Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties, Raad voor de Rechtspraak

In zijn arrest van 13 juli 2012, nr. 11/02035 (ECLI:NL:HR:2012:BX0904) roept de Hoge Raad de gerechten in feitelijke instantie op beleid te ontwikkelen voor uniforme toepassing van de te hanteren uurtarieven voor de vergoeding van de kosten van een taxatieverslag in procedures over waardebeschikkingen op grond van de Wet waardering onroerende zaken.

Overleg tussen vertegenwoordigers van belastingkamers van de gerechtshoven en van de rechtbanken heeft geleid tot het opstellen van de onderstaande richtlijn.

Uurtarief taxateur

Betreffende woningtaxaties: € 53 per uur.

Betreffende taxaties van courante niet-woningen: € 68 per uur.

Ten aanzien van taxaties van alle incourante niet-woningen: de gefactureerde taxatiekosten tot het in het Besluit proceskosten bestuursrecht vermelde maximum.

Aantal uren besteed aan het taxatierapport

Het aantal uren dat is gemoeid met de taxatie van een onroerende zaak en het opstellen van een rapport wordt gesteld op:

2 voor een niet-inpandige woningtaxatie;

4 voor een woningtaxatie met inpandige opname.

Voor het aantal uren van taxaties van overige objecten wordt geen norm gesteld. De aard van de objecten is daarvoor te divers.

Kosten van het bijwonen van een (hoor)zitting door de taxateur

Indien het bezwaar, beroep of hoger beroep gegrond wordt verklaard, komen de kosten van de taxateur die aanwezig was bij het horen in de bezwaarfase en/of bij een zitting in beroep of in hoger beroep, op de voet van artikel 1, letter b, van het Besluit – naast de vergoeding voor de taxatie en het opstellen van een taxatierapport – voor vergoeding in aanmerking. Hierbij wordt hetzelfde tarief in aanmerking genomen als voor de taxatiewerkzaamheden geldt (zie hiervoor). De bestede tijd wordt afgerond naar boven op halve uren.

Indien in (hoger) beroep uitsluitend (nog) de proceskosten in geschil zijn, kan als wegingsfactor voor het gewicht van de zaak 0,5 worden aangehouden.

De bovenstaande uurtarieven zijn steeds exclusief omzetbelasting. Volgens het genoemde arrest, rechtsoverweging 4.3.8, drukt de in rekening gebrachte omzetbelasting alleen op een belanghebbende als hij die belasting niet als voorbelasting in aftrek kan brengen. In dat geval worden de genoemde bedragen verhoogd met omzetbelasting.

Hierbij geldt voor het toepasselijke tarief van de omzetbelasting dat deze is gerelateerd aan het (tijdstip van het) verrichten van de dienst. Dit betreft het uitbrengen van het verslag, de aanwezigheid bij een hoorgesprek in de bezwaarfase, dan wel het bijwonen van de mondelinge behandeling in beroep onderscheidenlijk hoger beroep. Aan de factuurdatum komt in dit verband geen (zelfstandige) betekenis toe.

Inwerkingtreding

Deze richtlijn geldt vanaf 1 juli 2018 en vervangt de Richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties, Staatscourant 2012, nr. 26039 van 18 december 2012.

Naar boven