Regeling van de Minister voor Rechtsbescherming van 16 mei 2018 tot aanwijzing van de Raad voor Accreditatie als accrediterende instantie als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming

De Minister voor Rechtsbescherming;

Gelet op artikel 21 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;

Besluit:

Artikel 1

De Raad voor Accreditatie is de accrediterende instantie, bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de verordening.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 25 mei 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

TOELICHTING

Op grond van artikel 43, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming dient de lidstaat ervoor te zorgen dat de certificeringsorganen worden geaccrediteerd door ofwel de Autoriteit persoonsgegevens ofwel door de Raad voor Accreditatie ofwel door een van hen beide. Op grond van artikel 21 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming vindt de aanwijzing van de instantie of instanties die verantwoordelijk is, respectievelijk zijn, voor deze accreditatie plaats bij ministeriële regeling. Onderhavige ministeriële regeling wijst de Raad voor Accreditatie als enige aan als accrediterende instantie. Deze aanwijzing is in overleg met de Autoriteit persoonsgegevens tot stand gekomen.

Op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie is de Stichting Raad voor Accreditatie aangewezen als nationale accreditatie-instantie in de zin van artikel 4 van de Europese Verordening 765/2008. Sindsdien is de Raad voor Accreditatie een zelfstandig bestuursorgaan, dat verantwoording aflegt aan de minister van Economische Zaken en Klimaat.

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven