Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 18 mei 2018, nr. IENW/BSK-2018/84581, houdende vaststelling van regels voor subsidiëring van activiteiten van de Stichting Milieukeur voor het kalenderjaar 2018 (Subsidieregeling SMK 2018)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onder b, 4, eerste en tweede lid, en 5, van de Kaderwet subsidies I en M, 4, eerste lid, 6, tweede lid, onder b, 7, derde lid, 8, eerste lid, 15, vijfde lid, 22, tweede lid en 23, derde en vijfde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Kaderbesluit:

Kaderbesluit subsidies I en M;

Minister:

de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

SMK:

Stichting Milieukeur.

Artikel 2 Activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt

De Minister kan op aanvraag aan SMK subsidie verstrekken voor activiteiten in 2018 die samenhangen met het fungeren van SMK als beheerder van het keurmerk Milieukeur en die bestaan uit het ontwikkelen en actualiseren van criteriasets ten behoeve van certificatieschema’s.

Artikel 3 Subsidiabele kosten

  • 1. Als standaardberekeningswijzen voor de berekening van uurtarieven worden gehanteerd:

    • a. berekening op basis van integrale kostensystematiek;

    • b. berekening op basis van kosten per kostendrager vermeerderd met een forfaitair vastgestelde opslag voor indirecte kosten; of

    • c. een forfaitair vastgesteld uurtarief.

  • 2. Eventuele vóór indiening van de aanvraag gemaakte kosten komen voor subsidie in aanmerking, voor zover het kosten betreft die in 2018 zijn gemaakt.

Artikel 4 Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor 2018 bedraagt € 100.000.

Artikel 5 Voorschotverlening

Gelijktijdig met de beschikking tot subsidieverlening kan de Minister een voorschot verlenen van maximaal 80% van het in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen maximum subsidiebedrag.

Artikel 6 Aanvraag tot subsidieverlening

De aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend binnen vier weken na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling is geplaatst.

Artikel 7 Inwerkingtreding en horizonbepaling

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 april 2018.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 8 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling SMK 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Aanleiding en doel van de subsidie

Stichting milieukeur (hierna: SMK) is in 1992 door de overheid in het leven geroepen om het nationale duurzaamheidslabel Milieukeur te ontwikkelen en te beheren. Het doel hiervan was dat SMK door middel van het beheer van certificatiesystemen voor diensten en producten de transparantie van de markt zou verhogen door de duurzaamheidsprestaties van non-food- en foodproducten zichtbaar te maken voor consumenten. De activiteiten van SMK ten behoeve van Milieukeur bestaan voornamelijk uit het ontwikkelen, beheren en toetsen van transparante duurzaamheidscriteria in samenwerking met bedrijven, branches, overheden en andere organisaties.

Vanaf het begin van de oprichting van SMK is aan haar subsidie verstrekt voor onder andere de activiteiten die zij verricht ten behoeve van Milieukeur. Hiermee werd beoogd de onafhankelijkheid van SMK en de kwaliteit van bestaande certificatieschema’s te waarborgen en de ontwikkeling van nieuwe certificatieschema’s te stimuleren. De aan SMK verleende subsidie is de afgelopen jaren steeds verder afgebouwd. Het verlenen van subsidie aan SMK voor deze activiteiten zal binnen afzienbare termijn niet langer noodzakelijk zijn gelet op de inkomsten die zij onder andere genereert door de afdrachten van de gebruikers van certificatieschema’s.

In het verleden werd het Besluit milieusubsidies als wettelijke grondslag gehanteerd voor de verlening van subsidie aan SMK. Na intrekking van dit besluit bij inwerkingtreding van het Kaderbesluit subsidies I en M is deze grondslag komen te vervallen. In 2017 is aan SMK bij beschikking van 26 april een anticiperende subsidie verleend op basis van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht; hierna Awb). Deze subsidie is vooruitlopend op het vaststellen van onderhavige regeling verleend om de continuïteit van de activiteiten van SMK te waarborgen. De regeling dient ertoe in 2018 nog subsidie aan SMK te kunnen verstrekken voor haar rol van beheerder van certificatiesystemen voor producten en diensten wat betreft Milieukeur. Daarna wordt vanwege de hiervoor genoemde reden voor deze activiteiten niet langer subsidie verstrekt.

2. Wettelijk kader

Op deze subsidieverstrekking zijn van toepassing de Awb, de Kaderwet subsidies I en M en het Kaderbesluit subsidies I en M (hierna: Kaderbesluit).

De wettelijke grondslag voor deze regeling is gelegen in de artikelen 3, eerste lid, onder b (subsidie inzake milieubeheer), 4, eerste en tweede lid (activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt en vaststelling subsidieplafond) en 5 (aanvraag van subsidie, verplichtingen subsidieontvanger en voorschotbepaling), van de Kaderwet subsidies I en M. Verder is de grondslag voor deze regeling gelegen in de artikelen 4, eerste lid (activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt, in aanmerking komende subsidiabele kosten en de wijze van berekening van de subsidie), 6, tweede lid, onder b (gemaakte kosten van vóór indiening van de aanvraag subsidiabel), 7, derde lid (berekeningswijze uurtarieven), 8, eerste lid (subsidieplafond), 22, tweede lid (verplichtingen subsidieontvanger) en artikel 23, derde en vijfde lid (bevoorschotting), van het Kaderbesluit.

In het Kaderbesluit zijn procedureregels opgenomen die eveneens op de uitvoering van deze regeling van toepassing zijn. Het gaat om de volgende bepalingen: artikel 6 (gemaakte kosten), 10 (indienen aanvraag tot subsidieverlening), 11 en 12 (afwijzingsgronden), 14 en 15 (subsidieverstrekking), 17 tot en met 19 (verplichtingen), 23 (betaling en bevoorschotting) en 24 en 25 (indienen aanvraag tot subsidievaststelling en vaststelling subsidie).

Het Kaderbesluit maakt het verder mogelijk bepaalde verplichtingen of eisen te stellen in de beschikking tot subsidieverlening. Zie bijvoorbeeld artikel 21, waarin is bepaald dat de Minister in de beschikking tot subsidieverstrekking nadere verplichtingen kan opleggen.

Naast de onderhavige regeling zijn derhalve ook het Kaderbesluit en de beschikking tot subsidieverstrekking van belang

3. Administratieve lasten

De totale administratieve lasten komen neer op circa € 3000,– per jaar. Dit bedrag is circa 3% van het subsidiebedrag voor 2018.

4. Advisering en consultatie

Er is sprake van een ministeriële regeling die geen significante verandering brengt in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen of grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie1 kon internetconsultatie daarom achterwege blijven.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 26 april 2018. Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn van twee maanden, zoals vastgelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat de continuïteit van de werkzaamheden van SMK het wenselijk maken dat de inwerkingtreding op korte termijn geschiedt. De regeling werkt daarnaast terug tot en met 26 april 2018 omdat een jaar eerder bij beschikking aan SMK een anticiperende subsidie is verleend.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt

De Minister kan aan SMK subsidie verstrekken voor activiteiten die samenhangen met het fungeren van SMK als beheerder van het keurmerk Milieukeur. Onder deze activiteiten vallen ook de activiteiten ten behoeve van de duurzaamheidsbarometers, zoals Barometer Duurzame Bloemist en Barometer Duurzame Evenementen. Er kan alleen subsidie worden verleend voor het ontwikkelen en actualiseren van criteriasets ten behoeve van certificatieschema’s in 2018. Na dit jaar wordt de subsidie, ongeacht of deze activiteiten zijn afgerond, stopgezet.

Artikel 3 Subsidiabele kosten

In het eerste lid van artikel 3 wordt invulling gegeven aan de verplichting van artikel 7, derde lid, van het Kaderbesluit dat bij ministeriële regeling wordt bepaald welke standaardberekeningswijzen voor de berekening van uurtarieven van toepassing zijn. De te hanteren standaardberekeningswijzen sluiten aan bij Aanwijzing 19 van de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking.

In het tweede lid van dit artikel is gebruik gemaakt van de in artikel 6, tweede lid, onder b, van het Kaderbesluit geboden mogelijkheid tot afwijking van het bepaalde in de aanhef van het tweede lid van artikel 6 dat vóór de indiening van de aanvraag gemaakte kosten niet voor subsidie in aanmerking komen. Deze afwijking is nodig, omdat SMK aan het begin van 2018 al een aanvang heeft gemaakt met de activiteiten die voor subsidieverstrekking in aanmerking komen en daarvoor kosten heeft gemaakt.

Artikel 5 Bevoorschotting

Op grond van artikel 23, vijfde lid, van het Kaderbesluit is in dit artikel het percentage van het voorschot bepaald. Voorschotten worden automatisch (ambtshalve) verstrekt. Een aparte aanvraag tot bevoorschotting is niet nodig.

Artikel 6 Aanvraag tot subsidieverlening

In het eerste lid van dit artikel is bepaald dat SMK binnen vier weken nadat deze regeling is gepubliceerd een aanvraag om subsidieverlening moet indienen. In de onderhavige regeling zijn naast de in artikel 10 van het Kaderbesluit opgenomen verplichtingen ten aanzien van de gegevens en bescheiden die bij de aanvraag om subsidie moeten worden gevoegd geen extra verplichtingen opgenomen. Dit betekent dat gelet op het bepaalde in artikel 10 van het Kaderbesluit de volgende gegevens en documenten bij de aanvraag moeten worden gevoegd: een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de onderhavige regeling, een gespecificeerde begroting die een goed inzicht geeft in de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, een tijdplanning van de activiteiten, indien voorschotten worden gewenst een weergave van de liquiditeitsbehoefte gedurende het tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd, het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden gestort inclusief een bewijs dat de bankrekening op naam van SMK staat en het inschrijfnummer van de aanvrager bij de Kamer van Koophandel.

Nadat de activiteiten zijn uitgevoerd moet SMK ook een aanvraag tot subsidievaststelling indienen. Op grond van artikel 24, eerste lid, van het Kaderbesluit vindt deze aanvraag binnen dertien weken na het verricht zijn van de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt plaats. Aangezien de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend waarschijnlijk gedurende geheel 2018 plaats vullen vinden zal dit voor SMK betekenen dat binnen 13 weken na 31 december 2018 aan aanvraag tot subsidievaststelling moet zijn ingediend. Op grond van het derde lid van dit artikel gaat de aanvraag om subsidievaststelling in ieder geval vergezeld van een verslag omtrent het verloop, de uitvoering en de resultaten van de activiteiten, waaruit blijkt dat SMK aan de voor haar geldende verplichtingen heeft voldaan.

Artikel 7 Inwerkingtreding en horizonbepaling

Voor wat betreft het moment van inwerkingtreding wordt verwezen naar het algemeen deel van de toelichting.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven