Regeling tot wijziging van het Instellingsbesluit Landmachtmedaille

12 juni 2018

Nr: BS 2018011768

De Minister van Defensie,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Instellingsbesluit Landmachtmedaille wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder

de militair:

de militair, ingedeeld bij de Koninklijke Landmacht;

werkelijke dienst:

de tijd gedurende welke de militair is aangesteld bij het beroepspersoneel van de krijgsmacht, voor zover hij niet op non-activiteit is gesteld en hem geen buitengewoon verlof van lange duur is verleend als bedoeld in artikel 87 van het Algemeen militair ambtenarenreglement, dan wel de tijd gedurende welke de militair is aangesteld bij het reservepersoneel van de krijgsmacht en hij als zodanig feitelijk onder de wapenen is.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Ingesteld wordt de Landmachtmedaille.

  • 2. De medaille is cirkelvormig met een middellijn van 35 millimeter en vervaardigd van bronskleurig metaal. De voorzijde van de medaille vertoont het westelijk halfrond met het KL-embleem oprijzend uit de Atlantische Oceaan; de achterzijde vertoont het Rijkswapen.

  • 3. De medaille is door middel van een ring verbonden aan een moiré lint. Dit lint is 27 millimeter breed. Het lint heeft 5 banen in de kleuren Nassau-blauw, wit, groen, wit, en Nassau-blauw in breedtes van respectievelijk 4, 4, 11, 4 en 4 millimeter.

C

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De Landmachtmedaille wordt toegekend aan de militair die op of na 1 september 2002 in werkelijke dienst is of was en die op of na 1 januari 2004 in totaal over tenminste 500 dagen een of meer van de volgende toelagen heeft genoten:

    • a. de toelage, als bedoeld in artikel 6 van de Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid in verband met deelname aan een oefening van langere duur dan een etmaal (oefentoelage);

    • b. de toelage als bedoeld in de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties (VVHO).

  • 2. Voor de berekening van de 500 dagen als bedoeld in het eerste lid, wordt van ieder tijdvak voorafgaand aan 1 januari 2004 waarin gedurende tenminste 30 aaneengesloten dagen operationele dienst is verricht:

    • a. bij of ten behoeve van het Commando Landstrijdkrachten; of

    • b. bij een ander krijgsmachtdeel voor zover die dienst naar het oordeel van de Commandant Landstrijdkrachten vergelijkbaar is met deze operationele dienst,

    de helft van het aantal dagen in aanmerking genomen.

  • 3. Voor de berekening van de 500 dagen als bedoeld in het eerste lid, wordt een kalendermaand gelijkgesteld aan 15 dagen ten aanzien van de militair die is of was geplaatst bij de Dienst Speciale Interventies (DSI) en die aanspraak heeft of heeft gehad op de voor deze dienst vastgestelde maandtoelage.

D

In artikel 10 wordt ‘de Bevelhebber der Landstrijdkrachten’ vervangen door: de Commandant Landstrijdkrachten.

E

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

De Minister kan de Landmachtmedaille tijdelijk of blijvend ontnemen aan een militair die zich naar het oordeel van de Minister de Landmachtmedaille niet langer waardig toont.

F

Na artikel 11 wordt artikel 11a ingevoegd, dat komt te luiden:

Artikel 11a

De Landmachtmedaille kan op diens verzoek tevens worden toegekend aan de militair van de Koninklijke Marine, de Koninklijke Luchtmacht en van de Koninklijke Marechaussee, die op of na 18 januari 1985 in werkelijke dienst is of was en die voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 3, voor zover de toelagen zijn genoten in verband met diens inzet bij een eenheid der landmacht.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 30 juni 2018, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 juli 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 juni 2018

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

TOELICHTING

Algemeen

In 2002 heeft de Koninklijke Landmacht een medaille ingesteld ter waardering van veelvuldig of langdurig functioneren op operationele plaatsingen (Stcrt. 2002, 205).

De onderscheiding is een blijk van waardering voor langdurige of veelvuldige operationele inzet in binnen- en buitenland. De onderscheiding is daarnaast een blijk van erkenning voor het feit dat langdurige of veelvuldige operationele inzet belastend is. Naast verhoogde veiligheidsrisico’s moet het personeel extra offers brengen ten aanzien van sociale relaties – het thuisfront –, huisvesting, etc.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Tijdvakken waarin de militair buitengewoon verlof van lange duur is verleend worden niet meegeteld voor de berekening van de duur van de werkelijke dienst. De reden hiervan is dat dit soort verlof het persoonlijk belang van de militair dient of het verrichten van tijdelijk werk buiten Defensie.

Artikel I, onderdeel C

In artikel 3 is het criterium locatie (land) vervangen door het criterium genoten toelagen omdat in de huidige defensiebrede personeelsinformatiesystemen de locatie van de militair niet zonder meer kan worden achterhaald en operationele inzet ook kan worden afgeleid uit de toelagen die de militair heeft genoten. Dit heeft als bijkomend voordeel dat de militair de medaille automatisch toegekend krijgt. Het indienen van een aanvraag is niet meer nodig.

1 september 2002 is de datum waarop de Landmachtmedaile is ingesteld. De genoten toelagen blijken – in ieder geval vanaf 1 januari 2004 –, uit het Nieuw Salarissysteem Krijgsmacht (NSK).

Artikel 3, tweede lid, onderdeel a betreft de militair die dienst verricht bij of ten behoeve van een operationele eenheid van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS). Dit kan ook degene zijn die geen deel uitmaakt van een operationele CLAS-eenheid, maar daarvoor wel structureel diensten verricht, bijvoorbeeld een sportinstructeur.

Een militair die is geplaatst bij de Dienst Speciale Interventies (DSI), gaat vaker op oefening dan andere militairen. In verband hiermee ontvangt de militair niet een oefentoelage die per dag wordt berekend, maar een (vergelijkbare) DSI-maandtoelage. De DSI-maandtoelage dient daarnaast als inzet-toelage. Bij de berekening wordt uitgegaan van een gemiddelde van 15 oefendagen per maand.

Artikel I, onderdeel D

Met dit artikel wordt tot uitdrukking gebracht dat de medaille wordt uitgereikt als blijk van waardering en erkenning door de hoogste militair van het Commando Landstrijdkrachten.

Artikel I, onderdeel E

Met de herformulering van artikel 11 wordt duidelijk dat het oordeel van de Minister maatgevend is.

Artikel I, onderdeel F

De medaille kan op diens verzoek tevens worden toegekend aan de militair in werkelijke dienst van de Koninklijke Marine, van de Koninklijke Luchtmacht of van de Koninklijke Marechaussee, die bepaalde toelage(n) heeft genoten in verband met inzet bij een eenheid van de landmacht. Het ICT-personeelssysteem PeopleSoft registreert niet automatisch de inzet van een militair bij een ander krijgsmachtdeel dan waarbij hij is ingedeeld. Daarom dient deze militair zelf om toekenning van de Landmachtmedaille te verzoeken.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven