Besluit van de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoor, Waterland, Wormeland en Zaanstad inhoudende de 10e wijziging en bekendmaking van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Amsterdam

Logo Amsterdam

De gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Edam-Volendam, Landsmeer, Ouder-Amstel, Oostzaan, Purmerend, Uithoor, Waterland, Wormeland en Zaanstad, ieder voor wat betreft de eigen bevoegdheden;

 

Gelezen het besluit van de Regioraad met het voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Amsterdam van 7 maart 2017 en gelezen de brief van 27 maart 2007 aan de in de gemeenschappelijke regeling participerende gemeenten. Gelet op het feit dat ten minste twee derden van het aantal in de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten, vertegenwoordigende tenminste twee derden van het aantal inwoners van het verzorgingsgebied op 1 januari 2017, tot deze wijziging hebben besloten;

 

 

Besluiten:

 

 

  • I.

    Vast te stellen het besluit tot wijziging van De Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Amsterdam:

    • A.

      De titel van de gemeenschappelijke regeling wordt gewijzigd als volgt:

 

Oude tekst

Nieuwe tekst

Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Amsterdam

Gemeenschappelijke Regeling Vervoerregio Amsterdam

 

    • B.

      Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de regeling: de Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam;

b. de Stadsregio Amsterdam: de gemeenschappelijke regeling bedoeld in hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dat ziet op Regelingen tussen gemeenten;

c. gedeputeerde staten: gedeputeerde staten Noord-Holland;

d. de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

e. de deelnemende gemeenten: de gemeenten, gelegen in het samenwerkingsgebied;

2. Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, komen in die artikelen in de plaats van “de gemeente”, “de raad”, “het college”, en “de burgemeester”, onderscheidenlijk: de Stadsregio Amsterdam, de regioraad, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de regeling: de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam;

b. de Vervoerregio Amsterdam: de gemeenschappelijke regeling bedoeld in hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dat ziet op Regelingen tussen gemeenten;

c. gedeputeerde staten: gedeputeerde staten Noord-Holland;

d. de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;

e. de deelnemende gemeenten: de gemeenten, gelegen in het samenwerkingsgebied;

2. Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing wordt verklaard, komen in die artikelen in de plaats van “de gemeente”, “de raad”, “het college”, en “de burgemeester”, onderscheidenlijk: de Vervoerregio Amsterdam, de regioraad, het dagelijks bestuur en de voorzitter.

 

 

    • C.

      De titel van Hoofdstuk II wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Hoofdstuk II De Stadsregio Amsterdam

Hoofdstuk II De Vervoerregio Amsterdam

 

    • D.

      Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Er is een gemeenschappelijk openbaar lichaam, genaamd: de Stadsregio Amsterdam.

Er is een gemeenschappelijk openbaar lichaam, genaamd: de Vervoerregio Amsterdam.

 

    • E.

      Artikel 3, eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

De Stadsregio Amsterdam is gevestigd te Amsterdam.

De Vervoerregio Amsterdam is gevestigd te Amsterdam.

 

    • F.

      Artikel 4, eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

De Stadsregio Amsterdam heeft tot taak, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, die belangen te behartigen, welke verband houden met de verkeers- en vervoerstaak die voortvloeit uit de Wet afschaffing plusregio’s, de AMvB (Staatsblad 2014 nummer 559) en de Wet lokaal spoor.

De Vervoerregio Amsterdam heeft tot taak, met inachtneming van hetgeen in deze regeling is bepaald, die belangen te behartigen, welke verband houden met de verkeers- en vervoerstaak die voortvloeit uit de Wet afschaffing plusregio’s, de AMvB (Staatsblad 2014 nummer 559) en de Wet lokaal spoor.

 

    • G.

      Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Ter behartiging van het in artikel 4 genoemde belang, alsmede ter uitvoering van de wet en daarop berustende wettelijke (uitvoerings-)maatregelen, is de Stadsregio Amsterdam bevoegd tot:

a. het aangeven van hoofdlijnen van de gewenste ontwikkeling van het gebied door middel van planning, sturing en coördinatie,

b. uitvoering van gemeentelijke taken, die aan de Stadsregio Amsterdam zijn overgedragen,

c. het verlenen van diensten,

d. uitoefening van taken van rijk en/of provincie(s), wanneer de Stadsregio Amsterdam daartoe in staat wordt gesteld.

Ter behartiging van het in artikel 4 genoemde belang, alsmede ter uitvoering van de wet en daarop berustende wettelijke (uitvoerings-)maatregelen, is de Vervoerregio Amsterdam bevoegd tot:

a. het aangeven van hoofdlijnen van de gewenste ontwikkeling van het gebied door middel van planning, sturing en coördinatie,

b. uitvoering van gemeentelijke taken, die aan de Vervoerregio Amsterdam zijn overgedragen,

c. het verlenen van diensten,

d. uitoefening van taken van rijk en/of provincie(s), wanneer de Vervoerregio Amsterdam daartoe in staat wordt gesteld.

 

    • H.

      Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

De taken, als bedoeld in artikel 5, onder a, houden het volgende in:

Verkeer en vervoer

a. De regioraad stelt een regionaal verkeers- en vervoersplan vast, dat met het oog op de bevordering van de bereikbaarheid en de leefbaarheid richting geeft aan de door het dagelijks bestuur te nemen beslissingen inzake verkeer en vervoer en op grond waarvan het dagelijks bestuur aan de deelnemende gemeenten aanwijzingen kan geven met betrekking tot het door die gemeenten ter zake te voeren beleid.

b. De deelnemende gemeenten dragen, voor zover zij daarover beschikken, hun bevoegdheden inzake lokaal openbaar vervoer over aan de Stadsregio Amsterdam.

c. De Stadsregio Amsterdam draagt ter uitvoering van het regionaal verkeers- en vervoersplan zorg voor de verwerving en verdeling van rijksmiddelen op grond van de wet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds en andere wettelijke regelingen, zoals bepaald in het Besluit Vervoerregio.

De taken, als bedoeld in artikel 5, onder a, houden het volgende in:

Verkeer en vervoer

a. De regioraad stelt een regionaal verkeers- en vervoersplan vast, dat met het oog op de bevordering van de bereikbaarheid en de leefbaarheid richting geeft aan de door het dagelijks bestuur te nemen beslissingen inzake verkeer en vervoer en op grond waarvan het dagelijks bestuur aan de deelnemende gemeenten aanwijzingen kan geven met betrekking tot het door die gemeenten ter zake te voeren beleid.

b. De deelnemende gemeenten dragen, voor zover zij daarover beschikken, hun bevoegdheden inzake lokaal openbaar vervoer over aan de Vervoerregio Amsterdam.

c. De Vervoerregio Amsterdam draagt ter uitvoering van het regionaal verkeers- en vervoersplan zorg voor de verwerving en verdeling van rijksmiddelen op grond van de wet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds en andere wettelijke regelingen, zoals bepaald in het Besluit Vervoerregio.

 

    • I.

      Artikel 7, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

2. Aan de bestuursorganen van de Stadsregio Amsterdam behoren, met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde taken, alle aan de gemeentebesturen toekomende bevoegdheden, voor zover niet bij de regeling of de wet uitgezonderd.

2. Aan de bestuursorganen van de Vervoerregio Amsterdam behoren, met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde taken, alle aan de gemeentebesturen toekomende bevoegdheden, voor zover niet bij de regeling of de wet uitgezonderd.

 

    • J.

      Artikel 8, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 5, onder c, van de regeling houdt in dat de Stadsregio Amsterdam desgevraagd en wanneer de regioraad daarmee instemt, diensten kan verlenen ten behoeve van één of meer deelnemende gemeenten.

1. De bevoegdheid, als bedoeld in artikel 5, onder c, van de regeling houdt in dat de Vervoerregio Amsterdam desgevraagd en wanneer de regioraad daarmee instemt, diensten kan verlenen ten behoeve van één of meer deelnemende gemeenten.

 

    • K.

      Artikel 9, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. Bevoegdheden, als bedoeld in artikel 5, onder d, van de regeling zijn bevoegdheden van rijk en/of provincie, die hetzij in medebewind, hetzij door overdracht, hetzij door aanvaarding op basis van overeenkomst of gemeenschappelijke regeling, aan de Stadsregio Amsterdam worden toegekend.

1. Bevoegdheden, als bedoeld in artikel 5, onder d, van de regeling zijn bevoegdheden van rijk en/of provincie, die hetzij in medebewind, hetzij door overdracht, hetzij door aanvaarding op basis van overeenkomst of gemeenschappelijke regeling, aan de Vervoerregio Amsterdam worden toegekend.

 

    • L.

      Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De bestuursorganen van de Stadsregio Amsterdam komen alle bevoegdheden toe, die het gemeenschappelijk openbaar lichaam van rechtswege bezit om als rechtspersoon aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

2. De bestuursorganen van de Stadsregio Amsterdam kunnen de uitoefening van bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 2 van de regeling voor het gebied van een of meer gemeenten opdragen aan de bestuursorganen van een of meer deelnemende gemeenten, indien dit in het belang is van een verbetering van de praktijk van de uitoefening van die bevoegdheden en voor zover die bevoegdheden zich naar hun aard en schaal daartoe lenen en die bestuursorganen daarmee instemmen.

1. De bestuursorganen van de Vervoerregio Amsterdam komen alle bevoegdheden toe, die het gemeenschappelijk openbaar lichaam van rechtswege bezit om als rechtspersoon aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen.

2. De bestuursorganen van de Vervoerregio Amsterdam kunnen de uitoefening van bevoegdheden als bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 2 van de regeling voor het gebied van een of meer gemeenten opdragen aan de bestuursorganen van een of meer deelnemende gemeenten, indien dit in het belang is van een verbetering van de praktijk van de uitoefening van die bevoegdheden en voor zover die bevoegdheden zich naar hun aard en schaal daartoe lenen en die bestuursorganen daarmee instemmen.

 

    • M.

      Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

De Stadsregio Amsterdam kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen, als bedoeld in de artikelen 93 en 96 van de wet.

De Vervoerregio Amsterdam kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen, als bedoeld in de artikelen 93 en 96 van de wet.

 

    • N.

      Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Ter uitvoering van de taken en bevoegdheden, die bij of krachtens de wet, algemene maatregel van bestuur, dan wel deze regeling aan de Stadsregio Amsterdam zijn opgedragen, heeft het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang overeenkomstig Titel III, hoofdstuk VIII, paragraaf 4, van de Gemeentewet en hoofdstuk 5 Algemene wet bestuursrecht.

Ter uitvoering van de taken en bevoegdheden, die bij of krachtens de wet, algemene maatregel van bestuur, dan wel deze regeling aan de Vervoerregio Amsterdam zijn opgedragen, heeft het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang overeenkomstig Titel III, hoofdstuk VIII, paragraaf 4, van de Gemeentewet en hoofdstuk 5 Algemene wet bestuursrecht.

 

    • O.

      Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Het bestuur van de Stadsregio Amsterdam bestaat uit:

a. het algemeen bestuur, zijnde de regioraad;

b. het dagelijks bestuur;

c. de voorzitter.

Het bestuur van de Vervoerregio Amsterdam bestaat uit:

a. het algemeen bestuur, zijnde de regioraad;

b. het dagelijks bestuur;

c. de voorzitter.

 

    • P.

      Artikel 18 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Het lidmaatschap van de regioraad is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege het bestuur van de Stadsregio Amsterdam of van een gemeente aangesteld of daaraan ondergeschikt.

Het lidmaatschap van de regioraad is onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege het bestuur van de Vervoerregio Amsterdam of van een gemeente aangesteld of daaraan ondergeschikt.

 

    • Q.

      Artikel 38 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. Aan het dagelijks bestuur is opgedragen:

a. het voorbereiden van alles waarover in de vergadering van de regioraad zal worden beraadslaagd en besloten;

b. het uitvoeren van de besluiten van de regioraad;

c. het beheer van de inkomsten en uitgaven van de Stadsregio Amsterdam;

d. de zorg, voor zover niet aan anderen opgedragen voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

e. het nemen van alle conservatoire maatregelen, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding en het doen van alles, wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; het bezit daartoe de wettelijke bevoegdheden, artikel 160 van de Gemeentewet is van toepassing;

f. het, binnen het raam van de door de regioraad vastgestelde formatie van het personeel van de Stadsregio Amsterdam, benoemen c.q. te werk stellen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht en het schorsen en ontslaan van personeel in dienst van de Stadsregio Amsterdam, een en ander behoudens het bepaalde in artikel 49 van de regeling en verder voor zover de regioraad zich de desbetreffende bevoegdheden niet heeft voorbehouden;

g. het houden van een gedurig toezicht op al wat de Stadsregio Amsterdam aangaat;

h. het voorstaan van de belangen van de Stadsregio Amsterdam bij hogere overheden en andere instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor de Stadsregio Amsterdam van belang is.

2. Het dagelijks bestuur oefent, indien de regioraad daartoe besluit en naar door deze te stellen regels, alsmede met inachtneming van het bepaalde in artikel 33 van de wet, de aan de regioraad toekomende bevoegdheden uit, met uitzondering van:

a. het vaststellen en wijzigen van de begroting;

b. het vaststellen van de jaarrekening;

c. vervallen;

d. vervallen.

1. Aan het dagelijks bestuur is opgedragen:

a. het voorbereiden van alles waarover in de vergadering van de regioraad zal worden beraadslaagd en besloten;

b. het uitvoeren van de besluiten van de regioraad;

c. het beheer van de inkomsten en uitgaven van de Vervoerregio Amsterdam;

d. de zorg, voor zover niet aan anderen opgedragen voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding;

e. het nemen van alle conservatoire maatregelen, ook alvorens is besloten tot het voeren van een rechtsgeding en het doen van alles, wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit; het bezit daartoe de wettelijke bevoegdheden, artikel 160 van de Gemeentewet is van toepassing;

f. het, binnen het raam van de door de regioraad vastgestelde formatie van het personeel van de Vervoerregio Amsterdam, benoemen c.q. te werk stellen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht en het schorsen en ontslaan van personeel in dienst van de Vervoerregio Amsterdam, een en ander behoudens het bepaalde in artikel 49 van de regeling en verder voor zover de regioraad zich de desbetreffende bevoegdheden niet heeft voorbehouden;

g. het houden van een gedurig toezicht op al wat de Vervoerregio Amsterdam aangaat;

h. het voorstaan van de belangen van de Vervoerregio Amsterdam bij hogere overheden en andere instellingen, diensten of personen, waarmee contact voor de Vervoerregio Amsterdam van belang is.

2. Het dagelijks bestuur oefent, indien de regioraad daartoe besluit en naar door deze te stellen regels, alsmede met inachtneming van het bepaalde in artikel 33 van de wet, de aan de regioraad toekomende bevoegdheden uit, met uitzondering van:

a. het vaststellen en wijzigen van de begroting;

b. het vaststellen van de jaarrekening;

c. vervallen;

d. vervallen.

 

    • R.

      Artikel 41, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. Het dagelijks bestuur biedt de regioraad jaarlijks vóór 1 juli een verslag van de werkzaamheden van de Stadsregio Amsterdam over het afgelopen jaar ter vaststelling aan.

1. Het dagelijks bestuur biedt de regioraad jaarlijks vóór 1 juli een verslag van de werkzaamheden van de Vervoerregio Amsterdam over het afgelopen jaar ter vaststelling aan.

 

    • S.

      Artikel 42, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De regioraad wijst uit zijn midden de burgemeester van Amsterdam aan tot voorzitter van de Stadsregio Amsterdam.

1. De regioraad wijst uit zijn midden de burgemeester van Amsterdam aan tot voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam.

 

    • T.

      Artikel 43 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

De voorzitter van de Stadsregio Amsterdam is tevens voorzitter van de regioraad.

De voorzitter van de Vervoerregio Amsterdam is tevens voorzitter van de regioraad.

 

    • U.

      Artikel 45 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van de regioraad en het dagelijks bestuur.

2. Hij tekent de stukken, die van de regioraad en het dagelijks bestuur uitgaan.

3. De voorzitter vertegenwoordigt de Stadsregio Amsterdam in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen.

4. Indien hij behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding of bij een buitengerechtelijke rechtshandeling, waarbij de Stadsregio Amsterdam is betrokken, oefent een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat bestuur die bevoegdheid uit.

1. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van de regioraad en het dagelijks bestuur.

2. Hij tekent de stukken, die van de regioraad en het dagelijks bestuur uitgaan.

3. De voorzitter vertegenwoordigt de Vervoerregio Amsterdam in en buiten rechte. Hij kan deze vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen.

4. Indien hij behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding of bij een buitengerechtelijke rechtshandeling, waarbij de Vervoerregio Amsterdam is betrokken, oefent een ander door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat bestuur die bevoegdheid uit.

 

    • V.

      Artikel 48, vierde lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

4. Een portefeuillehouder overleg bespreekt desgewenst de ontwikkelingen op zijn werkterrein en kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de bestuursorganen van de Stadsregio Amsterdam.

4. Een portefeuillehouder overleg bespreekt desgewenst de ontwikkelingen op zijn werkterrein en kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de bestuursorganen van de Vervoerregio Amsterdam.

 

    • W.

      Artikel 49, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De Stadsregio Amsterdam heeft een ambtelijk apparaat, aan het hoofd waarvan een secretaris staat.

1. De Vervoerregio Amsterdam heeft een ambtelijk apparaat, aan het hoofd waarvan een secretaris staat.

 

    • X.

      Artikel 50, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. Op initiatief van een van de bestuursorganen van een gemeente of van de Stadsregio Amsterdam kan:

a. uitbreiding van het belang als bedoeld in artikel 4 van de regeling;

b. verandering in bevoegdheden als bedoeld in artikel 6 van de regeling;

c. overdracht van nieuwe gemeentelijke bevoegdheden als bedoeld in artikel 7 van de regeling plaatsvinden.

1. Op initiatief van een van de bestuursorganen van een gemeente of van de Vervoerregio Amsterdam kan:

a. uitbreiding van het belang als bedoeld in artikel 4 van de regeling;

b. verandering in bevoegdheden als bedoeld in artikel 6 van de regeling;

c. overdracht van nieuwe gemeentelijke bevoegdheden als bedoeld in artikel 7 van de regeling plaatsvinden.

 

    • Y.

      Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten doen het dagelijks bestuur mededeling van bij hen in voorbereiding zijnde maatregelen en plannen, die voor de taakvervulling van de Stadsregio Amsterdam van belang zijn.

2. De in het eerste lid genoemde bestuursorganen kunnen over bij hen in voorbereiding zijnde maatregelen en plannen, die voor de taakvervulling van de Stadsregio Amsterdam van belang zijn het gevoelen vragen van het betrokken bestuursorgaan van de Stadsregio Amsterdam.

3. De bestuursorganen van de Stadsregio Amsterdam kunnen hun zienswijze omtrent maatregelen en plannen als bedoeld in het eerste lid, ook ongevraagd aan het betrokken gemeentebestuur kenbaar maken.

4. De in het eerste lid genoemde bestuursorganen zijn verplicht te voldoen aan een verzoek van de bestuursorganen van de Stadsregio Amsterdam inlichtingen te verschaffen omtrent plannen en maatregelen die voor de Stadsregio Amsterdam van belang zijn.

1. De raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de deelnemende gemeenten doen het dagelijks bestuur mededeling van bij hen in voorbereiding zijnde maatregelen en plannen, die voor de taakvervulling van de Vervoerregio Amsterdam van belang zijn.

2. De in het eerste lid genoemde bestuursorganen kunnen over bij hen in voorbereiding zijnde maatregelen en plannen, die voor de taakvervulling van de Vervoerregio Amsterdam van belang zijn het gevoelen vragen van het betrokken bestuursorgaan van de Vervoerregio Amsterdam.

3. De bestuursorganen van de Vervoerregio Amsterdam kunnen hun zienswijze omtrent maatregelen en plannen als bedoeld in het eerste lid, ook ongevraagd aan het betrokken gemeentebestuur kenbaar maken.

4. De in het eerste lid genoemde bestuursorganen zijn verplicht te voldoen aan een verzoek van de bestuursorganen van de Vervoerregio Amsterdam inlichtingen te verschaffen omtrent plannen en maatregelen die voor de Vervoerregio Amsterdam van belang zijn.

 

    • Z.

      De titel van paragraaf 1 van hoofdstuk X Financiële bepalingen, wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Paragraaf 1: De administratie 

Paragraaf 1: Financieel beleid en beheer

 

    • AA.

      Artikel 52 wordt gewijzigd als volgt:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De regioraad stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van de algemene dienst van de Stadsregio Amsterdam. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van doelmatigheid en controle wordt voldaan.

2. Ten aanzien van de controle op de administratie en op het beheer van de vermogenswaarden van de algemene dienst, is artikel 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

3. Het dagelijks bestuur zendt de verordeningen, bedoeld in het eerste en het tweede lid, binnen twee weken na vaststelling aan gedeputeerde staten. 

1. De regioraad stelt regels vast met betrekking tot de inrichting van de financiële organisatie alsmede met betrekking tot de uitgangspunten van het financieel beleid, het financieel beheer, de financiële administratie en de controle.

2. Deze regels bevatten in elk geval een beschrijving van:

  • a.

    het bestuurlijk begrotings- en verantwoordingsinstrumentarium;

  • b.

    het begrotings- en budgetbeheer;

  • c.

    de wijze waarop de financiering plaatsvindt;

  • d.

    het reservebeleid;

  • e.

    de wijze waarop de waardering en afschrijving van activa plaatsvindt;

  • f.

    de wijze waarop de controle plaatsvindt op de financiële organisatie, het financieel beheer en de financiële administratie.

 

 

    • BB.

      Artikel 53 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De regioraad stelt jaarlijks vóór 1 juli de begroting vast voor het eerstvolgende begrotingsjaar. Alvorens hiertoe over te gaan wordt de procedure als omschreven in de artikelen 34, 34a, 34b en 35 van de wet gevolgd.

2. Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat jaar waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.

 

1. Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat jaar waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten.

2. De regioraad stelt jaarlijks vóór 1 juli de begroting vast voor het eerstvolgende begrotingsjaar. Alvorens hiertoe over te gaan wordt de procedure als omschreven in de artikelen 34, 34a, 34b en 35 van de wet gevolgd.

3. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus, aan gedeputeerde staten.

 

    • CC.

      Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. In de begroting wordt aangegeven de naar raming door elke deelnemende gemeente voor het jaar, waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage.

2. Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt uitgegaan van het inwonertal op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal bureau voor de statistiek vastgestelde bevolkingscijfers.

3. De deelnemende gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks vóór 16 januari en vóór 16 juli telkens de helft van de in het eerste lid bedoelde bijdrage.

4. De deelnemende gemeenten waarborgen de betaling van rente en aflossing van de geldleningen, aan te gaan door de Stadsregio Amsterdam voor de uitvoering van zijn taak, in verhouding tot het inwonertal op 1 januari van het dienstjaar waarin de geldlening wordt aangegaan (uitgedrukt in een veelvoud van duizend naar boven afgerond). Zodanige geldleningen mogen de geldgevers geen rendement geven dat hoger is dan het rendement van de geldleningen, welke tegelijkertijd worden aangeboden door de NV. Bank Nederlandse gemeenten.

 

De deelnemende gemeenten waarborgen de betaling van rente en aflossing van de geldleningen, aan te gaan door de Vervoerregio Amsterdam voor de uitvoering van zijn taak, in verhouding tot het inwonertal op 1 januari van het dienstjaar waarin de geldlening wordt aangegaan (uitgedrukt in een veelvoud van duizend naar boven afgerond). Zodanige geldleningen mogen de geldgevers geen rendement geven dat hoger is dan het rendement van de geldleningen, welke tegelijkertijd worden aangeboden door de NV. Bank Nederlandse gemeenten.

 

 

    • DD.

      Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. Van de vaststelling van de begroting wordt terstond mededeling gedaan aan de besturen van de deelnemende gemeenten, die ervoor zorgdragen dat het in deze begroting voor de gemeente als bijdrage in de kosten van de Stadsregio Amsterdam geraamde bedrag, in de gemeentebegroting wordt opgenomen.

2. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken een maand na vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus, aan gedeputeerde staten.

Vervallen

 

    • EE.

      Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Met betrekking tot wijziging van de begroting zijn de voorgaande artikelen, alsmede artikel 57 van de regeling zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing met uitzondering van het bepaalde in artikel 53 van de regeling voor zover het wijzigingen betreft van de begroting, die geen invloed hebben op de bijdragen van de deelnemende gemeenten.

Met betrekking tot wijziging van de begroting zijn de voorgaande artikelen zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing met uitzondering van genoemde data in artikel 53 van de regeling.

 

    • FF.

      Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Wanneer aan de regioraad blijkt, dat de raad van een deelnemende gemeente niet voldoet of zal voldoen aan het gestelde in artikel 55, eerste lid, van deze regeling verzoekt de regioraad gedeputeerde staten over te gaan tot toepassing van artikel 194 van de Gemeentewet.

Vervallen

 

    • GG.

      Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. Van de inkomsten en uitgaven van de Stadsregio Amsterdam over het afgelopen jaar wordt door het dagelijks bestuur verantwoording gedaan aan de regioraad onder overlegging van de door een ambtenaar, aangewezen bij de regels als bedoeld in artikel 52 van de regeling, overeenkomstig deze regels aangeboden jaarrekening met de daarbij behorende bescheiden.

2. Het dagelijks bestuur voegt daarbij een verslag als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet, alsmede een door het dagelijks bestuur opgemaakt verslag ter verantwoording van het financieel beheer.

1. Het dagelijks bestuur zendt de conceptjaarstukken (jaarverslag en jaarrekening) over het afgelopen kalenderjaar voor 15 april van het daaropvolgende jaar aan de raden van de gemeenten.

2. De raden van de gemeenten kunnen binnen twee maanden na toezending hun zienswijzen op het ontwerpjaarrekening kenbaar maken bij het algemeen bestuur.

3. Vaststelling van de jaarrekening strekt het dagelijks bestuur tot décharge, behoudens later in rechte gebleken valsheid in geschrift of andere omstandigheden.

4. Terstond na de vaststelling zendt de regioraad de jaarstukken ter kennisneming aan de raden van de gemeenten.

5. Het dagelijks bestuur zendt de jaarstukken, vergezeld van een accountantsverklaring en een verslag van bevindingen zoals bedoeld in artikel 213 van de Gemeentewet, binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval voor 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarstukken betrekking hebben, aan gedeputeerde staten.

 

    • HH.

      Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De regioraad onderzoekt jaarlijks de jaarrekening over het afgelopen jaar zonder uitstel en de regioraad stelt haar vóór 1 juli vast.

2. De jaarrekening wordt binnen twee weken, doch in ieder geval voor 15 juli, met alle bijbehorende stukken aan gedeputeerde staten toegezonden. Van de vaststelling doet het dagelijks bestuur mededeling aan de raden van de deelnemende gemeenten.

3. Het besluit tot vaststelling ontlast de leden van het dagelijks bestuur, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ten aanzien van het daarin verantwoorde financieel beheer.

4. Artikel 201 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

Vervallen

 

    • II.

      Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. In de jaarrekening wordt het door elk van de deelnemende gemeenten over het desbetreffende dienstjaar werkelijk verschuldigde bedrag opgenomen.

2. De kosten worden over de deelnemende gemeenten verdeeld naar het inwonertal op 1 januari van het jaar waarop de kosten betrekking hebben.

Artikel 54, tweede lid, tweede volzin, van de regeling is van overeenkomstige toepassing.

3. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 54, derde lid, van de regeling betaalde voorschot en het werkelijk verschuldigde bedrag vindt plaats onmiddellijk na de kennisgeving aan de deelnemende gemeenten van de vaststelling van de jaarrekening. 

Vervallen

 

    • JJ.

      Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

De regioraad kan besluiten tot vorming van een fonds, strekkende tot het reserveren van andere dan gemeentelijke gelden. De met gelden in het fonds gekweekte rente wordt in dit fonds gestort. De begroting inzake de verrekening met de gemeenten dient in verband hiermede te worden aangepast.

De regioraad kan besluiten tot vorming van een fonds, strekkende tot het reserveren van andere dan gemeentelijke gelden. De met gelden in het fonds gekweekte rente wordt in dit fonds gestort.

 

    • KK.

      Artikel 63 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

1. De Stadsregio Amsterdam kent een klachtenregeling voor klachten over de wijze waarop de Stadsregio Amsterdam zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een klager heeft gedragen.

2. Voor de behandeling van klachten op grond van artikel 9:18, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht is de Gemeentelijke Ombudsman te Amsterdam aangewezen.

1. De Vervoerregio Amsterdam kent een klachtenregeling voor klachten over de wijze waarop de Vervoerregio Amsterdam zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een klager heeft gedragen.

2. Voor de behandeling van klachten op grond van artikel 9:18, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht is de Ombudsman Metropool Amsterdam aangewezen.

 

    • LL.

      Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Ten aanzien van de archiefbescheiden van de Stadsregio Amsterdam zijn de voorschriften omtrent de zorg, de bewaring en het beheer daarvan, alsmede die omtrent het toezicht daarop, zoals deze voor de gemeente Amsterdam zijn of nader zullen worden vastgesteld, van overeenkomstige toepassing.

Ten aanzien van de archiefbescheiden van de Vervoerregio Amsterdam zijn de voorschriften omtrent de zorg, de bewaring en het beheer daarvan, alsmede die omtrent het toezicht daarop, zoals deze voor de gemeente Amsterdam zijn of nader zullen worden vastgesteld, van overeenkomstige toepassing.

 

    • MM.

      Artikel 68, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

6. Zo nodig blijven de bestuursorganen van de Stadsregio Amsterdam ook na het tijdstip van de opheffing in functie totdat de liquidatie is beëindigd.

6. Zo nodig blijven de bestuursorganen van de Vervoerregio Amsterdam ook na het tijdstip van de opheffing in functie totdat de liquidatie is beëindigd.

 

    • NN.

      Artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

Oude tekst

Nieuwe tekst

Deze regeling kan worden aangehaald onder de titel "Gemeenschappelijke regeling Stadsregio Amsterdam".

Deze regeling kan worden aangehaald onder de titel "Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam".

Ieder voor wat betreft de eigen bevoegdheden:

Aldus vastgesteld door:

Aalsmeer, bij collegebesluit van 2 mei 2017 en bij raadsbesluit van 29 juni 2017;

Amstelveen, bij collegebesluit van 2 mei 2017 en bij raadsbesluit van 21 juni 2017;

Amsterdam, bij collegebesluit van 22 mei 2017 en bij raadsbesluit van 12 juli 2017;

Beemster, bij collegebesluit van 25 april 2017 en bij raadsbesluit van 16 mei 2017;

Diemen, bij collegebesluit van 18 mei 2017 en bij raadsbesluit van 6 juli 2017;

Edam-Volendam, bij collegebesluit van 18 april en bij raadsbesluit van 18 mei 2017;

Landsmeer, bij collegebesluit van 16 mei 2017 en bij raadsbesluit van 1 juni 2017;

Ouder-Amstel, bij collegebesluit van 23 mei 2017 en bij raadsbesluit van 6 juli 2017;

Oostzaan, bij collegebesluit van 4 mei 2017 en bij raadsbesluit van 29 mei 2017;

Purmerend, bij collegebesluit van 1 juni 2017 en bij raadsbesluit van 1 juni 2017;

Uithoorn, bij collegebesluit van 2 september 2017 en bij raadsbesluit van 28 september 2017;

Waterland, bij collegebesluit van 23 mei 2017 en bij raadsbesluit van 6 juli 2017;

Wormerland, bij collegebesluit van 1 mei 2017 en bij raadsbesluit van 30 mei 2017;

Zaanstad, bij raadsbesluit van 18 mei 2017;

Naar boven