Besluit van de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, nr. 2018-92334 van 30 mei 2018 houdende een individuele uitzondering op het wettelijk bezoldigingsmaximum op grond van artikel 2.4 van de Wet normering topinkomens betreffende De Nederlandsche Bank N.V. en de heer prof. dr. K.H.W. Knot.

De Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 2.4, eerste lid, van de Wet normering topinkomens;

BESLUITEN:

Artikel 1

  • 1. De Nederlandsche Bank N.V en de heer prof. dr. K.H.W. Knot hebben toestemming om, in afwijking van artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering topinkomens, voor de vervulling van de functie van president van De Nederlandsche Bank N.V. een bezoldiging overeen te komen overeenkomstig dit artikel.

  • 2. Met ingang van 1 juli 2018 bedraagt de bezoldiging ten hoogste € 405.000,- per kalenderjaar bij een voltijdse aanstelling.

  • 3. Het bedrag, genoemd in het tweede lid, kan telkens per 1 januari van elk jaar worden geïndexeerd overeenkomstig de wijze zoals bepaald in artikel 2.3, tweede lid, van de Wet normering topinkomens.

Artikel 2

Dit besluit vervalt met ingang van de dag waarop de heer prof. dr. K.H.W. Knot niet langer de functie, genoemd in het eerste lid van artikel 1, vervult.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Deze brief is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van die wet kunt u tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Financiën, ter attentie van de directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Postbus 20201, 2500 EE Den Haag. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en dient ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;

  • d. een opgave van de redenen waarom u zich met het besluit niet kunt verenigen.

TOELICHTING BIJ DE BESLUITEN

De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) valt onder de Wet normering topinkomens (WNT). In beginsel zijn topfunctionarissen bij DNB dan ook onderworpen aan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3 WNT. Artikel 2.4 WNT bepaalt dat een hogere bezoldiging mogelijk is op individuele basis. De Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben conform artikel 2.4, eerste lid WNT, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, besloten dat de heer prof. dr. K.H.W. Knot, de heer mr. F. Elderson, de heer prof. dr. J. Swank en mevrouw mr. drs. N.C. Stolk-Luyten in verband met de vervulling van de functie van president respectievelijk directeur van DNB op individuele basis in aanmerking komen voor een hogere bezoldiging dan de maximale bezoldiging, bedoeld in artikel 2.3 WNT.

DNB is de onafhankelijke centrale bank van Nederland en als zelfstandig bestuursorgaan tevens prudentieel toezichthouder en nationale resolutieautoriteit van Nederland. Haar nationale taken bestaan onder meer uit het uitoefenen van het prudentieel toezicht op financiële ondernemingen, het beslissen over toelating van financiële ondernemingen tot de financiële markten alsmede het – zo nodig – afwikkelen van bepaalde financiële ondernemingen. Ook bevordert DNB de goede werking van het betalingsverkeer en de stabiliteit van het financiële stelsel.

Naast deze nationale taken heeft DNB ook monetaire taken. Als centrale bank neemt DNB deel aan het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en is zij in de uitvoering van de bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: het Verdrag) aan haar opgedragen taken en plichten onafhankelijk van de Nederlandse Staat. DNB heeft ter uitvoering van het Verdrag als doelstelling het handhaven van prijsstabiliteit en in dat kader ondersteunt zij het algemene economische beleid in de Europese Unie. De onafhankelijkheid van DNB voor deze taken is Europeesrechtelijk verankerd. Uit artikel 130 van het Verdrag volgt o.a. dat (leden van besluitvormende organen van) nationale centrale banken onafhankelijk zijn bij de uitoefening van de bevoegdheden en het vervullen van de taken en verplichtingen die bij het Verdrag en de statuten van de ESCB en van de Europese Centrale Bank (ECB) aan hen zijn opgedragen. Regeringen van de lidstaten dienen deze onafhankelijkheid van centrale banken te respecteren en mogen de leden van besluitvormende organen van nationale centrale banken niet trachten te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taken.

In 2014 en 2016 bracht de ECB advies uit over twee concept wetsvoorstellen aangaande de WNT.1 In haar adviezen gaf de ECB o.a. aan dat regeringen de onafhankelijkheid van een nationale centrale bank moeten respecteren en niet de leden van de besluitvormende organen van de nationale centrale banken mogen beïnvloeden door een aanpassing in de bezoldiging. Om de onafhankelijke positie van DNB te respecteren, is in 2014 door de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties besloten de bezoldiging van de destijds zittende directieleden niet te verminderen gedurende die zittingstermijn.

Met onderhavige benoemingen van de directieleden vangen nieuwe benoemingstermijnen aan. Bij de bepaling van de hoogte van de bezoldigingen van de benoemde personen is de WNT als uitgangspunt genomen doch is tevens de onafhankelijke positie van DNB voor haar ESCB-taken in ogenschouw genomen. Ook is rekenschap gegeven van het feit dat deze personen beschikken over een bijzondere combinatie van kennis, gezag en ervaring die voor DNB in haar verschillende hoedanigheden van groot belang is. Waar er sprake is van een herbenoeming, is bovendien het functioneren van de betreffende persoon in de voorgaande termijn in acht genomen. De drie herbenoemde directieleden van DNB hebben in hun eerste termijn laten zien dat zij bij uitstek in staat zijn om leiding te geven aan DNB. Zij hebben gedurende hun eerste zittingstermijn groot gezag opgebouwd in velden waarin DNB actief is, en daarmee bijgedragen aan het vertrouwen in DNB als centrale bank, prudentieel toezichthouder en resolutieautoriteit. Voor de herbenoemde functionarissen heeft de hierboven geschetste afweging evenwel geleid tot een verlaging van hun bezoldiging ten opzichte van de bezoldiging die zij gedurende hun eerste benoemingstermijn ontvingen. Met de drie herbenoemingen aangevuld met twee nieuwe directeuren is er per 1 juli 2018 sprake van een nieuwe evenwichtig samengestelde directie die in collegiaal verband DNB bestuurd. Binnen het collegiale bestuur van de directie van DNB dragen de directeuren gezamenlijke en integrale verantwoordelijkheid en daarbij passen redelijke, uitlegbare en werkbare beloningsverschillen binnen de directie. De bezoldigingen van de president en de directieleden liggen met deze uitzonderingen op het gemiddelde van de bezoldigingen van presidenten en directieleden van centrale banken in de eurozone.

De directie dient op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft) te bestaan uit personen wier betrouwbaarheid buiten twijfel staat en die geschikt zijn voor de uitoefening van hun functies. Overeenkomstig artikel 12, derde lid, van de Bankwet 1998 stelt de raad van commissarissen van DNB, de directie gehoord, een functieprofiel op ten behoeve van een vacature in de directie van DNB. Dit functieprofiel moet passen in de profielschets van de directie als geheel (verplicht op grond van artikel 1:27a, derde lid Wft) en bevat onder andere de benodigde deskundigheid, ervaring en vaardigheden. Gezien de bijzondere complexiteit van taken die bij DNB zijn belegd (centrale bank, toezichthouder, resolutieautoriteit) en de supranationale dimensie daarvan (Europees o.a. ESCB, Single Supervisory Mechanism, Single Resolution Mechanism; mondiaal o.a. Bank for International Settlement (BIS) en Internationaal Monetair Fonds (IMF)), is het van belang dat de directie van DNB uit personen bestaat met kennis, gezag en ervaring in de sector. Hieronder worden de individuele uitzonderingen op de maximale bezoldiging als bedoeld in artikel 2.3 WNT per directielid nader toegelicht en gemotiveerd.

Het profiel van de heer prof. dr. K.H.W. Knot sluit aan op het functieprofiel dat voor de functie van president is opgesteld overeenkomstig artikel 12, derde lid, van de Bankwet 1998. De heer prof. dr. K.H.W. Knot beschikt over unieke en actuele ervaring met – en kennis van – monetair beleid, financiële stabiliteit en internationale financiële markten in zowel technisch inhoudelijke zin als beleidsmatige zin. De heer prof. dr. K.H.W. Knot heeft in de afgelopen zeven jaar aangetoond op uitstekende wijze invulling te kunnen geven aan de functie van president van DNB. Tevens beschikt de heer prof. dr. K.H.W. Knot over kennis op het terrein van betalingsverkeer, toezicht op en afwikkeling van financiële instellingen en van de bancaire-, verzekerings- en pensioensector. De heer prof. dr. K.H.W. Knot heeft ruime ervaring in internationale gremia zoals de Governing Council van de ECB, de BIS, het IMF en diverse G20 comités. De heer prof. dr. K.H.W. Knot beschikt hierdoor over een breed internationaal netwerk en geniet zowel nationaal als internationaal aanzien. Daarnaast heeft de heer prof. dr. K.H.W. Knot brede maatschappelijke en bestuurlijke ervaring en inzicht in bestuurlijke en juridische vraagstukken, alsmede affiniteit met de publieke sector. Gelet op de bijzondere omstandigheden van het geval, in het bijzonder de unieke combinatie van relevante kennis en ervaring waarover de heer prof. dr. K.H.W. Knot beschikt, is een uitzondering op basis van artikel 2.4 WNT gerechtvaardigd.


X Noot
1

Advies van de Europese Centrale Bank van 10 februari 2014 inzake de normering van de bezoldiging van topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector (CON/2014/12); Advies van de Europese Centrale Bank van 13 juni 2016 inzake de verlaging van de bezoldiging voor werknemers in publieke en semi-publieke sector (CON/2016/32)

Naar boven