Besluit van de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, van 23 juli 2018, nr. ILT-2018/37112, houdende tijdelijke inrichting van de Inspectie Leefomgeving en Transport en verlening van mandaat, volmacht en machtiging (Organisatie- en mandaatbesluit Tijdelijke werkorganisatie Inspectie Leefomgeving en Transport)

De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport,

Gelet op artikel 21, tweede lid, aanhef en onder a en b, van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat, artikel 1, vierde lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen organisatie en mandaat

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden:

aan de inspecteur-generaal krachtens artikel 21, eerste lid, van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat gemandateerde bevoegdheden;

afdelingshoofd:

functionaris, bedoeld in artikel 2, vierde lid;

directeur:

functionaris, bedoeld in artikel 2, derde lid;

inspecteur-generaal:

inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het Instellingsbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport;

inspecteur ILT:

strategisch inspecteur, coördinerend/specialistisch inspecteur, senior inspecteur en inspecteur medewerker/toezicht van de Inspectie Leefomgeving en Transport;

programmamanager:

functionaris belast met de leiding van een tijdelijk samenstel van activiteiten en projecten die zijn gericht op het bereiken van een of meer samenhangende doelstellingen;

teamleider:

functionaris belast met de leiding van een team.

Paragraaf 2. Organisatie

Artikel 2. Hoofdstructuur Tijdelijke werkorganisatie Inspectie Leefomgeving en Transport

  • 1. De Tijdelijke werkorganisatie Inspectie Leefomgeving en Transport, bestaat uit:

    • a. de inspecteur-generaal;

    • b. portefeuilles onderverdeeld in afdelingen;

    • c. afdelingen al dan niet onderverdeeld in teams.

  • 2. De inspecteur-generaal en de directeuren vormen het directieteam van de Tijdelijke werkorganisatie Inspectie Leefomgeving en Transport.

  • 3. De portefeuilles staan onder leiding van een directeur.

  • 4. De afdelingen staan onder leiding van een afdelingshoofd.

  • 5. De directeur en de afdelingshoofden van een portefeuille vormen het managementteam van die

    portefeuille.

  • 6. De teams staan onder leiding van een teamleider.

  • 7. De bijlage bij dit besluit bevat een nadere uitwerking van de portefeuilles, afdelingen en teams.

Artikel 3. Plaatsvervanging

  • 1. Bij afwezigheid of verhindering van de inspecteur-generaal is de directeur Omgeving en Bestuur bevoegd om als diens plaatsvervanger op te treden.

  • 2. Bij afwezigheid of verhindering van een directeur zijn de overige directeuren bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 3. Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd zijn de overige afdelingshoofden binnen een portefeuille bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 4. Bij afwezigheid of verhindering van een teamleider is het afdelingshoofd van de desbetreffende afdeling bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.

  • 5. Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de inspecteur-generaal of de functionaris die bij afwezigheid of verhindering wordt vervangen.

Paragraaf 3. Mandaat

Artikel 4. Mandaat van aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden

  • 1. Aan de directeuren, afdelingshoofden, programmamanagers en teamleiders worden de aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden die behoren bij hun taken, in mandaat verleend.

  • 2. Aan de volgende functionarissen worden de aan de inspecteur-generaal gemandateerde bevoegdheden, die behoren bij de uitoefening van hun taken, eveneens in mandaat verleend:

    • a. de inspecteurs ILT;

    • b. de adviseur/specialistisch medewerker belast met de inschrijving van luchtvaartuigen in het burger luchtvaartregister, tevens Head Aircraft Registry;

    • c. de senior adviseur/specialistisch medewerker, tevens hoofd van de National Supervisory Authority-The Netherlands;

    • d. de daartoe door de inspecteur-generaal aangewezen functionarissen van de afdeling Juridische zaken.

Artikel 5. Mandaat van aan de inspecteur-generaal geattribueerde bevoegdheden

  • 1. Aan de directeuren, afdelingshoofden, programmamanagers, teamleiders worden de aan de inspecteur-generaal geattribueerde bevoegdheden die behoren bij hun taken, in mandaat verleend.

  • 2. Aan de volgende functionarissen worden de aan de inspecteur-generaal geattribueerde bevoegdheden, die behoren bij de uitoefening van hun taken, eveneens in mandaat verleend:

    • a. de inspecteurs ILT;

    • b. de adviseur/specialistisch medewerker belast met de inschrijving van luchtvaartuigen in het burger luchtvaartregister, tevens Head Aircraft Registry;

    • c. de senior adviseur/specialistisch medewerker, tevens hoofd van de National Supervisory Authority-The Netherlands;

    • d. de daartoe door de inspecteur-generaal aangewezen functionarissen van de afdeling Juridische zaken.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid wordt de aan de inspecteur-generaal op grond van artikel 4.2 van het Besluit OM-afdoening toegekende strafbeschikkingsbevoegdheid in mandaat verleend aan:

    • a. de teamleider van het team Bestuurlijke boete van de afdeling Juridische zaken;

    • b. de inspecteurs ILT en andere functionarissen belast met de coördinatie van de bestuurlijke strafbeschikking;

    • c. de inspecteur ILT belast met de coördinatie van de buitengewoon opsporingsambtenaren Inspectie Leefomgeving en Transport;

    • d. de inspecteur ILT belast met de coördinatie van de algemeen opsporingsambtenaren van de ILT/Inlichtingen- en Opsporingsdienst.

Paragraaf 4. Overige bepalingen mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 6. Beperking mandaatverlening inspecteurs ILT

Het op grond van dit besluit aan de inspecteurs ILT verleende mandaat omvat niet mede de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaar.

Artikel 7. Mandaat personele aangelegenheden

In afwijking van de artikelen 4 en 5 wordt mandaat van personele aangelegenheden uitsluitend verleend aan de directeuren, afdelingshoofden en teamleiders.

Artikel 8. Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt met de verlening van mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a. volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, en

  • b. machtiging om in naam van de bewindspersoon of, in geval van artikel 5, in naam van de inspecteur-generaal handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 9. Mandaat en volmacht financiële verplichtingen

  • 1. Mandaat en volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen wordt verleend aan de directeur, de afdelingshoofden en de teamleiders van de portefeuille Inspectieondersteuning en Control.

  • 2. Aan de in artikel 7 bedoelde functionarissen wordt ten behoeve van het aan hen verleende mandaat van personele aangelegenheden volmacht tot het aangaan van financiële verplichtingen verleend.

Artikel 10. Instructies

  • 1. De inspecteur-generaal kan instructies geven terzake van de uitoefening van alle bevoegdheden welke verleend zijn bij of krachtens dit besluit.

  • 2. De bij of krachtens dit besluit gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend met in achtneming van de gegeven instructies.

Artikel 11. Wijze van ondertekening

  • 1. Het in een document vastleggen van een besluit, een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling, geschiedt op briefpapier van het ministerie met het hoofd:

    INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT

    MINISTERIE VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT.

  • 2. In geval van mandaat of machtiging op grond van de artikelen 4, 7 en 9, eerste lid, luidt de ondertekening:

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde of gemachtigde functionaris.

  • 3. In geval van mandaat of machtiging op grond van artikel 5 luidt de ondertekening als volgt:

    DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde of gemachtigde functionaris.

  • 4. In geval van volmacht luidt de ondertekening:

    NAMENS DE STAAT DER NEDERLANDEN

    DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

    namens deze,

    gevolgd door de aanduiding van de gevolmachtigde functionaris.

  • 5. In geval van mandaat, volmacht of machtiging voor een aangelegenheid die behoort tot de verantwoordelijkheid van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, wordt de in het tweede, onderscheidenlijk vierde lid voorgeschreven vermelding van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat vervangen door:

    DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT.

  • 6. In geval van plaatsvervanging overeenkomstig dit besluit bevat de ondertekening zowel een aanduiding van de plaatsvervanger als de functionaris die bij afwezigheid of verhindering wordt vervangen.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 12. Intrekking oud besluit

Het Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 13. Inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit, met uitzondering van artikel 6, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 31 mei 2018.

  • 2. Artikel 6 treedt in werking met ingang van 15 augustus 2018.

Artikel 14. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatie- en mandaatbesluit Tijdelijke werkorganisatie Inspectie Leefomgeving en Transport.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J. A. van den Bos

BIJLAGE, BEDOELD IN ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN HET ORGANISATIE- EN MANDAATBESLUIT TIJDELIJKE WERKORGANISATIE INSPECTIE LEEFOMGEVING EN TRANSPORT 2018

Portefeuilles met daaronder ressorterende afdelingen en daaronder ressorterende teams zijn:

  • 1. Portefeuille Informatie en Programmeren (IenP):

    • afdeling Strategische producten en kennis

    • afdeling Programmaontwikkeling en -advies

    • afdeling Bronnen

    • afdeling Analyse 1

    • afdeling Analyse 2

    • afdeling Innovatie- en data lab

  • 2. Portefeuille Omgeving en Bestuur (OenB):

    • afdeling Netwerk leefomgeving en wonen

    • afdeling Netwerk transport

    • afdeling Communicatie, Media en Dienstverlening:

      • team Communicatieadvies, woordvoering en ondersteuning

      • team Media, redactie en support

      • team Klantcontact en dienstverlening 1

      • team Klantcontact en dienstverlening 2

    • afdeling Juridische zaken:

      • team Strategisch advies

      • team Juridische advisering duurzaamheid

      • team Juridische advisering veiligheid

      • team Bezwaar en beroep

      • team Bestuurlijke boete

  • 3. Portefeuille Duurzaamheid en Opsporing (DenO):

    • afdeling Inlichtingen- en opsporingsdienst ILT:

      • team Inlichtingen en opsporing 1

      • team Inlichtingen en opsporing 2

      • team Inlichtingen en opsporing 3

      • team Expertise

      • team Criminele inlichtingen

    • afdeling Milieu:

      • team Luchtkwaliteit en emissies

      • team Afval havens

      • team Afval overig

      • team Bodem

    • afdeling Marktordening:

      • team Producttoezicht 1

      • team Producttoezicht 2

      • team Digitale- en bedrijfsinspectie 1

      • team Digitale- en bedrijfsinspectie 2

      • team Specialistische handhaving

      • team Objectinspecties marktordening 1

      • team Objectinspecties marktordening 2

  • 4. Portefeuille Veiligheid en Instituties (VenI):

    • afdeling Keten gevaarlijke stoffen en organismen:

      • team Biologische risico’s

      • team Chemische risico’s

      • team Risicobedrijven

      • team Gevaarlijke stoffen 1

      • team Gevaarlijke stoffen 2

      • team Gevaarlijke stoffen 3

    • afdeling Veilige mobiliteit:

      • team Luchtvaart operaties en SAFA

      • team Luchtvaart infrastructuur

      • team Luchtvaart techniek en MAR

      • team Administratiecontroles en ongevalsonderzoek scheepvaart

      • team Objectcontroles scheepvaart 1

      • team Objectcontroles scheepvaart 2

      • team Spoor infrastructuur en onderhoud

      • team Spoor personen- en goederenvervoer

    • afdeling Publieke instellingen:

      • team Infrastructuur

      • team Bedrijven

      • team Instituties

      • team Toezicht certificerende en erkende instellingen

  • 5. Portefeuille Autoriteit woningcorporaties (Aw):

    • afdeling Informatie en programmeren

    • afdeling Vergunningverlening

    • afdeling Toezicht:

      • team Toezicht 1

      • team Toezicht 2

  • 6. Portefeuille Vergunningverlening (VV):

    • afdeling Intake en afhandeling

      • team 1

      • team 2

      • team 3

    • afdeling Marktvenster rail en luchtvaart:

      • team Rail bedrijven en luchtvaart infra

      • team Rail infra en materieel

      • team Luchtvaart bedrijven en materieel

    • afdeling Marktvenster leefomgeving en scheepvaart:

      • team Scheepvaart binnendienst

      • team Scheepvaart buitendienst

      • team Leefomgeving en bedrijven en infra

      • team Leefomgeving stoffen

  • 7. Portefeuille Inspectieondersteuning en Control (IenC):

    • afdeling Services en ondersteuning:

      • team Services en ondersteuning

      • team Ondersteuning DT

      • team Ondersteuning leidinggevenden 1

      • team Ondersteuning leidinggevenden 2

      • team Ondersteuning projecten en programma’s

      • team Ondersteuning planning

    • afdeling Control en advies:

      • team Interne audit

      • team Contractmanagement en IenC advies

      • team Managementcyclus en control

    • afdeling Informatievoorziening:

      • team Processen en systemen

      • team Informatievoorziening

    • afdeling Programma overdracht

      • team Leren en ontwikkelen

      • team Documentmanagement

TOELICHTING

In verband met het van start gaan van de Tijdelijke werkorganisatie Inspectie Leefomgeving en Transport op 31 mei 2018 is een nieuw organisatie en mandaatbesluit voor de Inspectie Leefomgeving en Transport vastgesteld. Het Organisatie- en mandaatbesluit Inspectie Leefomgeving en Transport 2015 wordt met ingang van genoemde datum ingetrokken. Het besluit gaat gelden zolang het reorganisatieproces, dat binnen de Inspectie Leefomgeving en Transport gaande is, niet is afgerond. Het besluit treedt met terugwerkende kracht tot en met 31 mei 2018 in werking. Dit is noodzakelijk om zo snel mogelijk met de Tijdelijke werkorganisatie van start te kunnen gaan.

In het onderhavige besluit wordt de Tijdelijke organisatie van de Inspectie Leefomgeving en Transport vastgesteld en worden de bevoegdheden van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, alsmede de rechtstreeks aan de inspecteur-generaal geattribueerde wettelijke bevoegdheden door gemandateerd. Het verleende mandaat is beperkt tot die aangelegenheden, die behoren tot het werkterrein van de gemandateerden.

Voor de uitoefening van het onderhavige mandaat gelden naast de voorwaarden van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Waterstaat en het onderhavige besluit, de voorwaarden van de Algemene wet bestuursrecht.

DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, J. A. van den Bos

Naar boven