Contributieverordening 2019

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Gelet op artikel 19, tweede lid, onderdeel g, van de Wet op het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

CPB:

Centraal Planbureau, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet voorbereiding van de vaststelling van een Centraal Economisch Plan.

Artikel 2

  • 1. De bedragen (contributie), genoemd in artikel 1 van de Contributieverordening 2018, worden met ingang van 1 januari 2019 ieder jaar per 1 januari aangepast overeenkomstig de ontwikkeling van de consumentenprijsindex voor het kalenderjaar waarop de aanpassing betrekking heeft ten opzichte van deze index in het voorafgaande jaar.

  • 2. De ontwikkeling van de consumentenprijsindex, bedoeld in het vorige lid, is de ontwikkeling van de geharmoniseerde consumentenprijsindex zoals deze blijkt uit de door het CPB laatst uitgebrachte publicatie voor 1 april van het jaar dat vooraf gaat aan het jaar waarop de aanpassing, bedoeld in het vorige lid betrekking heeft.

  • 3. De bedragen die voor enig jaar volgen uit de toepassing van het eerste lid, worden daarna naar boven afgerond op hele euro’s nauwkeurig.

  • 4. Indien de bedragen die in enig jaar na toepassing van het derde lid zijn verkregen, zich voor de contributiegroepen H, M en L als bedoeld in artikel 2 van de Algemene contributieverordening niet verhouden als 3:2:1, dan worden de bedragen die gelden als contributie voor de contributiegroepen H en M in afwijking van de vorige leden verkregen door het tarief dat met toepassing van het eerste en derde lid is verkregen voor contributiegroep L, met respectievelijk een factor drie en twee te vermenigvuldigen.

  • 5. Het bestuur maakt ieder jaar zo spoedig mogelijk na 1 april de bedragen ter zake van de contributie bekend die voor het daaropvolgende jaar zijn verkregen met toepassing van de vorige leden alsmede de publicatie, bedoeld in het tweede lid, die aan de verkregen bedragen ten grondslag ligt.

Artikel 3

Het bedrag van de vermindering, bedoeld in artikel 6 van de Algemene contributieverordening, bedraagt voor:

H.

openbaar accountant

€ 0,–

M.

intern accountant en overheidsaccountant

€ 0,–

L.

accountant in business

€ 0,–

Z.

lid zonder arbeidsinkomen

€ 0,–

Artikel 4

De korting, bedoeld in artikel 7 van de Algemene contributieverordening, wordt vastgesteld op: 0%.

Artikel 5

Het percentage, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Algemene contributieverordening, wordt vastgesteld op: 4.

Artikel 6

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Contributieverordening 2019.

Goedgekeurd bij besluit van de Minister van Financiën van 2 juli 2018 (kenmerk 2018-0000110296)

TOELICHTING

Met deze ontwerpverordening stelt het bestuur van de NBA aan de ledenvergadering voor om een systeem in te voeren waarbij de contributietarieven jaarlijks automatisch worden aangepast op basis van de raming van de ontwikkeling van de geharmoniseerde consumentenprijsindex zoals die blijkt uit de publicaties van het Centraal Planbureau (CPB).

Het bestuur heeft overwogen of dit een gepast moment is om met dit voorstel te komen nu namelijk uit de visie op het accountantsberoep wijzigingen voort kunnen vloeien die ook invloed hebben op de contributiestructuur. Voor de keuze om nu met dit voorstel te komen, heeft de wens van het bestuur om effectiever en efficiënter te zijn de doorslag gegeven.

Verder heeft het bestuur bij zijn overwegingen betrokken dat het wil komen tot een consistent en bestendig contributiebeleid en een objectief vast te stellen verband wil leggen tussen de totale contributie-inkomsten en de begroting voor elk jaar. Voor dat laatste geldt, dat de NBA bij het opstellen van de begroting wel rekent met een indexatie voor de kosten, maar niet voor de contributiebaten. Over die baten bestaat namelijk pas zekerheid als de ledenvergadering de contributieverordening voor het desbetreffende jaar heeft vastgesteld. Met dit voorstel wil het bestuur meer zekerheid op dat terrein bereiken.

Hiermee is overigens niet gezegd dat de automatische aanpassing niet kan worden herzien. Maar omdat wettelijk is vastgelegd dat de ledenvergadering de contributie bij verordening vaststelt, vereist een afwijking van de automatische aanpassing wel een (tijdelijke) wijziging van deze verordening. Wel is het zo dat als de daadwerkelijke ontwikkeling van de consumentenprijsindex zoals die blijkt uit de publicaties van het CBS, afwijkt van de geraamde ontwikkeling, dat in principe niet tot een verdere actie door het bestuur leidt.

De contributietarieven die gelden in 2018, vormen bij dit voorstel het startpunt. De tarieven in de jaren na 2019 worden aangepast met toepassing van de geraamde ontwikkeling van de consumentenprijsindex voor het desbetreffende jaar met als basis het contributietarief zoals dat in het voorafgaande jaar met toepassing van de voorgestelde systematiek is vastgesteld.

Bijvoorbeeld: het contributietarief voor 2020 wordt verkregen met toepassing van de raming van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex voor 2020 met als basis het contributietarief zoals dat voor 2019 gold. De contributie voor 2018 geldt dus alleen als basis voor de bepaling van de contributietarieven voor 2019. Daarna geldt als basis de voor de vaststelling van de contributietarieven in enig jaar de contributietarieven die in het voorafgaande jaar golden.

Het CPB publiceert gedurende een jaar meerdere ramingen of verkenningen. Het bestuur stelt voor om de raming van de ontwikkeling van de geharmoniseerde consumentenprijsindex (door het CPB afgekort tot ‘hicp’) te nemen zoals die blijkt uit de laatst bekende publicatie van het CPB op 1 april van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de aanpassing van de contributietarieven geldt. Het bestuur verwacht dat dit in de regel de kortetermijnraming zal zijn die het CPB per kwartaal publiceert. Uit de tabel ‘Kerngegevens’ zoals die is opgenomen in de laatst bekende publicatie van het CPB (Centraal Economisch Plan 2018, publicatiedatum 22 maart 2018) blijkt een raming van de ontwikkeling van de geharmoniseerde consumentenprijsindex voor 2019 van 2,3%.

Het uitgangspunt dat de verhouding tussen de contributietarieven voor openbaar accountants, intern en overheidsaccountants en accountants in business ook in de toekomst gehandhaafd blijft op 3:2:1, wordt niet losgelaten. Omdat tevens de wens bestaat om contributietarieven op hele euro’s nauwkeurig af te ronden, vereist dit een bijzondere bepaling over de afronding van de tarieven in deze verordening.

Zo’n bijzondere bepaling is nodig omdat de ledenvergadering het orgaan van de NBA is dat exclusief bevoegd is om de contributietarieven vast te stellen. Deze bevoegdheid kan ook niet worden gedelegeerd. Het is dan ook uitgesloten dat het bestuur of een ander orgaan van de NBA in enige vorm een beslissing neemt over het contributietarief dat van toepassing is. Dat geldt voor een beslissing over de afronding van het contributietarief maar ook voor een aanpassing van het contributietarief om de vaste verhouding te behouden. De contributietarieven voor enig jaar moeten daarom als een automatisme rechtstreeks uit de verordening voortvloeien.

Daarom is nu als hoofdregel in de verordening opgenomen dat als de contributietarieven na toepassing van de aanpassing op basis van de raming van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex en na afronding naar boven op hele euro’s, niet in een verhouding van 3:2:1 staan, de tarieven in contributiegroep H en M (respectievelijk openbaar accountants en intern en overheidsaccountants) worden verkregen door het contributietarief voor contributiegroep L (accountants in business) met respectievelijk 3 en 2 te vermenigvuldigen.

Het vijfde lid van artikel 1 bepaalt dat het bestuur zo spoedig mogelijk na 1 april van enig jaar de contributietarieven voor het volgende jaar bekend maakt samen met de publicatie van het CPB die aan de nieuwe tarieven ten grondslag ligt. Dat is nodig omdat de leden van de NBA na vaststelling van deze verordening niet meer uit de vergaderstukken voor de bijeenkomst van de ledenvergadering of de Staatscourant kennis kunnen nemen van de contributietarieven die voor het daaropvolgende jaar gelden. De contributietarieven voor 2019 kunnen vanzelfsprekend pas bekend worden gemaakt nadat het ontwerp van deze verordening als verordening is vastgesteld door de ledenvergadering in haar bijeenkomst op 18 juni 2018.

Deze verordening behoeft na vaststelling door de ledenvergadering nog de goedkeuring van de Minister van Financiën.

Naar boven