De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Basis- en Voortgezet
Onderwijs en Media,
Gelet op de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Wet overige
OCW-subsidies;
BESLUITEN:
ARTIKEL I. WIJZIGING SUBSIDIEREGELING LERARENBEURS
De Subsidieregeling lerarenbeurs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1 vervalt de begripsomschrijving van ‘project VierSlagLeren’.
2. In artikel 1 in de begripsomschrijving van ‘bacheloropleiding’ wordt ‘tweede lid,
onderdeel a’ gewijzigd in ‘tweede lid, onderdeel b’.
3. In artikel 1 in de begripsomschrijving van ‘masteropleiding’ wordt ‘tweede lid, onderdeel
b’ gewijzigd in ‘tweede lid, onderdeel c’.
B
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
C
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt ‘bedoeld in het derde lid,’
2. In het derde lid wordt ‘het beschikbare bedrag’ vervangen door ‘het beschikbare bedrag
voor het studiejaar 2017–2018’.
3. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
D
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt.
2. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel b, wordt toegevoegd ‘en’.
3. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel c, onder 4, wordt ‘, en’ vervangen door
een punt.
4. Het eerste lid, onderdeel d, en het tweede lid vervallen.
E
Artikel 19 komt te luiden:
Artikel 19. Steekproef
Op verzoek van de Minister toont de leraar aan dat hij voldoet aan de subsidiecriteria
en de subsidieverplichtingen door het overleggen van:
-
a. een document waaruit blijkt dat hij collegegeld heeft betaald; en
-
b. een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij ten minste vijftien studiepunten heeft behaald,
dan wel een verklaring waarin staat dat leeruitkomsten zijn behaald bij een onderwijsinstelling
die deelneemt aan het experiment leeruitkomsten ter waarde van in totaal ten minste
vijftien studiepunten.
F
Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid vervalt en het eerste lid, onderdeel b, komt
als volgt te luiden:
b. aan deze leraar subsidie voor studiekosten is verleend tenzij voor een opleiding
geen collegegeld verschuldigd is.
2. Het tweede lid vervalt.
G
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘De subsidiebedragen’ vervangen door ‘De subsidiebedragen
voor het studiejaar 2017–2018’.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
De regeling treedt in werking per 1 april 2018.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob
TOELICHTING
I. Algemene toelichting
1. Inleiding en doel
Met de onderhavige regeling wordt de Subsidieregeling lerarenbeurs gewijzigd, zodat
deze ook in studiejaar 2018-2019 toegepast kan worden. Het subsidieplafond wordt voor
dat studiejaar vastgesteld en er worden enkele technische wijzigingen aangebracht.
De wijzigingen worden per artikel toegelicht.
De Subsidieregeling lerarenbeurs stelt leraren in het primair onderwijs (po), voortgezet
onderwijs (vo), middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en hoger beroepsonderwijs (hbo)
in staat subsidie aan te vragen voor het volgen van een geaccrediteerde deficiëntie-,
bachelor- of masteropleiding. De lerarenbeurs wordt verstrekt voor één opleiding en
dient per studiejaar te worden aangevraagd. De lerarenbeurs bestaat uit twee subsidies
die door de leraar kunnen worden aangevraagd:
-
a. subsidie voor studiekosten ter dekking van de kosten van studie, studiemiddelen en
reiskosten;
-
b. subsidie voor studieverlof, waardoor de werkgever de leraar studieverlof kan verlenen
en een vervanger kan aanstellen.
2. Uitvoeringstoets
Aan DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) is een uitvoeringstoets gevraagd. DUO heeft
laten weten dat de wijzigingen uitvoerbaar zijn.
3. Administratieve lasten
De administratieve lasten blijven gelijk.
II. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onderdeel A
Het project VierSlagLeren is beëindigd, waardoor de begripsbepaling kan komen te vervallen.
De verwijzingen naar bachelor- en masteropleiding in de Wet op het hoger onderwijs
en wetenschappelijk onderzoek zijn in verband met een wijziging in die wet aangepast.
Artikel I, onderdeel B en C
Het subsidieplafond van de lerarenbeurs wordt met deze regeling voor studiejaar 2018-2019
vastgesteld. Het gevolg is dat ook het beschikbare bedrag per doelgroep verandert.
Artikel I, onderdeel D
Het subsidiecriterium dat een leraar ingeschreven dient te staan in registerleraar.nl,
komt te vervallen omdat per 1 augustus 2017 leraren zich niet meer kunnen aanmelden
voor het vrijwillige lerarenregister. Inschrijving in het lerarenregister wordt in
de toekomst verplicht gesteld.
Voor startende leraren basisonderwijs en voortgezet onderwijs die deelnemen aan het
project VierSlagLeren, gold de uitzonderingsbepaling op het subsidiecriterium dat
een leraar als bevoegd leraar werkt of gewerkt heeft aangezien zij meestal niet aan
deze voorwaarde konden voldoen. Deze uitzonderingsbepaling komt te vervallen omdat
het project VierSlagLeren is beëindigd.
Artikel I, onderdeel E
Steekproefsgewijs wordt de aanvragers verzocht aan te tonen dat ze voldoen aan de
subsidiecriteria en de prestatieverplichting om in een studiejaar vijftien studiepunten
te behalen. Dit gebeurt door het overleggen van een document waaruit blijkt dat hij
collegegeld heeft betaald (en waarop het specifieke bedrag staat vermeld), bijvoorbeeld
een kopie van een rekeningafschrift of een uitdraai van internetbankieren. Daarnaast
dient de aanvrager een bewijsstuk te overleggen waaruit blijkt dat hij ten minste
vijftien studiepunten heeft behaald (uitdraai van het puntenregistratiesysteem) of
een verklaring waarin staat dat er leeruitkomsten zijn behaald bij een onderwijsinstelling
die deelneemt aan het Experiment leeruitkomsten ter waarde van in totaal ten minste
15 studiepunten. Reden van deze toevoeging is dat onderwijsinstellingen die deelnemen
aan het Experiment leeruitkomsten, studiepunten toekennen op basis van leeruitkomsten,
waardoor telkens enkele studiepunten worden behaald. Dit kan betekenen dat een aanvrager
wel vijftien studiepunten heeft behaald, maar deze pas toegekend krijgt wanneer alle
leeruitkomsten ter waarde van bijv. 30 studiepunten zijn afgerond. Met een verklaring
van de onderwijsinstelling kan de aanvrager aantonen alsnog te voldoen aan het subsidiecriterium
van vijftien studiepunten. Na het uitvoeren van de steekproef, uiterlijk 22 weken
na de subsidieverlening, wordt beslist of de subsidie wordt teruggevorderd.
Artikel I, onderdeel F
Een subsidiecriterium voor het verkrijgen van de subsidie voor studieverlof is dat
een leraar subsidie voor studiekosten ontvangt. Echter, in enkele gevallen hoeft voor
het volgen van een opleiding (veelal in het buitenland) geen collegegeld te worden
betaald. Om deze leraren desondanks de mogelijkheid te geven om subsidie voor studieverlof
aan te vragen, is de tekst aangepast.
Leraren die deelnemen aan het project VierSlagLeren, konden subsidie aanvragen voor
studieverlof, zodat de deelnemers extra tijd konden besteden aan studie en onderzoek.
Deze uitzonderingsbepaling komt te vervallen, omdat het project VierSlagLeren is beëindigd.
Artikel I, onderdeel G
De subsidiebedragen voor studieverlof worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de
kabinetsbijdrage voor het betreffende jaar.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob