Verkeersbesluit Van Oldenbarneveltstraat, Putten

Logo Putten

Burgemeester en wethouders van de gemeente Putten zijn op grond van artikel 18 lid 1 sub d van de Wegenverkeerswet 1994 bevoegd dit verkeersbesluit te nemen.

OVERWEGINGEN EN MOTIVERING TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

  • dat gemeenten in het kader van het Startprogramma Duurzaam Veilig streven naar een duurzaam veilig inrichting van wegen waarbij de infrastructuur is aangepast aan de mens, in welke opzet er sprake is van een preventieve aanpak van de verkeersonveiligheid;

  • dat wij gelet op het streven naar een integraal verkeers- en vervoerbeleid in samenhang met de ontwikkelingen op het gebied van duurzaam veilig, een Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) hebben ontwikkeld waarin de verschillende wensstructuren voor het autoverkeer, het fietsverkeer, de voetganger en het openbaar vervoer zijn samengevoegd tot een integrale verkeers- en vervoerstructuur;

  • dat gemeenten in het kader van duurzaam veilig het wegennet categoriseren in gebieden met een verkeers- en een verblijfsfunctie;

  • dat bepaalde delen van de Van Oldenbarneveltstraat smal zijn en hierdoor een parkeerprobleem ontstaat;

  • dat de gehele Van Oldenbarneveltstraat opnieuw is ingericht en dit de mogelijkheid heeft gegeven tot het realiseren van meer parkeergelegenheid;

  • dat op vijf delen van de Van Oldenbarneveltstraat met twee wielen op de stoep mag worden geparkeerd, deze delen worden naast de bebording met zwarte tegels aangeduid;

  • dat de fietsroute, welke begint bij rotonde Arendstraat/N798, wordt doorgetrokken naar de Halvinkhuizerweg

  • dat het gewenst is om deze fietsroute voorrang te geven ten opzichte van autoverkeer op de Van Oldenbarneveltstraat;

  • dat het deel van de Oldenbarneveltstraat waar fietsers en gemotoriseerd verkeer de weg delen wordt ingericht als fietsstraat, door middel het aanbrengen van fietsstroken met fietssymbolen;

  • dat de Van Oldenbarneveltstraat een woongebied betreft waar de woon- en verblijffunctie centraal staan, tevens nabij de fietsstraat een basisschool is gelegen;

  • dat er conform artikel 24 BABW overleg heeft plaats gevonden met de gemandateerde verkeersadviseur van de Nationale Politie, in de Eenheid Oost-Nederland, district Noord en Oost Gelderland en deze een negatief advies heeft afgegeven, wegens dat er in een verblijfsgebied op de rijbaan moet worden geparkeerd en de voertuigen tevens als snelheidsremmer fungeren.

VERKEERSTEKENS

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van de in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) genoemde verkeerstekens, alsmede voor onderborden voor zover daardoor een gebod of verbod ontstaat of wordt gewijzigd.

In artikel 12 van het BABW is limitatief opgenomen voor welke verkeerstekens een verkeersbesluit vereist is. In Bijlage 1 van het Reglement en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) staan de verkeersborden genoemd. In dit besluit gaat het om de volgende verkeerstekens:

  • B6, Verleen voorrang aan bestuurder op de kruisende weg

  • E8(b), Parkeergelegenheid alleen bestemd voor de voertuigcategorie of groep voertuigen die op het bord is aangegeven. Op het bord staat aangegeven op welke wijze er moet worden geparkeerd.

  • Haaientanden, art. 80 RVV 1990

  • Fietsstrook

BESLUITEN

Op grond van voorgaande overwegingen besluiten wij om de volgende verkeerssituaties aan te passen en daarbij conform aan bijgevoegde tekeningen de verkeersborden, markeringen en verkeerstekens als hiervoor genoemd te (ver)plaatsen, aanbrengen en verwijderen:

  • 1.

    Het plaatsen van borden model E8(b) waardoor parkeren met twee wielen op het trottoir wordt toegestaan op vijf delen van de Van Oldenbarneveltstraat;

  • 2.

    Het aanbrengen van fietssymbolen op de fietsstroken;

  • 3.

    Het plaatsen van borden model B6 en haaientanden waardoor voorrang moet worden verleend voorrang aan bestuurders op de kruisende weg.

 

Tegen deze beslissing kunnen belanghebbenden binnen zes weken na datum van verzending van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders.

Voorts kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed dat vereist. Het vragen van een voorlopige voorziening is mogelijk indien binnen de genoemde termijn ook een bezwaarschrift wordt ingediend.

 

Verzenddatum:

 

burgemeester en wethouders van Putten,

   

mr. F. Contant, secretaris

H. A. Lambooij, burgemeester

 

Naar boven