Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 5 juni 2018, nr. IENM/ILT-2018/37488, houdende wijziging van het Besluit mandaat en machtiging certificering zeeschepen 2012 in verband met toetredende en aftredende klassenbureaus en keuringsinstanties

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat en het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,

Gelet op de artikelen 10:3, eerste lid, 10:4, eerste lid, 10:6 en 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de instemming van de ingevolge dit besluit gemandateerden;

Besluiten:

ARTIKEL I

Het Besluit mandaat en machtiging certificering zeeschepen 2012 wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1 komt de begripsbepaling van Minister te luiden:

Minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;.

B

Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt na ‘verlenen’ ingevoegd ‘van’.

2. In onderdeel c wordt na ‘DNV GL’ de komma vervangen door ‘ te’.

3. Na onderdeel f wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma een onderdeel ingevoegd, luidende:

g. de Vice President van Indian Register of Shipping te Mumbai, India;.

C

In artikel 4, derde lid, aanhef, wordt ‘Register Holland BV te Enkhuizen’ vervangen door ‘Register Holland Classebureau Zeevaart B.V. te Steenwijk’.

D

Onder vernummering van de artikelen 11 tot en met 13 tot 12 tot en met 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 10. Overgangsbepaling

Aanvragen voor een in artikel 2, vierde, vijfde of zevende lid, van het Besluit erkende organisaties Schepenwet bedoeld onderzoek die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit, worden door Register Holland BV in behandeling genomen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 11 juni 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de gemandateerden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, J.A. van den Bos

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, dan wel het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, t.a.v. de Inspectie Leefomgeving en Transport, team Juridische zaken, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, onder vermelding van de datum en het nummer of kenmerk; en

  • een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Op grond van het Besluit mandaat en machtiging certificering zeeschepen 2012 zijn de door de Minister aangewezen internationale klassenbureaus gemandateerd om certificaten af te geven die benodigd zijn voor koopvaardijschepen.

Deze mandatering heeft destijds plaatsgevonden in het kader van de daartoe in 2006 met de klassenbureaus afgesloten overeenkomsten waarnaar in genoemd mandaatbesluit wordt verwezen. De verplichting tot het sluiten van een overeenkomst is het gevolg van de implementatie van richtlijn 2009/15/EG. Wegens het toetreden van Indian Register of Shipping te Mumbai als nieuw klassenbureau is een aanpassing van artikel 2, eerste lid, waarin alle gemandateerden worden genoemd, noodzakelijk.

Verder is vanwege de overdacht van zeevaartwerkzaamheden van keuringsinstantie Register Holland BV aan keuringsinstantie Register Holland Classebureau Zeevaart B.V, artikel 4, derde lid, aangepast. Met het onderhavige besluit wordt laatstgenoemde keuringsinstantie gemachtigd tot het vaststellen van de tonnages en gemandateerd tot de afgifte en intrekking van meetbrieven. Aanvragen die vlak voor de inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend en betrekking hebben op een onderzoek als bedoeld in artikel 2, vierde, vijfde of zevende lid, van het Besluit erkende organisaties Schepenwet, worden door Register Holland BV verder behandeld. Hiervoor is in artikel 10 een overgangsbepaling opgenomen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, J.A. van den Bos

Naar boven