustus aangepast, zodat de desbetreffende subsidieaanvrager op tijd zijn subsidieaanvraag kan voorbereiden. De subsidieaanvrager dient zijn aanvraag om subsidie op grond van artikel 6 van de Subsidieregeling TO2 namelijk uiterlijk acht weken voor aanvang van het boekjaar in te dienen.

2. Staatssteun

De wijziging brengt geen verandering in de staatssteunaspecten, verbonden aan de Subsidieregeling TO2. De wijziging heeft slechts betrekking op de publicatie van voormelde subsidieplafonds die binnen de eerdere staatssteunbeoordeling passen1.

3. Regeldruk

De vaststelling van de subsidieplafonds leidt niet tot wijziging van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van de Subsidieregeling TO22. Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft dan ook besloten deze wijzigingsregeling niet te selecteren voor advisering.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Voor de Subsidieregeling TO2 wordt dit gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding van de regeling. Het vasthouden aan de systematiek van de vaste verandermomenten zou hebben betekend dat subsidieaanvragen op grond van deze subsidieregeling pas zouden kunnen worden voorbereid en ingediend vanaf het eerstvolgende vaste verandermoment van 1 oktober 2018. Via deze wijzigingsregeling worden bijlage 2, 3 en 4 van de Subsidieregeling TO2 aangepast. Hierdoor wordt uiterlijk op 1 augustus bekend welke subsidieplafonds beschikbaar worden gesteld, zodat de desbetreffende subsidieaanvrager ruim op tijd (binnen de van toepassing zijnde termijn) zijn subsidieaanvraag kan voorbereiden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Voor een nadere toelichting op de staatssteun aspecten wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 6, van de toelichting van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek.

X Noot
2

Voor een nadere toelichting op de huidige regeldruk effecten wordt verwezen naar paragraaf I, onderdeel 8, van de toelichting van de Subsidieregeling instituten voor toegepast onderzoek.

Naar boven