De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 2.2, eerste lid en 2.10, eerste lid, van het Besluit genetisch
gemodificeerde organismen milieubeheer 2013;
BESLUIT:
TOELICHTING
Inleiding
De Regeling genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2013 (hierna: Regeling
ggo) bevat technische voorschriften voor activiteiten met genetisch gemodificeerde
organismen (hierna: ggo's).
De Regeling ggo bevat een aantal bijlagen dat van toepassing is op het doen van een
risicobeoordeling voor activiteiten met ggo's in ingeperkte ruimten. Het doel van
die risicobeoordeling en de daaruit voortvloeiende maatregelen is om te bewerkstelligen
dat het risico voor de mens en het milieu bij het werken met ggo’s niet hoger is dan
verwaarloosbaar klein. Vermelding van organismen in een of meer bijlagen stelt gebruikers
in staat een risicobeoordeling op te stellen en op basis daarvan kennisgevingen en
vergunningaanvragen te doen. Deze bijlagen moeten regelmatig worden aangepast aan
de laatste stand van de techniek, dat wil zeggen de laatste wetenschappelijke kennis.
Om in de regelgeving aansluiting te verkrijgen bij de nieuwste wetenschappelijke inzichten
worden viermaal per jaar een of meer bijlagen bij de Regeling ggo aan de stand der
techniek aangepast. Bureau genetisch gemodificeerde organismen van het RIVM adviseert
of en hoe een organisme wordt opgenomen in een of meer bijlagen. Dit gebeurt op basis
van alle beschikbare informatie over de kenmerken van het organisme, waaronder de
gegevens van de gebruikers van ggo’s in individuele procedures, de definities van
de klassen van pathogeniteit, de literatuur en eventueel een advies van de Commissie
genetische modificatie. De vraag of een organisme moet worden opgenomen, hangt af
van de vraag of het geclassificeerd kan worden en of het een organisme is dat door
meer gebruikers wordt gebruikt. Deze wijzigingsregeling bevat aanpassingen van twee
van die bijlagen.
Aanpassing bijlage 2 bij de Regeling ggo (artikel I, onderdeel A)
Op lijst A1 van bijlage 2 bij de Regeling ggo zijn de gastheerorganismen opgenomen
waarvan is vastgesteld dat zij geschikt zijn voor de vervaardiging van ggo’s van inperkingsniveau
I. Via artikel 16 van de Regeling ggo werkt bijlage 2 ook door in de reguliere risicobeoordeling
overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Sinds de wijzigingsregeling van 1 april
20181 is voor een aantal nieuwe gastheerorganismen vastgesteld dat zij geschikt zijn voor
de vervaardiging van ggo's van inperkingsniveau I. De onderhavige wijzigingsregeling
strekt ertoe deze organismen op te nemen op lijst A1 van bijlage 2. Daarnaast is voor
één micro-organisme, de schimmel Trichoderma viride, die vermeld stond op bijlage 2, vastgesteld dat dit organisme niet geschikt is voor
de vervaardiging van ggo’s van inperkingsniveau I. De adviescommissie genetische modificatie
(COGEM) heeft geadviseerd deze schimmel in te delen in pathogeniteitsklasse 2 omdat
Trichoderma viride ziekteverwekkend kan zijn voor wormen (nematoden). De vermelding van Trichoderma viride op bijlage 2 bij de Regeling ggo is daarom vervallen, maar wordt opgenomen in bijlage
4 bij de Regeling ggo (zie de toelichting bij de aanpassing van bijlage 4).
Aanpassing bijlage 4 bij de Regeling ggo (artikel I, onderdeel B)
In bijlage 4 bij de Regeling ggo zijn de pathogene micro-organismen opgenomen, waarvan
de klasse van pathogeniteit is vastgesteld. Sinds de wijzigingsregeling van 1 april
2018 (zie noot 1) is voor een aantal pathogene micro-organismen (virussen, bacteriën,
schimmels en parasieten) de klasse van pathogeniteit vastgesteld. De onderhavige wijzigingsregeling
strekt ertoe om deze pathogene micro-organismen toe te kunnen passen bij de risicobeoordeling
overeenkomstig bijlage 5 bij de Regeling ggo. Daarvoor is het overeenkomstig artikel
16 van de Regeling ggo noodzakelijk deze gastheerorganismen op te nemen in bijlage
4. Eén van deze pathogene micro-organismen, de schimmel Trichoderma viride, waarvan de vermelding in bijlage 2 is vervallen, is opgenomen als een klasse 2 organisme
op bijlage 4 bij de Regeling ggo en dient bij de risicobeoordeling overeenkomstig
bijlage 5 bij de Regeling ggo als een klasse 2 micro-organisme gehanteerd te worden.
Voor een verdere toelichting op de klassen van pathogeniteit wordt verwezen naar de
begripsomschrijving van micro-organismen van klasse 1, 2, 3 en 4 in artikel 2 van
de Regeling ggo en de daarop betrekking hebbende passages in de toelichting bij die
regeling2. Op de toepassing van bijlage 4 bij de Regeling ggo wordt ook ingegaan in de inleiding
die in de betreffende bijlage is opgenomen.
Aanpassingen van ondergeschikte betekenis
De aanpassingen in deze wijzigingsregeling zijn van zuiver technische aard en kunnen
worden gekenschetst als aanpassingen aan de stand van de techniek. Toevoeging van
een organisme aan een bijlage vindt namelijk plaats op grond van criteria zoals vastgelegd
in de Regeling ggo. Daarmee zijn deze aanpassingen van ondergeschikte betekenis en
is inspraak daarop niet zinvol. Gelet hierop is, met toepassing van artikel 1.9, tweede
lid, onderdeel b, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer
2013 (hierna: Besluit ggo), afgezien van voorpublicatie. Vanwege het feit dat deze
wijzigingsregeling geen ingrijpende verandering teweegbrengt in de rechten en plichten
van burgers en bedrijven en evenmin ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk
kon worden afgezien van internetconsultatie. De aanpassingen bieden voor de doelgroep
het voordeel dat zij voor het doen van een risicobeoordeling gebruik kunnen maken
van classificatie zoals die in de bijlagen is opgenomen. Daardoor behoeven zij voor
de in de bijlagen opgenomen organismen niet meer om een besluit op grond van artikel
2.8 van het Besluit ggo te verzoeken. Een dergelijk verzoek vergt immers indiening
van een groot aantal gegevens en er geldt een beslistermijn voor van 45 dagen. Een
kennisgeving of een vergunningaanvraag kan bovendien pas worden gedaan nadat een verzoek
om een inschalingsbesluit is genomen en van die organismen kan pas na kennisgeving
of vergunningverlening gebruik worden gemaakt. Tot slot is ervan afgezien de ontwerpregeling
aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) voor te leggen omdat deze wijzigingsregeling
geen gevolgen heeft voor de regeldruk.
Inwerkingtreding
Overeenkomstig het stelsel van vaste verandermomenten, treedt deze wijzigingsregeling
in werking met ingang van 1 juli 2018. Er is afgeweken van de invoeringstermijn van
ten minste twee maanden. In dit geval is het gerechtvaardigd omdat de wijziging van
de Regeling ggo, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private nadelen voorkomt.
Met het voorkomen van aanmerkelijke ongewenste private nadelen wordt bedoeld dat voorkomen
wordt dat leden van de doelgroep op grond van individuele besluiten toestemming moeten
krijgen om bepaalde organismen te mogen gebruiken, zoals hierboven onder ‘Aanpassingen
van ondergeschikte betekenis’.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer