De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies, de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet
en artikel 6 van de Uitvoeringswet EFRO;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling Europese EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5.3.2 wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel a wordt ‘18.573.000’ vervangen door ‘18.823.000’.
b. In onderdeel b wordt ‘17.991.000’ vervangen door ‘18.241.000’.
c. In onderdeel c wordt ‘20.384.000’ vervangen door ‘20.634.000’.
d. In onderdeel d wordt ‘34.052.000’ vervangen door ‘34.302.000’.
B
Artikel 5.4.1 komt te luiden:
Artikel 5.4.1. Subsidieaanvraag
-
1. De Minister verstrekt op aanvraag een programmasubsidie voor de programma’s, bedoeld
in artikel 5.4.2, eerste lid, onderdelen a, b en d.
-
2. De Minister verstrekt op aanvraag een subsidie aan degene die een project tot stand
brengt dat past in het programma, bedoeld in artikel 5.4.2, eerste lid, onderdeel
c.
C
In artikel 5.4.2, derde lid, wordt na ‘programmasubsidie’ ingevoegd ‘of als de subsidie,
bedoeld in artikel 5.4.1, tweede lid.’
D
Artikel 5.4.3 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het opschrift komt te luiden:
Artikel 5.4.3. Instemming Minister en afwijzingsgronden.
b. In het eerste lid wordt na ‘programmasubsidie’ ingevoegd ‘als bedoeld in artikel
5.4.1, eerste lid,’.
c. In het derde lid wordt ‘In aanvulling op het tweede lid onthoudt de Minister de instemming’
vervangen door ‘De Minister onthoudt tevens de instemming of wijst een aanvraag als
bedoeld in artikel 5.4.1, tweede lid, af’.
E
Aan hoofdstuk 5 worden twee artikelen toegevoegd, luidende:
Artikel 5.4.4. Schakelbepaling
Voor het programma, bedoeld in artikel 5.4.1, tweede lid, is paragraaf 5.2, met uitzondering
van de artikelen 5.2.2, 5.2.6, onderdeel b, en 5.2.8, van overeenkomstige toepassing,
met dien verstande dat voor ‘de managementautoriteit’ telkens wordt gelezen: ‘de Minister’.
Artikel 5.4.5. Hoogte van de subsidie
De subsidie, bedoeld in artikel 5.4.1, tweede lid, bedraagt ten hoogste 15 procent
van de subsidiabele kosten van het project.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 9 juli 2018
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
TOELICHTING
1. Inleiding
Met deze wijzigingsregeling wordt in de Regeling Europese EZ-subsidies (hierna: de
regeling) de wijze van subsidieverstrekking aangepast in het kader van Europese territoriale
samenwerking (hoofdstuk 5.4). Daarnaast worden de bedragen aan Rijkscofinanciering
voor de verschillende programma’s inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling
(hierna: EFRO) verhoogd. Hieronder zullen deze wijzigingen in volgorde van de artikelen
worden toegelicht.
2. Verhoging bedragen Rijkscofinanciering
De eerste wijziging is dat de bedragen voor de Rijkscofinanciering voor EFRO worden
verhoogd. In artikel 5.3.2 van de regeling staan de bedragen aan Rijkscofinanciering
voor de verschillende EFRO- programma’s. In verband met een herberekening in 2016
is er meer Europees geld beschikbaar gekomen. Het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat heeft naar aanleiding daarvan ook meer Rijkscofinanciering beschikbaar
gesteld. Het gaat om € 1 miljoen, gelijk verdeeld over de verschillende managementautoriteiten
(artikel I, onderdeel A).
3. Aanpassing in verband met Rijkscofinanciering Interreg programma 2-Zeeën
Hoofdstuk 5.4 van de regeling voorziet in regels omtrent de subsidieverstrekking in
het kader van Europese territoriale samenwerking. Voor de vier Europese programma’s
waar Nederland Rijkscofinanciering aan bijdraagt, is in de huidige regeling voorzien
dat de Minister van Economische Zaken en Klimaat een programmasubsidie verleent aan
de managementautoriteit (artikel 5.4.1). Na instemming van de Minister kan de managementautoriteit
deze subsidie committeren. De Minister onthoudt instemming als het project niet voldoet
aan de Europese verordeningen die van toepassing zijn op EFRO, het project de financiering
niet rond krijgt en het niet in voldoende mate bijdraagt aan ten minste vier van de
aspecten genoemd in artikel 5.4.3, derde lid.
Gebleken is dat de managementautoriteit van het Interreg programma 2-Zeeën, die zetelt
in Frankrijk, niet in staat is om volgens deze werkwijze te werken door beperkingen
in Frans recht. In overleg is daarom besloten dat de Minister zelf de subsidieverstrekking
ten laste van de Rijkscofinanciering van dit programma ter hand zal nemen. Hoofdstuk
5.4 wordt daar op aangepast (artikel I, onderdelen B, C, D en E).
De meeste regels van paragraaf 5.2 omtrent subsidieverstrekking door de managementautoriteit
worden van overeenkomstige toepassing verklaard met dien verstande dat voor de managementautoriteit
telkens de Minister moet worden gelezen. In verband hiermee wordt een aantal artikelen
van paragraaf 5.2 niet van toepassing verklaard. Het subsidieplafond (artikel 5.2.2)
is al opgenomen in artikel 5.4.2. Over de verdelingssystematiek is zelf een keuze
gemaakt, te weten verdeling op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Dat betekent
dat artikel 5.2.6, onderdeel b, en artikel 5.2.8 (rangschikking naar geschiktheid)
niet van overeenkomstige toepassing worden verklaard.
De hoogte van de subsidie bedraagt ten hoogste 15 procent van de subsidiabele kosten
van het project. Dit volgt uit de verordening (EG) nr. 1301/2013.
4. Regeldruk
De in deze regeling opgenomen wijzigingen zijn juridisch-technisch van aard en hebben
geen gevolgen voor de regeldruk.
5. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de systematiek
van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van
de eerste dag na inwerkingtreding van een kwartaal in werking treden en van de regel
dat een ministeriële regeling minimaal twee maanden voor inwerkingtreding bekend moet
worden gemaakt. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is
bij spoedige inwerkingtreding van de regeling.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer