Regeling van 20 juni 2018, nr. IENM/BSK-2017/270162, tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchthaven Schiphol in verband met het vervallen van de bevoegdheden van het Schadeschap Luchthaven Schiphol met betrekking tot de afhandeling van schadeverzoeken

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, de raden van de gemeente Amstelveen en Haarlemmermeer en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Haarlemmermeer en Nieuwkoop;

Gelet op de artikelen 94 en 95 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

BESLUITEN:

ARTIKEL I

De Gemeenschappelijke regeling Schadeschap Luchhaven Schiphol wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, eerste lid, wordt ‘tweemaal per jaar’ vervangen door: eenmaal per jaar.

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 3e wordt als volgt gewijzigd:

a. Na ‘Onverminderd artikel 19 is’ wordt ingevoegd: tot 1 juli 2018.

b. Er wordt een zin toegevoegd, luidende:

De aanvragen die voor deze datum zijn ingediend bij het Schap worden afgehandeld door het Schap.

2. Onderdeel 3f wordt als volgt gewijzigd:

a. Na ‘Voorts is’ wordt ingevoegd: tot 1 juli 2018.

b. Er wordt een zin toegevoegd, luidende:

De aanvragen die voor 1 juli 2018 zijn ingediend bij het Schap worden afgehandeld door het Schap.

C

In artikel 19, vijfde lid, wordt ‘halfjaarlijks’ vervangen door: eenmaal per jaar.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland;

Raad van de gemeenten Amstelveen en Haarlemmermeer;

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Haarlemmermeer en Nieuwkoop.

TOELICHTING

Het Schadeschap Luchthaven Schiphol (hierna: het Schap) is in 1998 in de vorm van een gemeenschappelijke regeling opgericht om de afhandeling van planschade en nadeelcompensatieclaims van burgers en bedrijven die samenhangen met de uitbreiding van het luchtvaartterrein van de luchthaven Schiphol op een eenduidige en deskundige manier af te handelen. Zo werd voorkomen dat het Rijk en alle betrokken gemeenten op basis van de destijds geldende Wet op de ruimtelijke ordening en de destijds geldende bepalingen van de Luchtvaartwet afzonderlijk claims zouden afhandelen. Inmiddels is de situatie en regelgeving veranderd, waardoor de noodzaak tot een gemeenschappelijke loket (het Schap) voor schadeclaims is komen te vervallen. Vóór de wijziging van artikel 8.31 van de Wet luchtvaart kon er pas een schadeclaim worden ingediend indien regels uit besluiten in gemeentelijke bestemmingsplannen waren opgenomen. Met de wijziging van artikel 8.31 worden claims direct bij het Rijk ingediend en hoeft niet te worden gewacht tot regels ook in de gemeentelijke bestemmingsplannen zijn opgenomen. De noodzaak tot een gemeenschappelijk loket voor schadeclaims uit de omgeving van Schiphol is hiermee komen te vervallen.

Daarom is met ingang van 1 juli 2018 het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat ondermandaat verleend om verzoeken van toekomstige planschade en nadeelcompensatieclaims die samenhangen met de luchthaven Schiphol af te handelen. Het Schap blijft na 1 juli 2018 bevoegd om reeds vóór die datum ingediende aanvragen voor schadeverzoeken af te handelen. Met de opheffing van het Schap zal worden gestart, nadat de lopende aanvragen zijn afgehandeld. Dit om te voorkomen dat de na opheffing van het Schap nog in behandeling zijnde aanvragen moeten worden overgedragen aan het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat.

Bij het geven van ondermandaat aan het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat is onder meer gekeken naar de uniformiteit met de afhandeling van planschade en nadeelcompensatieclaims van andere luchthavens van nationale betekenis. Het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat is met ingang van 2012 ondermandaat verleend om schadeverzoeken te behandelen die verband houden met de luchthavens Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam. Ook is gekeken naar de robuustheid van de organisatie, waarbij door het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat meer flexibel dan het Schap kan worden omgegaan met een fluctuerende werkvoorraad.

Aangezien het Schap met ingang van 1 juli 2018 slechts bevoegd is de lopende aanvragen af te handelen en daarmee de werkvoorraad met de tijd zal slinken, is de vergaderfrequentie voor het algemeen bestuur van tenminste tweemaal per jaar aangepast naar tenminste eenmaal per jaar. Daarom is ook de frequentie van de voortgangsrapportage van de besliscommissie aan het algemeen bestuur aangepast van een halfjaarlijkse rapportage naar een jaarlijkse rapportage. Hierdoor hoeft de besliscommissie niet meer tweemaal per jaar een voortgangsrapportage voor het algemeen bestuur op te stellen.

Administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling regelt dat er met ingang van 1 juli 2018 geen aanvragen meer kunnen worden ingediend bij het Schap, maar slechts de reeds ingediende aanvragen kan afhandelen. Deze regeling heeft derhalve geen gevolgen voor de burgers en het bedrijfsleven.

Uitvoering en handhaving

De onderhavige regeling wijzigt de gemeenschappelijke regeling zodanig dat het Schap met ingang van 1 juli 2018 geen nieuwe schadeverzoeken in behandeling zal nemen, maar slechts de reeds ingediende aanvragen zal afhandelen. Een wijziging van de toezichtaspecten is hier dus niet aan de orde. Vandaar dat deze regeling niet is aangeboden aan de Inspectie Leefomgeving en Transport voor een toets op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid.

Consultatie

Deze regeling is tot stand gekomen in overleg met het secretariaat en het algemeen bestuur van het Schap, het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat en de vereniging van luchtvaartmaatschappijen (BARIN) en kan op hun steun rekenen. Aangezien deze regeling geen ingrijpende gevolgen kent, heeft er geen internetconsultatie plaatsgevonden.

Inwerkingtreding

Artikel 25, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling bepaalt dat de wijziging in werking treedt met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Vandaar dat voor de onderhavige regeling wordt afgeweken van het systeem van vaste verandermomenten. Om dezelfde reden wordt ook afgeweken van de regel om regelingen twee maanden voor inwerkingtreding bekend te maken in de Staatscourant.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland;

Raad van de gemeenten Amstelveen en Haarlemmermeer;

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Haarlemmermeer en Nieuwkoop.

Naar boven