Ontheffing minimum VFR-vlieghoogte oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) Deelen ten behoeve van CDS-training

14 juni 2018

Nr. MLA/086/2018

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de commandant 336 squadron van 10 mei 2018;

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van training van het 336 squadron met het Cargo Delivery System (CDS) wordt ontheffing verleend van de minimum VFR-vlieghoogte, bedoeld in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, binnen het oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) Deelen, begrensd door de volgende coördinaten:

    een cirkelvormig gebied met een straal van zesenhalve (6,5) nautische mijlen met als middelpunt coördinaat 52°03’35.02”N 005°52’18.97”E (zie figuur).

  • 2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, is van kracht op de volgende dagen en tijdstippen:

    Week 27:

    vrijdag 6 juli 2018 van 09:00 uur tot 17:00 uur lokale tijd;

    Week 42:

    woensdag 17 oktober 2018 van 09:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd;

    donderdag 18 oktober 2018 van 09:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd;

    Week 45:

    maandag 5 november 2018 van 09:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd;

    Week 51:

    maandag 17 december 2018 van 09:00 uur tot 23:00 uur lokale tijd.

    Oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) Deelen

    Oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) Deelen

Artikel 2

  • 1. Binnen het oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) Deelen bedraagt de toegestane minimum VFR-vlieghoogte 600 voet AGL.

  • 2. Binnen het oefengebied (tijdelijk laagvlieggebied) Deelen gelden voorts de volgende regels:

    • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor luchtvaartuigen die deelnemen aan de oefening;

    • b. met betrekking tot het vliegzicht en de wolkenbasis gelden de eisen voor VFR-vluchten;

    • c. aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden;

    • d. de ontheffing van de minimum VFR-vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn;

    • e. aanvliegroute en -hoogte, alsmede de oefenlocatie worden zodanig gekozen dat geluidhinder zoveel mogelijk wordt voorkomen;

    • f. de vluchten dienen te worden uitgevoerd vrij van het zweefvliegcentrum Terlet.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 6 juli 2018 en vervalt met ingang van 18 december 2018.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze: De Plaatsvervangend Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, L.W.T. Hermens Kolonel

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In de weken 27, 42, 45 en 51 wordt er op één of twee dagen getraind op de vliegbasis Deelen met het Cargo Delivery System. Om de betrokken lading veilig op de bestemde plaats te laten neerkomen is het noodzakelijk dat het betrokken luchtvaartuig voldoende laag kan vliegen. Deze beschikking maakt dit mogelijk. De bovengenoemde vluchten zullen worden uitgevoerd vrij van het zweefvliegcentrum Terlet.

Naar boven