TOELICHTING
Algemeen
In deze regeling is een aantal wijzigingen van de Regeling langdurige zorg (Rlz) opgenomen.
Het betreft het verruimen van de mogelijkheden voor verhoging van de ten hoogste toelaatbare
kosten (regeling Extra Kosten Thuis (EKT)) en een aantal technische wijzigingen van
de Rlz.
Verruimen van de regeling voor de EKT
Met ingang van 1 juli 2018 wordt de regeling EKT verruimd naar alle cliënten die zorg
op grond van de Wlz thuis ontvangen met een modulair pakket thuis (mpt) en/of pgb.
Met deze verruiming van de regeling EKT wordt meer cliënten met een pgb en/of mpt
de mogelijkheid geboden extra zorg te ontvangen. Met deze verruiming wordt tegemoet
gekomen aan situaties waarbij de cliënt wordt geconfronteerd met een tekort aan uren,
bijvoorbeeld omdat zij vanuit de Zorgverzekeringswet of de Wet maatschappelijke ondersteuning
2015 zijn overgestapt naar de Wlz en daar de zorg thuis ontvangen (de zogeheten ‘zorgval’)
of als gevolg van een toenemende zorgvraag. De verruiming van de regeling EKT leidt
tot meer maatwerk. Daardoor kunnen cliënten langer thuis, in hun eigen vertrouwde
woning, blijven wonen, mits dit zorginhoudelijk verantwoord is.
Deze cliënten kunnen tot 25% extra zorg ontvangen als de geboden zorg op basis van
de geldende doelmatigheidsgrens aantoonbaar ontoereikend is en met deze uitbreiding
thuis verantwoorde zorg kan worden geboden. Deze uitbreiding hangt samen met het gegeven
dat de zorg thuis – in vergelijking met de zorg in de instelling – op een minder doelmatige
wijze is in te vullen. Tot op heden is deze mogelijkheid alleen beschikbaar voor de
volgende specifieke cliëntgroepen, namelijk:
-
• kinderen/ jongvolwassenen die de leeftijd van 23 jaar nog niet hebben, met het oog
op diens mogelijkheid om thuis op te groeien;
-
• cliënten die een of meer kinderen hebben die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben
bereikt, met het oog op de mogelijkheid van de verzekerde om deel uit te maken van
het thuis opgroeien van dat kind; of
-
• cliënten die op zorg zijn aangewezen vanwege een somatische aandoening of beperking
of een lichamelijke of zintuiglijke handicap, zonder dat sprake is van een verstandelijke
handicap of een psychiatrische aandoening of psychogeriatrisch beperking, met het
oog op de mogelijkheid van de verzekerde om vanuit huis inkomen uit werk te verkrijgen
of om een studie of opleiding te volgen met het oog op het verwerven van inkomen uit
werk.
Met deze verruiming krijgen alle cliënten die zorg op grond van de Wlz thuis ontvangen
met een pgb en/of mpt dezelfde mogelijkheden voor de inzet van extra zorg.
Toezicht en handhaving
Bij het verruimen van de regeling EKT toetst het zorgkantoor vooraf bij budgethouders
aan hand van het budgetplan en de individuele cliëntsituatie of het toekennen van
de extra middelen nodig is. Voor cliënten die gebruik maken van het mpt is het aan
de zorgaanbieder die de zorg levert, om te beoordelen in hoeverre extra zorg nodig
is. De Wlz-uitvoerders toetsen achteraf in welke mate zorgaanbieders hiervan gebruik
maken (benchmarken) en gaan met hen het gesprek aan wanneer dit veelvuldig gebeurt.
Het zorgkantoor hanteert hierbij het principe ‘high trust, high penalty’.
Bestuurlijke en administratieve lasten
De regeling EKT met bijbehorende procedure bestaat sinds 2015. Bij zorgkantoren, Wlz-uitvoerders
en zorgaanbieders nemen de administratieve lasten beperkt toe, omdat meer cliënten
een beroep zullen doen op de regeling EKT. Ook voor de individuele cliënt stijgen
de administratieve lasten enigszins. De verwachte toename van de administratieve lastendruk
loopt op van in totaal € 200.000 in 2018 naar € 800.000 in 2022. De totale lasten
komen naar schatting 5% voor rekening van de zorgaanbieders, voor 75% van de zorgkantoren
en voor 20% van cliënten.
Fraudetoets
Risico op fraude door deze regeling is matig. Aan het kunnen toekennen van extra middelen
zijn voorwaarden verbonden, zoals hierboven vermeld onder toezicht en handhaving.
Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
In artikel 5.3 vervalt het derde lid. In het derde lid was geregeld voor welke groepen
verzekerden een verhoging van de ten hoogste toelaatbare kosten mogelijk was. Deze
beperking tot bepaalde groepen verzekerden komt te vervallen. De andere voorwaarden
waaronder de regeling EKT kan worden toegepast, blijven hetzelfde, namelijk indien
de zorg niet op een doelmatige wijze thuis kan worden verleend en enige verhoging
van de te vergoeden kosten van ten hoogste 25% tot doelmatige zorg kan leiden. Indien
dat het geval is, kan de verhoging worden verleend.
Onderdeel B
In onderdeel B is een technische wijziging van artikel 5.13, vijfde lid, van de Rlz
opgenomen.
Onderdeel C
In onderdeel C zijn technische wijzigingen van artikel 9.3a opgenomen. Doordat artikel
5.3, derde lid, vervalt (onderdeel A van deze regeling) is de verwijzing naar dat
artikel vervallen. Ook vervalt het vereiste van een herindicatie door het CIZ voor
het toekennen van meerzorg, zonder toepassing van artikel 2.2, eerste lid, onderdelen
a tot en met c, tweede en derde lid, van de Rlz voor de verzekerden, bedoeld in artikel
9.3, tweede lid, van de Rlz.
Artikel II
De verruiming van de regeling voor de EKT en de wijzigingen van artikel 9.3a van de
Rlz treden op 1 juli 2018 in werking. De wijziging van artikel 5.13, vijfde lid, treedt
op 1 januari 2019 in werking.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge