TOELICHTING
1. Doel en aanleiding
Met deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten (hierna:
RIUVP) worden twee Uitvoeringsbesluiten van de Europese Commissie geïmplementeerd
in Nederlandse regelgeving. Het eerste is Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180 van 16 november
2017 tot verlenging van de geldigheid van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/412 tot machtiging
van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn
2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in
Canada (Pb PbEU 2017, L307).
Het tweede is Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 van 15 december 2017 tot vaststelling
van de omstandigheden voor het verkeer, de opslag en de verwerking van bepaalde vruchten
en de hybriden daarvan, van oorsprong uit derde landen, om het binnenbrengen in de
Unie van bepaalde schadelijke organismen te voorkomen (PbEU 2017, L337).
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180 (essenhout uit Canada)
De Europese Unie kent regelgeving voor de import van essenhout uit onder meer Canada.
Deze maatregelen moeten voorkomen dat de schadelijke essenprachtkever (Agrilus plannipennis), die in Canada voorkomt en voor essen een grote bedreiging vormt, de Unie binnenkomt
en zich verspreidt. Bomen sterven binnen enkele jaren als zij door deze kever worden
aangetast.
In maart 2016 heeft de Europese Commissie op verzoek van Canada de voorwaarden waaronder
essenhout uit dit land in de Unie mag worden ingevoerd, aangepast. Dit betekende onder
meer dat het essenhout van schors dient te zijn ontdaan, een hittebehandeling moet
hebben ondergaan, opgeslagen en behandeld is in een voorziening die door de Canadian
Food Inspection Agency (CFIA) of door een door de CFIA erkende instantie is goedgekeurd
en maandelijks wordt geïnspecteerd. Daarnaast dient elke bundel van dit hout genummerd
te zijn en te zijn voorzien van een etiket met de woorden ‘‘Heat Treated-Kiln Dried’’
of ‘HT-KD’’. Dit etiket dient afgegeven te zijn door of onder toezicht van een aangewezen
functionaris van de erkende voorziening waar het hout is geproduceerd, behandeld of
opgeslagen. Dit hout dient voor uitvoer uit Canada door de CFIA of door een door de
CFIA erkende instantie te worden geïnspecteerd om na te gaan of alle fytosanitaire
procedures zijn doorlopen en het product vrij is van schadelijke organismen.
Deze maatregelen waren tot 1 januari 2018 van kracht. De Europese Commissie verlengt
nu deze maatregelen tot 1 januari 2019. Om die reden wordt artikel 12h, dat automatisch
verviel op 31 december 2017, opnieuw opgenomen in de RIUVP.
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 (intern verkeer Citrusvruchten voor verwerking afkomstig
uit derde landen)
In 2017 zijn met Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1279 aanpassingen doorgevoerd in de
annexen bij Richtlijn 2000/29/EG (Fytorichtlijn). In bijlage IV, deel A, rubriek I,
zijn onder de punten 16.2, onder e, en 16.4, onder e, van deze richtlijn bijzondere
eisen gesteld aan de import van vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., Microcitrus Swingle, Naringi Adans., Swinglea Merr., en de hybriden daarvan (hierna: citrusvruchten) uit derde landen, bestemd voor
industriële verwerking.
Deze eisen worden gesteld om te voorkomen dat de schadelijke organismen Xanthomonas citri pv citri, Xanthomonas citri pv aurantifolii (bacteriën) en Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa (een schimmel) die op deze citrusvruchten kunnen voorkomen en
de vruchten aantasten, de Europese Unie worden binnengebracht en verspreid.
Op grond van Uitvoeringsbesluit 2017/2374 moeten importeurs van de genoemde citrusvruchten
het in een lidstaat binnenbrengen of het industrieel verwerken van deze vruchten melden
bij een officiële instantie. In de Nederlandse situatie is dat het Kwaliteits-Controle-Bureau
(hierna: KCB) in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna:
NVWA). Bij deze melding moet informatie worden verstrekt over de hoeveelheid vruchten,
de identificatienummers van de containers, de verwachte datum en plaats van binnenkomst
in de Unie en de namen, adressen en locaties waar de vruchten naar toe worden gebracht
voor verwerking of opslag. De importeur dient wijzigingen direct te melden bij het
KCB.
Informatie over de meldingsprocedure is te vinden op de website van de NVWA onder
Instructies voor verkeer van citrusvruchten.
Verplaatsing van de citrusvruchten naar de plaats van verwerking of opslag gebeurt
onder toezicht van het KCB in opdracht van de NVWA. Wanneer de vruchten naar een andere
lidstaat worden vervoerd is daar toestemming van de NVWA en de officiële instantie
van de ontvangende lidstaat voor nodig. Een overzicht van erkende bedrijven in andere
lidstaten is te vinden op de website van de NVWA, waardoor de toestemmingsprocedure
vereenvoudigd wordt.
Ook aan de industriële verwerking van de citrusvruchten zijn voorwaarden gesteld.
Deze voorwaarden hebben betrekking op de inrichting waar de vruchten worden verwerkt
en op de afzet van het afval en de bijproducten van de vruchten.
De citrusvruchten mogen alleen verwerkt worden in inrichtingen die zijn erkend door
de NVWA voor het verwerkingsdoel. In deze erkenning staan de voorwaarden voor industriële
verwerking beschreven en de vereisten waar de inrichting van het bedrijf aan moet
voldoen.
Om het risico op verspreiding van de schadelijke organismen te voorkomen moeten het
afval en de bijproducten van de industriële verwerking van de vruchten vernietigd
worden volgens een methode die is goedgekeurd door de NVWA en vermeld in de erkenning
van het bedrijf. De NVWA voert daar steekproefsgewijs toezicht op uit. Tevens moeten
de verwerkers gedurende drie jaar een register bijhouden van containernummers, de
hoeveelheid ontvangen citrusvruchten, de hoeveelheid afval en bijproducten en de wijze
van vernietiging daarvan. Voor dit register is een standaard format beschikbaar op
de NVWA-site. Op verzoek moeten de verwerkers deze informatie aan de NVWA ter beschikking
stellen.
Wanneer de citrusvruchten niet meteen worden verwerkt, moeten zij worden opgeslagen
in een opslaginrichting die daarvoor erkend is door de NVWA. Om een verspreiding van
het schadelijk organisme te voorkomen, moeten de vruchten zodanig worden opgeslagen
dat wordt voldaan aan de eisen die beschreven staan in de door de NVWA afgegeven erkenning
tot opslaglocatie. De partijen citrusvruchten moeten afzonderlijk identificeerbaar
blijven.
2. Regeldruk
De verlenging met een jaar van de maatregelen voor het essenhout uit Canada leidt
niet tot effect op de regeldruk. Het beperkte aantal bedrijven dat essenhout uit Canada
importeert heeft al sinds 2016 met deze maatregelen te maken. Gedurende 2016, 2017
en de eerste maanden van 2018 is er geen essenhout uit Canada geïmporteerd. Betrokken
bedrijven zullen wel kosten dienen te maken om kennis te nemen van de verlenging van
deze regelgeving. Dit effect is echter verwaarloosbaar.
De maatregelen voor de citrusvruchten leiden voor de importeurs en verwerkers van
citrusvruchten bestemd voor industriële verwerking tot een toename van de administratieve
lasten en inhoudelijke nalevingskosten vanwege de voorschriften waaraan zij moeten
voldoen en de eisen die worden gesteld aan de opslag van deze vruchten.
Een weging van alternatieven met minder gevolgen voor regeldruk is niet aan de orde,
omdat deze regeling één-op-één uitvoering betreft van een EU-uitvoeringsbesluit.
Er zijn negen bedrijven in Nederland die zich richten op de industriële verwerking
of opslag van citrusvruchten voor sap, welke binnenkomen onder het uitvoeringsbesluit
(EU) 2016/715 (de zgn. sapderogatie). De bedrijven zijn erkend overeenkomstig artikel
12m, lid 7, Voor deze bedrijven zal het effect op de regeldruk gering zijn, als zij
ook citrusvruchten anders dan voor sap (bijvoorbeeld tot stukjes in schaaltjes fruit
of voor conserven) importeren of industrieel gaan verwerken. Vanwege de eisen aan
de sapderogatie zijn deze bedrijven al erkend, en moeten zij een register bijhouden
over ontvangen vruchten en de verwerking van het afval dat overblijft na de verwerking
van de vruchten tot sap.
Alleen bedrijven die niet aan de eisen van de zgn. sapderogatie voldoen en zich (gaan)
bezig houden met de import en de industriële verwerking van citrusvruchten anders
dan voor sap krijgen te maken met een toename van de regeldruk. Zij moeten immers
voldoen aan de vereisten uit artikel 12p, leden 2 tot en met 5, van deze regeling.
De verwachting is dat er geen of slechts een zeer beperkt aantal bedrijven (1 tot
5) hiertoe overgaan. Het aantal zal pas blijken op het moment dat bedrijven een erkenning
aanvragen (artikel 12p, lid 5) bij de NVWA. Het is de keuze van het individuele bedrijf
of men onder deze vereisten citrusvruchten wil importeren.
Wanneer een bedrijf een erkenning aanvraagt, zal de NVWA een inspectie moeten uitvoeren
om de erkenning te kunnen afgeven. De benodigde inspectietijd bedraagt naar verwachting
circa 2 uur per te inspecteren locatie. De tarieven voor dergelijke inspecties zijn
gebaseerd op artikel 2 van de Regeling tarieven Plantenziektenwet. Het basistarief
bedraagt € 324,19 per inspectieaanvraag vermeerderd met een tarief van € 1,70 per
minuut.
De administratieve lasten voor de sector voor het aanvragen van een erkenning kunnen
derhalve variëren van € 0,– tot circa € 2.640,– wanneer 5 bedrijven een erkenning
zouden aanvragen.
Een erkende verwerker of opslaglocatie moet elke verplaatsing (transport) van (partijen)
citrusvruchten melden bij de bevoegde instantie. Bij deze melding dient een aantal
verplichte en van te voren bekende gegevens te worden vermeld. Naar verwachting zullen
bedrijven deze gegevens in een eigen systeem automatiseren, waardoor de extra administratieve
lasten gering zijn. Een melding van verplaatsing uitgevoerd door een gespecialiseerde
medewerker zal ongeveer een half uur in beslag nemen en kost circa € 25,– per melding.
Het aantal meldingen kan per bedrijf sterk verschillen en wordt door het bedrijf zelf
bepaald.
De registratie- en bewaarplicht van gegevens over het afval en de bijproducten van
verwerkte citrusvruchten zullen bedrijven naar verwachting eveneens automatiseren
en inpassen in hun eigen (bestaande) bedrijfssystemen.
Indien echter bedrijven citrusvruchten voor industriële verwerking dan wel verwerking
tot sap binnenhalen die voldoen aan de vereisten voor vers fruit, hoeven zij niet
aan alle meldings- en registratieverplichtingen, zoals hierboven aangegeven, te voldoen.
De import van citrusvruchten is altijd al inspectie plichtig geweest. Dat leidt dus
niet tot toename van de effecten op de regeldruk.
Citrusvruchten die onder deze regeling worden verwerkt kunnen worden geïnspecteerd
op de eigen erkende inspectielocatie.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving
van de hier aan de orde zijnde Europese besluiten wordt niet aangesloten bij een vast
verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten
(Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten
indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.
4. Transponeringstabel
|
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180
|
Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit
|
|
Artikel 1
|
Artikel I, onderdeel D (artikel 23, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten
|
|
Artikel 2
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374
|
Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit
|
|
Artikel 1
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
|
Artikel 2
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 3
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van
planten)
|
|
Artikel 4
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 3 en 5, Regeling invoer, uitvoer en verkeer
van planten)
|
|
Artikel 5
|
Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 4 en 5, Regeling invoer, uitvoer en verkeer
van planten)
|
|
Artikel 6
|
Artikel II
|
|
Artikel 7
|
Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving
|
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten