Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 juli 2018, nr. 2018-0000542382 tot wijziging van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector gericht op betere benutting van de beschikbare middelen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet overige BZK-subsidies;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Stimuleringsregeling energieprestatie huursector wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel h, wordt ‘de Minister voor Wonen en Rijksdienst’ vervangen door ‘Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’.

B

In artikel 3, derde lid, wordt ‘1 januari 2019’ vervangen door ‘31 december 2020’.

C

Artikel 6, zesde lid, vervalt.

D

Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10a

Deze regeling blijft na 30 juni 2019 van toepassing op voor 1 januari 2019 ingediende aanvragen om subsidie.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling strekt tot wijziging van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (hierna: STEP). De wijzigingen beogen een betere benutting van de voor de STEP beschikbare financiële middelen mogelijk te maken. Daarnaast wordt ten aanzien van de wachtlijst een wijziging doorgevoerd, zie daarvoor de toelichting bij artikel I, onderdeel C.

Voor de STEP geldt een subsidieplafond van € 395 miljoen. Naar verwachting is dat subsidieplafond medio 2018 bereikt. Subsidieaanvragen die na het bereiken van het subsidieplafond worden ingediend, worden op een wachtlijst geplaatst. De verwachting is dat van de verstrekte subsidies een deel uiteindelijk niet of niet volledig tot betaling zal leiden omdat niet aan alle voorwaarden zal zijn voldaan op het moment van vaststelling van de subsidie (uiterlijk 24 maanden na de verstrekking). De wachtlijst heeft tot doel middelen die vrijvallen als gevolg van het niet volledig tot betaling komen van verstrekte subsidies te kunnen aanwenden voor andere subsidieaanvragen.

Tot 1 oktober 2018 was de mogelijkheid om vrijvallende middelen wederom aan te wenden in tijd beperkt tot middelen die voor 1 januari 2019 vrijvielen. Gelet op doorlooptijd van het subsidieproces van meer dan 24 maanden – de beslistermijn na de aanvraag en de 24 maanden die de aanvrager heeft om aan de voorwaarden te voldoen – en de uiterste aanvraagdatum van 31 december 2018 had dit tot gevolg dat een aanzienlijk deel van de naar verwachting vrijvallende middelen niet voor de doelstelling van de regeling (het verduurzamen van huurwoningen) zou kunnen worden besteed. Om die reden is de bedoelde uiterste datum verschoven naar 31 december 2020.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of de nalevingskosten.

De regeling treedt, in overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten en invoeringstermijnen, in werking op 1 oktober 2018.

Artikel I

Onderdeel A

Sinds 27 januari 2017 berust de verantwoordelijkheid voor de STEP bij de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de definitie van Minister in de regeling daarmee in overeenstemming te brengen.

Onderdeel B

De datum tot welke vrijvallende middelen opnieuw kunnen worden ingezet is bepaald op 31 december 2020. Dit hangt samen met de uiterste aanvraagdatum (31 december 2018) en de maximale termijn die aanvragers hebben om de subsidie aan te wenden (24 maanden, zie artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de STEP).

Onderdeel C

Artikel 6, zesde lid, van de STEP bood de mogelijkheid om subsidieaanvragen die door het bereiken van het subsidieplafond niet gehonoreerd konden worden gedeeltelijk te honoreren – voor het gedeelte dat nog beneden het subsidieplafond zou blijven. Gebleken is dat die werkwijze voor zowel de uitvoerder van de STEP als voor de aanvragers bewerkelijk is en slechts een beperkte meerwaarde biedt. Om die reden is deze mogelijkheid geschrapt.

Onderdeel D

Artikel 10a van de STEP maakt expliciet dat de STEP na 30 juni 2019 van toepassing blijft op voor 1 januari 2019 ingediende subsidieaanvragen. Dit is expliciet gemaakt om iedere twijfel dienaangaande weg te nemen. Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat het na 31 december 2018 niet meer mogelijk is om subsidieaanvragen in te dienen; artikel 10a heeft slechts betrekking op de afwikkeling van ingediende subsidieaanvragen die op de wachtlijst zijn gekomen en op de afwikkeling van verleende subsidies.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven