VERKEERSBESLUIT VOOR HET VERLAGEN VAN DE MAXIMUMSNELHEID OP RIJKSWEG A2-n (Li) TUSSEN KM 158,900 EN KM 156,450 IN DE GEMEENTE EINDHOVEN NAAR 100 KM/H ALSMEDE HET WIJZIGEN VAN DIT GEDEELTE VAN N2-n IN A2-n.

Logo Rijkswaterstaat

RWS-2018/26904

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

 

BESLUIT

 

Door middel van plaatsing van de verkeersborden A1 en G1 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 op rijksweg A2-n (Li) tussen km 158,900 en km 156,450 in de gemeente Eindhoven, de maximumsnelheid te verlagen van 120 km/h naar 100 km/h. Tevens zal dit gedeelte worden gewijzigd van N2-n in A2-n.

 

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

 

Aanvraag/inleiding

Op 14 maart 2018 is een aanvraag ontvangen van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, district Midden waarin zij vragen om een verkeersbesluit te nemen waarmee wordt geregeld dat de maximumsnelheid op rijksweg A2-n (Li) tussen km 158,900 en km 156,450 in de gemeente Eindhoven wordt verlaagd van 120 km/h naar 100 km/h en dat dit gedeelte wordt gewijzigd van N2-n in A2-n.

 

  • 1.

    Wettelijke basis

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna Wvw) moet een verkeersbesluit worden genomen voor de plaatsing of verwijdering van verkeerstekens en verkeersborden, zoals benoemd in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna BABW), voor zover daardoor een verbod of gebod wordt ingesteld of gewijzigd.

 

Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de Wvw ben ik bevoegd dit besluit te nemen.

 

  • 2.

    Doel

In het Tracébesluit Randweg Eindhoven (TB) uit 2003 zijn de begin- en eindpunten van de rijkswegen A2 en N2 niet eenduidig beschreven. Bovendien is de maximumsnelheid op rijksweg N2 niet eenduidig vastgelegd, omdat de benodigde verkeersbesluiten ontbreken.

 

In verband met de scheiding van doorgaand en overig verkeer op de Randweg Eindhoven is in het TB nadrukkelijk gekozen om deze scheiding tussen de rijkswegen A2 en N2 ook te laten doorwerken in de vormgeving van de hoofdrijbaan als achterlandverbinding (met vluchtstroken aan de rechterzijde) en de parallelbaan met een meer stedelijke functie (zonder vluchtstroken aan de rechterzijde).

In het verkeersbesluit van 6 oktober 2017 is de juridische basis geboden voor een maximum snelheid van 80 km/h voor de stedelijk vormgegeven delen van rijksweg N2 (Randweg Eindhoven zonder vluchtstroken), gelegen tussen km 155,800 en km 169,900 (Re) en tussen km 169,950 en km 158,900 (Li) in de gemeente Eindhoven.

 

Met het nemen van dit verkeersbesluit wordt de juridische basis geboden om de maximum snelheid op het restantgedeelte aan de linkerzijde van rijksweg N2 ter hoogte van km 158,900 (afrit Eindhoven-Airport) tot aan km 156,450 (Randweg Eindhoven met vluchtstroken) ter hoogte van knooppunt Batadorp, te verlagen van 120 km/h naar 100 km/h.

 

  • 3.

    Maatregelen

Door middel van het plaatsen van de verkeersborden A1 en G1 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zal de maximumsnelheid op rijksweg A2-n (Li) tussen km 158,900 en km 156,450 vastgesteld worden op 100 km/h.

Tevens wordt de hectometrering van uitsluitend dit gedeelte gewijzigd van N2-n naar A2-n.

 

  • 4.

    Motivering

De uitvoering van rijksweg N2 ter hoogte van km 158,900 (afrit Eindhoven-Airport) tot aan km 156,450 (knooppunt Batadorp) kent een andere uitvoering dan de overige weggedeelten van de N2.

Ten zuiden van de aansluiting Eindhoven-Airport bestaat de N2 uit drie rijstroken zonder vluchtstrook en is de markeringsbreedte overeenkomstig een autoweg.

Ten noorden van de aansluiting Eindhoven-Airport gaat het om vier rijstroken met vluchtstrook en is de markeringsbreedte overeenkomstig een autosnelweg.

 

Sinds de openstelling van de omgebouwde Randweg Eindhoven (2009) geldt daarom op de N2 (Li) ter hoogte van de aansluiting Eindhoven-Airport tot Batadorp (km 158,900 tot km 156,450) een maximumsnelheid van 120 km/h.

 

De borden G1 (begin autosnelweg) en later de borden A1 (120 km) op de N2 (Li) zijn geplaatst uit behoud van uniformiteit ten behoeve van de verkeersveiligheid in relatie tot het wegbeeld/wegtype. Het huidige wegbeeld van de N2 (Li) ter hoogte van de aansluiting Eindhoven-Airport tot Batadorp (km 158,900 tot km 156,450) is immers dat van een A-weg (autosnelweg) en niet van een N-weg (niet-autosnelweg).

Een verkeersbesluit hiervoor ontbreekt echter tot op heden.

 

Op 29 augustus 2012 is met de landelijke invoering van de maximumsnelheid van 130 km/h wel een verkeersbesluit genomen voor de A2 waarmee de snelheid op o.a. het traject tussen de knooppunten Ekkersweijer en Leenderheide (tussen km 143,000 en km 169,900 in beide richtingen) is vastgelegd naar 120 km/h. In dit landelijke verkeersbesluit van 29 augustus 2012 is niet verder omschreven welke rijbanen tot de hoofdrijbaan van de A2 behoren. Om die reden geldt dit landelijke verkeersbesluit niet voor de N2.

 

De geluidproductieplafonds (GPP’s) langs de Randweg Eindhoven zijn gebaseerd op de maximum snelheden zoals opgenomen in het Tracébesluit A2/A67 Randweg Eindhoven (120 en 80 km/u).

Uit de onderzoeken[1] naar de gevolgen voor geluid dan wel luchtkwaliteit blijkt dat er geen beletselen zijn voor het zo mogelijk vastleggen van de huidige 120 km/h in een verkeersbesluit voor de N2 (Li) ter hoogte van de aansluiting Eindhoven-Airport tot Batadorp (km 158,900 tot km 156,450).

Desondanks is het ongewenst om een dergelijk verkeersbesluit te nemen. Een landelijk uniforme toepassing van snelheidsregimes op parallelwegenstructuren met vluchtstroken nabij grote steden verlangt aanpassingen voor de N2 (Li) ter hoogte van de aansluiting Eindhoven-Airport tot Batadorp (km 158,900 tot km 156,450):

 

  • 1.

    De naamgeving van de parallelwegen bij Eindhoven zijn met een ‘N’ aangegeven. Een N-weg is een niet-autosnelweg buiten de bebouwde kom (dus zonder vluchtstrook). Dit betekent dat de N-weg een weg is van één van de volgende 3 wegcategorieën:

    - Een regionale stroomweg, ofwel autoweg met een maximumsnelheid van 100 km/h;

    - Een gebiedsontsluitingsweg met een maximumsnelheid van 80 km/h;

    - Een erftoegangsweg met een maximumsnelheid van 60 km/u. Dit type wegen wordt echter sporadisch genummerd, alleen als deze in beheer van een provincie zijn.

    Hiermee wordt duidelijk  dat het gedeelte van de parallelweg van km 158,900 tot km 156,450 (het enige gedeelte met vluchtstrook) ten onrechte een ‘N’-aanduiding heeft. Vanwege de vluchtstrook hoort dit gedeelte een A-aanduiding te hebben.

  • 2.

    Bijbehorende maximum snelheid wordt op 100 km/u ingesteld omdat het traject N2 (Li) ter hoogte van de aansluiting Eindhoven-Airport tot Batadorp (km 158,900 tot km 156,450) vanwege het korte traject met veel wevend verkeer zich niet leent voor de reguliere maximumsnelheid van 130 km/u (hetgeen landelijk standaard is voor autosnelwegen). 

     

    [1]Onderzoek Geluidkwaliteit bij feitelijk max. snelheden N2 t hv Anthony Fokkerweg -17-10-2016 en Onderzoek Luchtkwaliteit bij feitelijk max. snelheden N2 t hv Anthony Fokkerweg -3-11-2016.

     

  • Uit het oogpunt van:

  • 1.

    het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • 2.

    het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • 3.

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade;

  • 4.

    het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter of van de functie van objecten of gebieden:

 

is het gewenst om door middel van de plaatsing van de verkeersborden A1 en G1 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 op rijksweg A2-n (Randweg Eindhoven) tussen km 158,900 en km 156,450 in de gemeente Eindhoven, de maximumsnelheid te verlagen naar 100 km/h.

 

De belangen van Rijkswaterstaat, te weten het beschermen van het waterstaatswerk en het verzekeren van een doelmatig en veilig gebruik van dat werk, zijn voldoende gewaarborgd.

De belangen van derden worden door het verlagen van de maximumsnelheid, voor zover bekend, niet geschaad.

 

  • 5.

    Wegtraject

 

De situatie is aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekeningen

  • 1.

    Tekening reg.nr. NBDE-2012-1857 (revisie) van 26 juni 2009;

  • 2.

    Tekening reg.nr. NBDE-2012-1858 (revisie, versie 2.0) van 04 mei 2009;

  • 3.

    Tekening reg.nr. NBDE-2012-1859 (revisie, versie 2.0) van 04 februari 2011.

Het betrokken weggedeelte is in beheer bij het Rijk en is gelegen in de gemeente Eindhoven. 

 

GEVOLGDE PROCEDURE

 

Door mij is geen voorbereidingsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Reden hiervan is, dat ik ervan uit ga dat belanghebbenden door het nemen van dit besluit niet in hun rechten worden aangetast.

 

Overeenkomstig artikel 24 van het BABW is overleg gepleegd met de Politie Oost-Brabant te ’s-Hertogenbosch.

 

Overeenkomstig artikel 25 van het BABW is overleg gepleegd met de gemeente Eindhoven.

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

namens deze,

hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat Zuid-Nederland,

 

P.A.M. Smeets

 

MEDEDELINGEN:

 

  • 1.

    Informatie en bezwaar 

    Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen:

  • 1.

    Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent?

  • 2.

    Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting?

  • 3.

    Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? 

    Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen.

     

    Het besluit met de daarbij behorende stukken, ligt vanaf 23 juli 2018 gedurende zes weken ter inzage bij:

  • 1.

    het kantoor van Rijkswaterstaat Zuid – Nederland, Zuidwal 58 te ’s-Hertogenbosch;

  • 2.

    het gemeentehuis van de gemeente Eindhoven, Stadhuisplein 10 te Eindhoven.

 

Bent u het niet eens met dit besluit?

Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar:

  • 1.

    Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent?

  • 2.

    Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat?

  • 3.

    Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? 

Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de in de beschikking vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen.

Hoe maakt u bezwaar?

Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, afdeling Werkenpakket, Postbus 2232, 3500 GE te Utrecht.

In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan:

  • 1.

    uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer;

  • 2.

    een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen);

  • 3.

    de reden waarom u bezwaar maakt;

  • 4.

    de datum en uw handtekening. 

     

    Voorlopige voorziening

    Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een verzoekschrift indient dan kunt u het verzoekschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal een griffierecht in rekening brengen.

     

    Bij het verzoek moet voorts een afschrift van het bezwaarschrift worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een afschrift van de beschikking waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.

     

    Indiening kan ook via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

     

    Vertaling

    Indien het beroep- of verzoekschrift in een vreemde taal is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het beroep of verzoek noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling.

     

    Wat zijn de kosten?

    Zowel in verband met de behandeling van beroep, als in verband met de  behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening, worden griffierechten geheven. Over de hoogte daarvan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dit moet betalen krijgt u na het indienen van beroep c.q. het verzoek om voorlopige voorziening bericht van de rechtbank.

Naar boven