Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 31 mei 2018, 1337436-176289-VGP, houdende vaststelling van regels met betrekking tot de veterinaire controles van producten uit derde landen (Warenwetregeling veterinaire controles derde landen 2018)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op:

  • Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24);

  • Beschikking 2000/572/EG van de Commissie van 8 september 2000 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van vleesbereidingen uit derde landen (PbEG 2000, L 240);

  • Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139);

  • Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (PbEU 2005, L 338);

  • Beschikking van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (2006/766/EG) (PbEU 2006, L 320);

  • Beschikking van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/532/EG (2007/777/EG) (PbEU 2007, L 312);

  • Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PbEU 2008, L 226);

  • Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PbEU 2009, L 039);

  • Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PbEU 2010, L 73);

  • Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie van 2 juli 2010 tot vaststelling van de volks- en diergezondheidsvoorwaarden en de veterinaire certificeringsvoorschriften voor het binnenbrengen in de Europese Unie van rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum, bestemd voor menselijke consumptie (PbEU 2010, L 175);

  • Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG (PbEU 2016, L 126);

  • artikel 4 van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. beschikking 2000/572/EG:

Beschikking 2000/572/EG van de Commissie van 8 september 2000 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van vleesbereidingen uit derde landen (PbEG 2000, L 240);

b. verordening (EG) 854/2004:

Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU 2004, L 139);

c. verordening (EG) 2074/2005:

Verordening (EG) nr. 2074/2005 van de Commissie van 5 december 2005 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen voor bepaalde producten die onder Verordening (EG) nr. 853/2004 vallen en voor de organisatie van officiële controles overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004, tot afwijking van Verordening (EG) nr. 852/2004 en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 (PbEU 2005, L 338);

d. beschikking 2006/766/EG:

Beschikking van de Commissie van 6 november 2006 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden waaruit tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en visserijproducten mogen worden ingevoerd (2006/766/EG) (PbEU 2006, L 320);

e. beschikking 2007/777/EG:

Beschikking van de Commissie van 29 november 2007 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften en het model van de certificaten voor bepaalde uit derde landen ingevoerde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie en tot intrekking van Beschikking 2005/432/EG (2007/777/EG) (PbEU 2007, L 312);

f. verordening (EG) 798/2008:

Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PbEU 2008, L 226);

g. verordening (EG) 119/2009:

Verordening (EG) nr. 119/2009 van de Commissie van 9 februari 2009 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen daarvan voor de invoer in of de doorvoer door de Gemeenschap van vlees van wilde leporidae, bepaalde niet-gedomesticeerde landzoogdieren en gekweekte konijnen en tot vaststelling van de voorschriften inzake de veterinaire certificering (PbEU 2009, L 039);

h. verordening (EU) 206/2010:

Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PbEU 2010, L 73);

i. verordening (EU) 605/2010:

Verordening (EU) nr. 605/2010 van de Commissie van 2 juli 2010 tot vaststelling van de volks- en diergezondheidsvoorwaarden en de veterinaire certificeringsvoorschriften voor het binnenbrengen in de Europese Unie van rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum, bestemd voor menselijke consumptie (PbEU 2010, L 175);

j. uitvoeringsverordening (EU) 2016/759:

Uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 van de Commissie van 28 april 2016 tot vaststelling van lijsten van derde landen, delen van derde landen en gebieden waaruit de lidstaten het binnenbrengen in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong moeten toestaan, tot vaststelling van certificeringsvoorschriften, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2074/2005 en tot intrekking van Beschikking 2003/812/EG (PbEU 2016, L 126).

Artikel 2

  • 1. Het binnen Nederlands grondgebied brengen van eet- en drinkwaren, afkomstig uit een land dat niet behoort tot de Europese Unie, en het vervolgens verhandelen daarvan, vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens richtlijn 97/78/EG gestelde voorschriften.

  • 2. Onder een door een derde land geweigerde partij als bedoeld in artikel 15, eerste lid, aanhef, van richtlijn 97/78/EG, wordt mede verstaan het weigeren of niet afnemen van een partij door een afnemer in het derde land.

Artikel 3

Als bevoegde autoriteit, bedoeld in richtlijn 97/78/EG, wordt aangewezen Onze Minister.

Artikel 4

De officiële dierenarts, bedoeld in richtlijn 97/78/EG, wordt aangewezen door de bevoegde autoriteit.

Artikel 5

De officiële dierenarts in een grensinspectiepost en in entrepots neemt bij zijn werkzaamheden de ter zake bij of krachtens richtlijn 97/78/EG gestelde voorschriften in acht.

Artikel 6

Het vanuit een derde land binnen Nederlands grondgebied brengen van:

  • a. vlees, gehakt vlees en separatorvlees van pluimvee, met inbegrip van loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens verordening (EG) 798/2008 gestelde voorschriften;

  • b. producten van dierlijke oorsprong, met inbegrip van visserijproducten, levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen, vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens verordening (EG) 2074/2005 en beschikking 2006/766/EG gestelde voorschriften;

  • c. vlees van wilde konijnen en hazen, vlees van andere niet-gedomesticeerde landzoogdieren dan hoefdieren en konijnen en hazen en vlees van gekweekte konijnen vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens verordening (EG) 119/2009 gestelde voorschriften;

  • d. rauwe melk, zuivelproducten, colostrum en producten op basis van colostrum vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens verordening (EU) 605/2010 gestelde voorschriften;

  • e. vleesbereidingen vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens beschikking 2000/572/EG gestelde voorschriften;

  • f. vers vlees van hoefdieren en paardachtigen, met inbegrip van gehakt vlees, vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens hoofdstuk III van verordening (EU) 206/2010 gestelde voorschriften;

  • g. in uitvoeringsverordening (EU) 2016/759 bedoelde producten van dierlijke oorsprong vindt plaats met inachtneming van bij die uitvoeringsverordening gestelde voorschriften;

  • h. in beschikking 2007/777/EG bedoelde vleesproducten en behandelde magen, blazen en darmen voor menselijke consumptie vindt plaats met inachtneming van bij die beschikking gestelde voorschriften;

  • i. producten waarvoor ten aanzien van de gezondheidsvoorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt en de eet- en drinkwaren als bedoeld in de onderdelen a tot en met h, vindt plaats met inachtneming van de ter zake bij of krachtens hoofdstuk III van verordening (EG) 854/2004 gestelde voorschriften.

Artikel 7

In de artikelen 2, eerste lid, 7, eerste lid, en 8, eerste en tweede lid, van de Warenwetregeling doorberekening kosten levensmiddelensector 2017 wordt ‘artikel 2 van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen)’ telkens vervangen door: artikel 2, eerste lid, van de Warenwetregeling veterinaire controles derde landen 2018.

Artikel 8

De Warenwetregeling Invoer eiproducten uit derde landen en de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen) worden ingetrokken.

Artikel 9

De Vrijstelling benaming verduurzaamde vruchten (Warenwet) en het besluit van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij en de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 januari 1983 (Stcrt. 1983, 17) worden ingetrokken.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling veterinaire controles derde landen 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins

TOELICHTING

Algemeen

De Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen) dient onder andere ter implementatie van richtlijn 97/78/EG1. Artikel 15 van richtlijn 97/78/EG is van toepassing op wederinvoer van een partij producten van dierlijke oorsprong. Het betreft producten die naar een derde land zijn verzonden, maar worden teruggezonden naar Nederland. Onduidelijkheid bestaat over wat verstaan moet worden onder ‘een derde land’ bij het weigeren van een partij. Ter verduidelijking wordt in het tweede lid van artikel 2 van deze regeling opgenomen dat onder een weigering door een derde land mede moet worden verstaan het weigeren of niet afnemen van een partij door een afnemer in dat derde land. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer een partij producten naar een derde land is verzonden en daar om handelstechnische redenen niet door de afnemer wordt opgehaald, waarna de partij producten wordt teruggezonden. Met deze wijziging wordt aangesloten bij artikel 3.2.3.2, tweede lid, van de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten.

Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om achterhaalde verwijzingen naar Europese regelgeving aan te passen aan de nu geldende verordeningen en beschikkingen (artikel 1 en 6 van deze regeling). Gezien het aantal wijzigingen is gekozen voor het opnieuw vaststellen van de regeling. Het is niet nodig om artikel 3 van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen) over te nemen, aangezien dit onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit valt.2

De wijziging van de Warenwet (Stb. 2015. 235) voegt artikel 13c aan de Warenwet toe. In artikel 13c is bepaald op welk moment de wijzigingen van EU-richtlijnen die krachtens de Warenwet op dynamische wijze worden uitgevoerd, doorwerken. Hierdoor is het niet meer nodig om in deze ministeriële regeling te bepalen op welk moment de wijziging van een EU-richtlijn, die op dynamische wijze is uitgevoerd, doorwerkt. Daarom is het niet nodig artikel 8, tweede lid, van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen) over te nemen in deze nieuwe regeling.

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)3. Deze consultatie heeft niet geleid tot commentaar op de ontwerpregeling.

Gevolgen voor regeldruk

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger en heeft ook verder geen bedrijfseffecten. De kennisnemingskosten zijn nihil.

Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

De NVWA acht de ontwerpregeling handhaafbaar en uitvoerbaar. De NVWA vraagt aandacht voor de benodigde wijzigingen in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. Deze wijzigingen worden meegenomen in een wijziging van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten die op 1 juli 2018 in werking treedt. Om die reden is bij de inwerkingtreding van deze regeling bij die datum aangesloten.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 1 bevat de begripsbepalingen.

Artikelen 3 tot en met 5

De artikelen 4 tot en met 6 van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen) zijn overgenomen in de artikelen 3 tot en met 5 van deze regeling.

In artikel 3 is Onze Minister opgenomen als bevoegde autoriteit, bedoeld in richtlijn 97/78/EG. In artikel 3 van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen) was de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit nog aangewezen als bevoegde instantie. Met het aanwijzen van Onze Minister als bevoegde autoriteit verandert er in de praktijk niets, aangezien de NVWA de taken in mandaat blijft uitvoeren.

Artikel 6

Artikel 6 zorgt voor een dynamische implementatie van de van toepassing zijnde uitvoeringsbepalingen inzake de invoer van levensmiddelen van dierlijke oorsprong uit derde landen.

Artikel 7

Deze regeling heeft gevolgen voor de verwijzingen naar artikel 2 van deze regeling in de Warenwetregeling doorberekening kosten levensmiddelensector 2017.

Artikel 8

De Warenwetregeling Invoer eiproducten uit derde landen geeft uitvoering aan Beschikking 97/38/EG van de Commissie van 18 december 1996 tot vaststelling van specifieke gezondheidsvoorschriften voor de invoer van voor menselijke consumptie bestemde eiprodukten (PbEG 1997, L 14). Deze beschikking is ingetrokken door beschikking 2006/696/EG4, die op haar beurt weer is ingetrokken door verordening (EG) 798/20085. Artikel 6, onderdeel a, van deze regeling geeft uitvoering aan verordening (EG) 798/2008. De Warenwetregeling Invoer eiproducten uit derde landen kan dan ook worden ingetrokken.

Deze regeling komt in de plaats van de Warenwetregeling Veterinaire controles (derde landen). Deze laatste regeling kan dan ook worden ingetrokken.

Artikel 9

In verband met artikel 13d van de Warenwet kan de Vrijstelling benaming verduurzaamde vruchten (Warenwet) worden ingetrokken.

Artikel 13d van de Warenwet bevat een clausule van wederzijdse erkenning. Dit beginsel houdt in dat een EU-lidstaat de verkoop van waren die in een andere EU-lidstaat rechtmatig in de handel zijn gebracht niet mag verbieden op zijn grondgebied, omdat deze waren niet voldoen aan de eigen nationale voorschriften. De Vrijstelling benaming verduurzaamde vruchten (Warenwet) is op 18 maart 1987 afgekondigd om invulling te geven aan een arrest van de Hoge Raad met betrekking tot de etikettering van een uit een ander EG-land ingevoerd en aldaar rechtmatig verhandeld product. Deze vrijstelling is niet langer nodig.

De Vrijstellingsbesluiten Vlees- en Vleeswarenbesluit (Warenwet) 19816 (Stcrt. 1983, 17) strekten ertoe te voorkomen dat bedrijven dubbele kosten zouden moeten maken voor het aanpassen van etiketten; de eerste keer voor de inwerkingtreding van de etiketteringseisen in het Vlees- en vleeswarenbesluit (Warenwet) 1981 (van kracht vanaf 23 december 1982) en vervolgens vanwege wijzigingen die hierin voorzien waren en in de loop van 1983 hun beslag zouden krijgen. Uiteindelijk zijn deze wijzigingen pas doorgevoerd met de inwerkingtreding van het Vlees- en vleeswarenbesluit (Warenwet) 1987 op 1 oktober 1987. Op dat moment verviel de feitelijke betekenis van de Vrijstellingsbesluiten. Eén vrijstellingsbesluit wijzigde het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Landbouw en Visserij van 19 augustus 1965 (Stcrt. 1965, 163). Dit laatstgenoemde besluit is al ingetrokken bij de Uitvoervrijstelling (Warenwet).

De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins


X Noot
1

Richtlijn 97/78/EG van de Raad van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG 1998, L 24).

X Noot
2

Artikel 3.2.1.2. Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten.

X Noot
3

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), en van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

X Noot
4

Beschikking 2006/696/EG van de Commissie van 28 augustus 2006 tot vaststelling van een lijst van derde landen waaruit pluimvee, broedeieren, eendagskuikens, vlees van pluimvee, loopvogels en vrij vederwild, eieren en eiproducten en van specifieke pathogenen vrije eieren (SPF-eieren) kunnen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap en van de toepasselijke voorschriften inzake veterinaire certificering, en tot wijziging van de Beschikkingen 93/342/EEG, 2000/585/EG en 2003/812/EG (PbEU 2006, L 295).

X Noot
5

Verordening (EG) nr. 798/2008 van de Commissie van 8 augustus 2008 tot vaststelling van een lijst van derde landen, gebieden, zones of compartimenten waaruit pluimvee en pluimveeproducten mogen worden ingevoerd in en doorgevoerd door de Gemeenschap, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PbEU 2008, L 226).

X Noot
6

1. Het besluit van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij en de Staatssecretaris van Economische Zaken van 29 december 1982 (Stcrt. 1983, 17); en

2. Het besluit van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij en de Staatssecretaris van Economische Zaken van 4 januari 1983 (Stcrt. 1983, 17).

Naar boven