Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 juni 2018, nr. WJZ/17187900, houdende wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180 en Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180 van de Commissie van 16 november 2017 tot verlenging van de geldigheid van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/412 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in Canada (PbEU 2017, L307) en Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 van de Commissie van 15 december 2017 tot vaststelling van de omstandigheden voor het verkeer, de opslag en de verwerking van bepaalde vruchten en de hybriden daarvan, van oorsprong uit derde landen, om het binnenbrengen in de Unie van bepaalde schadelijke organismen te voorkomen (PbEU 2017, L337) en artikel 2, eerste lid, van de Plantenziektenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na de definitie van ‘richtlijn 2004/103/EG‘ de volgende definitie ingevoegd:

Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;.

B

Na artikel 12g wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12h

  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder uitvoeringsbesluit 2016/412: uitvoeringsbesluit (EU) 2016/412 van de Commissie van 17 maart 2016 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in Canada (PbEU 2016, L 74).

  • 2. Hout van Fraxinus L., van oorsprong uit of verwerkt in Canada, mag slechts in de Europese Unie worden binnengebracht indien het:

    • a. voldoet aan de voorwaarden van de bijlage bij uitvoeringsbesluit 2016/412 en

    • b. vergezeld gaat van een in Canada afgegeven fytosanitair certificaat als bedoeld in artikel 2 van uitvoeringsbesluit 2016/412.

C

Na artikel 12o wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12p

  • 1. Onverminderd artikel 12m wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan onder:

    • a. vruchten: vruchten van Citrus L., FortunellaSwingle, PoncirusRaf., MicrocitrusSwingle, NaringiAdans. enSwingleaMerr., en de hybriden daarvan, van oorsprong uit derde landen;

    • b. uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374: uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 van de Commissie van 15 december 2017 tot vaststelling van de omstandigheden voor het verkeer, de opslag en de verwerking van bepaalde vruchten en de hybriden daarvan, van oorsprong uit derde landen, om het binnenbrengen in de Unie van bepaalde schadelijke organismen te voorkomen (PbEU 2017, L 337).

  • 2. Vruchten mogen binnen de Europese Unie worden verplaatst overeenkomstig artikel 3 van uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374.

  • 3. Vruchten mogen uitsluitend industrieel worden verwerkt overeenkomstig artikel 4 van uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 in een erkende verwerkingslocatie.

  • 4. Vruchten die niet meteen industrieel worden verwerkt mogen uitsluitend worden opgeslagen overeenkomstig artikel 5 van uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 in een erkende opslaglocatie.

  • 5. De Minister verleent op verzoek een erkenning voor de verwerkingslocatie, bedoeld in het derde lid, en voor de opslaglocatie, bedoeld in het vierde lid.

D

Artikel 23, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Artikel 12h vervalt met ingang van 1 januari 2019.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juni 2018

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Met deze wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten (hierna: RIUVP) worden twee Uitvoeringsbesluiten van de Europese Commissie geïmplementeerd in Nederlandse regelgeving. Het eerste is Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180 van 16 november 2017 tot verlenging van de geldigheid van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/412 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad ten aanzien van essenhout van oorsprong uit of verwerkt in Canada (Pb PbEU 2017, L307).

Het tweede is Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 van 15 december 2017 tot vaststelling van de omstandigheden voor het verkeer, de opslag en de verwerking van bepaalde vruchten en de hybriden daarvan, van oorsprong uit derde landen, om het binnenbrengen in de Unie van bepaalde schadelijke organismen te voorkomen (PbEU 2017, L337).

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180 (essenhout uit Canada)

De Europese Unie kent regelgeving voor de import van essenhout uit onder meer Canada. Deze maatregelen moeten voorkomen dat de schadelijke essenprachtkever (Agrilus plannipennis), die in Canada voorkomt en voor essen een grote bedreiging vormt, de Unie binnenkomt en zich verspreidt. Bomen sterven binnen enkele jaren als zij door deze kever worden aangetast.

In maart 2016 heeft de Europese Commissie op verzoek van Canada de voorwaarden waaronder essenhout uit dit land in de Unie mag worden ingevoerd, aangepast. Dit betekende onder meer dat het essenhout van schors dient te zijn ontdaan, een hittebehandeling moet hebben ondergaan, opgeslagen en behandeld is in een voorziening die door de Canadian Food Inspection Agency (CFIA) of door een door de CFIA erkende instantie is goedgekeurd en maandelijks wordt geïnspecteerd. Daarnaast dient elke bundel van dit hout genummerd te zijn en te zijn voorzien van een etiket met de woorden ‘‘Heat Treated-Kiln Dried’’ of ‘HT-KD’’. Dit etiket dient afgegeven te zijn door of onder toezicht van een aangewezen functionaris van de erkende voorziening waar het hout is geproduceerd, behandeld of opgeslagen. Dit hout dient voor uitvoer uit Canada door de CFIA of door een door de CFIA erkende instantie te worden geïnspecteerd om na te gaan of alle fytosanitaire procedures zijn doorlopen en het product vrij is van schadelijke organismen.

Deze maatregelen waren tot 1 januari 2018 van kracht. De Europese Commissie verlengt nu deze maatregelen tot 1 januari 2019. Om die reden wordt artikel 12h, dat automatisch verviel op 31 december 2017, opnieuw opgenomen in de RIUVP.

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374 (intern verkeer Citrusvruchten voor verwerking afkomstig uit derde landen)

In 2017 zijn met Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1279 aanpassingen doorgevoerd in de annexen bij Richtlijn 2000/29/EG (Fytorichtlijn). In bijlage IV, deel A, rubriek I, zijn onder de punten 16.2, onder e, en 16.4, onder e, van deze richtlijn bijzondere eisen gesteld aan de import van vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf., Microcitrus Swingle, Naringi Adans., Swinglea Merr., en de hybriden daarvan (hierna: citrusvruchten) uit derde landen, bestemd voor industriële verwerking.

Deze eisen worden gesteld om te voorkomen dat de schadelijke organismen Xanthomonas citri pv citri, Xanthomonas citri pv aurantifolii (bacteriën) en Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa (een schimmel) die op deze citrusvruchten kunnen voorkomen en de vruchten aantasten, de Europese Unie worden binnengebracht en verspreid.

Op grond van Uitvoeringsbesluit 2017/2374 moeten importeurs van de genoemde citrusvruchten het in een lidstaat binnenbrengen of het industrieel verwerken van deze vruchten melden bij een officiële instantie. In de Nederlandse situatie is dat het Kwaliteits-Controle-Bureau (hierna: KCB) in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA). Bij deze melding moet informatie worden verstrekt over de hoeveelheid vruchten, de identificatienummers van de containers, de verwachte datum en plaats van binnenkomst in de Unie en de namen, adressen en locaties waar de vruchten naar toe worden gebracht voor verwerking of opslag. De importeur dient wijzigingen direct te melden bij het KCB.

Informatie over de meldingsprocedure is te vinden op de website van de NVWA onder Instructies voor verkeer van citrusvruchten.

Verplaatsing van de citrusvruchten naar de plaats van verwerking of opslag gebeurt onder toezicht van het KCB in opdracht van de NVWA. Wanneer de vruchten naar een andere lidstaat worden vervoerd is daar toestemming van de NVWA en de officiële instantie van de ontvangende lidstaat voor nodig. Een overzicht van erkende bedrijven in andere lidstaten is te vinden op de website van de NVWA, waardoor de toestemmingsprocedure vereenvoudigd wordt.

Ook aan de industriële verwerking van de citrusvruchten zijn voorwaarden gesteld. Deze voorwaarden hebben betrekking op de inrichting waar de vruchten worden verwerkt en op de afzet van het afval en de bijproducten van de vruchten.

De citrusvruchten mogen alleen verwerkt worden in inrichtingen die zijn erkend door de NVWA voor het verwerkingsdoel. In deze erkenning staan de voorwaarden voor industriële verwerking beschreven en de vereisten waar de inrichting van het bedrijf aan moet voldoen.

Om het risico op verspreiding van de schadelijke organismen te voorkomen moeten het afval en de bijproducten van de industriële verwerking van de vruchten vernietigd worden volgens een methode die is goedgekeurd door de NVWA en vermeld in de erkenning van het bedrijf. De NVWA voert daar steekproefsgewijs toezicht op uit. Tevens moeten de verwerkers gedurende drie jaar een register bijhouden van containernummers, de hoeveelheid ontvangen citrusvruchten, de hoeveelheid afval en bijproducten en de wijze van vernietiging daarvan. Voor dit register is een standaard format beschikbaar op de NVWA-site. Op verzoek moeten de verwerkers deze informatie aan de NVWA ter beschikking stellen.

Wanneer de citrusvruchten niet meteen worden verwerkt, moeten zij worden opgeslagen in een opslaginrichting die daarvoor erkend is door de NVWA. Om een verspreiding van het schadelijk organisme te voorkomen, moeten de vruchten zodanig worden opgeslagen dat wordt voldaan aan de eisen die beschreven staan in de door de NVWA afgegeven erkenning tot opslaglocatie. De partijen citrusvruchten moeten afzonderlijk identificeerbaar blijven.

2. Regeldruk

De verlenging met een jaar van de maatregelen voor het essenhout uit Canada leidt niet tot effect op de regeldruk. Het beperkte aantal bedrijven dat essenhout uit Canada importeert heeft al sinds 2016 met deze maatregelen te maken. Gedurende 2016, 2017 en de eerste maanden van 2018 is er geen essenhout uit Canada geïmporteerd. Betrokken bedrijven zullen wel kosten dienen te maken om kennis te nemen van de verlenging van deze regelgeving. Dit effect is echter verwaarloosbaar.

De maatregelen voor de citrusvruchten leiden voor de importeurs en verwerkers van citrusvruchten bestemd voor industriële verwerking tot een toename van de administratieve lasten en inhoudelijke nalevingskosten vanwege de voorschriften waaraan zij moeten voldoen en de eisen die worden gesteld aan de opslag van deze vruchten.

Een weging van alternatieven met minder gevolgen voor regeldruk is niet aan de orde, omdat deze regeling één-op-één uitvoering betreft van een EU-uitvoeringsbesluit.

Er zijn negen bedrijven in Nederland die zich richten op de industriële verwerking of opslag van citrusvruchten voor sap, welke binnenkomen onder het uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 (de zgn. sapderogatie). De bedrijven zijn erkend overeenkomstig artikel 12m, lid 7, Voor deze bedrijven zal het effect op de regeldruk gering zijn, als zij ook citrusvruchten anders dan voor sap (bijvoorbeeld tot stukjes in schaaltjes fruit of voor conserven) importeren of industrieel gaan verwerken. Vanwege de eisen aan de sapderogatie zijn deze bedrijven al erkend, en moeten zij een register bijhouden over ontvangen vruchten en de verwerking van het afval dat overblijft na de verwerking van de vruchten tot sap.

Alleen bedrijven die niet aan de eisen van de zgn. sapderogatie voldoen en zich (gaan) bezig houden met de import en de industriële verwerking van citrusvruchten anders dan voor sap krijgen te maken met een toename van de regeldruk. Zij moeten immers voldoen aan de vereisten uit artikel 12p, leden 2 tot en met 5, van deze regeling. De verwachting is dat er geen of slechts een zeer beperkt aantal bedrijven (1 tot 5) hiertoe overgaan. Het aantal zal pas blijken op het moment dat bedrijven een erkenning aanvragen (artikel 12p, lid 5) bij de NVWA. Het is de keuze van het individuele bedrijf of men onder deze vereisten citrusvruchten wil importeren.

Wanneer een bedrijf een erkenning aanvraagt, zal de NVWA een inspectie moeten uitvoeren om de erkenning te kunnen afgeven. De benodigde inspectietijd bedraagt naar verwachting circa 2 uur per te inspecteren locatie. De tarieven voor dergelijke inspecties zijn gebaseerd op artikel 2 van de Regeling tarieven Plantenziektenwet. Het basistarief bedraagt € 324,19 per inspectieaanvraag vermeerderd met een tarief van € 1,70 per minuut.

De administratieve lasten voor de sector voor het aanvragen van een erkenning kunnen derhalve variëren van € 0,– tot circa € 2.640,– wanneer 5 bedrijven een erkenning zouden aanvragen.

Een erkende verwerker of opslaglocatie moet elke verplaatsing (transport) van (partijen) citrusvruchten melden bij de bevoegde instantie. Bij deze melding dient een aantal verplichte en van te voren bekende gegevens te worden vermeld. Naar verwachting zullen bedrijven deze gegevens in een eigen systeem automatiseren, waardoor de extra administratieve lasten gering zijn. Een melding van verplaatsing uitgevoerd door een gespecialiseerde medewerker zal ongeveer een half uur in beslag nemen en kost circa € 25,– per melding. Het aantal meldingen kan per bedrijf sterk verschillen en wordt door het bedrijf zelf bepaald.

De registratie- en bewaarplicht van gegevens over het afval en de bijproducten van verwerkte citrusvruchten zullen bedrijven naar verwachting eveneens automatiseren en inpassen in hun eigen (bestaande) bedrijfssystemen.

Indien echter bedrijven citrusvruchten voor industriële verwerking dan wel verwerking tot sap binnenhalen die voldoen aan de vereisten voor vers fruit, hoeven zij niet aan alle meldings- en registratieverplichtingen, zoals hierboven aangegeven, te voldoen.

De import van citrusvruchten is altijd al inspectie plichtig geweest. Dat leidt dus niet tot toename van de effecten op de regeldruk.

Citrusvruchten die onder deze regeling worden verwerkt kunnen worden geïnspecteerd op de eigen erkende inspectielocatie.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving van de hier aan de orde zijnde Europese besluiten wordt niet aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Het kabinetsbeleid biedt de mogelijkheid af te wijken van vaste verandermomenten indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

4. Transponeringstabel

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2180

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I, onderdeel D (artikel 23, lid 3, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten

Artikel 2

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2374

Bepalingen ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

Artikel 2

Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 1, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 2, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 4

Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 3 en 5, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 5

Artikel I, onderdeel C (artikel 12p, lid 4 en 5, Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 6

Artikel II

Artikel 7

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in Nederlandse regelgeving

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven