ARTIKEL I
De Regeling marktordening vlees wordt gewijzigd als volgt:
A
In hoofdstuk 1 wordt artikel 1:1 vervat in een paragraaf waarvan het opschrift komt
te luiden:
§ 1. Begripsomschrijvingen.
B
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de begripsomschrijving van ‘minister’ wordt ‘Minister van Economische Zaken’ vervangen door ‘Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit’.
2. De begripsomschrijvingen van ‘Verordening 1234/2007’ en ‘Verordening 1249/2008’ vervallen.
3. Na de begripsomschrijving van ‘Verordening 1308/2013’ worden de volgende begripsomschrijvingen toegevoegd:
- Verordening 2017/1182:
-
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 van de Commissie van 20 april 2017 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft
de schema’s van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen
en wat betreft de mededeling van de marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen
en levende dieren (PbEU 2017, L171);
- Verordening 2017/1184:
-
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 van de Commissie van 20 april 2017 tot vaststelling
van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft de schema’s van de Unie voor de indeling van runder-, varkens-
en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van marktprijzen voor bepaalde categorieën
karkassen en levende dieren (PbEU 2017, L171);
C
Artikel 1:2 wordt vervat in een paragraaf waarvan het opschrift komt te luiden:
D
In artikel 1:2 wordt ‘en met Verordening (EU) nr. 1249/2008’ vervangen door ‘, met
Verordening 2017/1182 en met Verordening 2017/1184’.
E
Artikel 1:3 wordt vervat in een paragraaf waarvan het opschrift komt te luiden:
F
In artikel 2:1 wordt, in de begripsomschrijving van ‘uitbetaalgewicht’, ‘artikel 13, tweede lid, van Verordening 1249/2008’ vervangen door ‘artikel 14, derde
lid, van Verordening 2017/1182’.
G
Artikel 2:2 komt te luiden:
Artikel 2:2
-
1. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op een be- of verwerker die in de voorafgaande
twaalf maanden gemiddeld minder dan 150 slachtrunderen per week slacht.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan de minister, op verzoek van een be- of verwerker
die in de voorafgaande twaalf maanden gemiddeld minder dan 150 slachtrunderen per
week slacht, besluiten om dit hoofdstuk van toepassing te laten zijn.
-
3. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op karkassen van slachtrunderen die eigendom
zijn van de be- of verwerker indien voor het verwerven van deze dieren geen handelstransactie
heeft plaatsgevonden.
H
In artikel 2:7 vervallen het tweede, derde en zesde lid, onder vernummering van het
vierde en vijfde lid tot het tweede en derde lid.
I
In artikel 2:8 vervallen het eerste en het tweede lid en het lidnummer voorafgaand
aan het derde lid.
J
In artikel 2:16, eerste lid, wordt ‘Artikel 2:8’ telkens vervangen door ‘artikel 7,
derde lid, onderdeel a, van Verordening 2017/1182’.
K
In artikel 2:17 vervalt het negende lid en wordt het tiende lid vernummerd tot het
negende lid.
L
Artikel 2:18 komt te luiden:
Artikel 2:18
De minister, hiertoe in staat gesteld door de be- of verwerker, classificeert slachtrunderen
conform artikel 7 van Verordening 2017/1182.
M
Artikel 2:21 komt te luiden:
Artikel 2:21
-
1. In aanvulling op de op grond van bijlage IV, punt A, van Verordening 1308/2013 verplichte
classificatie van karkassen van slachtrunderen, kunnen drie subklassen worden toegepast
in de bevleesdheidsklassen E, U, R, O en P, waarbij een subklasse wordt aangeduid
door toevoeging van +, o of -.
-
2. De classificatie ‘S’ wordt niet gebruikt voor het classificeren van slachtrunderen
in categorie Z als bedoeld in bijlage VII, deel I, onder II, punt B, van Verordening
1308/2013.
-
3. In aanvulling op de op grond van bijlage IV, punt A, van Verordening 1308/2013 verplichte
classificatie van karkassen van slachtrunderen, kunnen drie subklassen worden toegepast
in de vetheidsklassen 1 tot en met 5, waarbij een subklasse wordt aangeduid door toevoeging
van +, o of -.
-
4. Voor het classificeren van slachtrunderen in categorie Z als bedoeld in bijlage VII,
deel I, onder II, punt B, van Verordening 1308/2013 worden geen subklassen toegepast.
N
De artikelen 2:22, 2:24 en 2:25 vervallen.
O
Artikel 2:23 komt te luiden:
Artikel 2:23
-
1. Door de minister dan wel onder toezicht van en overeenkomstig de instructies van
de minister worden classificatiemerken aangebracht.
-
2. De minister kan op verzoek van een be- of verwerker vaststellen dat de classificatiemerken
niet hoeven te worden aangebracht indien is voldaan aan de voorwaarden in artikel
8, zesde lid, onderdeel b, van Verordening 2017/1182.
P
Artikel 2:26 komt te luiden:
Artikel 2:26
-
1. De minister houdt een register bij als bedoeld in artikel 8, zesde lid, van Verordening
2017/1182.
-
2. In aanvulling op de op grond van artikel 2:18 door de minister per geslacht slachtrund
bepaalde bevleesdheids- en vetheidsklasse en indien van toepassing de subklasse, registreert
een be- of verwerker deze gegevens tezamen met het nummer van het merk, de categorie
en het warm geslacht gewicht in zijn eigen administratie en geeft deze gegevens met
behulp van een door de minister beschikbaar gesteld middel door aan de minister ten
behoeve van het in het eerste lid bedoelde register.
R
Artikel 2:28 komt te luiden:
Artikel 2:28
-
1. Een be- of verwerker stelt zijn leverancier per slachtrund, onder vermelding van
de categorie, in kennis van de door de minister vastgestelde bevleesdheids- en vetheidsklasse,
de aanbiedingsvorm en indien van toepassing de subklasse, van de door hem geleverde
slachtrunderen.
-
2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor zover het slachtrunderen
betreft die zijn aangekocht tegen een bij die verhandeling vastgestelde stuksprijs,
tenzij een leverancier bij de totstandkoming van de koop uitdrukkelijk om de in het
eerste lid bedoelde gegevens verzoekt.
S
Artikel 2:29 komt te luiden:
Artikel 2:29
-
1. De prijzen, bedoeld in artikel 14 van Verordening 2017/1184, worden inclusief bijbehorende
gegevens met behulp van een door de minister ter beschikking gesteld middel wekelijks
op de eerstvolgende woensdag voor 09:00 uur aan de minister gemeld door:
-
a. elke exploitant van een slachthuis waarin jaarlijks ten minste 20.000 slachtrunderen
worden geslacht;
-
b. elke exploitant van een door de minister aangewezen slachthuis waarin jaarlijks minder
dan 20.000 slachtrunderen worden geslacht;
-
c. elke natuurlijk of rechtspersoon die jaarlijks ten minste 10.000 slachtrunderen laat
slachten;
-
2. De bijbehorende gegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn:
-
a. de marktprijs, bedoeld in artikel 14 van verordening 2017/1182, zijnde het aankoopbedrag
franco abattoir exclusief BTW;
-
b. het deelnemersnummer;
-
c. de categorie;
-
d. het warm geslacht gewicht in kilogrammen;
-
e. de bevleesdheidsklasse en vetheidsklasse en indien van toepassing de subklasse;
-
f. de koppel-identificatie;
-
g. het nummer van het merk; en
-
h. de slachtdatum.
T
In artikel 3:1 wordt ‘eegwerktuig: wweegwerktuig’ vervangen door ‘weegwerktuig: weegwerktuig’.
U
Artikel 3:2 komt te luiden:
Artikel 3:2
-
1. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op een be- of verwerker die in de voorafgaande
twaalf kalendermaanden gemiddeld minder dan 500 slachtvarkens per week slacht.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan de minister, op verzoek van een be- of verwerker
die in de voorafgaande twaalf maanden gemiddeld minder dan 500 slachtvarkens per week
slacht, besluiten om dit hoofdstuk van toepassing te laten zijn.
-
3. Een be- of verwerker hoeft geen zorg te dragen voor de classificatie van zware slachtvarkens.
-
4. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op karkassen van slachtvarkens die eigendom
zijn van de be- of verwerker indien er voor het verwerven van deze dieren geen handelstransactie
heeft plaatsgevonden.
V
In artikel 3:5 vervalt het vierde lid, onder vernummering van het vijfde tot en met
het zevende lid tot het vierde tot en met het zesde lid.
X
In artikel 3:14, vierde lid, wordt ‘Artikel 3:8’ telkens vervangen door ‘artikel 7,
derde lid, onderdeel b, van Verordening 2017/1182’.
Y
Artikel 3:15 wordt als volgt gewijzigd:
1.In het tweede lid, onderdeel f, vervalt de zinsnede ‘, bedoeld in Artikel 3:14,
vierde lid’.
2. In het tweede lid, onderdeel g, vervalt de zinsnede ‘indien wordt uitbetaald naar
kwaliteit, tevens’.
3. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot
het derde tot en met vijfde lid.
AA
Artikel 3:19 komt te luiden:
Artikel 3:19
De exploitant van het slachthuis en de door de minister aangewezen natuurlijke persoon
of rechtspersoon die varkens laat slachten melden de marktprijs, bedoeld in artikel
14 van Verordening 2017/1182, zijnde het aankoopbedrag franco abattoir, exclusief
BTW, op een door de minister ter beschikking gesteld middel wekelijks op de eerstvolgende
woensdag voor 09:00 uur aan de minister.
AB
Artikel 3:20, eerste lid, komt te luiden:
AC
Artikel 3:24 komt te luiden:
Artikel 3:24
-
1. Door de minister dan wel onder toezicht van en overeenkomstig de instructies van
de minister worden classificatiemerken aangebracht.
-
2. De minister kan op verzoek van een be- of verwerker vaststellen dat de classificatiemerken
niet hoeven te worden aangebracht indien is voldaan aan de voorwaarden in artikel
8, zesde lid, van Verordening 2017/1182.
AD
Artikel 3:25 komt te luiden:
Artikel 3:25
-
1. Een be- of verwerker kan, naast de vereisten, bedoeld in de artikelen 5 en 8 van
Verordening 2017/1182, voorts een type op een karkas aanbrengen, dat bestaat uit een
hoofdletter met een weergave van de mate van bespierdheid overeenkomstig het volgende
indelingsschema:
Type
|
mate van bespierdheid
|
AA
|
uitzonderlijk goede bespiering
|
A
|
goede tot zeer goede bespiering
|
B
|
middelmatige bespiering
|
C
|
vrij dunne bespiering
|
-
2. Een be- of verwerker die gebruik maakt van de typevermeldingen bedoeld in het eerste
lid, doet dit per koppel.
AE
Artikel 3:27 wordt als volgt gewijzigd:
a. In het eerste lid wordt ‘Indien slachtvarkens naar kwaliteit worden uitbetaald, vermeldt
een be- of verwerker’ vervangen door ‘Een be- of verwerker vermeldt’.
b. In het tweede lid wordt ‘Artikel 3:24, tweede lid’ vervangen door ‘artikel 3:25,
eerste lid’.
AF
Artikel 3:29 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
-
1. In onderdeel b wordt ‘, en’ vervangen door een puntkomma.
-
2. In onderdeel c wordt de punt aan het eind van de zin vervangen door ‘, en’.
-
3. Toegevoegd wordt een onderdeel d, luidende:
b. In het tweede lid wordt na ‘minister’ ingevoegd ‘ten behoeve van het door de minister
bij te houden register’.
AG
Na artikel 3:31 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK 3A PRIJSREGISTRATIE LEVENDE DIEREN EN GESLACHTE SCHAPEN
§ 1. Levende dieren
Artikel 3A:1
Door de minister aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen die levende dieren
als bedoeld in artikel 12 van Verordening 2017/1184 verhandelen, melden de prijzen,
bedoeld in artikel 14 van Verordening 2017/1184, met behulp van een door de minister
ter beschikking gesteld middel wekelijks op de eerstvolgende woensdag voor 09:00 uur
aan de minister.
§ 2. Karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden oud
Artikel 3A:2
De exploitant van het slachthuis, of de door de minister aangewezen natuurlijk persoon
of rechtspersoon, bedoeld in artikel 11 van Verordening 2017/1184, meldt de prijzen,
bedoeld in artikel 14 van Verordening 2017/1184, met behulp van een door de minister
ter beschikking gesteld middel wekelijks op de eerstvolgende woensdag voor 09:00 uur
aan de minister.
ARTIKEL II
De Regeling instelling Commissie kwaliteitsbewaking classificatie wordt ingetrokken.
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 11 juli 2018.
TOELICHTING
I. Algemeen
Doel en aanleiding
Ter uitvoering van twee (EU) Verordeningen op het gebied van de marktordening van
runder-, varkens- en schapenkarkassen wordt de Regeling marktordening vlees met ingang
van 11 juli 2018 aangepast.
De eerdere Verordening (EU) nr. 1234/2007 houdende een gemeenschappelijke ordening
van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten
(‘integrale-GMO-verordening’) (PbEU 2007, L 299) is ingetrokken en vervangen door
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december
2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr.
1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347) (hierna: Verordening
(EU) nr. 1308/2013).
Deel II, titel I, hoofdstuk I, afdeling 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bevat
voorschriften inzake openbare interventie en steun voor particuliere opslag, met inbegrip
van de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen en de mededeling van prijzen
daarvan, en bevat bepalingen op grond waarvan de Commissie bevoegd is om gedelegeerde
handelingen en uitvoeringshandelingen op dat gebied vast te stellen. In 2017 heeft
de Commissie de handelingen vastgesteld die de aanleiding zijn voor onderhavige wijzigingsregeling.
Het betreft: Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182 van de Commissie van 20 april
2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft de schema’s van de Unie voor de indeling van runder-, varkens-
en schapenkarkassen en wat betreft de mededeling van de marktprijzen voor bepaalde
categorieën karkassen en levende dieren (PbEU 2017, L171) (hierna: Verordening (EU)
2017/1182) en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 van de Commissie van 20 april
2017 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013
van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de schema’s van de Unie voor de
indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassenen wat betreft de mededeling van
marktprijzen voor bepaalde categorieën karkassen en levende dieren (PbEU 2017, L171)
(hierna: Verordening (EU) 2017/1184).
Door middel van deze handelingen worden regels vastgesteld met het oog op een vlotte
werking van de schema’s van de Unie voor de indeling van runder-, varkens- en schapenkarkassen
en op vaststelling van vergelijkbare marktprijzen voor karkassen en levende dieren
binnen het nieuwe rechtskader.
De nieuwe regels komen in plaats van de uitvoeringsbepalingen van de Verordeningen
(EG) nr. 315/2002 en (EG) nr. 1249/2008 van de Commissie en Uitvoeringsverordening
(EU) nr. 807/2013 van de Commissie.
Ter uitvoering van Verordeningen (EU) 2017/1182 en (EU) 2017/1184 wordt de Regeling
marktordening vlees op onderdelen aangepast. De meest in het oog springende verandering
betreft het verhogen van het minimumaantal runderkarkassen (van 75 naar 150 slachtingen
gemiddeld per week) en het introduceren van een minimum aantal van 500 slachtvarkens
gemiddeld per week; pas bij een hoger aantal slachtingen zullen de verschillende verplichtingen
als opgenomen in Hoofdstuk 1 gelden. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de Regeling
te actualiseren en enkele juridisch-technische verbeteringen aan te brengen. Voorts
wordt de Regeling instelling Commissie kwaliteitsbewaking classificatie ingetrokken.
II. Artikelen
1 Artikelsgewijs
Met artikel I, onderdeel B (artikel 1:1) wordt de begripsomschrijving van de ingetrokken
Verordening (EU) nr. 1234/2007 geschrapt. Deze verordening is vervangen door Verordening
(EU) nr. 1308/2013. Onder laatstgenoemde verordening zijn Gedelegeerde Verordening
(EU) 2017/1182 en Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1184 vastgesteld. Van de gelegenheid
is gebruik gemaakt de actueel verantwoordelijk bewindspersoon in de begripsomschrijvingen
te vermelden.
Met artikel I, onderdeel D (artikel 1:2) wordt verwerkt dat Verordening (EU) nr. 1249/2008
is ingetrokken door Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1182. Het verbod om in strijd
met de geldende regelgeving te handelen is overeenkomstig aangepast.
Met artikel I, onderdeel G (artikel 2:2) wordt vastgelegd dat de voorschriften voor
het indelen van slachtrunderen niet van toepassing zijn op kleine slachterijen. Dit
voorschrift maakt zodoende gebruik van de ruimte die artikel 2, eerste lid, onder
a, van Verordening 2017/1182 biedt aan de lidstaten. Om de administratieve lasten
te voorkomen voor kleinschalige inrichtingen hebben de lidstaten de mogelijkheid om
afwijkingen toe te staan van de algemene verplichting om karkassen van runderen van
ten minste acht maanden oud en van varkens in te delen. Op basis van de ervaring die
met de toepassing van het indelingsschema van de Unie is opgedaan, is voorzien in
een dergelijke afwijking voor slachthuizen waar op jaarbasis gemiddeld minder dan
150 (voorheen 75) runderen van ten minste acht maanden oud per week worden geslacht.
Daarnaast is toegevoegd dat de minister, op verzoek van een slachthuis dat gemiddeld
minder dan 150 runderen per week slacht, kan besluiten om dit hoofdstuk van toepassing
te laten zijn.
Verder is in dit artikel bepaald dat dit hoofdstuk niet van toepassing is op karkassen
van runderen die eigendom zijn van de slachterij in geval er geen handelstransactie
heeft plaatsgevonden voor het verwerven van de dieren. Dit voorschrift maakt gebruik
van de ruimte die artikel 2, tweede lid, onder a, van Verordening 2017/1182 biedt
aan de lidstaten.
Artikel I, onderdeel V (artikel 3:2) betreft eenzelfde systematiek voor slachtvarkens.
Met artikel I, onderdeel N (Artikel 2:21) wordt de nadere indeling van karkassen van
slachtrunderen in ten hoogste drie subklassen vastgelegd. Dit voorschrift maakt gebruik
van de mogelijkheid die bijlage IV, punt A.III van Verordening 1308/2013 biedt aan
de lidstaten. Alleen in het geval van runderen in categorie Z wordt geen gebruik gemaakt
van de nadere onderverdeling in subklassen.
Met artikel I, onderdeel P (artikel 2:23) is vastgelegd dat karkassen van slachtrunderen
onder voorwaarden niet hoeven te worden gemerkt. Dit voorschrift maakt gebruik van
de mogelijkheid die artikel 8, zesde lid, van Verordening 2017/1182 biedt aan de lidstaten.
Met artikel I, onderdelen Q en R worden de artikelen 2:26 en 2:27 samengevoegd in
artikel 2:26 waardoor artikel 2:27 kan vervallen. In artikel 2:26 is geregeld dat
ten behoeve van een officieel register, zoals bedoeld in artikel 8, zesde lid, onder
a, van Verordening 2017/1182, dat door de minister wordt bijgehouden, per geslacht
rund bepaalde gegevens moeten worden doorgegeven aan de minister.
Met artikel I, onderdeel S (artikel 2:28) is vastgelegd dat de be- of verwerker de
leverancier van de slachtrunderen informeert over de resultaten van de indeling. Indien
een be- of verwerker niet de standaard slachtwijze of aanbiedingsvorm voor slachtrunderen
toepast dan wordt deze ook meegedeeld aan de leverancier.
Met artikel I, onderdeel T (artikel 2:29) is, conform artikel 8 van Verordening 2017/1184,
vastgelegd dat de prijzen voor karkassen van runderen van minder dan acht maanden
oud gemeld moeten worden.
Gelijk de systematiek voor slachtrunderen in onderdeel G (artikel 2:2) is in onderdeel
V (artikel 3:2) voor slachtvarkens vastgelegd dat de voorschriften voor het indelen
van slachtvarkens niet van toepassing zijn op kleine slachterijen. Op basis van de
ervaring die met de toepassing van het indelingsschema van de Unie is opgedaan, is
voorzien in een dergelijke afwijking voor slachthuizen waar op jaarbasis gemiddeld
minder dan 500 (voorheen 200) varkens per week worden geslacht. De minister kan, op
verzoek van een slachthuis dat gemiddeld minder dan 500 varkens per week slacht, besluiten
dit hoofdstuk van toepassing te laten zijn. Hoofdstuk 3 is niet van toepassing op
karkassen van varkens die eigendom zijn van de slachterij indien er geen handelstransactie
heeft plaatsgevonden voor het verwerven van de dieren.
Met artikel I, onderdeel X is voorzien in het vervallen van artikel 3:8, gelet op
hetgeen thans in wordt voorzien door artikel 7, derde lid, van Verordening 2017/1182,
te weten het maximum aantal minuten tussen het opensnijden en wegen.
Met artikel I, onderdeel AA is voorzien in het vervallen van artikel 3:18. Het verbod
op het in strijd met EU regelgeving te handelen is al vastgelegd in artikel 1:2.
Met artikel I, onderdeel AB, (artikel 3:19) wordt voorzien in het schrappen van het
oude tweede lid, aangezien artikel 14 van Verordening 2017/1184 al voorschrijft welke
wekelijkse periode het betreft.
Met artikel I, onderdeel AC (artikel 3:24) is vastgelegd dat de minister kan besluiten
dat karkassen van slachtvarkens onder voorwaarden niet hoeven te worden gemerkt. Dit
voorschrift maakt gebruik van de mogelijkheid die artikel 8, zesde lid, van Verordening
2017/1182 de lidstaten biedt.
Met artikel I, onderdeel AE (artikel 3:25) wordt geregeld dat het type op het classificatiemerk
kan worden aangebracht. Dit voorschrift maakt gebruik van de mogelijkheid die artikel
8, zevende lid, van Verordening 2017/1182 de lidstaten biedt. Uit het oogpunt van
controleerbaarheid wordt op koppelniveau de keuze gemaakt het classificatiemerk al
dan niet aan te brengen.
Met artikel I, onderdeel AH (artikel 3:29) wordt geregeld dat ten behoeve van een
officieel register, zoals bedoeld in artikel 8, zesde lid, onder a, van Verordening
2017/1182, dat door de minister wordt bijgehouden, per geslacht varken gegevens moeten
worden doorgegeven aan de minister.
Met artikel I, onderdeel AI (artikel 3A:1) is vastgelegd dat marktprijzen voor levende
dieren worden gemeld aan de minister. Dit betreft prijzen van mannelijke kalveren
tussen acht dagen en vier weken oud, voor mestvee en voor biggen. Voorts is vastgelegd
(artikel 3A:2) dat marktprijzen voor karkassen van schapen van minder dan twaalf maanden
oud worden gemeld aan de minister.
2. Intrekking Regeling instelling Commissie kwaliteitsbewaking classificatie
Met het opheffen van het Productschap Vee en Vlees (Wet opheffing bedrijfslichamen,
Stb. 2014, nr. 571) en de overgang van de classificatiewerkzaamheden naar de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit is het niet langer noodzakelijk een aparte commissie voor
de kwaliteitsbewaking van de classificatie in stand te houden. Om die reden kan bedoelde
Instellingsregeling worden ingetrokken. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(hierna: RVO.nl) en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (hierna: NVWA) hebben
de controlemethodiek gecontinueerd die indertijd door de Commissie Kwaliteitsbewaking
Classificatie werd gehanteerd. Aangehaalde commissie werd bij ministeriële regeling
ingesteld ter waarborging van een onafhankelijke classificatie. Gelet op de onafhankelijke
positie en taakuitoefening van de RVO.nl en de NVWA ten opzichte van het bedrijfsleven
is het niet nodig de ten behoeve van de onafhankelijkheid door het productschap ingerichte
commissie nog in stand te houden.
III Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 11 juli 2018. Van het kabinetsbeleid
inzake het vaste verandermoment voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen
(en wijzigingen daarvan) slechts in werking treden per 1 januari, 1 april, 1 juli
of 1 oktober wordt afgeweken vanwege het volgens artikel 19 van Verordening 2017/1184
voorgeschreven implementatiemoment, te weten 11 juli 2018. Afwijking van het vaste
verandermoment is in geval van implementatie van Europese regelgeving toegestaan.
IV Regeldruk
De met onderhavige wijzigingsregeling doorgevoerde wijzigingen leiden niet tot verandering
van de regeldruk. Er vloeien geen nieuwe informatieverplichtingen voort uit onderhavige
wijzigingsregeling.
V Transponeringstabel
Verordening 2017/1182
Bepaling EU-regeling
|
Bepaling in de wijzigingsregeling, bestaande regeling of geen nadere regeling nodig
|
Omschrijving beleidsruimte
|
Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte
|
Hoofdstuk I
|
|
|
|
Artikel 1
|
Artikel 2:3 Regeling marktordening vlees en de Regeling identificatie en registratie
dieren
|
Geen
|
De leeftijd van de runderen wordt geverifieerd aan de hand van het bepaalde
in de Regeling identificatie en registratie dieren. Artikel 2:3 waarborgt het behoud
van de identificatie van het rund van het moment van aankomst op een slachterij tot
aan het moment
waarop de classificatie en weging plaatsvindt
|
Artikel 2, eerste lid
|
Artikelen 2:2 (runderen) en 3:2 (varkens)
|
Beleidsruimte om enkele onderdelen niet bindend te laten zijn
|
Van deze beleidsruimte is gebruik gemaakt waarbij de aantallen als gehanteerd in artikel
2, eerste lid, aangehouden zijn
|
Artikel 2, tweede lid, onder a
|
Artikelen 2:2 en 3:2
|
Beleidsruimte om enkele onderdelen niet bindend te laten zijn
|
Van deze beleidsruimte is gebruik gemaakt
|
Artikel 2, tweede lid, onder b
|
Geen nadere regeling nodig
|
Beleidsruimte om een onderdeel niet bindend te laten zijn
|
De geschetste situatie is niet aan de orde in Nederland. Van de geboden beleidsruimte
is geen gebruik gemaakt
|
Artikel 2, derde lid
|
Geen nadere regeling nodig
|
Beleidsruimte om een onderdeel niet bindend te laten zijn
|
In Nederland worden geen schapenkarkassen in gedeeld op grond van artikel 10, tweede
alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Van de beleidsruimte is geen gebruik gemaakt
|
Artikel 2, vierde lid
|
Geen nadere regeling nodig, opdracht aan de lidstaat
|
|
Nederland zal de Europese Commissie in kennis stellen van de afwijkingen die ten aanzien
van de algemene verplichting om karkassen in te delen worden toegestaan
|
Artikel 3
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
De aanvullende bepalingen opgenomen in bijlagen I t/m III zijn verwerkt in artikel
1:2
|
Artikel 4
|
Artikel 2:21
|
Beleidsruimte om de klasse S toe te passen
|
Nederland heeft eerder de keuze gemaakt om de klasse S toe te passen en wel voor alle
categorieën behalve categorie Z (runderen 8-12 maanden)
|
Artikel 5, eerste alinea
|
Geen nadere regeling nodig
|
Beleidsruimte om een onderverdeling toe te passen
|
Nederland maakt geen gebruik maakt van een onderverdeling van de indelingsklassen
voor varkenskarkassen in subklassen
|
Artikel 5, tweede alinea
|
Artikel 3.1 Regeling marktordening vlees
|
Beleidsruimte om ook andere beoordelings-criteria toe te passen
|
Het type is een ander beoordelings-criterium dat in Nederland wordt toegepast. De
begripsomschrijving van classificatie als opgenomen in artikel 3:1 omvat ook het type
|
Artikel 6 leden 1 t/m 3
|
Artikel 1:2
|
geen
|
Opdracht aan lidstaten om desbetreffende praktijk in te regelen in nationale wetgeving,
dat is gebeurd door opneming in het algemene verbodsartikel van artikel 1:2 waarop
gehandhaafd wordt
|
Artikel 6, vierde lid
|
Geen nadere regeling nodig
|
Beleidsruimte om karkas te ontdoen van overtollig dekvet
|
Nederland maakt geen gebruik van de afwijkings-mogelijkheid die in dit artikel wordt
geboden
|
Artikel 7, leden 1, 3, 4 en 5.
|
Artikel 1:2
|
geen
|
Op artikel 1:2 en de naleving van o.m. artikel 7 wordt gehandhaafd
Het tweede lid van artikel 7 betreft een bevoegdheid van de Commissie en behoeft geen
nadere regeling
|
Artikel 8, lid 1 t/m 5
|
Artikel 1:2
|
geen
|
De naleving van deze bepalingen wordt aan de hand van artikel 1:2 gehandhaafd
|
Artikel 8, lid 6
|
Artikel 2:23 (runderen) en 3:25 (varkens)
|
Beleidsruimte om karkassen onder voorwaarden niet te merken
|
Nederland maakt gebruik van de mogelijkheid om af te wijken van de verplichting tot
het merken van karkassen
|
Artikel 8, lid 7
|
Artikel 3.24
|
Beleidsruimte om extra vereisten vast te stellen betreffende het merken
|
Op het merk kan naast het percentage mager vlees ook het type worden aangebracht
|
Artikel 9
|
Artikel 2:18 (runderen) en 3:20 (varkens)
|
Beleidsruimte in de uitvoering
|
De minister voert de classificatie van geslachte runderen en varkens uit. Gekwalificeerde
medewerkers moeten over een CKC-certificaat beschikken om deze werkzaamheden te mogen
uitvoeren. Dat wordt geregeld bij ministerieel mandaatsbesluit.
|
Artikel 10
|
Geen nadere regeling nodig
|
Beleidsruimte om geauto-matiseerde indelings-methoden toe te passen
|
De indeling van geslachte runderen wordt niet met een geautomatiseerde methode gedaan
in Nederland (maar visueel)
|
Artikel 11
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
De EC heeft voor Nederland drie indelingsmethoden voor de indeling van varkenskarkassen
goedgekeurd met Uitvoeringsbesluit 2011/303/EU. Om andere methoden te kunnen toepassen
moet de procedure als beschreven in dit artikel worden gevolgd
|
Artikel 12
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
De indeling van geslachte runderen wordt niet met een geautomatiseerde methode gedaan
in Nederland, maar visueel. Deze aanvullende bepalingen zijn derhalve niet van toepassing
|
Hoofdstuk II
|
|
|
|
Artikel 13–17
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Hoofdstuk III
|
|
|
|
Artikel 18–24
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Het betreft berekening van de gemiddelde Unieprijs door de Commissie
|
Artikel 25
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Het betreft opdrachten aan de bevoegde autoriteit tot feitelijke kennisgevingen aan
de Commissie
|
Artikel 26
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Dit artikel ziet op intrekking van drie verordeningen
|
Artikel 27
|
De aanpassingen worden van kracht met ingang van de in artikel 27 gehanteerde datum
|
|
Het betreft de inwerkingtreding en toepassing
|
Bijlage I
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Deze bijlage is een aanvulling op het bepaalde in artikel 3, eerste lid
|
Bijlage II
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Deze bijlage is een aanvulling op het bepaalde in artikel 3, eerste lid
|
Bijlage III
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Deze bijlage is een aanvulling op het bepaalde in artikel 3, tweede lid.
|
Bijlage IV
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Deze bijlage is een nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 10. Op dit moment
niet van toepassing in NL omdat bij de indeling van karkassen van runderen
geen gebruik gemaakt wordt van geautomatiseerde indelingstechnieken. Ook voor karkassen
van schapen niet van toepassing in NL, omdat deze niet worden ingedeeld
|
Bijlage V
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Deze bijlage is een nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 11
|
Bijlage VI
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Het betreft de concordantietabel
|
Verordening 2017/1184
Bepaling EU-regeling
|
Bepaling in de wijzigingsregeling, bestaande regeling of geen nadere regeling nodig
|
Omschrijving beleidsruimte
|
Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte
|
Hoofdstuk I
|
|
|
|
Artikel 1, lid 1
|
Artikel 2:28 (runderen) en artikel 3:27 (varkens)
|
Geen
|
Het slachthuis meldt deze resultaten aan de leverancier van de dieren
|
Artikel 1, lid 2
|
Artikel 2:26 Regeling marktordening vlees
|
Geen
|
Als de bevleesdheids- en/of vetheidsklasse in onderverdeeld in subklassen dan wordt
ook dat resultaat aan de leverancier van de dieren gemeld door het slachthuis
|
Artikel 2
|
Geen nadere regeling nodig, het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Geen
|
Controles ter plaatse worden uitgevoerd door de NVWA/CKC
|
Artikel 3
|
Geen nadere regeling nodig, het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Geen
|
Controles ter plaatse worden uitgevoerd door de NVWA/CKC
|
Artikel 4
|
Geen nadere regeling nodig, het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Geen
|
Controle ter plaatse worden uitgevoerd door de NVWA/CKC
|
Hoofdstuk II
|
|
|
|
Artikel 5, lid 1
|
Artikel 2.7 (runderen) en artikel 3.5 (varkens)
|
Beleidsruimte om in bepaalde gevallen correctie-factoren te bepalen
|
In individuele gevallen bepaalt de minister de correctiefactor die wordt toegepast
|
Artikel 5, lid 2
|
Artikel 2:7 (runderen) en artikel 3.5 (varkens)
|
Beleidsruimte om in bepaalde gevallen correctie-factoren te bepalen
|
In individuele gevallen bepaalt de minister de correctiefactor die wordt toegepast
|
Artikel 6
|
Geen nadere regeling nodig
|
Beleidsruimte om grondgebied in één of meerdere regio’s in te delen
|
Nederland vormt één regio in het kader van de notering van marktprijzen voor karkassen
|
Artikel 7
|
Geen nadere regeling nodig
|
Geen
|
Het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Artikel 8, lid 1
|
Artikel 2:29
|
Geen
|
|
Artikel 8, lid 2
|
Geen nadere regeling nodig
|
Geen
|
Het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Artikel 8, lid 3 en 4
|
Artikel 2:29
|
|
|
Artikel 9
|
Geen nadere regeling nodig
|
Geen
|
Het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Artikel 10
|
Voor karkassen van runderen van minder dan acht maanden oud wordt er een lid toegevoegd
aan artikel 2:29.
Voor varkens reeds opgenomen in artikel 3:19
|
Geen
|
|
Artikel 11
|
Artikel 3A:2
|
Geen
|
|
Artikel 12
|
Artikel 3A:2 Regeling marktordening vlees
|
Geen
|
|
Artikel 13
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
De beschreven situaties zijn niet van toepassing in Nederland
|
Artikel 14
|
Artikel 2:29 (runderen) en artikel 3:19 (varkens)
|
|
|
Artikel 15, lid 1
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Het betreft een opdracht aan de bevoegde autoriteit
|
Artikel 15, lid 2
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
|
Artikel 16-18
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Bepalingen richten zich tot de Commissie
|
Artikel 19
|
Aanpassingen van de Regeling marktordening vlees ten behoeve van de uitvoering worden
van kracht met ingang van de in artikel 19 gehanteerde datum
|
Geen
|
|
Bijlage I
|
Geen nadere regeling nodig
|
|
Deze bijlage is een nadere uitwerking van het bepaalde in artikel 5, eerste lid
|
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten