Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Kinderhuisvest en omgeving Haarlem

Logo Haarlem

Nr. 2018/193143

Burgemeester en wethouders van Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat Zijlvest, Zijlstraat, Kinderhuisvest, Kenaupark, Parklaan en Rozenstraat gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat deze wegen in beheer zijn bij de gemeente Haarlem;

dat Zijlvest, Zijlstraat, Kinderhuisvest, Kenaupark, Parklaan en Rozenstraat wegen zijn zoals bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor de genoemde wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de categorisering van het wegennet van de gemeente Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijk beleid Duurzaam Veilig;

dat in de SOR het traject Zijlvest – Kinderhuisvest – Kenaupark – Parklaan onderdeel uitmaakt van het hoofd autonetwerk van Haarlem, dit zijn wegen die zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen (50 kilometer per uur);

dat de verkeersfunctie centraal staat op gebiedsontsluitingswegen;

dat in de SOR de Zijlstraat, Kenaupark (tussen Kinderhuissingel en Kinderhuisvest) en Rozenstraat onderdeel uitmaken van een verblijfsgebied, dit zijn wegen die zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg (30 kilometer per uur);

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat in 2011 is geconcludeerd dat het verzamelriool aan de Kinderhuisvest en Kenaupark versleten is en dient te worden vervangen;

dat het onderhoud aan het riool aanleiding is geweest om medio 2015 een nieuw ruimtelijk ontwerp te maken voor Kinderhuisvest en Kenaupark;

dat de gemeente Haarlem op 26 november 2016 een verkeersbesluit heeft gepubliceerd in de Staatscourant waarin diverse verkeersmaatregelen op de Kinderhuisvest en omgeving zijn vastgesteld;

dat na een bezwaar- en beroepsprocedure de Rechtbank Noord-Holland op 5 oktober 2017 heeft besloten om dit verkeersbesluit te vernietigen;

dat de Rechtbank Noord-Holland de gemeente Haarlem heeft opgedragen om, met inachtneming van hetgeen in de betreffende uitspraak is overwogen, een nieuw verkeersbesluit te nemen;

dat de gemeente Haarlem het verkeersontwerp heeft laten toetsen door een onafhankelijke, gecertificeerde verkeersveiligheidsauditor;

dat de gemeente Haarlem gezamenlijk met de verkeerspolitie, de Fietsersbond en de verkeersveiligheidsauditor nader onderzoek heeft verricht omtrent de te nemen verkeersmaatregelen;

dat de gemeente Haarlem in overleg met deze genoemde partijen overeenstemming heeft bereikt over een op een aantal punten aangepast verkeersontwerp;

dat voorliggend verkeersbesluit de verkeersmaatregelen op het traject Zijlvest – Kinderhuisvest – Kenaupark – Parklaan beargumenteert;

dat separaat aan dit verkeersbesluit een verkeersbesluit wordt genomen omtrent de te nemen verkeersmaatregelen in het ten noorden van dit traject gelegen verblijfsgebied;

dat binnen het totale ontwerp aandacht is besteed aan de verbetering van de (bus)infrastructuur, de afwaardering van de noordkant van het Kenaupark om autoverkeer terug te dringen en aan het verminderen van trillingsoverlast ten gevolge van het (bus)verkeer;

dat in de oorspronkelijke situatie de voorrangsregeling op het kruispunt Kenaupark – Kenaupark (ten oosten van het pand Kenaupark 16) door middel van verkeerstekens zodanig was geregeld dat bestuurders die zich bevonden op het Kenaupark (oostzijde kruispunt) voorrang moesten verlenen aan bestuurders die zich bevonden op het Kenaupark (noord- en westzijde kruispunt);

dat gelet op het onderscheid in wegcategorisering het wenselijk is de voorrangsregeling op het betreffende kruispunt zodanig aan te passen dat bestuurders die zich bevinden op het Kenaupark (noordzijde) al het overig verkeer dat zich bevindt op het Kenaupark (oost- en westzijde) voor moeten laten gaan zoals beschreven in artikel 54 van het RVV 1990;

dat deze voorrangsregeling gerealiseerd wordt door het aanbrengen van een inritconstructie op het Kenaupark (noordzijde);

dat de inritconstructie wordt voorzien van een korte middengeleider om het fietsverkeer in noordelijke richting een eigen ruimte te geven op deze constructie;

dat deze middengeleider wordt voorzien van een verkeersbord waardoor voor bestuurders een gebod wordt ingesteld om de middengeleider te passeren aan de rechterzijde;

dat op het hiervoor benoemde kruispunt een middengeleider wordt gerealiseerd op de rijbaan (doorgaande verbinding) om voor fietsverkeer een oversteek in twee etappes te realiseren en om linksafslaande bewegingen vanaf Kenaupark (noordzijde) richting Parklaan fysiek onmogelijk te maken;

dat de middengeleider wordt voorzien van verkeersborden waardoor voor bestuurders een gebod wordt ingesteld om de middengeleiders te passeren aan de rechterzijde;

dat door het aanpassen van het kruispunt de oorspronkelijke middengeleiders, voorzien van verkeersborden die een gebod aanduiden om de middengeleiders te passeren aan de rechterzijde, worden verwijderd;

dat aan weerszijden van de hiervoor genoemde middengeleider een adviessnelheid van 30 kilometer per uur wordt ingesteld om de snelheid van het doorgaande gemotoriseerde verkeer te beperken en het attentieniveau te verhogen;

dat aan de oostzijde van Zijlvest ter hoogte van huisnummer 23 en 25 een gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen wordt ingekort van een afstand van 18 meter naar een afstand van 12 meter, aangezien een afstand over 12 meter voldoende is om te voorzien in de vraag naar de gelegenheid;

dat aan de oostzijde van de rijbaan van Zijlvest, ter hoogte van huisnummer 7, in noordelijke richting een ‘verbod stil te staan’ is ingesteld dat zijn functie heeft verloren en daarom wordt opgeheven;

dat aan de westzijde van de rijbaan van Zijlvest en Kinderhuisvest, ter hoogte van de overzijde aansluiting Zijlstraat een ‘verbod stil te staan’ is ingesteld dat zijn functie heeft verloren en daarom wordt opgeheven;

dat het op gebiedsontsluitingswegen gewenst is om zoveel als mogelijk scheiding in massa en richting te bewerkstelligen;

dat daarom op Zijlvest tussen huisnummer 1 en 21 een gesloten as-markering / doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990 wordt aangebracht, zodat bestuurders zich niet langer links van de streep mogen bevinden;

dat daarom op Kinderhuisvest tussen huisnummer 5 en 33 een gesloten as-markering / doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990 wordt aangebracht, zodat bestuurders zich niet langer links van de streep mogen bevinden;

dat daarom op Kenaupark tussen Manegebrug (over de Nieuwe Gracht) en huisnummer 14 een gesloten as-markering / doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990 wordt aangebracht, zodat bestuurders zich niet langer links van de streep mogen bevinden;

dat in het nieuwe ontwerp de beide aansluitingen van Nieuwe Gracht op het Kinderhuisvest worden voorzien van een inritconstructie waardoor bestuurders vanuit Nieuwe Gracht al het overig verkeer voor moeten laten gaan zoals beschreven in artikel 54 van het RVV 1990;

dat in verband met voorgaande de verkeersborden op de kruispunten worden aangepast aan de nieuwe situatie en dat op de aansluitingen van de Nieuwe Gracht de verkeerstekens (verkeersborden en haaientanden) komen te vervallen;

dat op het kruispunt Kinderhuisvest/Manegebrug – Nieuwe Gracht gekozen is om de middengeleider inclusief de borden die een gebod aangeven om de middengeleider aan de rechterzijde te passeren te verwijderen;

dat door het verwijderen van deze middengeleider ruimte ontstaat om vrijliggende fietspaden op de Manegebrug en Kenaupark te realiseren;

dat langs Zijlvest en Kinderhuisvest – tussen Raaks en Manegebrug – aan beide zijden van de rijbaan vrijliggende fietspaden gelegen zijn die worden gehandhaafd;

dat op Kenaupark ten noorden van de Manegebrug vrijliggende fietspaden worden gerealiseerd tot het kruispunt Kenaupark – Kenaupark (ten oosten van het pand Kenaupark 16);

dat hiermee voor fietsers een veilige fietsverbinding wordt gerealiseerd die past bij een gebiedsontsluitingsweg en tevens aansluit bij de inrichting die op Kinderhuisvest van kracht is;

dat ten gevolge van het realiseren van de hiervoor genoemde verplichte fietspaden de fietsstroken op het hiervoor genoemde traject worden verwijderd in verband met het vervallen van de functie;

dat aan de westzijde van het kruispunt met het Kenaupark, aan de noordzijde van de rijbaan een ‘verbod stil te staan’ is ingesteld dat zijn functie heeft verloren en daarom wordt opgeheven;

dat ten oosten van het kruispunt met het Kenaupark aan beide zijden van de rijbaan fietsstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 worden gerealiseerd tot de aansluiting met Zijhuizen;

dat de fietsstrook aan de noordzijde van de rijbaan Kenaupark ter hoogte van Kenaupark 8 (westzijde) wordt aangesloten op het verplichte fietspad en ter hoogte van aansluiting Zijhuizen wordt aangesloten op het verplichte fietspad dat aan de noordzijde van de Parklaan is gelegen;

dat deze fietsstrook aan de zuidzijde van de rijbaan aan de westzijde aansluit op het verplichte fietspad dat ter hoogte van Kenaupark 16 wordt gerealiseerd en aan de oostzijde op de bestaande fietsstrook op Parklaan ter hoogte van Parklaan huisnummer 8;

dat met het realiseren van de fietsstroken een eigen ruimte voor fietsers op de rijbaan wordt gerealiseerd waardoor de positie van de fiets op de rijbaan wordt verbeterd;

dat de fysieke middengeleider op de rijbaan Kenaupark tussen huisnummers 16 en 24 wordt verwijderd;

dat op de aansluiting tussen Kenaupark (oostzijde) en Parklaan een bord ‘verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg’ komt te vervallen omdat deze overbodig is;

dat op Kenaupark ten noorden van de aansluiting Zijhuizen een verplicht fietspad in twee richtingen over een beperkte afstand is gelegen om fietsverkeer tussen Zijhuizen en Kenaupark (oostzijde) te faciliteren;

dat dit fietspad vanaf de aansluiting Zijhuizen onjuist is aangeduid met het bord ‘verplicht fietspad’, waardoor de suggestie wordt gewerkt dat het fietspad zowel in westelijke als in oostelijke richting van kracht is;

dat dan ook gekozen wordt om dit verkeersbord te verwijderen;

dat op Zijhuizen, tussen de aansluitingen met de Parklaan en de Nieuwe Gracht, aan beide zijden van de rijbaan een verbod stil te staan van kracht is;

dat de functie van dit verbod is komen te vervallen en dat dit verbod dan ook wordt opgeheven;

dat om trillingsoverlast te voorkomen gekozen is voor het toepassen van asfalt als wegdek van het gehele bus tracé;

dat de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen kunnen worden uitgevoerd door middel van het plaatsen/verwijderen van de verkeersborden A4, B3, B4, B5, B6, D2, D5, E2, E7 en G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 en het plaatsen/verwijderen van fietsstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 en plaatsen of verwijderen van een doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen/verwijderen van de onder het vorige punt benoemde verkeerstekens een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 15, lid 2 van de WVW 1994 maatregelen op of aan de weg geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met het uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

  • -

    door middel van het verwijderen van het verkeersbord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief haaientanden de middels verkeerstekens geregelde voorrangssituatie op kruispunt Kenaupark – Kenaupark (ten oosten van het pand Kenaupark 16) op te heffen;

  • -

    door middel van het plaatsen van de verkeersborden A4 van bijlage 1 van het RVV 190 een adviessnelheid van 30 kilometer per uur in te stellen ter hoogte van het kruispunt Kenaupark – Kenaupark;

  • -

    door middel van het plaatsen van verkeersbord D5 (rechts) van bijlage 1 van het RVV 1990 een gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven op het Kruispunt Kenaupark – Kenaupark waarbij het bord aan de noordzijde van het kruispunt staat en zichtbaar is voor verkeer rijdend in zuidelijke richting;

  • -

    door middel van het plaatsen en verwijderen van verkeersborden D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 de geboden tot het passeren aan de zijde die de borden aangeven (rechts) in overeenstemming te brengen met de nieuwe inrichting van het kruispunt Kenaupark – Kenaupark (ten oosten van het pand Kenaupark 16);

  • -

    door middel van het verplaatsen van verkeersbord E7 van bijlage 1 van het RVV 1990 de gelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen op Zijlvest ter hoogte van huisnummer 23 en 25 in te korten van 18 tot 12 meter lengte;

  • -

    door middel van het verwijderen van verkeersbord E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 het verbod stil te staan dat is ingesteld aan de oostzijde van de rijbaan van Zijlvest ter hoogte van huisnummer 7 in noordelijke richting, op te heffen;

  • -

    door middel van het verwijderen van verkeersbord E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 het verbod stil te staan, dat is ingesteld aan de westzijde van de rijbaan van Zijlvest en Kinderhuisvest ter hoogte vna aansluiting Zijlstraat, op te heffen;

  • -

    door middel van het verwijderen van verkeersbord E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 het verbod stil te staan, dat is ingesteld aan de noordzijde/westzijde van de rijbaan van Kenaupark te rhoogte van huisnummer 8 en Manegebrug, op te heffen;

  • -

    door middel van het verwijderen van verkeersbord E2 van bijlage 1 van het RVV 1990 het verbod stil te staan, dat is ingesteld aan beide zijden van de rijbaan Zijhuizen tussen Parklaan en Nieuwe Gracht, op te heffen;

  • -

    door middel van het aanbrengen van een doorgetrokken streep, als bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990, een asmarkering aan te brengen op Zijlvest tussen huisnummer 1 en 21;

  • -

    door middel van het aanbrengen van een doorgetrokken streep, als bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990, een asmarkering aan te brengen op Kinderhuisvest, tussen huisnummer 5 en 33;

  • -

    door middel van het aanbrengen van een doorgetrokken streep, als bedoeld in artikel 76 van het RVV 1990, een asmarkering aan te brengen op Kenaupark tussen Managebrug en Kenaupark 14;

  • -

    door middel van het verwijderen van de verkeersborden B3 en B6 – en het plaatsen van de verkeersborden B4 en B5 – van bijlage 1 van het RVV 1990 en haaientanden de voorrangssituatie op kruispunt Kenaupark – Nieuwe Gracht aan te passen aan de nieuwe situatie, waarbij alleen de voorrangssituatie bij de fietsbrug nog middels verkeerstekens zal worden geregeld;

  • -

    door middel van het verwijderen van de verkeersborden D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 – en de middengeleiders- op het kruispunt Kinderhuisvest/Managebrug – Nieuwe Gracht de geboden het verkeersbord te passeren aan de zijde die de pijl aangeeft (rechts) te verwijderen;

  • -

    door middel van het plaatsen van de verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 op Kenaupark aan beide zijden van de rijbaan tussen Kinderhuisvest en Kenaupark 14 verplichte fietspaden aan te wijzen;

  • -

    door middel van het verwijderen van fietssymbolen en markering op Kenaupark aan beide zijden van de rijbaan tussen Kinderhuisvest en Kenaupark 14 de fietsstroken als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 op te heffen;

  • -

    door middel van het aanbrengen van fietssymbolen en markering aan beide zijden van de rijbaan Kenaupark fietsstroken, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, aan te brengen tussen Kenaupark 16 en kruispunt Kenaupark – Zijhuizen;

  • -

    door middel van het aanbrengen van fietssymbolen en markering aan de zuidzijde van de rijbaan Parklaan fietsstroken, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, aan te brengen tussen kruispunt Kenaupark – Zijhuizen en Parklaan huisnummer 8.

Situatieschets en :

Aldus vastgesteld te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlem,

S.van Egmond

Hoofd afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van ene verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven