Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Kenaupark en omgeving Haarlem

Logo Haarlem

Nr. 2018/198772

Burgemeester en wethouders van Haarlem,

Gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat Kenaupark, Rozenstraat, Kenaustraat, Tuinstraat en Kinderhuisvest gelegen zijn binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat deze wegen in beheer zijn bij de gemeente Haarlem;

dat Kenaupark, Rozenstraat, Kenaustraat, Tuinstraat en Kinderhuisvest wegen zijn zoals bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor de genoemde wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de categorisering van het wegennet van de gemeente Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijk beleid Duurzaam Veilig;

dat in de SOR het traject Zijlvest – Kinderhuisvest – Kenaupark – Parklaan onderdeel uitmaakt van het hoofd autonetwerk van Haarlem, dit zijn wegen die zijn gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen (50 kilometer per uur);

dat de verkeersfunctie centraal staat op gebiedsontsluitingswegen;

dat in de SOR het Kenaupark (ten noorden van het hiervoor genoemde traject), de Rozenstraat, Kenaustraat en Tuinstraat onderdeel uitmaken van een verblijfsgebied, dit zijn wegen die zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg (30 kilometer per uur);

dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;

dat in 2011 is geconcludeerd dat het verzamelriool aan de Kinderhuisvest en Kenaupark versleten is en dient te worden vervangen;

dat het onderhoud aan het riool aanleiding is geweest om medio 2015 een nieuw ruimtelijk ontwerp te maken voor Kinderhuisvest en Kenaupark;

dat de gemeente Haarlem op 26 november 2016 een verkeersbesluit heeft gepubliceerd in de Staatscourant waarin diverse verkeersmaatregelen op de Kinderhuisvest en omgeving zijn vastgesteld;

dat na een bezwaar- en beroepsprocedure de Rechtbank Noord-Holland op 5 oktober 2017 heeft besloten om dit verkeersbesluit te vernietigen;

dat de Rechtbank Noord-Holland de gemeente Haarlem heeft opgedragen om, met inachtneming van hetgeen in de betreffende uitspraak is overwogen, een nieuw verkeersbesluit te nemen;

dat de gemeente Haarlem het verkeersontwerp heeft laten toetsen door een onafhankelijke, gecertificeerde verkeersveiligheidsauditor;

dat de gemeente Haarlem gezamenlijk met de verkeerspolitie, de Fietsersbond en de verkeersveiligheidsauditor nader onderzoek heeft verricht omtrent de te nemen verkeersmaatregelen;

dat de gemeente Haarlem in overleg met deze genoemde partijen overeenstemming heeft bereikt over een op een aantal punten aangepast verkeersontwerp;

dat voorliggend verkeersbesluit de verkeersmaatregelen in het hiervoor benoemde verblijfsgebied beargumenteert;

dat separaat aan dit verkeersbesluit een verkeersbesluit wordt genomen omtrent de te nemen verkeersmaatregelen op het traject Zijlvest – Kinderhuisvest – Kenaupark – Parklaan;

dat binnen het totale ontwerp aandacht is besteed aan de verbetering van de (bus)infrastructuur, de afwaardering van de noordkant van het Kenaupark om autoverkeer terug te dringen en aan het verminderen van trillingsoverlast ten gevolge van het (bus)verkeer;

dat het Kenaupark een rijksmonument is en tevens behoort tot het beschermd stadsgezicht van Haarlem;

dat daarom bij het opstellen van het Definitief Ontwerp ook gekeken is naar de mogelijkheden voor versterken van het Kenaupark als rijksmonument en beschermd stadsgezicht;

dat gekozen is om Kenaupark – tussen Kinderhuissingel en Kenaupark – af te waarderen tot 30 kilometer per uur zone;

dat Kenaupark – tussen Kinderhuissingel en Kenaupark – wordt toegevoegd aan de bestaande 30 kilometer per uur zone, die op Rozenstraat en Kenaupark (oostelijke rijbaan) tussen Rozenstraat en Parklaan, reeds van kracht is;

dat op Kenaupark ter hoogte van huisnummer 8 een zonepoort wordt aangebracht om de grens waar de 30 kilometer per uur zone begint en eindigt te verduidelijken;

dat fietsers en gemotoriseerd verkeer op Kenaupark, tussen huisnummer 8 en aansluiting Kinderhuissingel, zoals gebruikelijk in verblijfsgebieden gebruik gaan maken van dezelfde rijbaan en dat daarom de aanwezige verplichte fietspaden – dan wel fietsstroken – worden verwijderd;

dat binnen verblijfsgebieden, waar een 30 kilometer per uur zone geldt, de voorrang niet middels verkeerstekens wordt geregeld;

dat daarom op de kruispunten Kenaupark – Kenaupark (aan de noordzijde van het park) en Kenaupark – Rozenstraat de middels verkeerstekens geregelde voorrangssituaties worden opgeheven;

dat de Rozenstraat in het nieuwe ruimtelijk ontwerp alleen nog door middel van één aansluiting wordt aangesloten op Kenaupark (noordzijde park);

dat het verkeer tussen Rozenstraat en Kenaupark dan ook gebruik gaat maken van de route via Kenaupark (noordzijde park);

dat ten gevolge van de nieuwe situatie op Rozenstraat het bestaande fietspad voor fietsers in oostelijke richting wordt aangewezen met het bord verplicht fietspad welke wordt geplaatst aan de overzijde van Kenaupark 5;

dat uit verkeerstellingen blijkt dat het aandeel doorgaand verkeer op de westelijke rijbaan van het Kenaupark relatief hoog is;

dat de aanwezigheid van dit doorgaand verkeer conflicteert met de gewenste afwaardering van het park voor verkeer en het benadrukken van het verblijfskarakter;

dat gedurende de werkzaamheden op het Kenaupark tijdelijke verkeersmaatregelen zijn getroffen op het Kenaupark, waaronder een fysieke afsluiting voor doorgaand gemotoriseerd verkeer;

dat de gemeente Haarlem gedurende deze tijdelijke afsluiting in de directe omgeving de verkeerssituatie heeft gemonitord;

dat uit deze monitoring is gebleken dat er gedurende de fysieke afsluiting op het Kenaupark geen knelpunten zijn ontstaan in de directe omgeving wat betreft bereikbaarheid en afwikkeling van het gemotoriseerd verkeer;

dat een fysieke afsluiting op de westelijke rijbaan van het Kenaupark dan ook bijdraagt aan het verblijfskarakter van het park zonder dat er sprake is van het ontstaan van nieuwe verkeersknelpunten;

dat het dan ook gewenst is een definitieve fysieke afsluiting, waarmee doorgaand verkeer geweerd wordt, in te stellen op het Kenaupark;

dat door deze maatregel de verblijfsfunctie prevaleert boven de verkeersfunctie, conform de uitgangspunten van Duurzaam Veilig;

dat na afstemming met de diverse betrokkenen blijkt dat de meest geschikte locatie voor de fysieke afsluiting het Kenaupark aan de noordzijde betreft, ter hoogte van de aansluiting met de Kinderhuissingel;

dat deze weg momenteel een eenrichtingsweg betreft;

dat deze fysieke afsluiting wordt vormgegeven door middel van het realiseren van een middengeleider op de rijbaan met verkeersborden waarin geboden worden ingesteld om de middengeleider aan de rechterzijde te passeren, inclusief het aanwijzen van het aansluitende wegvak als verplicht fietspad;

dat een doorgaande route voor het fietsverkeer gewaarborgd blijft;

dat in de huidige situatie op de wegen rondom het park een eenrichtingsstructuur van toepassing is;

dat met het afsluiten van de westelijke rijbaan van het Kenaupark het noodzakelijk is de eenrichtingsstructuur aan te passen om de bereikbaarheid voor verkeer met een bestemming in de woonwijk te waarborgen;

dat in de huidige situatie op de westelijke rijbaan van het Kenaupark, tussen de aansluitingen met het Kenaupark (ter hoogte van het pand met adres Kenaupark 16) en de Kinderhuissingel een eenrichtingsweg in noordelijke richting van kracht is;

dat de eenrichtingsweg op deze rijbaan van het Kenaupark tussen de aansluitingen met de Rozenstraat en de Kinderhuissingel wordt opgeheven om de bereikbaarheid op de weg te waarborgen;

dat de eenrichtingsweg op deze rijbaan van het Kenaupark tussen de aansluitingen met de Rozenstraat en het Kenaupark (ter hoogte van het pand met adres Kenaupark 16) wordt omgedraaid in zuidelijke richting, uitgezonderd fietsverkeer, om onder meer het aantal conflictpunten aan de zuidzijde van het Kenaupark te beperken;

dat om de bereikbaarheid van het park te waarborgen de bestaande eenrichtingsweg in zuidelijke richting op de oostelijke rijbaan van het Kenaupark, tussen de aansluitingen met de Parklaan en de Kenaustraat, wordt omgedraaid in noordelijke richting, uitgezonderd fietsverkeer;

dat de bestaande eenrichtingsweg in oostelijke richting op de noordelijke rijbaan van het Kenaupark, tussen de aansluitingen met de oostelijke en westelijke rijbaan van het Kenaupark, wordt opgeheven om de bereikbaarheid van de wegen rondom het park te waarborgen;

dat de afwaardering van Kenaupark leidt tot een vereenvoudiging van de wegstructuur waarbij wordt gezorgd voor een verkeersluwe straat, hetgeen leidt tot een prettiger woon- en leefklimaat;

dat de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen kunnen worden uitgevoerd door middel van het plaatsen/verwijderen van de verkeersborden A1, B5, B6, C2, C3, C4, D2 en G11 van bijlage 1 van het RVV 1990, het aanpassen van onderborden en het verwijderen van fietsstroken zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

dat met voorgenoemde verkeersmaatregelen wordt voldaan aan de inrichtingseisen volgend uit artikel 15 van het BABW;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen/verwijderen van de onder het vorige punt benoemde verkeerstekens een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 15, lid 2 van de WVW 1994 maatregelen op of aan de weg geschieden krachtens een verkeersbesluit, indien de maatregelen leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat n een weg of weggedeelte gebruik kan maken;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen strekken tot het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 2 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt met het uitvoeren van de hiervoor benoemde verkeersmaatregelen;

dat gelet op alle overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer ondergeschikt is aan het verzekeren van de veiligheid op de weg, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen.

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

  • -

    door middel van het plaatsen en verwijderen van de verkeersborden A1 (30 begin en einde, zonale toepassing) van bijlage 1 van het RVV 1990 het Kenaupark tussen de Kinderhuissingel en het Kenaupark ter hoogte van huisnummer 8 toe te voegen aan de 30 kilometer per uur zone;

  • -

    door middel van het verwijderen van de verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 de verplichte fietspaden op Kenaupark tussen de Kinderhuissingel en Kenaupark ter hoogte van huisnummer 8 op te heffen;

  • -

    door middel van het verwijderen van fietssymbolen en markering de fietsstrook als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990 op te heffen aan de oostzijde van de rijbaan Kenaupark tussen huisnummer 4 en huisnummer 8;

  • -

    door middel van het verwijderen van de verkeersborden B5 en B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 – en haaientanden – de door middel van verkeerstekens geregelde voorrangssituaties op te heffen tussen Kenaupark – Rozenstraat en Kenaupark – Kenaupark (Kenaupark noordoostzijde park);

  • -

    door middel van het verwijderen van de verkeersborden C2 en C3 van bijlage 1 van het RVV 1990 de eenrichtingsweg op Rozenstraat tussen Kenaupark en Kenaupark huisnummer 5 op te heffen;

  • -

    door middel van het verwijderen van de verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 de verplichte fietspaden op Rozenstraat tussen Kenaupark en Kenaupark huisnummer 5 op te heffen;

  • -

    door middel van het plaatsen van onderborden, waaruit blijkt dat fietsers uitgezonderd zijn onder verkeersbord C2 van bijlage 1 van het RVV 1990, de eenrichtingsweg van Rozenstraat die uitmondt op Kenaupark (noordoostzijde park) niet van toepassing te verklaren voor fietsers;

  • -

    door middel van het plaatsen van verkeersbord G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 op Rozenstraat ter hoogte van Kenaupark 5 een verplicht fietspad in oostelijke richting aan te wijzen;

  • -

    door middel van het plaatsen van een middengeleider op het Kenaupark direct ten oosten van de aansluiting met de Kinderhuissingel de betreffende locatie af te sluiten voor het gemotoriseerd verkeer;

  • -

    door middel van het plaatsen van de verkeersborden D2 van bijlage 1 van het RVV 1990 op de middengeleider op het Kenaupark direct ten oosten van de aansluiting met de Kinderhuissingel een gebod in te stellen om de middengeleider aan de rechterzijde te passeren;

  • -

    door middel van het plaatsen van de verkeersborden G11 van bijlage 1 van het RVV 1990 de doorsteken langs de middengeleider op het Kenaupark direct ten oosten van de aansluiting met de Kinderhuissingel aan te wijzen als verplichte fietspaden;

  • -

    door middel van het plaatsen en verwijderen van de verkeersborden C2, C3 en C4 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief onderborden:

    • de bestaande eenrichtingsweg op het Kenaupark (westelijke rijbaan), tussen de aansluitingen met Rozenstraat en de Kinderhuissingel, op te heffen;

    • de bestaande eenrichtingsweg op het Kenaupark (westelijke rijbaan), tussen de aansluitingen met Rozenstraat en Kenaupark (ter hoogte van Kenaupark 8), zodanig aan te passen dat een eenrichtingsweg in zuidelijke richting wordt ingesteld, uitgezonderd fietsverkeer;

    • de bestaande eenrichtingsweg op het Kenaupark (oostelijke rijbaan), tussen de aansluitingen met de Parklaan en de Kenaustraat, zodanig aan te passen dat een eenrichtingsweg in noordelijke richting wordt ingesteld, uitgezonderd fietsverkeer;

    • de bestaande eenrichtingsweg op het Kenaupark (noordelijke rijbaan), tussen de aansluitingen met de westelijke en oostelijke rijbaan van het Kenaupark, op te heffen.

Situatieschets:

Aldus vastgesteld te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van gemeente Haarlem,

S.van Egmond

Hoofd afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van ene verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven