ARTIKEL I
De bijlage behorende bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 wordt als volgt gewijzigd.
A
Paragraaf 3.2.1.1 komt te luiden:
3.2.1.1. Rijden met een monoculair bioptisch telescoopsysteem
Onder voorwaarden kunnen personen die de visus van 0,5 bereiken met behulp van een
monoculair bioptisch telescoopsysteem (BTS) geschikt worden verklaard voor een rijbewijs
van de categorieën B, BE en T.
De voorwaarden zijn dat:
-
– de visus met beide ogen tezamen, eventueel gecorrigeerd, ten minste 0,16 bedraagt;
-
– de visus bij kijken door de bioptische telescoop ten minste 0,5 bedraagt;
-
– die persoon niet het gezichtsvermogen van één oog volledig is kwijtgeraakt of slechts
één oog gebruikt;
-
– er geen andere hinderlijke oogheelkundige functiestoornissen met betrekking tot verkeersdeelname
zijn.
Een rapport van een oogarts is vereist. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar.
Voor de beoordeling van de geschiktheid is een rijtest vereist met een deskundige
op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest
een uitvoerig protocol. Voor een rijtest komen alleen personen in aanmerking die aantoonbaar
voldoende training hebben gehad bij een door het CBR erkend trainingscentrum voor
rijden met een bioptisch telescoopsysteem. Na een positieve rijtest kunnen personen
die een bioptisch telescoopsysteem gebruiken slechts geschikt worden verklaard met
beperking van de rijbevoegdheid tot:
-
– alleen rijden met een bioptisch telescoopsysteem;
-
– alleen rijden bij daglicht (vanaf één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang);
-
– alleen tijdens privégebruik en
-
– rijden met voertuigen met een automatische schakeling ingeval van rijbewijzen van
de categorie B en BE.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een bioptisch
telescoopsysteem moeten strenge eisen worden gesteld. Zij kunnen in beginsel alleen
geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met een bioptisch telescoopsysteem geschikt worden verklaard
voor beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig
personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde is een
verklaring van de werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model.
B
Paragraaf 6.2, onderdeel a, komt te luiden:
-
a. groep 1: Personen met hartfalen NYHA klasse I en II kunnen op basis van een aantekening
van de keurend arts geschikt worden verklaard. Bij personen met NYHA klasse III is
een rapport vereist van een medisch specialist. Voor personen met NYHA klasse I en
II is de maximale geschiktheidstermijn vijf jaar, voor personen met NYHA klasse III
maximaal drie jaar.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met hartfalen
NYHA klasse III moeten strenge eisen worden gesteld. Zij kunnen in beginsel alleen
geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met hartfalen NYHA klasse III geschikt worden verklaard
voor beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig
personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde is een
verklaring van de werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model.
Personen met NYHA klasse IV zijn ongeschikt.
C
Paragraaf 6.2.1, onderdeel a, komt te luiden:
-
a. groep 1: Personen met een steunhart zijn ongeschikt tot twee maanden na implantatie.
Blijkt aan het eind van deze periode dat zich geen complicaties hebben voorgedaan,
dan kunnen deze personen geschikt worden verklaard. De maximale geschiktheidstermijn
is twee jaar. Is er tevens een ICD geïmplanteerd, dan gelden ook de eisen van paragraaf
6.7.4.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een steunhart
moeten strenge eisen worden gesteld. Zij kunnen in beginsel alleen geschikt worden
verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met een steunhart geschikt worden verklaard voor beroepsmatig
gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer
of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde is een verklaring van de
werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model.
D
Paragraaf 6.7.2, onderdeel b, komt te luiden:
-
b. groep 2: Voor de beoordeling van personen met een tachy-aritmie is altijd een specialistisch
rapport vereist. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar.
Bij syncope gelden de eisen van hoofdstuk 11 en in geval van een ICD die van paragraaf
6.7.4.
E
Paragraaf 6.7.4.1, onderdeel a, komt te luiden:
-
a. groep 1: Personen met een primaire ICD zijn ongeschikt tot twee weken na implantatie.
Na afloop van deze periode kunnen zij geschikt worden verklaard voor een termijn van
maximaal vijf jaar.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs door personen met een ICD moeten strenge
eisen worden gesteld. Zij kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als
de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met een ICD geschikt worden verklaard voor beroepsmatig
gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer
of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde is een verklaring van de
werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model.
F
Paragraaf 6.7.4.2, onderdeel a, komt te luiden
-
a. groep 1: Personen met een secundaire ICD zijn ongeschikt tot twee maanden na implantatie.
Na afloop van deze periode kunnen zij geschikt worden verklaard voor een termijn van
maximaal vijf jaar.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een ICD moeten
strenge eisen worden gesteld. Zij kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard
als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met een ICD geschikt worden verklaard voor beroepsmatig
gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer
of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde is een verklaring van de
werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model.
G
De tekst van paragraaf 7.2 tot paragraaf 7.2.1 komt te luiden:
7.2. Epileptische aanval(len)
Voor de eisen in deze paragraaf gelden de volgende uitgangspunten:
-
– rijbewijsbezitters die een epileptische aanval krijgen, zijn ongeschikt voor een onbeperkt
rijbewijs;
-
– een geprovoceerde epileptische aanval of acuut symptomatische aanval is een epileptische
aanval die zich voordoet binnen 14 dagen na schedel- of hersenletsel, bij een koortsende
ziekte, bij een metabole ontregeling, dan wel bij een andere identificeerbare causale
en vermijdbare factor, zoals slaapdeprivatie;
-
– een sporadische epileptische aanval is een epileptische aanval, waarbij zich meerdere
epileptische aanvallen hebben voorgedaan met een interval tussen de laatste en de
voorlaatste aanval van meer dan twee jaar;
-
– meerdere epileptische aanvallen binnen 24 uur worden beschouwd als een eenmalige aanval.
Bij intracraniale tumoren en doorbloedingsstoornissen van de hersenen, met risico
op epileptische aanvallen, gelden tevens de eisen uit paragrafen 7.5 en 7.6.
Voor de beoordeling van de geschiktheid van personen met één of meerdere epileptische
aanvallen is een specialistisch rapport vereist. Een uitzondering geldt voor personen
die vijf jaar aanvalsvrij zijn, ongeacht anti-epileptische medicatie. Voor hen volstaat
voor groep 1 een aantekening van de keurend arts.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met één of meerdere
epileptische aanvallen moeten strenge eisen worden gesteld. Personen die voldoen aan
de hieronder gestelde eisen van groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder
gestelde eisen van groep 2, zijn geschikt voor privégebruik en beroepsmatig gebruik,
uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van
derden.
H
De tekst van paragraaf 7.4 tot paragraaf 7.4.1 komt te luiden:
7.4. Progressieve neurologische en neuromusculaire ziektebeelden
Het betreft hier progressieve aandoeningen van het centraal zenuwstelsel, het motorneuron,
het perifere zenuwstelsel en de skeletspieren. Voor de beoordeling van de geschiktheid
is een specialistisch rapport vereist, opgesteld door een neuroloog of een revalidatiearts.
Bij cervicale myelopathie volstaat een aantekening van de keurend arts.
Bij cognitieve stoornissen gelden tevens de eisen uit paragraaf 8.6.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met progressieve
neurologische en neuromusculaire ziektebeelden moeten strenge eisen worden gesteld.
Personen die voldoen aan de hieronder gestelde eisen voor groep 1, maar niet tevens
voldoen aan de hieronder geformuleerde eisen voor groep 2, kunnen in beginsel alleen
geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met progressieve neurologische en neuromusculaire ziektebeelden
geschikt worden verklaard voor beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag,
uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van
derden. Voorwaarde is een verklaring van de werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld
model. De maximale geschiktheidstermijn is vijf jaar.
I
Paragraaf 7.5 komt te luiden:
7.5. Intracraniële tumoren
Met intracraniële tumoren worden alle tumoren bedoeld die binnen de schedel liggen,
zowel goedaardig als kwaadaardig. Het betreft binnen de hersenen gelegen tumoren (hersentumoren
in strikte zin), tumoren die buiten de hersenen zijn gelegen en metastasen in hersenen
of hersenvliezen. Maar niet intracerebrale cysten, die doorgaans geen effect op de
rijgeschiktheid hebben.
Specifieke eisen zijn er voor intracraniële tumoren die bij toeval zijn ontdekt en
geen behandeling behoeven, zie hiervoor paragraaf 7.5.4.
Bij de beoordeling van de geschiktheid zijn van belang (zie de eisen in hoofdstuk
3 en de paragrafen 7.2, 7.7, 8.6):
-
– de eventuele aanwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen
interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen;
-
– of de tumor curatief is behandeld;
-
– of de tumor dermate stabiel is dat periodieke specialistische controle niet meer nodig
is;
-
– de (kans op) eventuele epileptische aanvallen.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een intracraniële
tumor moeten strenge eisen worden gesteld. Personen die voldoen aan de hieronder gestelde
eisen van groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder gestelde eisen van groep
2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt
beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met een intracraniële tumor geschikt worden verklaard voor
beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer
of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde is een verklaring van de
werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model.
J
Paragraaf 7.5.1 komt te luiden:
7.5.1. Primaire hersentumoren in strikte zin en metastasen
Het betreft hier primaire hersentumoren en metastasen van elders gelegen tumoren waar
de behandeling zelden curatief is (behalve bij pilocytair astrocytoom, craniopharyngeoom,
pinealoom), maar waar wel langdurig een stabiele situatie kan bestaan.
Voor de beoordeling van de geschiktheid is een specialistisch rapport vereist, opgesteld
door een neuroloog of neurochirurg.
-
a. groep 1: Als gedurende drie maanden een stabiel klinisch beeld is ontstaan kunnen
personen met een hersentumor in strikte zin of met hersenmetastasen geschikt worden
verklaard voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal drie jaar.
Personen bij wie de behandeling curatief is of bij wie vanwege de stabiele situatie
geregelde specialistische controle niet meer nodig is, kunnen op basis van het rapport
van de neuroloog of neurochirurg geschikt worden verklaard zonder termijnbeperking.
Bij een vermoeden van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende
lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, is voor de beoordeling van de geschiktheid
een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid
van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.
-
b. groep 2: Personen met een hersentumor in strikte zin of met hersenmetastasen zijn
ongeschikt voor rijbewijzen van groep 2.
Een uitzondering hierop vormen personen bij wie de behandeling curatief is of bij
wie vanwege de stabiele situatie geregelde specialistische controle niet meer nodig
is. Bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende
lichamelijke of geestelijke functiestoornissen kunnen zij, op basis van het rapport
van de neuroloog of neurochirurg geschikt worden verklaard zonder termijnbeperking.
K
Paragraaf 7.5.2 komt te luiden:
7.5.2. Hypofysetumoren
Voor de beoordeling van de geschiktheid van personen met een hypofysetumor is een
specialistisch rapport vereist, opgesteld door een internist met kennis van endocrinologie.
Bij de beoordeling van de geschiktheid is van belang de eventuele aanwezigheid van
gezichtsvelddefecten (zie paragraaf 3.3).
-
a. groep 1: Personen met een hypofysetumor kunnen geschikt worden verklaard voor rijbewijzen
van groep 1 voor een termijn van maximaal vijf jaar.
Personen bij wie de behandeling curatief is of bij wie vanwege de stabiele situatie
geregelde specialistische controle niet meer nodig is, kunnen op basis van het rapport
van de internist geschikt worden verklaard zonder termijnbeperking.
Bij een vermoeden van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende
lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, is voor de beoordeling van de geschiktheid
een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid
van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.
-
b. groep 2: Bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen
interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen personen met
een hypofysetumor geschikt worden geacht voor rijbewijzen van groep 2 voor een termijn
van vijf jaar.
Personen bij wie de behandeling curatief is of bij wie vanwege de stabiele situatie
geregelde specialistische controle niet meer nodig is, kunnen op basis van het rapport
van de internist geschikt worden verklaard zonder termijnbeperking.
L
Na paragraaf 7.5.2 worden de volgende paragrafen ingevoegd:
7.5.3. Overige buiten de hersenen gelegen intracraniële tumoren
Het betreft hier tumoren (zoals meningeomen, acousticusneurinomen) waar de behandeling
vaak curatief is.
Voor de beoordeling van de geschiktheid is een specialistisch rapport vereist, opgesteld
door een neuroloog of neurochirurg.
-
a. groep 1: Als gedurende drie maanden een stabiel klinisch beeld is ontstaan en bij
afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen interfererende
lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen deze personen geschikt worden
verklaard voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal vijf jaar.
Personen bij wie de behandeling curatief is of bij wie vanwege de stabiele situatie
geregelde specialistische controle niet meer nodig is, kunnen op basis van het rapport
van de neuroloog of neurochirurg geschikt worden verklaard zonder termijnbeperking.
Bij een vermoeden van een met de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen
interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, is voor de beoordeling
van de geschiktheid een rijtest vereist met een deskundige op het gebied van de praktische
geschiktheid van het CBR. Het CBR heeft voor de rijtest een uitvoerig protocol.
-
b. groep 2: Personen met een buiten de hersenen gelegen intracraniële tumor zijn ongeschikt
voor rijbewijzen van groep 2.
Een uitzondering hierop vormt de situatie waarin sprake is van een tumor die vanwege
goede prognose geen therapie behoeft dan wel een tumor die met succes curatief is
behandeld of waarvoor vanwege de stabiele situatie geen geregelde specialistische
controle meer nodig is. Bij afwezigheid van met de geschiktheid tot het besturen van
motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen, kunnen
deze personen op basis van het rapport van de neuroloog of neurochirurg geschikt worden
verklaard zonder termijnbeperking.
7.5.4 Intracraniële tumoren die bij toeval zijn vastgesteld en die geen behandeling
behoeven
Het betreft hier intracraniële tumoren die bij beeldvormend onderzoek, los van de
hulpvraag of klachten, als nevenbevinding naar voren zijn gekomen of waar geen relatie
is tussen de klachten en de tumor.
Voor de beoordeling van de geschiktheid is een specialistisch rapport vereist, opgesteld
door een neuroloog.
-
a. groep 1: Personen met een bij toeval gevonden intracraniële tumor kunnen geschikt
worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal vijf jaar.
Personen met een bij toeval gevonden intracraniële tumor bij wie vanwege de stabiele
situatie geregelde specialistische controle niet meer nodig is, kunnen op basis van
het rapport van de neuroloog geschikt worden verklaard zonder termijnbeperking.
-
b. groep 2: Personen met een bij toeval gevonden intracraniële tumor kunnen geschikt
worden verklaard voor rijbewijzen van groep 2 voor een termijn van maximaal drie jaar.
Personen met een bij toeval gevonden intracraniële tumor bij wie vanwege de stabiele
situatie geregelde specialistische controle niet meer nodig is, kunnen op basis van
het rapport van de neuroloog geschikt worden verklaard zonder termijnbeperking.
M
De tekst van paragraaf 7.6 tot paragraaf 7.6.1 komt te luiden:
7.6. Doorbloedingsstoornissen van de hersenen
Met doorbloedingsstoornissen van de hersenen worden aandoeningen bedoeld als beroerte
(intracerebrale bloeding en herseninfarct), TIA (transient ischemic attack), subarachnoïdale
bloedingen, misvormingen van hersenarterieën (zoals een aneurysma of een AVM) en vaatmisvormingen
van de hersenvaten van zuiver veneuze aard (zoals caverneuze hemangiomen en congenitale
veneuze deformaties).
Bij de beoordeling van de geschiktheid zijn mede van belang (de kans op) eventuele
epileptische aanvallen en de eventuele aanwezigheid van met de geschiktheid tot het
besturen van motorrijtuigen interfererende lichamelijke of geestelijke functiestoornissen
(zie hiervoor de eisen uit hoofdstuk 3 en paragraaf 7.2, 7.7, 8.6).
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een doorbloedingsstoornis
van de hersenen moeten strenge eisen worden gesteld. Personen die voldoen aan de hieronder
gestelde eisen van groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder gestelde eisen
van groep 2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid
wordt beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen met een doorbloedingsstoornis van de hersenen geschikt
worden verklaard voor beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd
beroepsmatig personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarde
is een verklaring van de werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld model.
N
De tekst van paragraaf 8.2 tot paragraaf 8.2.1 komt te luiden:
8.2. Schizofreniespectrumstoornissen en andere psychotische stoornissen
In alle gevallen geldt dat bij psychiatrische comorbiditeit of cognitieve stoornissen
tevens de eisen uit de betreffende paragrafen uit dit hoofdstuk van toepassing zijn.
O
De tekst van paragraaf 8.2.1 komt te luiden:
8.2.1. Kortdurende psychotische stoornis
-
a. groep 1: Personen die een kortdurende psychotische episode hebben doorgemaakt en die
zes maanden recidiefvrij zijn, kunnen op basis van een specialistisch rapport geschikt
worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1 voor een termijn van maximaal vijf jaar.
Aan beroepsmatig gebruik van een rijbewijs van groep 1 door personen met een psychotische
stoornis moeten strenge eisen worden gesteld. Personen die voldoen aan de gestelde
eisen van groep 1, maar niet tevens voldoen aan de hieronder gestelde eisen van groep
2, kunnen in beginsel alleen geschikt worden verklaard als de rijbevoegdheid wordt
beperkt tot privégebruik.
Op verzoek kunnen personen na een psychotische episode geschikt worden verklaard voor
beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer
of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarden zijn een positief advies
daarover van de psychiater en een verklaring van de werkgever, volgens een door het
CBR vastgesteld model.
Personen die een kortdurende psychose hebben doorgemaakt, die tien jaar recidiefvrij
zijn en meer dan vijf jaar zonder medicatie zijn, kunnen op basis van een psychiatrievragenlijst
geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1 zonder termijnbeperking.
-
b. groep 2: Personen die een kortdurende psychotische episode hebben doorgemaakt, die
twee jaar recidiefvrij zijn en bij wie de medicatie is gestaakt, kunnen op basis van
een specialistisch rapport geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 2
voor een termijn van maximaal drie jaar. Personen die een kortdurende psychose hebben
doorgemaakt, die tien jaar recidiefvrij zijn en meer dan vijf jaar zonder medicatie,
kunnen op basis van een psychiatrievragenlijst geschikt worden verklaard voor rijbewijzen
van groep 2 zonder termijnbeperking.
P
De tekst van paragraaf 8.2.2 komt te luiden:
8.2.2. Schizofreniespectrumstoornissen (schizofrenie, schizoaffectieve stoornis, schizofreniforme
stoornis)
-
a. groep 1: Personen met een schizofreniespectrumstoornis die succesvol worden behandeld:
zes maanden recidiefvrij, zekere mate van ziekte-inzicht en geringe ‘negatieve symptomen’,
kunnen op basis van een specialistisch rapport geschikt worden verklaard voor rijbewijzen
van groep 1 voor een termijn van maximaal vijf jaar.
Op verzoek kunnen personen na een psychotische episode geschikt worden verklaard voor
beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer
of het onder toezicht doen besturen van derden. Voorwaarden zijn positief advies daarover
van de psychiater en een verklaring van de werkgever, volgens een door het CBR vastgesteld
model.
-
b. groep 2: Personen met een schizofreniespectrumstoornis zijn ongeschikt.
Q
Paragraaf 8.6.1, onderdeel a, komt te luiden:
-
a. Groep 1: Bij een vermoeden van dementie is een specialistisch rapport vereist, opgesteld
door een neuroloog, psychiater, klinisch geriater of specialist ouderengeneeskunde.
Het rapport moet informatie bevatten over de ernst van de dementie. Voor het indelen
van de ernst van de dementie wordt daarbij gebruik gemaakt van de internationaal aanvaarde
Clinical Dementia Rating (CDR).
Personen met een zeer lichte (CDR 0,5) of lichte vorm (CDR 1) van dementie kunnen
geschikt worden verklaard voor rijbewijzen van groep 1. Personen met een matige (CDR
2) of ernstige (CDR 3) vorm van dementie zijn altijd ongeschikt.
Voor de bepaling van de geschiktheid van personen met zeer lichte of lichte dementie
dient een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid
van het CBR plaats te vinden. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.
De geschiktheidstermijn is één jaar. In uitzonderingsgevallen kunnen personen met
een zeer lichte vorm van dementie (CDR 0,5) geschikt worden verklaard voor een termijn
van maximaal drie jaar. Voorwaarde is dat de positieve rijtest wordt aangevuld met
een positief neuropsychologisch onderzoek.
Personen met zeer lichte of lichte vorm van dementie kunnen alleen geschikt worden
verklaard als de rijbevoegdheid wordt beperkt tot privégebruik.
ARTIKEL II
De nationale codes 100, 101 en 105 in de bijlage bij de Regeling coderingen beperkingen
rijbevoegdheid komen te luiden:
-
100. Alleen tijdens privégebruik
-
101. Tijdens privégebruik en tijdens beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag,
uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van
derden
-
105. Tijdens privégebruik en tijdens beroepsmatig gebruik, uitgezonderd beroepsmatig personenvervoer
of het onder toezicht doen besturen van derden
ARTIKEL III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.
TOELICHTING
Algemeen
De onderhavige ministeriële regeling wijzigt de bijlage van de Regeling eisen geschiktheid
2000 en de bijlage van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid.
De wijziging van de bijlage van de Regeling eisen geschiktheid 2000 (hierna: de Regeling)
heeft tot doel de adviezen van de Gezondheidsraad van 21 augustus 20171, 12 februari 20182 en het bijbehorende addendum van 9 mei 20183 over te nemen in de regelgeving. Het betreft een aanpassing van de Regeling met betrekking
tot hersentumoren, hypofysetumoren, schizofreniestoornissen en andere psychotische
stoornissen. Het betreft onder andere een kleine versoepeling van de geschiktheidseisen.
De wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid verduidelijkt de
codes 101 en 105 in de bijlage bij die regeling (code 100 blijft ongewijzigd).
Achtergronden bij de wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000
In deze Regeling staan de eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke
geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen.
In het algemeen geldt dat er geen strengere geschiktheidseisen worden gesteld dan
nodig zijn voor de verkeersveiligheid en de daarmee verbonden risico’s voor betrokkene
zelf en de andere verkeersdeelnemers. In dat kader wordt de Regeling eisen geschiktheid
2000 en met name de daarbij behorende bijlage periodiek bezien in het licht van nieuwe
medisch-wetenschappelijke inzichten. Dit gebeurt na advisering door de commissie Rijgeschiktheid
van de Gezondheidsraad.
Op 21 augustus 2017 heeft de Gezondheidsraad advies uitgebracht over de rijgeschiktheidseisen
die gesteld moeten worden aan personen met een curatief behandelde hersentumor en
met een hypofysetumor. Aanleiding hiervoor waren problemen die zich in de praktijk
bleken voor te doen bij het toepassen van enkele bepalingen van de Regeling eisen
geschiktheid 2000.
Ten eerste ging dit over de noodzaak van de verplichte driejaarlijkse keuring voor
personen die curatief zijn behandeld voor een hersentumor, genezen zijn verklaard
en niet meer onder controle staan van de behandelend specialist.
Daarnaast waren er vragen over het ongeschikt verklaren van personen met een hypofysetumor
waarvan de behandeling uit medicatie of afwachtend beleid bestaat. Daarnaast kwam
de vraag of de rapportage bij hypofysetumoren niet beter door internisten kon worden
gedaan in plaats van neurologen en of hypofysetumoren met alleen medicamenteuze behandeling
niet onder lichtere eisen konden vallen. Ten slotte was er behoefte aan een standpunt
van de Gezondheidsraad over rijgeschiktheid over toevallig ontdekte hersentumoren.
Op 12 februari 2018 heeft de Gezondheidsraad advies uitgebracht over beperking tot
privégebruik bij een kortdurende psychotische stoornis. Aanleiding was een brief van
de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) waarin zij aangaf dat de Adviesnota
rijgeschiktheid bij stemmingsstoornissen, ADHD en schizofrenie en psychose van 20144 niet de bedoeling had om alle personen met psychosen permanent uit te sluiten van
beroepsmatig rijden met een groep 1 rijbewijs. Aanvullend is op 9 mei 2018 een addendumadvies
van de Gezondheidsraad verschenen over schizofreniespectrum- en andere psychotische
stoornissen.
Deze onderhavige wijziging van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000
heeft tot doel de adviezen van de Gezondheidsraad over te nemen in de geldende regelgeving.
Tevens zijn enkele andere tekstpassages van paragrafen van deze Regeling op verzoek
van het CBR en de praktijk verduidelijkt.
Achtergronden bij de wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid
Paragraaf 1.3 van Annex 3 van Richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement
en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU L 403; derde rijbewijsrichtlijn)
kent de lidstaten het recht toe om de eisen van groep 2 toe te passen op personen
die een rijbewijs van groep 1 beroepsmatig gebruiken (koeriers, taxi’s, ambulance
enz.).
In Nederland is dat bij een aantal ziektebeelden geregeld door middel van nationale
codes op het rijbewijs waarmee beperkingen tot privégebruik of beperkt beroepsmatig
gebruik van het rijbewijs kunnen worden opgelegd.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het CBR ontvangen regelmatig vragen
en klachten over de reikwijdte van deze nationale codes (100, 101 en 105). In verband
daarmee worden de codes 101 en 105 in de bijlage bij de Regeling coderingen en de
Regeling eisen geschiktheid 2000 verduidelijkt. Dit betreft slechts een tekstuele
verduidelijking conform de adviezen van de Gezondheidsraad en geen inhoudelijke wijziging
van de geschiktheidseisen.
Administratieve lasten
Het aanvragen van een rijbewijs voor mensen met intracraniële tumoren en psychotische
stoornissen verloopt volgens de reguliere procedure bij het CBR middels het indienen
van een Gezondheidsverklaring (Eigen verklaring). Deze procedure wijzigt niet met
de onderhavige wijziging van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000. Ook
de andere verduidelijkingen leiden niet tot enige verandering in de procedure noch
in de daaraan verbonden administratieve lasten. Ook de wijziging van bijlage bij de
Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid leiden niet tot wijziging in de daaraan
verbonden administratieve lasten. Om deze reden is de onderhavige wijzigingsregeling
niet voor advies voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk.
Internetconsultatie
Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden over deze regeling. De aanpassing
van de regelgeving brengt geen ingrijpende veranderingen teweeg in de rechten en plichten
van burgers en bedrijven. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie
kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.
Inwerkingtreding
De onderhavige regeling treedt met ingang van 1 juli 2018 in werking. De datum van
inwerkingtreding is het eerst volgende vaste verandermoment. Van de in het systeem
van vaste verandermomenten opgenomen minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen
publicatie en inwerkingtreding wordt afgeweken. De reden daarvoor is dat de doelgroep
vanwege een versoepeling van de geschiktheidseisen bijzonder gebaat is bij een spoedige
inwerkingtreding van de regeling (uitzonderingsgrond a van het systeem van vaste verandermomenten,
zie Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309).
Artikelsgewijs
Artikel I (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
Onderdeel A (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
In lijn met de rest van de Regeling worden de eisen aan het rapport van de oogarts
niet meer specifiek benoemd. De laatste alinea is verduidelijkt en in lijn met de
rest van de Regeling gebracht. De eisen zijn niet veranderd.
Onderdelen B, C, E en F (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
De tekst is verduidelijkt en in lijn met de rest van de Regeling gebracht door ‘in
beginsel’ toe te voegen en over welke personen het gaat vaker uit te schrijven.
Onderdeel D (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
Het gaat in deze paragraaf over tachy-aritmie. In deze alinea werd in de eerdere versie
van de Regeling abusievelijk over brady-aritmie gesproken.
Onderdeel G (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
De tekst is verduidelijkt en in lijn met de rest van de Regeling gebracht, een abusievelijk
niet opgenomen verwijzing naar paragraaf 7.6.5 is toegevoegd.
Onderdeel H (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
De tekst is verduidelijkt en in lijn met de rest van de Regeling gebracht door onder
andere over welke personen het gaat ook in de tweede alinea uit te schrijven.
Onderdelen I tot en met L (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
Deze onderdelen gaan over intracraniële tumoren. Personen die curatief zijn behandeld
voor een hersentumor en genezen zijn verklaard hoeven onder voorwaarden niet meer
periodiek worden gekeurd.
Personen met een hypofysetumor die worden behandeld door middel van medicatie of afwachtend
beleid kunnen in aanmerking komen voor een verklaring van geschiktheid. Personen met
een hypofysetumor mogen voortaan een rapport van een internist insturen.
De aandoeningen pilocytair astrocytoom, craniopharyngeoom, pinealoom kunnen wel curatief
zijn. Met deze aandoeningen kan men daarom voor groep 2 in aanmerking komen.
Onderdeel M (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
De tekst is verduidelijkt en in lijn met de rest van de Regeling gebracht door onder
andere de laatste alinea aan te passen.
Onderdelen N tot en met P (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
Deze onderdelen gaan over schizofreniespectrumstoornissen en andere psychotische stoornissen.
Voor personen die een psychose hebben doorgemaakt wordt het mogelijk om op advies
van de psychiater in aanmerking te komen voor een rijbewijs voor beperkt beroepsmatig
rijden (beroepsmatig gebruik voor maximaal vier uren per dag, uitgezonderd beroepsmatig
personenvervoer of het onder toezicht doen besturen van derden). Ook personen met
een schizofreniespectrumstoornis kunnen in aanmerking komen voor beperkt beroepsmatig
gebruik van het rijbewijs mits zij aan alle omschreven voorwaarden voldoen.
Onderdeel Q (wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000)
De tekst is verduidelijkt en in lijn met de rest van de Regeling gebracht door onder
andere weg te laten dat het rapport voor het CBR is.
Artikel II (wijziging van de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid)
De teksten van de nationale rijbewijscodes 101 en 105, waarmee beperkingen tot privégebruik
of beperkt beroepsmatig gebruik van het rijbewijs kunnen worden opgelegd, zijn verbeterd.
Het is doel is om duidelijk te maken dat het enige verschil tussen code 101 en 105
de beperking tot vier uren per dag is. Dit betreft een tekstuele verduidelijking conform
de adviezen van de Gezondheidsraad en geen inhoudelijke wijziging van de geschiktheidseisen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga