De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet overige BZK-subsidies;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Stimuleringsregeling energieprestatie huursector wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel h, wordt ‘de Minister voor Wonen en Rijksdienst’ vervangen
door ‘Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties’.
B
In artikel 3, derde lid, wordt ‘1 januari 2019’ vervangen door ‘31 december 2020’.
C
Artikel 6, zesde lid, vervalt.
D
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a
Deze regeling blijft na 30 juni 2019 van toepassing op voor 1 januari 2019 ingediende
aanvragen om subsidie.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2018.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling strekt tot wijziging van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector
(hierna: STEP). De wijzigingen beogen een betere benutting van de voor de STEP beschikbare
financiële middelen mogelijk te maken. Daarnaast wordt ten aanzien van de wachtlijst
een wijziging doorgevoerd, zie daarvoor de toelichting bij artikel I, onderdeel C.
Voor de STEP geldt een subsidieplafond van € 395 miljoen. Naar verwachting is dat
subsidieplafond medio 2018 bereikt. Subsidieaanvragen die na het bereiken van het
subsidieplafond worden ingediend, worden op een wachtlijst geplaatst. De verwachting
is dat van de verstrekte subsidies een deel uiteindelijk niet of niet volledig tot
betaling zal leiden omdat niet aan alle voorwaarden zal zijn voldaan op het moment
van vaststelling van de subsidie (uiterlijk 24 maanden na de verstrekking). De wachtlijst
heeft tot doel middelen die vrijvallen als gevolg van het niet volledig tot betaling
komen van verstrekte subsidies te kunnen aanwenden voor andere subsidieaanvragen.
Tot 1 oktober 2018 was de mogelijkheid om vrijvallende middelen wederom aan te wenden
in tijd beperkt tot middelen die voor 1 januari 2019 vrijvielen. Gelet op doorlooptijd
van het subsidieproces van meer dan 24 maanden – de beslistermijn na de aanvraag en
de 24 maanden die de aanvrager heeft om aan de voorwaarden te voldoen – en de uiterste
aanvraagdatum van 31 december 2018 had dit tot gevolg dat een aanzienlijk deel van
de naar verwachting vrijvallende middelen niet voor de doelstelling van de regeling
(het verduurzamen van huurwoningen) zou kunnen worden besteed. Om die reden is de
bedoelde uiterste datum verschoven naar 31 december 2020.
Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of de nalevingskosten.
De regeling treedt, in overeenstemming met het stelsel van vaste verandermomenten
en invoeringstermijnen, in werking op 1 oktober 2018.
Artikel I
Onderdeel A
Sinds 27 januari 2017 berust de verantwoordelijkheid voor de STEP bij de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt
om de definitie van Minister in de regeling daarmee in overeenstemming te brengen.
Onderdeel B
De datum tot welke vrijvallende middelen opnieuw kunnen worden ingezet is bepaald
op 31 december 2020. Dit hangt samen met de uiterste aanvraagdatum (31 december 2018)
en de maximale termijn die aanvragers hebben om de subsidie aan te wenden (24 maanden,
zie artikel 7, eerste lid, onderdeel b, van de STEP).
Onderdeel C
Artikel 6, zesde lid, van de STEP bood de mogelijkheid om subsidieaanvragen die door
het bereiken van het subsidieplafond niet gehonoreerd konden worden gedeeltelijk te
honoreren – voor het gedeelte dat nog beneden het subsidieplafond zou blijven. Gebleken
is dat die werkwijze voor zowel de uitvoerder van de STEP als voor de aanvragers bewerkelijk
is en slechts een beperkte meerwaarde biedt. Om die reden is deze mogelijkheid geschrapt.
Onderdeel D
Artikel 10a van de STEP maakt expliciet dat de STEP na 30 juni 2019 van toepassing
blijft op voor 1 januari 2019 ingediende subsidieaanvragen. Dit is expliciet gemaakt
om iedere twijfel dienaangaande weg te nemen. Voor de volledigheid wordt erop gewezen
dat het na 31 december 2018 niet meer mogelijk is om subsidieaanvragen in te dienen;
artikel 10a heeft slechts betrekking op de afwikkeling van ingediende subsidieaanvragen
die op de wachtlijst zijn gekomen en op de afwikkeling van verleende subsidies.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren