Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 juni 2018 nr. WJZ/18083130, houdende wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/638

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/638 van de Commissie van 23 april 2018 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Spodoptera frugiperda (Smith) te voorkomen (PbEU 2018, L 105) en artikel 2, eerste lid, van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 12b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12c

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    a. uitvoeringsbesluit 2018/638:

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/638 van de Commissie van 23 april 2018 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Spodoptera frugiperda (Smith) te voorkomen (PbEU 2018, L 105);

    b. schadelijk organisme:

    Spodoptera frugiperda (Smith);

    c. gevoelige planten:

    vruchten van Capsicum L., Momordica L., Solanum aethiopicum L., Solanum macrocarpon L. en Solanum melongena L., en planten, met uitzondering van levende pollen, plantenweefselcultures, zaden en granen, van Zea mays L. van oorsprong uit Afrika of Noord- en Zuid-Amerika.

  • 2. Gevoelige planten mogen slechts in de Europese Unie worden binnengebracht indien:

    • a. ze vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat als bedoeld in artikel 13, eerste lid, punt ii), van richtlijn 2000/29/EG;

    • b. de oorsprong voldoet aan het bepaalde in artikel 4 van uitvoeringsbesluit 2018/638, en

    • c. zij, onverminderd artikel 12, bij binnenkomst in de Europese Unie overeenkomstig artikel 5 van uitvoeringsbesluit 2018/638 worden geïnspecteerd op de aanwezigheid van het schadelijke organisme en geen tekenen van aanwezigheid van dat schadelijke organisme zijn gevonden.

B

Artikel 23, vierde lid, komt te luiden:

4. Artikel 12c vervalt met ingang van 1 juni 2020.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juni 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten geeft uitvoering aan Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/638 van de Europese Commissie van 23 april 2018 tot vaststelling van noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Spodoptera frugiperda (Smith) te voorkomen (PbEU 2018, L105).

Spodoptera frugiperda (Smith) is een vlinder, waarvan de rupsen zeer schadelijk zijn doordat zij in een gebied een gewas volledig kunnen opeten. De vlinders verplaatsen zich in zwermen.

De rups is het afgelopen jaar voor het eerst op grote schaal aangetroffen in Afrikaanse landen, voornamelijk in het zuiden en westen. Van oorsprong komt dit insect voor op het Zuid- en Noord-Amerikaanse continent.

Het insect is opgenomen in bijlage I, deel A, rubriek I van Richtlijn 2000/29/EU (Fytorichtlijn). De in deze bijlage voorkomende schadelijke organismen komen voor zover bekend niet in de Europese Unie (EU) voor en er gelden specifieke maatregelen om het binnenbrengen en verspreiden van deze organismen in de EU te voorkomen.

Gezien de verdere verspreiding van dit organisme in Afrika, maar ook in Noord- en Zuid-Amerika, en recente onderscheppingen bij importen die door lidstaten worden gemeld, heeft de Europese Commissie noodmaatregelen ingesteld, zodat het schadelijk organisme tijdig kan worden opgespoord en betere bescherming kan worden geboden tegen het binnenbrengen, vestigen of verspreiden van dit organisme.

De maatregelen gelden voor vruchten van Capsicum L. (paprika/peper), Momordica L. (bittermeloen), Solanum aethiopicum L. (kerstaubergine), Solanum macrocarpon L. (Afrikaanse aubergine), Solanum melongena L.(aubergine), en planten, met uitzondering van levende pollen, plantenweefselcultures, zaden en granen en voor Zea mays L. (mais). Alle planten/producten zijn van oorsprong afkomstig uit Afrika of Noord- en Zuid-Amerika.

Deze specifieke planten moeten bij import in de EU voorzien zijn van een fytosanitair certificaat zoals bedoeld in artikel 13, lid 1, punt ii), van Richtlijn 2000/29/EG (Fytorichtlijn). Verder moeten de planten oorspronkelijk afkomstig zijn uit een derde land waar het schadelijk organisme voor zover bekend niet voorkomt of afkomstig zijn uit een gebied dat door de nationale plantenziektekundige organisatie vrij is bevonden van het schadelijk organisme. De naam van het gebied moet op het fytosanitaire certificaat worden vermeld.

De hierboven genoemde planten mogen ook afkomstig zijn van een productielocatie die is geregistreerd door en onder toezicht staat van de nationale plantenkundige organisatie van het land van oorsprong en onder meer zijn geïnspecteerd en vrij bevonden van het schadelijk organisme voordat zij worden geëxporteerd. Ook planten die zijn geteeld op een volledig fysiek afgeschermde productielocatie en/of een doeltreffende behandeling hebben ondergaan om te waarborgen dat zij vrij zijn van het schadelijke organisme mogen geïmporteerd worden.

Alle zendingen van bovengenoemde planten die de EU worden binnengebracht moeten door de bevoegde instantie (visueel) worden geïnspecteerd op de aanwezigheid van het schadelijk organisme.

Vanwege deze regelgeving worden de volgende producten nu inspectie plichtig wanneer zij worden geïmporteerd in de EU: vruchten van Solanum aethiopicum L. (kerstaubergine), Solanum macrocarpon L. (Afrikaanse aubergine), en planten, met uitzondering van levende pollen, plantenweefselcultures, zaden en granen en voor Zea mays L. (mais).

De overige genoemde vruchten zijn reeds inspectie plichtig bij import.

Deze maatregelen zijn van toepassing tot 1 juni 2020.

2. Regeldruk

Deze maatregelen leiden tot een toename van de regeldruk voor ondernemers die de vruchten/planten die met deze regelgeving inspectieplichtig worden, bij binnenkomst in de EU aan een inspectie moeten laten onderwerpen.

Het inspectietarief bedraagt € 49,28 per inspectieaanvraag. Daarnaast wordt € 1,54 per minuut per inspectiemedewerker in rekening gebracht. Een gemiddelde inspectie neemt 20 minuten in beslag. Het aantal te inspecteren zendingen zal naar verwachting tussen de 5.000 en 10.000 bedragen.

Daarmee komt de toename van de regeldruk op circa € 400.400,– tot € 800.800,– voor de plantaardige sector.

Een weging van alternatieven met minder gevolgen voor regeldruk is niet mogelijk, omdat deze regeling één-op-één uitvoering betreft van een EU-uitvoeringsbesluit.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving van de hier aan de orde zijnde Europese besluiten wordt niet aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

4. Transponeringstabel

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/638

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I, onderdeel A (artikel 12c, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten

Artikel 2

Reeds geïmplementeerd in artikel 3 Regeling aanwijzing schadelijke organismen 1998

Artikel 3

Artikel I, onderdeel A (artikel 12c, lid 2, onder a, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 4

Artikel I, onderdeel A (artikel 12c, lid 2, onder b, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 5

Artikel I, onderdeel A (artikel 12c, lid 2, onder c, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 6

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 7

Artikel II

Artikel 8

Artikel I, onderdeel B (artikel 23, lid 4, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 9

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven